KLEINE COURANT
m
't Vliegend Blaadje
voor Holdor, Texel, Wioringon on Anno Paulownm
No. 4146.
Zaterdag 2 November 1912.
40ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 tn, 50 ct., tri p. port 75 cl., bnltealaad f t.
Pre- Zondagsblad 37J i 45 10.
taiëaModeblad >*i65»i»>75» fO.
(Voor het bnitenlaad bij vooruitbetaling.)
Advertentie* vaa t tot 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel meer.6
Bewijr-exemplaar24
Vignetten en groote. letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Talafooa 80.
Varaohijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgaven C. OE BOER Jr. (v./t. BERKHOUT t Co.), Haldar.
Tweede Blad.
Gemeenteraad van Helder.
Zitting van Dinsdag 29 October.
Vervolg van 'teerste Blad.)
De heer Biersteker merkt naar aanleiding hier
van op, dat z.i. deze ramingen wel wat voorzichtig
zijn gesteld. De toename die voor 1912 is geraamd
op ruim 18000 Ms zal zeer zeker worden over
schreden.- Spr. leest eene becijfering voor van andere
jaren, toen ook de ramingen verre overschreden
zjjn. De toenamen voor 1913 gelijk aan 780.—
in geld, acht Spr. al zeer poover. Ook voor het
kookgas geldt Spr. opmerking. Voor dit jaar is
eene toename van 5% geraamd. Spr. wil die raming
verhoogen tot 8°/0, en dan komt in de plaats van
19017 M3 op 30424 Ms of in geld 684.-. Daar
entegen staat natuurlijk een meerder kolen verbruik
Spr. raamt dat op 400. Recapituleerend komt
hij dus tot volgende:
Lichtgas verhoogen met 780. -
Kookgas 684.--
146L-
waartegenover een hoogere uitgaaf van 400.
De heer De Ven zegt dat men niet te voor
zichtig kan zijn met een raming. Vooral waar nu
dezen ééneu post betreft die meevalt. Spr. wijst
den heer Biersteker er op, dat de gewone ver
houding tusschen uitgaven on inkomsten gewoon
lijk geraamd wordt op de helft, en dat hier de
verhouding grooter is. Bovendien, hoe komt de heer i
Biersteker aan 400.
Na repliek van den heer Biersteker, merkt
de heer D e V e n nog op, dat wij in onzekerheid
verkeeren betreffende den kolenprijs. Bost kans
dat wij te dien opzichte nog meerdere uitgaven
zullen hebben.
De heer Van N e c k deelt mede, dat het hem
altijd onaangenaam is de raming van den directeur
te moeten verhoogen. Dit bedrijf is onderhevig aan
groote wisselvalligheden. Spr. wil de zaak laten
rusten. De raming van steenkolen is 13207.—
te laag. 't Ware spr. aangenamer geweest als de
Directeur de steenkolen op 12 in plaats van /"ll.
geraamd hadde.
Na re- en dubliek wordt het voorstel-Bier.steker
in stemming gebracht en aangenomen met 15 tegen
6 stemmen. Tegen stemden de heeren Hartendorf^
De Ven, Over de Linden, Van Neck en Van den
Berg. De heer Van Breda blyft buiten stemming.
Punt 1 wordt aangehouden tot aan het einde.
Volgn. 21, Artikel 7. Schoolgelden, a. Voor Lager
Onderwijs.
G&raamd bedrag voor 1913 16.800.
In de derde afdeeling vindt een der leden het
totaal bedrag, dat aan schoolgeld wordt ontvangen,
zeer laagde Gemeente legt op dezen post be
langrijke sommen toe. Van de 16800, welke ont
vangen wordt, althans geraamd is, betalen de
ouders der leerlingen aan school 8 alleen, 11000,
zoodat voor alle overige scholen een klein bedrag
overblijft. Door dit lid wordt gewezen op de
heffing der schoolgelden op bijzondere scholen en
iu overweging gegeven, ook een andere voor de
openbare scholen in te voeren. Hij zou er dan
geen bezwaar in zien, waar eenigszins mogelijk,
de schoolgelden te verhoogen.
Andere leden merken daarentegen op, dat tegen
een andere wijze van heffing der schoolgelden weinig
bezwaar bestaat, doch dat dit anders is met eene
eventueele verhooging der schoolgeldendaartegen
zouden deze leden zich verzetten.
Antwoord van B. en W.
Bij onderzoek is ons gebleken, dat het schoolgeld
voor de bijzondere school voor M. U. L. O. (Koning
straat) ongeveer gelijk is aan dat van School No. 8.
Het schoolgeld van de lagere school in de Koning
straat is werkelijk hooger dan van de openbare
lagere scholen, doch dit is alleen mogelijk doordien
de wijze van invordering aldaar anders is geregeld
dan voor de openbare scholen. Een veranderde
wijze van invordering, ongeveer in gelijken geest
als voor bedoelde bijzondere school, meenen wij na
ampele overweging, dat voor de openbare scholen
niet wel kan worden ingevoerd. Nogmaals bren
wij in herinnering, dat ook de Raadscommissie tot
herziening van de heffing van schoolgelden in 1911,
tot de volgende conclusie kwam
„Een nauwgezet onderzoek, door de Commissie
„ingesteld naar de mogelijkheid van invordering
„per maand eventueel door de hoofden van
„scholen, heeft haar geleid tot de handhaving
„van het daaromtrent bepaalde in de thans
„geldende verordening."
Wij merken verder op, dat de inkomens van
f 500 of f 600 de laagste inkomens zijn, waarvan
schoolgeld aan de School met den Bijbel gevorderd
wordt. De bepaling hiervan is afhankelijk van de
grootte van het gezin. Voor lagere inkomens wordt
het schoolgeld uit een afzonderlijk fonds betaald.
De heer Hartendorf merkt, naar aanleiding
van het antwoord van B. en W. op, dat toch op
de bijzondere school in de Koningstraat eene
andere wijze van sohoolgeldheffing wel mogelijk
blijkt te kunnen zijn.
Volgn; 23, Artikel 9. Marktgelden, wik-, weeg-,
meet- en keurloonen.
Geraamd bedrag f 5500.— (f 1000.— minder
dan in 1912).
In dezelfde afdeeling doet een -der leden een
voorstel tot afschaffing van de kermis.
Autwoord van B. en W.
In de memorie van beantwoording voor de be
grooting 1912 zeiden wij hieromtrent het volgende
„Het voorstel tot afschaffing of tot inkrimping
der kermis is reeds zoo dikwijls ter sprake gebracht,
en het voor en tegen in Uwe vergadering uiteen
gezet, dat wij meenen ons te moeten onthouden,
eenig oordeel hierover uit te spreken."
Wij meenen ons hieraan te kunnen refereeren.
Het bedoelde lid,- de heer Hartendorf, doel
zijn voorstel om de kermis aftescbaffen.
Dit wordt verworpen, de heeren Hartendorf en
Adriaanse steramen voor.
Volgn. 34, Artikel 12. Bijdrage van het Rijk in
de kosten der gemeentehuishouding.
In de eerste en derde afdeeling wordt aange-
gedrongen om pogingen aan te wenden, eene
Rijksbijdrage in de kosten der- Gemeente-huis-
houding te verkrijgen. In de derde afdeeling
geeft een lid bovendien in overweging, eeüe bui
tengewone Rijksbijdrage te vragen in de kosten
van het Openbaar Lager Onderwijs, volgens artikel
53 der desbetreffende Wet.
Antwoord van B. en W.
Na de inwerkingtreding der Wet van 24 Mei 1897
(Staatsblad No. 156) regelende de financieels ver
houding tusschen Rijk en gemeenten wordt, door
het Rijk geen subsidie in de kosten der gemeente
huishouding toegekend, dan wanneer de provincie
ten minste evenveel verleent.
Op dit oogenblik worden dergelijke subsidien
slechts door hoogst enkele gemeenten genoten, terwijl
het bekend is, dat de Regeering slechts in zeer
buitengewone omstandigheden bereid wordt bevonden,
dezen steun ook aan andere gemeenten te verleenen.
Wij zijn overtuigd, dat die zeer buitengewone om
standigheden voor deze gemeente, de vierde dei-
provincie, niet aanwezig worden geacht en dat van
eventueele pogingen in deze dan ook beslist geen
steun is te verwachten.
Wat een buitengewone rijksbijdrage in de kosten
van het Lager Onderwijs betreft, herinneren wij er
aan, dat de algemeene ver- en bijbouw der scholen
heeft plaats gehad met een buitengewone rijksbij
drage in de kosten ad. 50 °/0- Evenals bij die ge
legenheid, zullen, wanneer daarvoor eenigszins termen
aanwezig zijn, door ons pogingen in het werk worden
gesteld, opnieuw een buitengewone rijksbijdrage te
verkrijgen.
De heer Verstegen vraagt wat de wet ver
staat onder de inrichting van het onderwijs en de
Voorzitter licht toe, dat de wet alleen kent
bijdragen (gewone eu buitengewone subsidies) voor
den schoolbouw en de inrichting der scholen.
UITGAVEN.
Volgn. 56, Artikel 2. Jaarwedden van de Wet-
houders. j
Geraamd bedrag f 1500.—
In de eerste afdeeling verlangen sommige leden
een antwoord van B. en W. naar aanleiding van
de ten vorigen jare aangenomen motie omtrent de
verdeeling van .functien in het Dagelijksch Bestuur.
Antwoord van B. en W.
Wij meenen te dezen aanzien te kunnen ver-
wijzen naar de memorie van beantwoording voor
de begrooting 1912, waarin wordt gezegd
„Ten aanzien van de verdeeling der werk-
„zaamheden onder de Wethouders, brengen
„wij in herinnering onze vroeger uitgesproken
„meening, dat zoodra wij de noodzakelijkheid
„van die verdeeling inzien, wij niet zullen
„aarzelen, daartoe over te gaan."
Tot nog toe is die noodzakelijkheid ons niet gebleken.
Volgn. 60, Artikel 6. Jaarwedden en toelagen voor
ambtenaren en bedienden ter secretarie, van den con
ciërge en de boden.
Geraamd bedrag ƒ12.270. (vorig jaar ƒ12.087,50).
In alle afdeelingen maakt men bezwaar, den
post ad 150 voor een hulpbode, goed te keuren.
In de eerste afdeeling wordt voorgesteld bij nood
zakelijke assistentie daarvoor een jongmensch met
fiets te bezigen. In de tweede afdeeling is men
niet genegen ora weer een nieuwe betrekking te
creöeren, wel wilde men het bedrag ad 150
goedkeuren, doch onder de benaming van „tijde
lijke hulp". In de derde afdeeling wenschte men
het geheele bedrag af te voeren en de Instructie
voor den Incasseerder van de Waterleiding zoo
danig te wijzigen, dat hem ook die werkzaam
heden werden opgedragen.
Antwoord van B. en W.
Het ligt volstrekt niet in onze bedoeling, een
nieuwe betrekking te creöeren. Het bedrag is alleen
uitgetrokken om, indien de boden al te zeer met
werkzaamheden zijn belast, door tijdelijke assis
tentie, hulp te kunnen verleenen.
De belooning van den tegenwoordigen incasseerder
voor de gelden van de Waterleiding en van den
Gemeente-Reinigingsdienst, werd door den Gemeente
raad vastgesteld op f300. in evenredigheid van
de jaarwedde van den incasseerder der Gasfabriek.
Dien man nu, zonder eenige vergoeding, nog met
geheel andere werkzaamheden te belasten, is niet
billjjk en wij kunnen daartoe niet medewerken.
De heer Biersteker merkt op, dat het voor-
stel-tot aanschaffing van een jongmensch met fiets
van hem is. In de afdeelingen is gevraagd wat
heeft men aan een hulpbode? Zou een flinke jongen
niet veer meer waard zijn, zooals het Rijk in
dienst heeft om telegrammen te bestellen.
De Voorzitter zegt, dat het niet aangaat de
werkzaamheden van zoo'n telegrambesteller te ver
gelijken met die van een gemeentebode. Het gaat
niet om het rondbrengen van dichte papiertjes,
maar dikwijls om het overbrengen van min of
meer belangrijke boodschappen, waarna de heer
Biersteker er zich bij neerlegt.
De heer Verstegen zegt, dat in de derde
afdeeling hier ook over gesproken is en stelt voor
den post van 150. - van de begrooting af te
voeren. Z. i. kan de incasseerder der gasfabriek
zeer goed voor hulpbode fungeeren.
De heer Van Breda verwondert het, dat de
heer Verstegen er voor een koopje af wil, en twee
betrekkingen voor een wil laten gelden.
Dit wil de heer Verstegen absoluut niet.
!Spr. toont aan, dat de bedoelde incasseerder elk
kwartaal op z'n hoogst 20 dagen aan de kwitanties voortvloeit. Dit lid wenschte den post a. met
werk heeft. De klerk van den Gem.-Ontvanger 208.32 te verhoogen, zijnde voor P. vak Dalen
heeft jaren lang dit werk gedaan. Tweemaal's jaars 100, P. Kunst 50, L. Laboüt 7/h van f 50
heeft bedoelde titularis dan nog de kwitanties van 29.16 en J. Tiessen eveneens 29.16 ver-
de gemeente-reiniging. Totaal heeft hij 100 dagen hooging van tractement, volgens dat lid overeen-
in 't jaar noodig, en krijgt daarvoor 300. Die komstig vastgestelde regeling,
enkele keeren, dat dit noodig is kan hij best voor Andere leden zijn het daarmede niet eens en
hulpbode invallen, vindt Spr.
Na re- en dupliek wordt het voorstel-Biersteker
in stemming gebracht en met 12 tegen 6 stemmen
verworpen. Voor stemden de heeren Verfaille, Terra,
Verstegen, Grunwald, Oortgijseu en Bok. Buiten
stemming blijven de heeren Hartendorf, De Geus
en Harjer.
Volgn.^65, Art. 11. Schrijf- en bureaubehoeften,
druk- en bindwerk, briefporten, vrachtloonen en andere
kleine uitgaven.
Geraamd bedrag 2550.—.
In de derde afdeeling maakt een lid bezwaar
tegen het z.g. officieel verslag van de Raadsver
gaderingen, wat den Raadsleden wordt verstrekt,
welk bezwaar door een ander wordt gedeeld. In
verband hiermede vraagt een ander lid naar de
kosten van een zuiver stenografisch verslag.
Antwoord van B. en W.
Wij hebben nogmaals ter lezing nedergelegd, ons
advies van den 15 Januari 1912, met de bijbehoo-
rende stukken voor een stenografisch verslag van
de handelingen van de zittingen van den Raad,
daarbij zijn gevoegd de toen ontvangen inschrijvingen.
Bij de behandeling van dat advies werd een motie
aangenomen, waarbij aan de Heldersche Uitgevers
Maatschappij, voorloopig voor den tijd vaneen jaar,
werd opgedragen, het leveren van een verslag van
het verhandelde der openbare Raadsvergaderingen,
zooals dit tot heden door de administratie van het
„Dagblad voor Helder en Omstreken" werd uitge
geven.
De heer Hartendorf is het lid dat bezwaar
maakte, tegen het officieel verslag. Meerdere leden
hebben dit bezwaar onderschreven. Ëenerzijds had
meu liever een zuiver stenografisch verslag, terwijl
een ander lid den ouden toestand wenscht hersteld
te zien. Spr. vindt de uitgaaf van 300. niet
gerechtvaardigd voor hetgeen gegeven wordt. Dit
is geene opmerking op het werk als zoodanig,
maar de kwestie is, dat het verslag niet beant
woordt aan wat de Raad wil. De proef is niet
meegevallen, spr. vindt de wijze van doen beneden
de waardigheid van de 4e gemeente van Noord-
Holland en wenscht een stenografisch verslag. In
Januari heeft de heer Adriaanse gezegd, dat wij
hetzelfde deden als Alkmaar, n.1. een couranten
verslag gebruiken voor officieel verslag. Spr. heeft
echter geïnformeerd, doch van een courantenverslag
is te Alkmaar geen sprake. Spr. stelt voor den
post met 300.— te verminderen.
De heer Adriaanse merkt op, dat hij zich
ten vorigen jare vergistte en biedt daarvoor zijne
verontschuldigingeu aan. Spr. is ook niet ten volle
tevreden, maar constateert toch eenige verbetering.
Van het verslag, zooals dat door de directie van
het „Dagblad" wordt verstrekt, wordt geregeld en
herhaaldelijk gebruik gemaakt, en het komt een
stenografisch verslag zeer nabij. Een zuiver steno
grafisch verslag is nog al duur. Als de heer Harten
dorf eene andere oplossing weet, wil spr. gaarne
steunen.
De Voorzitter zegt, dat de kosten van een
stenografisch verslag zullen bedragen 800.—
voor het stenogram en 500.— voor het
drukken.
De heer Verstegen schrikt voor de kosten
terug, doch vindt de wijze waarop het thans ge
schiedt onbevredigend. De toestand is niets veran
derd, alleen betaalt nu de gemeente het, terwijl
dit vroeger de raadsleden deden. Spr. voelt voor
het voorstel Hartendorf.
De heer O o r t g ij s e n is het eens met den
heer Verstegen wat betreft den onveranderden
toestand. Dit is te ondervangen als B. en W. wil
len verklaren dat zij zich verantwoordelijk stellen
voor het verslag. Als ze officieel door B. en W.
zijn goedgekeurd, is het een'officieel verslag.
Do heer Adriaanse zou dit een stap achter
uit achten. Verschillende lacunes eu gebreken in
verklaren zich ook tegen loonsverhooging van 100
voor den Klerk van den Gemeente-Ontvanger, welke
door een der leden wordt voorgesteld.
Antwoord van B. en W.
Wij merken op, dat de jaarwedden van den
Controleur en verdere ambtenaren bij de plaatselijke
belastingen werden geregeld bij Uw besluit van 27
Augustus j.1. De bij dit besluit behoorende staat, is
een integreerend deel der Verordening en daarin
wordt aangegeven, welke jaarwedden in 1913 en
volgende jaren aan deze ambtenaren zullen worden
uitgekeerd. Dergelijke staat is ook opgenomen in de
toen aangeboden concept-verordeningen, regelende de
jaarwedden van het politiepersoneel eu van het kan
toorpersoneel van Gasfabriek en Waterleiding. Even
eens kwam die staat voor, in de jaarwedden-regeling
van de ambtenaren ter Secretarie, vastgesteld bij
Raadsbesluit van 10 Maart 1908.
Wanneer nu wordt afgeweken van den staat
en wanneer wordt aangenomen, dat bij het bepaalde
minimum rekening zal worden gehouden, met de
jaren dienst door de belanghebbenden gepresteerd
vóór de inwerkingtreding der Verordening, dan
brengt de billijkheid mede, dat met die jaren ook
rekening gehouden wordt voor de agenten van politie
en voor de ambtenaren ter Secretarie. Bij de laatst
bedoelde categorie van ambtenaren zal dan billijk
heidshalve tevens rekening moeten worden gehouden
met hetgeen aan die ambtenaren, sedert 1908 te
kort is uitbetaald.
Omtrent de jaarwedde van den Klerk van den
Gemeente-Ontvanger is door U inmiddels een be
slissing genomen.
De heer K r ij n e n wil het salaris van den con
troleur met 100.— verhoogen bij wijze vau per
soonlijke toelage, telken jare, totdat het maximum
is bereikt.
De heer Verstegen zegt, dat dan, behalve
den controleur, ook nog andere ambtenaren iu aan
merking komen. Voornamelijk door den kreet, door
B. en W. aangehevendenk aan de gemeente-
finantiönis niet voldoende gedacht aan den staat
van ambtenaren, die in aanmerking komen. Spr.
wil hen, zoodra ze volgens hun diensttijd in aan
merking komen, verhoogen, en heeft dit ook in
de derde afdeeling voorgesteld. Daaronder is ook
de controleur.
De Voorzitter zegt, dat men dan onbillijk
handelt tegenover agenten van politie en beambten
van gasfabriek en waterleiding. Voor secretarie-
ambtenaren is een andere maatstaf gevolgd.
De heer* O o r t g ij s e n is het eens met B. en
W. Waar zou het heen moeten als we maar alles
gingen verhoogen.
De heer Hartendorf is het met B. en W.
eens. De leden van den Raad redeneeren alsof zij
van het bestaan van een staat niets afwisten.
Wat de heer Krijnen wil is gevaarlijk.
De heer Biersteker heeft ook zijne aandacht
meer gevestigd op den post dan op den staat van
personen. Het heeft geen zin gehad het minimum
vau den controleur te verhoogen. Het voorstel-
Kranen is alleszins billijk. Aan de hand der ver
ordening kan niet worden verhoogd, 't Is indertijd
eene vergissing geweest van B. en W. zoowel als
van den Raad, dat geen rekening is gehouden met
het minimum.
De heer Verstegen heeft wel den staat ge
zien, onder de depressie van de rede van den Voor
zitter, is er bij den finantieelen toestand niet over
gesproken. Spr. stelt voor hun, als zij hun dienst
tijd hebben, de periodieke verhooging uittekeeren.
De heer Grunwald heeft, na de raededeeling
van den Voorzitter, bezwaar vóór het voorstel-
Krijnen te stemmen.
De heer Oortgijsen durft de verantwoorde
lijkheid om het voorstel te steunen niet aan. Spr.
wijst er op, dat o. a. de boekhouder der gasfabriek
het maximum nog niet heeft.
Een breedvoerige discussie ontstaat over deze
de notulen zijn het vorig jaai aanleiding geweest jjWest;e_ Tenslotte komt het voorstel-Krijneneene
tot het nemen van dezen maatregel. Wij zijn er jaariyfcgche extra-gratificatie verleenen totdat het
thans beslist op vooruitgegaan. Spr. kan de inzich- raaximum bereikt is in stemming, eu wordt met
ten niet deelen van de voorstellers. j jq tegen 8 stemmen verworpen. Tegen stemden
Na re- en dupliek- wordt het voorstel-Hartendoi fde heeren Hartsinck, Over de Linden, Verstegen,
In stemming gebracht en verworpen met de stem- J De Ven, Grunwald, Van Neck, Hartendorf, De Geus,
men der heeren Verstegen en Hartendorf voor en en Oortgijsen.
die van de heeren Van Neck, De Ven en Van den Hot voorstel-Verstegenuitkeering van de pnrio-
Volgn. 82, Artikel 8. Kosten der Jaarmarkt.
Geraamd bedrag f 300. -
Door meerdere leden van de derde afdeeling
wordt de aandacht gevestigd op het feit, dat bij
de aanwijzing van plaatsen voor de jaarmarkt,
altijd een Agent aanwezig is, die echter voor die
werkzaamheden, biykens de bogrooting niets geniet,
terwijl aan twee andere Gemeenteambtenaren voor
dit werk, hetwelk zij in diensttijd van de Gemeente
verrichten, een extra belooning van 50 wordt
Berg buiten stemming.
De zitting wordt hierna verdaagd tot Woensdag.
dieke verhooging wordt verworpon met 10 tegen
7 stemmen. Tegen de heeren Over de Linden,
Grunwald, Oortgijsen, De Ven, Van Neck, Bommel,
Biersteker, Hartsinck, Krijnen en Hartendorf. De
heer De Geus blijft buiten stemming.
Volgn. 76, Artikel lb. Verdere kosten op de in
vordering vallende.
Geraamd bedrag 4900. (1912 4035.
Afwezig de heeren Dr. Van den Berg, die staande In de tweede afdeeling acht men den prijs, ge-
i de vergadering komt, Terra en Verfaille. De pu- raamd voor de aanschaffing van eei schrijfmachine
blieke tribune, die den vorigen avond geheel gevuld voor het Bureau van Contróle, te laag om daar-
Zitting van Woensdag 30 October.
was, is thans zoo goed i
i leeg.
Antwoord van B. en W.
Bij de aanwijzing van plaatsen voor de jaarmarkt
in de aan de kermis voorafgaande week, is werke
lijk een agent van politie gedurende een paar uren
per dag behulpzaam bij het uitmeten dor plaatsen
overigens wordt geen hulp ten behoeve van de
jaarmarkt verleend. In evenredigheid tot de ver
leende hulp, wordt den agent een belooning toe
gekend.
Volgn. 83, Artikel 9. Kosten van den Vischalslag.
Geraamd bedrag 2820.
Een lid der eerste afdeeling acht het verf- en
rasterwerk overbodig en stelt voor, den post met
de respectievelijk geraamde bedragen to verminderen.
Antwoord van B. eu W.
Het verfwerk vau het gebouw aan de buitenzijde
is noodzakelijk vooreen behoorlijk onderhoud, terwijl
de vernieuwing van het bedoelde rasterwerk het
laatste gedeelte betreft van een periodieke vernieuwing
van dit hek, waarover dan 4 jaren is gewerkt. Het
nog niet vernieuwde gedeelte is zeer slecht en eischt
dus verbetering.
De heer Hartsinck stelt hieromtrent voor
bedoelden post af te voeren. [Aangenomentegen
stemmen de heeren Over de Linden, Van Neck,
De Ven, Krijnen, Oortgijsen en van den Berg.
Buiten stemming'de heeren Hartendorf en Biersteker.
Volgn. 85, Artikel 1. Onderhoud van buizea, torens,
poorten en dergelijke.
Geraamd bedrag 2200.
In de derde afdeeling wordt door een lid de
opmerking gemaakt, dat de onderhoudskosten over
het algemeen veel te hoog worden geraamd, wat
door andere leden wordt beaamd. Dit lid informeert,
of hot niet mogelijk is, oen commissie van bijstand
voor Publieke Werken in het leven te rospeu.
Andere leden vonden dit minder gowenscht.
Gevraagd wordt naar het advies van B. eu W.
omtrent de schenking van het gebouw in de
Wachtstraat, aan de Vereeniging voor Volks
huisvesting „Helder".
Antwoord van B. en W.
Gelijke opmerking over de hooge onderhoudskosten
der gemeentegebouwen werd ook het vorige jaar
gemaakt. Wat wij toen schreven, wenschen wij
hier te herhalen, n.1. „Dat het onderhoud vau ge
meentewerken duur is te noemen, kunnen wij niet
beamen. Meermalen hebben wij er op gewezen, dat
het ook de wensch is van de leden van den Raad,
dat de Gemeente-eigendommen behoorlijk worden
onderhouden."
De wenschelijkheid tot het in het leven roepen
van -eene Commissie van Bijstand voor publieke
weikeu, hebben wij tot heden niet gevoeld.
De schenking van het gebouw iu de Wachtstraat
aan do Vereeniging voor Volkshuisvestig „Helder"
heeft tot heden bij ons College geen punt van be
handeling uitgemaakt.
De heer Verstegen vraagt of omtrent het in
de laatste alinea vermeldde te eeniger tijd Teen
voorstel kan komen, doch de Voorzitter licht
in, dat dit niet geschieden zal.
Volgn. 87, Artikel 1. Onderhoud van straten en pleinen.
Geraamd bedrag 15000.
Eukele leden van de eerste afdeeling wenschten
verbetering van de bestrating in de Spoorstraat.
Een lid wil de voetstraat aan den Huisduinerweg
behouden en de uitgetrokken gelden aanwenden
voor de herstelling daarvan.
Antwoord van B. en W.
De bestrating van de Spoorstraat verkeert ln ge
wonen staat van onderhoud. Wordt bier bedoeld
de keibestrating weg te nemen of te herleggen?
Het wegnemen gaat mot belangrijke kosten gepaard
en het herleggen is naar onze meening nog niet
noodig.
De voetstraat op -dsn Huisduinerweg (Volgnummer
88) verkeert in een staat, die algeheele vernieuwing
eischt. Om de groote kosten te voorkomen, wordt
voorgesteld, de voetstraat weg te nomen; nu do
geheele Huisduinerweg in 1913 van een paarden pad zal
voorzien zijn, is die voetstraat overbodig geworden.
Yolgo. 88, Artikel 2. Onderhoud van WegeH en
Voetpaden.
Geraamd bedrag 1380.
In de tweede afdeeling betreurt men het, dat
het dubbele urinoir, hetwelk bij hot Politiebureau
I op het Westplein stond, is weggenomon en zou men
een hernieuwde plaatsing aldaar, desverlangd aan
de Westzijde van dat Bureau, zeer toejuichen.
Algemeen is men in deze afdeeling van meening,
dat een zoodanige inrichting aldaar beslist noodig is.
j Volgn. 76. Artikel la. Kosten van toezicht en van
invordering der plaatselijke belastingen,
a- Jaarwedden.
Geraamd bedrag 5325.
Iu alle afdeelingen wordt voorgesteld, het bedrag,
voor een deugdelijke machine aan te kunnen koo-
pen. Een lid wenscht dezen post geheel af te
voeren en vraagt, wat het beteekent, dat daarnaastAntwoord van B. en W.
niettemin 180 geraamd wordt voor tijdelijkeHet urinoir by het Politiebureau Westplein is
schrijvers. verwijderd om de vele onaangenaamheden, welko
Antwoord van B. en W.
De Controleur meent, dat de door hem bedoelde 1
uitgetrokken als tractement voor don Controleur, schrijfmachine (Imperial Typewriter) zeer goed voor
met ƒ100 te verhoogen overeenkomstig het jongste het door beoogde doel kan worden gebruikt. Op-,"
Raadstyjsluit, hetwelk dat tractement in minimum roepingen van reclamanten, waarvan dikwyls een
en maximum met 100 verhoogde. 8 k 10 tal exemplaren noodig zijn en dergelijke,
In de tweede afdeeling wordt opgemerkt, dat de kunnen met de bedoelde machine worden gebracht,
bedoeling duidelyk was, om de wijziging thans ten Waarschijnlijk zal hierdoor eenigo besparing van
bate van den tegenwoordigen functionaris te doen klein drukwerk worden verkregen,
komen, daar verhooging van het minimum anders' Wat de ƒ180.— schrijfloonen aangaat, deze plaatseu, maar de kwestie is waar die komen moot.
geen zin had. komen de laatste jaren steeds op de begrooting Tenslotte wordt een voorstel van den heer Bok
In de derde afdeeling vraagt een der leden, of voor en zyn beslist noodig voor het opmaken van aangenomen, en de post met 200. - verhoogd,
de Instructie van de Kommiezen zóó uitgelegd be- de kohieren van de inkomstenbelasting, voor het Tegen de heeren Over de Linden, Van Neck, De
hoort te worden, dat deze ambtenaren zelfs niet maken van de afschriften van die kohieren en soort- v©n, de hoer Biersteker bleef buiten stemming,
mogen optreden als getuigen bij beslaglegging, een gelyke werkzaamheden, die onmogelijk door het
werkzaamheid, die toch feitelijk uit hun ambt gewone personeel kunnen worden verricht. {Zie verder Derde Blad.)
j omwonenden daarvan ondervonden.
Tot heden kwamen geen klachten in over het
gemis daar ter plaatse en kan het urinoir naar
onze meening gevoegelijk wegblijven.
Een plaatsing aan de Westzijde is minder ge-
wenscht om do heerschende Westelijke winden en
den loswal aldaar.
Over deze zaak ontstaat eene uitvoerige bespre
king. De meeste leden willen wel weer een urinoir