KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HeldorTexel, Wieringen en Anne Peulownn GEWROKEN. No. 4148. Zaterdag 9 November 1912. 40ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 ra. 50 et, fr. p. post 75 cl., boitealsad 11.25 Pre-Zondagsblad i 37* 45 (0.75 aaiéa f Modeblad s 65 i 75 (0.90 (Voor het bnitenlaid bg vooruitbetaling.) advertentie» van 1 tol 5 regels (bg Toornitbotaling) 80 cent, Elke regel meer.6 Be wijs-exemplaar2* Vignetten en groots letten worden naar plaatsruimte berekend Intaro.. Telefoon BO. Vereohijnf Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever C. DE BOER Jr. BERKHOUT a Co.), Helder. Buresuzi Spoorstraat en Koningstraat. Eerste Blad. HIEUWSBERICHTEH. HELDER, 8 November. „Christelijke Strijdwijze en Christelijke Politiek." Over bovenstaand onderwerp hield de heer P. J. Oad van Texel Dinsdagavond in „Casino", daartoe uitgenoodigd door de „Yereeniging v. jonge vrijzinnigen", eene lezing. De heer Storm, nitgenoodigd tot een debat, had in een der plaatselijke bladen laten weten, dat het hem aan tijd daartoe ontbrak. De groote zaal van „Casino" was voor de helft gevnld met belangstellenden, waar onder ook dames. De voorzitter der afdeeling Helder, de heer Van der Haagen, heette de aanwezigen welkom. Hoewel den Helder, als vrijzinnig district, eigenlijk weinig aanleiding heeftom de christelijke strijdwijze te bespreken, zoo zeide spr. ongeveer, heeft het bestuur toch aanleiding gevonden in Heldersche toestanden om deze vergadering te beleggen. Eenige weken geleden werd in het paB opgericht „Christelijk Weekblad" op aanmatigende wijze gesproken over de linksche strijdwijze en het huidige ministerie verheerlijkt. Als men het artikel in dat blaadje leest, zou men denken, dat er geen ministerie is geweest, dat zooveel gedaan heeft. Het tegendeel is waargeen ministerie heeft, onder znlke gunstige voor waarden, zoo weinig gedaan als het ministerie- Heemskerk. Dit aantetoonen zon de taak van den spreker zjjn. De heer Oud, hierop het woord verkrijgende, begon met de mededeeling, dat het hem toelachte toen hjj indertijd de uitnoodiging kreeg, om het onderwerp te bespreken. Niet, omdat het zoo aangenaam is, integendeel, de wijze van optreden der christelijken roept een gevoel van wrevel wakker, maar om hel gescherm met christelijke leuzen als zog links niets anders doen dan de duisternis huldigen. In het „Chr. Weekblad" trof spr. een groote tegenstelling tusschen het slot van het voorwoord en den inhoud van een artikel, getiteld „Zoeklicht over Helder". Het voorwoord zegt, dat het blad zal trachten een eerlijke stem te doen hooren voor waar heid en recht. Daar kan men natuurlijk niets tegen hebben. Spr., die dacht in het „Zoek licht" een eerlijke poging tot verbreiding der waarheid te vinden, werd teleurgesteld. Het artikel begint met te zeggen, dat de publieke opinie wel niet heelemaal bedorven is, maar toch onder den invloed is van sociaal-demo craten en liberalen. Tegen die samenvoeging van soc.-dem. on liberalen wenscht spr. te protesteeren. Tusschen beide richtingen be staan ingrijpende verschillen. Dat in dit artikel die verschillen zijn weggecijferd, is geschied om den kleinen lujjden zand in de oogen te strooienvoor hen |die kleine luijden der anti-rev. n.1.) zijn soc.-dem. bommen- gooiers, dus als men ze met de liberalen vereenzelvigt, zijn dezen dat vanzelf ook. Het is nu totaal onjuist, wjj kunnen integen deel juist zien, dat do soc.-dem. met de a.-r. in heel veel dingen ééne lyn trekken. Minister Talma bv. wordt uitgemaakt voor socialist, omdat hjj hetzelfde wil als de soc.-dem. Nog andere voorbeelden voerde spr. aan. Ook weerlegde hjj de beschuldiging als zouden de liberalen vijandig staan tegenover den gods dienst en las hieromtrent citaten voor. De godsdienst moet buiten den politieken strjjd blyven slechts éénmaal, in 1904, heeft prof. v. d. Vlngt tegenover dr. Kuyper in de Tweede Kamer eene lans gebroken voor een andere opvatting van den godsdienst dan de anti-revolutionairen. Spr. komt op tegen het misbruik dat men maakt van den godsdienst door de antithese in de politiek te brengeD. In de cbr. poli tiek ontbreekt eenheid. Duidelijk is dit de laatste jaren gebleken: Zondagswetgeving. Daar had men een punt, waarin de chr. be ginselen moesten doorwerken, doch wat ge beurt? de pogingen om onze verouderde Zondagswet te vervangen leden schipbreuk, tusschen kath. en a.-r. kon men niet tot overeenstemming komen. Tal van voorbeelden haalt spr. hiervan aan. Dat was ook de reden, dat er zoo bitter weinig uitgevoerd is: als er maatregelen van algemeen beleid aan de orde waren, dan waren steeds do conser vatieven de bestrijders. Toen dit Ministerie in 1908 optrad, en zich niet over de beginselen uitsprak, dacht men algemeen dat het zou werken in de neutrale zóne al zou haar neiging natuurlijk naar rechts zjjn. Ook dr. Kuyper beweerde dit in »De Standaard" en zeide, dat, als de verkiezingen gunstig waren voor rechts, dit Ministerie moest vallen. To^n hierop aan merkingen werden gemaakt van chr.-hist. zjjdo, draaide Kuyper zjjn woorden om: be doeld was, dat het Ministerie zich moest omvormen. Dien draai hebben we gezien, hoewel Kuyper zelf niet meer aan het be wind kwam. Het groote gevaar, dat voor de vrjjz. schuilt in de a.s. verkiezingen, is, dat Kuyper geen afscheid heeft genomen, maar de touwtjes in handen houdt. Op verschillende punten maakte spr. dit duideljjk. Allereerst de soc. wetgeving. Dat is het vraagstuk waar het om gaat. In alle kringen spreekt men den wensch uit, dat eindeljjk eens iets worde gedaan voor de economisch-zwakken. Eigenaardig, dat bjj iederen stembusstrijd rechts weer met be loften komt voor de kleine lujjden (Kuyper's gezegde„Zjj kunnen niet wachten, geen dag en geen nacht"). Toch hebben de beide rechtsche ministeries resp. 4 en bijna 5 jaren geregeerd, en niets tot stand gebracht van wat zjj beloofden bjj de stembus. Het MiDisterie-Borgesius daarentegen is door .Het Volk", een blad, dat toch niet ljjdt aan liberalen-vergoding, genoemd het Mini sterie van sociale rechtvaardigheid. Spr. gaf hiervan voorbeelden (ontwerp arbeidscontract), en betoogde, dat het Min. De Meester daarentegen terstond begon met het ontwerp ziekteverzekering en ouderdoms- verzekering. Ware dit Min. niet ontjjdig ge vallen, dan had het iets tot stand gebracht. Eigenaardig noemde spr. het, dat de heer Talma als kamerlid altijd geweest is een democraat. Men had dus verwacht, dat Talma, toen hjj minister werd, het ontwerp arbeidscontract van Kuyper ter hand zou genomen hebben, maar de heer Talma kon dit niet gebruiken: het was verouderd. Nu vraag ik u, zei spr., een wetsontwerp, dat, als het eenmaal wet is, jaren lang wet blijft, zon thans na drie jaar al verouderd zjjn! Spr. kwam nu aan do Radenwet en criti- seerde de houding hieromtrent van de rech terzijde, die deze vóór liet gaan, terwijl ziekte- en invaliditeitsverzekering moesten wachten. Deze komt 2 jaar later in behan deling dan dr. Kuyper becjjferd had, ziekte verzekering veel later dan dr. K. dacht, ouderdomsverzekeriDg daarentegen veel eer der: alles wordt er op gezet ze vóór 1913 in het .Staatsblad" te krjjgen. Wat hebben we aan de Radenwet zonder ziekteverzeke ring? Het had voor de hand gelegen, dat in Sept. hieraan begonnen werd. Voor ouder- doms- en invaliditeitsverzekering heeft de Radenwet weinig practisch nut, want de weinige dingen, waarin sjj er mee te maken heeft kunnen ook op andere wijze geregeld worden. Ook is er grooter drang naar ouder- doms- dan naar ziekteverzekering, omdat de laatste in vele gevallen door particulier initiatief geregeld wordt. (Ziekenkassen). Opmerkeljjk dat er van rechts zoo weinig over gesproken wordt. Het DuitBche stelsel van den Minister is ook niet te verdedigen. Spr. besprak verder het ontwerp, de argu menten der vrijzinnigen meenen wjj als bekend te mogeD veronderstellen. Vervolgens besprak spr. de amendementen-Lobman, over genomen door den heer Roodhuyzen, en haalde nog een aoder voorbeeld aan van het slaafs volgen van den Minister door de meerderheid. Hierna kwam spr. op de Tariefwet, die ook door den Zoeklicht-schrijver verdedigd werd. De schr. betoogt, dat de Tariefwet er onze industriëelen bovenop wil helpen. Maar die zjjn er juist unaniem tegeD, zei spr. De Tariefwet is oppervlakkig in elkander gezet: fiscale belangen zjjn de hoofdzaak. Grondwetsherziening. Blanco artikel. Spr. zette uiteen, wat hiermee bedoeld werd, en hoe de voorgestelde grondwetsherziening door rechts de kiesrecht-kwestie weder in de grondwet wil regelen, in plaats van, zooals het blanco-artikel, in de gewone wetgeving. Resumeerende, kwam spr. tot de conclusie, dat, als de rechterzijde aan het bewind blijft, men een reeks van reactionaire maatregelen gaat krjjgenkneveling van het openbaar onderwjjs, etc. Het openbaar onderwijs mag niet ten ondergaan door het drjjven van de coalitie, betoogde spr. en wekte ten slotte op te atrjjden tegen de coalitie en vóór onzen afgevaardigdo, den heer De Meester. Na eene pauze meldde zich voor debat aan de heer Bakker (a.-r.). Deze wenschte eerst te spreken over het Chr. Weekblad. Debater wilde niet als plaatsvervanger van den heer Storm optreden, doch zal vertellen hoe de krant is ontstaan. De heor Storm schreef eerst in een blaadje te Enkhuizen, totdat men besloot ook voor den Helder zoo'n krantje opterichten. Debater ia het niet in alle dingen met den heer Storm eens, kent hem echter als een oprecht man die zegt wat hjj denkt. Debater vindt de zaak van het Chr. Weekblad echter niet belang rijk genoeg om daarover een vergadering te beleggen. Het is niet waar, dat de heer Storm lib. en soc.-dem. in één adem noemt. Trouwens, er zullen niet veel lib. overblijven, het worden allemaal socialisten. Ze staan op denzelfden bodem: de liberalen willen een stuk van de armoede afslaan, de socia listen willen haar heelemaal weghebben. Debater vindt, dat min. Talma op den goeden weg is. Debater is geen voorstander van alles van de coalitiede a.-r. beginselen ontplooien zich z. i. niet genoeg. Hjj critiseert de handelingen der liberalenzjj deden niets, het ministerie-Kuyper had een groot deel van de overgebleven wetten van het mini- sterie-Borgesius. De liefde van de vrijzinni gen voor den werkman is zoo groot, maar in het parlement wordt de tjjd verkletst. De spr. heeft niet gesproken over invalidi- teits-verzekering, alleen over ouderdomsver- zekering, waren Treub of Bos er geweest, dan zou de spr. er heel anders afkomen. Treub heeft uitgerekend, dat het geld niet te vinden ie. Links zegt: ze willen hot geld uit de tariefwet halen. Maar dat is geen speciaal chr. politiek, want andere regeeringen, die dan niet chr. zjjn, willen dat ook. Pier- ■on was ook voor tariefverhooging, en als De Meester aangebleven was, hadden wjj wel tabaksbelasting gekregen. Bovendien, als er meer invoerrecht geheven wordt, wordt er meer inlandsch fabrikaat gemaakt, en is er dus meer industrie. Alg. kiesrecht. Het gehalte der kiezers zal wel zakken, als er alg. kiesrecht komt. De a.-r. behoeven er niet bang voor te zjjn, want ze zouden er veel stemmen bjjkrjjgen. Debater wil een Kamer voor de politiek en een voor het afdoen van zaken. Concentratie. Eenige jaren aaneen hebben de liberalen zich verzet tegen de coalitie, maar ze hebben er de resultaten van nu gedacht dat kunnen wj) ook eens pro- Debater vindt niet, dat dit stom ge daan is. Maar wat is het doel van de libe ralen Om in het torentje te komen, 't Is verkeerd de menigte wjjs te willen maken, dat het •fc kiesrecht zal komen, want dat komt niet. Tenslotte wjjdde debater, wiens rede her haaldelijk door bljjkcn van hilariteit onder broken werd, eenige woorden aan den Hel- derschen afgevaardigde, dien hjj niet vond een man van onverdachte vrijzinnige begin selen, en gaf, onder gelach der vergadering, den raad, er eens over te denken, wanneer men het district wilde behouden, of de heer De Meester dan wel de geschikte vertegen woordiger was. Op al deze punten wordt debater door den spr. beantwoord. Spr. vond, dat de heer Storm, als hjj het verslag over de lezing leest, wol tot zichzelf zal zeggenbewaar me voor mijn vrienden I Dus alleen omdat het licht in Enkhuizen scheen, moest het in den Helder ook schijnen, zegt de heer Bakker. En waar bjj het blaadje niet de moeite waard vindt, om eene vergadering voor uit te schrijven, daar getuigt dat, dat hjj er niet erg veel mee op heeft. Bovendien is het niet waar, want reeds eenige weken vóór het eerste nummer verscheen, had spr. eene spreek beurt aan de afd. Helder toegezegd. Het was spr. bedoeling niet, op het karakter van den heer Storm een klad te werpen, te minder, nu hjj er zelf niet bjj is, doch spr. bljjfthet eigenaardig vinden, dat de eerste en tweede bladzjjde zoo met elkander in tegenspraak zjjn. Misschien heeft de heer Storm bjj een andere gelegenheid wat meer tjjd om ook eens te komen. We zullen niet ingaan op de uitvoerige repliek des herren Oud, aangezien ons dit veel te ver zou voeren, alleen hier en daar een interessant moment vermelden. Wat de bater zei over algemeen kiesrecht, n.1., dat het gehalte der kiezers zakken zal, doch dat de a.-r. er velen bjj zullen krjjgen, hierop antwoordde spr., dat hjj het aan den heer Bakker overliet, daartusschen verband te leggen. Ook het voorstel om twee Kamers in te voeren, besprak spr., de eene Kamer, voor de politiek, waar natuurlijk alleen ge sproken zou worden, en niets gedaan, kon men dan wel kletscollege noemen. Spr. kan sich voorstellen, dat debater sich zooiets gedacht heeft, als hjj de slechte resultaten ziet van de politiek. Tenslotte verdedigde spr. den heer De Meeeter tegenover de insinuatie van debater. Te ongeveer elf uur werd de vergadering door den Voorzitter, onder dankseggiDg aan spreker en debater, en opwekking tot werken aan de organisatie, gesloten. Koninklijke Hollandsche Lloyd. Bjj den Kon. Holl. Lloyd bestaat het voor nemen den dienst op Zuid-Amerika, door aanschaffing van verder materieel, belangrijk uit te breiden en te verbeteren, o. a. door het instellen van een geregelden, afzonder lijken vrachtdienst naar en van de Brazi- liaansche havens Pernambuco, Bahia, Rio de Janeiro en Santos en bjj voldoende aanbod van lading bovendien naar Natal, Cabedell) (Parahyba), Maceio en Victoria, waartoo reeds is aangekocht het Engelsche stoomschip Cara", dat onder den naam ,Kennemerland" in de vaart zal worden gebracht. De eerste afvaart van den nieuwen dienst zal plaats hebben op 23 December a. s., waarna de voor den dienst op de La Plata- havens bestemde vrachtschepen direct, in plaats van zooals tot nog toe, via Brazili- aansche havens, zullen varen, wat den reis- duur voor vrachtgoederen naar Montevideo, Buenos-Ayres en Rosario en omgekeerd be langrijk korter zal maken, zoodat, indien in den loop van 1913 de in aanbouw zjjnde passagiersschepen fGelria" en „Tubantia" in de vaart komen, deze Maatschappij de vol gende diensten zal onderhouden 1. Een geregelden 14-daagschen sneldienst met dubbelschroef passagiers- en mailschepen via Dover, Boulogne-sur-Mer, La CoruDa, Vigo en Lissabon naar Rio de Janeiro, San tos, Montevideo en Buenos-Ayres. 2. Een dienst voor vrachtgoederen via Leixoes en Lissabon naar de Braziliaansche havens Pernambuco, Bahia, Rio de Janeiro en Santos. 3. Een dienst voor vrachtgoederen via Vigo naar de La Plata-havens Montevideo en Buenos-Ayres en met overscheping te Buenos-Ayres naar Rosario. Huldiging van dr. Campert. Een groot aantal belangstellenden hadden zich Zaterdag in een derjzalen van Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam verza meld, om dr. J. Campert bjj diens aftreden als inspecteur ^an het middelbaar en zeevaart kundig onderwjjs te huldigen. Dr. E. Jensema, directeur der Rjjks H.B.S. te Groningen, voorzitter der Vereeniging van Leeraren bjj het Middelbaar Onderwjjs, welke het organiseeren van deze huldebetooging op zich had genomen, zeide, dat hjj sprak namens meer dan duizend menschen, als hjj hier uiting gaf- aan gevoelens van waardeeriDg van, en hoogachting voor dr. Campert. Deze heeft, aldus spreker, veel voor het middelbaar onderwjjs gedaan. Maar dr. Campert heeft ook een zeer gunstigen invloed uitgeoefend op de toe wijding van het onderwijzend personeel bjj het M.O. in zjjn inspectie. Vooral huldigde spr. zjjn nauwgezetheid bij de beoordeeling van de sollicitanten. De heer Roosenburg, voorzitter der Ver eeniging tot Bevordering van het Zeevaart kundig Onderwjjs, huldigde dr. Campert wegens zjjn verdiensten voor dit onderwjjs en bood hem namens de Vereeniging een armstoel aan. Wethouder De Vries voerde namens het gemeentebestuur van Amsterdam het woord. Bjj deze hulde sloten zich nog verschillende heeren aan. Den scheidenden inspecteur zal, namens het hoofdbestuur der Vereeniging van Leeraren bjj het Middelbaar Onderwjjs, zijn door dr. Jan Veth geschilderd portret, benevens een album worden aangeboden. Dr. Campert betuigde daarna zjjn war aa nvoelden dank aan allen, die aan deze huldebetooging hadden deelgenomen. Amsterdam naar de Bioscoop! De Telegraaf schrijft: De tjjd is niet meer ver af, dat de eene helft van Amsterdam naar de Bioscoopvoor stellingen trekt, die de andere helft der Amstelaren heeft ingericht. Met meer dan koortsachtigen jjver wordt op alle punten der stad gewerkt aan theaters van allerlei soort, theathers met honderd plaatsen, drie honderd, acht honderdmen vraagt zich af, waar het pnbliek vandaani moet komen, als de boel eenmaal aan 't „draaien" is. Daar heeft men vooreerst onze Kalver- straat, waar „Cinema de la Monnaie" en „Cinema-Palace" broederlijk naast elkaar uit den grond verrjjzcn. Deze ondernemingen bouwen om 'thardst: er is intussohen reden om te vermoeden, dat de „monnaie" 'twint, want daar is men thans honderd steenen vóórl Beiden worden met veel pracht en praal ingericht, krjjgen gemakkelijke fauteuils, een luxueuse „Ausstattung", die met het buitenland kan wedijveren. Dhn ons Panopticum-theater I Van buiten heeft 't er niet op gewonnen. En 't publiek dat alleen nog den gevel te zien krijgt, mom pelt zooiets van „Sigarenfabriek". Doch des rooter is de verrassing, wanneer men de- tempel, gewjjd aan de bioscoop-kunst, betreedt. Want het intérieur wordt eeH en al Bovendien krijgt men er iets nienws voor Amsterdam, nu de Parkschouw burg tot het verleden behoort een prome- Doir. Als dat niet P»kt Nu zakken wjj even af naar de Plantage- buurt. Juist tegenover de plek, waar vroeger de Parkschouwburg-ruïne zich verhief, op de Nieuwe Heerengracht, wordt de Plantage- Bioscoop gebouwd, een aardig theatertje met galerij, plaats biedend voor 350 personen en gehouden in populaire prjjzen. Aanstaanden Zaterdag wordt het op hoop van zegen ge opend. In dezelfde buurt op Rapenburg, draait sinds eenigen tjjd de „Concordia"-bios- coop; en niet zonder succes! Wandelt men nu van Dam naar Haarlem merplein, dan behoeft men geen vjjf schre den te doen of men ontmoet.... een bioscoop. Het begint met de Witte Bioscoop, die, na zijn „enjuig bestaan, reeds geweldig gaat ergrooten, en het theater op het Damrak aan 't doorbreken is tot den Nieuwendgk. Zoo krjjgt men een xaal die plaats zal bieden voor 800 personen 1 Eerstdaags opening. We loopen langs Kosmorama, Family-Bios coop, de sinds jaren bestaande Cinema-Pari- MenDeze laatste krjjgt binnenkort een buurman, Excelsior. Vervolgen we onze wan deling: Juliana-bioscoop, Scala, Apollo, Ta fwellicht hebben we er een half dosjjn i) om zoo te komen op het Haarlem- Uit welingelichte bron vernemen wjj, dat dit plein zijn goeden ouden naam weldra zal verliezen. De naam wordtbioscoopplein 1 Daar verrijzen reeds Wester bioscoop, Haar lemmerplein-bioscoop, enz. enz. Nog vele zijn in aanbouw. De Rozengracht zal binnenkort ook in 't genot gesteld worden [van een theather, de Rozen-bioscoop. Half bioscoop, half speciali teiten-theater, zal het plaats bieden voor 1100 personen. Leidschestraat hoek Prinsengracht, wordt eveneens binnenkort „verrijkt" met een bios coop. Ook de Warmoesstraat laat zich niet on betuigd. Daar werd reeds de Beurs-bioscoop ondergebracht in de voorzaal van het theater de Vereeniging. Doch daar blijft het niet bij. De groote zaal waar een vorig seizoen de gezelschappen van den heer Muller nog werden toegejuicht, is men op het oogenblik bezig te vergrooten, uit te breken, te binnenkort als bioscoop- en sp« aliteiten-theater de deuren te heropenen. En nu maakten wjj nog geen melding van de groote bestaande theaters, als Reguliers- breestraat, Union, Pathé, enz., terwijl wjj niet de minste aanspraak op volledigheid maken voor onze opsomming der in aanbouw zijnde 't Kan een gezellige boel worden als over 'n paar maanden alles aan 't draaien isI 1913 zal voor Amsterdam niet alleen jubel jaar zjjn. 't Wordt tevens het bioscoopjaar 1 Na 1913 spreken we elkaar wel nader.. Kantongerecht te Amsterdam. Stumper d. In s'n karretje was-ie naar binnen gereden en toen, omdat z'n beenen totaal verlamd zjjn, door een der vriendelijke politie-agenten in de wachtkamer gedragen en daar in een stoel gezet. En zoo werd hjj ook, voorzichtig, ■d^gold het een kind, neergezet voor het podium in de kantongerechtszaal. Hjj had gespeeld muziek gemaakt op het LeidBcheplein mot een handharmonica. Dat had hjj gedaan zonder vergunning daar voor te hebben. Of hjj dan nooit om die vergunning had gevraagd vroeg de kantonrechter, Höfelt. O ja, heel vaak zelfs, maar se was hem steeds geweigerd, al kende bjj ook de reden niet. Een tweetal politie-agenten kwam getuigen, dat zjj, op last van een hoofdinspecteur van het Hoofdbureau, den armen, lammen stum- perd iederen dag moesten volgenze pos- zich dan 's morgens bg zjjn woning in de Groote Kattenburgeratraat, en volgden hem den ganschen dag. Dat begon primo October. In 't eerst werden wel tien bekeu ringen per dag gegeven, maar later, al weer op last van den hoofdinspecteur, mocht de man niet vaker dan twee keer per dag worden geverbaliseerd. Dat duurde zoo tot 26 October. Toen werd den agenten, die ieder ongeveer 24 verbalen hadden opge maakt, aangezegd, dat ze weer in den go- jnen dienst werden ingedeeld. Of de muzikant het de politie lastig maakte Neen, dat was nooit gebeurd in al de jaren, dat ze hem kenden. Als hjj een agent in uniform zag aankomen, werd steeds snel zjjn instrument geborgen. De hoofdinspecteur van het Hoofdbureau verklaarde, dat hjj op last van den hoofd commissaris had gehandeld, toen hg den agenten de instructie gaf om den ongelukkigen man te volgen en te verbaliseeren. De hoofdcommissaris namelijk had don muzikant eens in de Taksteeg aangetrofien, toen hjj s'n harmonica bespeelde. Is 't geen gebruik in Amsterdam, vroeg de kantonrechter, om bijzonder aan invaliden vergunning te verleenen tot het maken van muziek Neen, dat is het niet. De hoofdinspecteur deelde mede, dat, in overleg met den hoofd commissaris, het aantal vergunningen voor het maken van muziek niet boven de dertig wordt uitgebreid. Men verstrekt die ver gunning aan menschen, die er behoorlijk uitzien en niet zoodanig mismaakt zjjn, dat zg aanstoot geven. Deze muzikant komt niet voor op de lijst van personenen, die bjj eventueele «vacature» op de nominatie staan tot het verkrjjgen van vergunning. Voor >m bestaat dus in den eersten tjjd geon ins. De ambtenaar van het O. M., mr. G. L. de Vries Fejjens, begrjjpt niet, waarom speciaal tegenover dezen ongelukkigen man dusdanig moet worden opgetreden. Het komt spreker niet voor, een gelukkige greep te zjjn, dezen man, die niemand aanstoot geelt, het maken van muziek te beletten, de eenige ier voor hem om zjjn boterham te ver en. Dien zwakken man in het Huis van Bewaring zetten Dat gaat niet aan. Hem beboeten Dat zou hjj immers niet kunnen betalen. Spreker stelt sich voor, den burge meester aan te sohrjjven, om de zaak van dezen armen man te regelen. En voorts vraagt hg de laagste boete, die in dezen geëischt kan wordenvjjftig cents. Uit het Gemeenteraadsverslag van DinX- perlo i/Ver volgens kwam aan de orde een voorstel van B. en W. om met ingang van 1 Januari 1918 de jaarwedde van den doodgraver met f 15 te verhoogen, onder verplichting sich bjj begraving in het swart te kleeden". INGEZONDEN. Hjjnhcer de Redacteur 1 Vergun mjj s.v.p. eenige plaatsruimte, om den heer Spree van antwoord te dienen op sjjn ingezonden stuk van 2 Nov. j.L Het «genoegen* en het •amusement* van den heer Spree, dat beide artikelen omtrent de tKroegzangeres» in 't Vliegend Blaadje van 30 Oct. j.1. slechts één pen hebben, kan ik den heer S. ontnemen, omdat zjjn ver moeden absoluut op eene onwaarheid berust. En nu iets over de »menschonteerende« uitdrukkingen. De heer S. vraagt, welke die toch wel zfln De heer S. breekt daar echter zgn hoofd niet mede, heeft ook geen tjjd om zich in deze vraag te verdiepen. Och, mijn heer S., speel nu niet «comedie*. O.g. be schuldigt U, dat gij met alle kracht uwer stem de menschonteerende vloekwoorden door de zaal hebt geslingerd van G.d. en G.v.d.1 (Dat een >apache< of «straatroover» geen taal spreekt van een Hollandschen dominé, doet hier niets ter zake, dat is humbug.) Dan schrjjft de heer S.,het publiek heeft de voorstelling luide toegejuicht.» Ja, heer S., zeker, b|j enkele passages, maar niet voor Uw godslasteringen I Hier zeg ik ook •vox Populi*, enz. Ook doet de heer S. bot voorkomen, of op dien avond de zaal zóó goed gevuld was, en dan is mjjn antwoord hierop >de le rang was half bezetde 2e rang bg'na geheel onbezet.* Aan den lezer het oordeel. Eek bezoeker. FEUILLETON. 19) Als zg bg mjj was gebleven, zou ik mis schien, niettegenstaande al het gebeurde, kracht hebben gevonden, om te volharden, maar toen ik alleen was met mjjn beul, want dat waart gjj gewordeD, besloot ik er een einde aan te maken". Zg schoof een mouw van haar kleed in de hoogte en wees op een litteeken, dat duideljjk op den bovenarm zichtbaar was. „Ziet gjj dit litteeken? Eens op een avond vielt gjj en weer zonder eenige aanleiding, dat zweer ik met het mes op mjj aan. Als waanzinnig stiet gjj toe en zoudt misschien mjjn hart doorboord hebben, als ik den stoot niet met den arm had op gevangen. Bezie uw werk, mijnheer Collivet Het bewjjs er van zal nimmer verdwjjnen.' Bevende van opgewondenheid had Collivet naar den arm gegrepen en zjjn lippen er op gedrukt; Marinette stiet hem echter vol af schuw terug en ging voort,,Ik wilde mjj niet door u laten slachten, daarom verliet ik u, en het gerecht sprak op mjjn verzoek de scheiding uit. Zoo was ik dan weer vrjj en had niets meer van u te vreesen. Een toeval braoht mjj er toe, om mjjn stem, die men vroeger zoo dikwijls had geroemd, in mijn onderhoud te doen voorzieDde kapelmeester in de kleine inrichting, waarin ik het e was opgetreden, gaf .mjj onderricht, en kwam ik langzamerhand verder en werd mevrouw Marinette, om wie de ondernemers twisten en die een [schitterend honorarium verdient." ,,En die alle mannen met haar schoonheid het hoofd op hol brengt!" kermde hjj. Zjj trok verachtelijk de schouders op. „Wat gaat het u aan Meer dan gjj denkt. Herinnert gjj u dien Beaupré nog Zjj sprong op en verbleekte. „Beaupré beminde mjj en wilde mg trouwen ik beantwoordde zjjn neiging." „Die van een getrouwd man I" „Hjj verzekerde mjj, dat hg op het punt was, «ijn huwelgk wegens wederzjjdschen afkeer te laten ontbinden. Hjj wilde naar Engeland gaan, waarheen ik hem zou volgen, en daar zouden wjj trouwen." „Gjj hebt zjjn huwelgk ongelukkig gemaakt en hem financieel geruïneerd, want hij wierp u het overschot van zjjn rjjkdom in den schoot 1" „Ik wist niet, hoe het met hem gesteld was," verzeverde zjj, maar zeer zacht en met neergeslagen oogen. „En ik beminde hem „Nu ja, maar nu is hjj dood. En ik be min u nog altjjd, als vroeger." Ja, deze man beminde haar zeker, maar het gevoel, dat hjj voor haar koesterde, was ziekeljjk, hrt grensde aan waanzinnigheid. Marinette had genoeg van dit gesprek, dat oude smart bjj haar deed ontwaken. „Het is genoeg," zeide zjj. „Gjj zult u wel overtuigd hebben, dat ik er niet aan denk, tot u terug te keeren." „Ontneem mjj toch niet alle hoop, Marie 1" smeekte hjj. „Toen kon ik u nog niet veol aanbieden, maar nu ben ik gegoed, bjjna rjjk, ofschoon Diamand dit weet. Ik heb gelukkig gespeculserd en het verdiende in veiligheid gebracht; ik kan u nu met weelde omgeven en u alles geveD, wat gjj verlangt!" „Ieder woord over dit onderwerp is te vergeefsch, mjjnheer Collivet! Ik heb geen lust, mjj eens in een aanval van jaloersch- heid door u te laten ombrengen. Nu hebt gjj een afdoend antwoord." Zij stond op en belde. „Marie, ik bezweer u!" „Ga du en kom niet terug; het sou ook doelloos zjjn, want ik zal strenge bevelen geven, dat men u niet weer binnen laat. En daarmee hebben wjj afgehandeld." HOOFDSTUK X. Het leven van Margaretha was een voort durende kwelling geworden. Zjj gaf zich de grootBte moeite om haar zielstoestand voor haar echtgenoot te verbergen, want zjj koes terde geen vuriger wensch, dan dezen edelen, hooghartigen man gelukkig te maken, die zoo lange jaren om het verdwenen geluk had getreurd; maar het gelukte haar niet. In haar eerste huweljjk had zjj de lange uren van haar eenzaamheid dikwjjls daarmee doorgebracht, dat sjj, aan Jean Demari den kende, haar gevoelens en smarten aan het papier toevertrouwde. Het waren losse bladen van een dagboek, dikwjjls werkelijke brieven natuurlijk slechts in gedachte aan hem gericht. Demari vernam eerst, nadat zjj ge- ruimen tjjd gehuwd waren, iets van deze aanteekeningen, die een bewjjs waren, dat het hart van Margaretha hem altjjd behoord. Eens lazen zjj er met elkander in, toen Gerard toevallig in de kamer kwam, Zjjn verschijning ontstelde Margaretha en maakte haar zoo verlegen, of zjj op een mis stap was betrapt geworden. Haastig rai zjj de papieren bjj elkander en wierp ze in de lade van een kastje, waarin zjj ze be waarde. Gerard zag het en vroeg zich zelf, wat het wel mocht zjjn, dat zjj zoo haastig en g.j^gd voor hem verborg. Wat bevatten die papieren Stonden zjj in betrekking tot het drama, aan welks opheldering hjj voortdurend arbeidde Waarom verborg zjjn moeder ze zoo haastig voor hem? De woorden van Collivet hadden een argwaan in zijn ziel doen ontwaken, die, hoezeer hjj dien ook bestreed, er Diet weer uit wilde verdwjjnen on hoe langer hoe dieper wortelde. Hjj moest en zou veten, wat die papieren inhielden. Het kastje, waarin zjj zich bevonden, stond in een kamer, waarin Margaretha gaarne verwjjlde, het was altijd gesloten, en zjj droeg den sleutel bjj zich. Gerard bezocht haar nu ■eer vaak in deze kamer; hg hoopte het kastje toch eens open te vinden en dan zjjn nieuwsgierigheid te kunnen bevredigen, als zjjn moeder zich voor een oogenblik ver wijderde. De arme vrouw had in den laataten tijd herhaalde malen flauwten, die veroorzaakt werden door stilstand in het bloed, en toen Gerard op een voormiddag weer in die kamer kwam, lag zjjn moeder bewusteloos op de canapé. Nu stond het kastje open en nog meerMargaretha moeet, terwjjl zjj in de geheimzinnige papieren las, door de onge steldheid overvallen zjjn, want een gedeelte er van lag op haar schoot, een ander deel naast haar op de canapé. De eerste beweging van Gerard was, zjjn moeder te helpen maar hjj wilde de geheimzinnige papieren ook niet laten varen. Snel stak hjj eenige der ver strooid liggende bladen in zijn borstzak on hield zich toen met de bewustelooss bezig. Toen Margaretha de oogen [opsloeg, lag zoon voor haar geknield en zag haar gd aan. „Het is niets," zeide zjj en beproefde te lachen, „alleen het hart, het hart Maar plotseling viel haar in, dat zjj in die oude herinneringen had gelezeD, toen de bewusteloosheid haar overviel; zich onver schillig houdende, legde zjj de papieren bjj elkander, maar hield er de oogen steeds op gevestigd, zoo lang haar zoon bjj haar was. Deze was nauwelijks iu zjjn kamer ge komen, of hjj haalde de papieren te voor schijn, die hem in de band schenen te branden. Zon hij ze werkeljjk lezen? Was het geen misdrjjf op znlk een manier de geheimen zijner moeder op te sporen Maar hjj begon toch te lezen. Hjj hield deze geschriften voor werkeljjke brieven, ieder blad bevatte den datnm, waarop het was geschreven. Zg waren alle aan Jean Demari gericht, en eenige der bladen, die Gerard zoo maar had weggegrepeD, waren van zoo oude dagteekening, dat hjj zich kon overtuigen, dat de gedachte aan dien man het gevoel zjjner moeder steeds had beheerscht. Dit vervolde hem met een vreeselgke angst zjjn vader was niet door baar bemind ge worden. Hjj meende, dat deze brieven ver zonden waren geweest, en dat Demari die aan zjjn moeder, nadat zjj de zjjne was ge worden, had teruggegeven. „Arme, arme vader!" zuchtte hjj en hjj moest zich de oogen afwisschen, eer hjj verder las. Maar hoe verder hjj kwam, des te meer kwafn hjj tot de overtuiging, dat hjj geen werkeljjke brieven voor zich had, maar slechts aanteekeningen en uitstortingen van het ge voel, die de schrijfster tot haar eigen troost op papier had gesteld. Dit troostte hem een zins, .maar daarvoor zon hem echter weer nienwe smart bereid worden. In de uit later tjjd afkomstige papieren beklaagde zjju moeder zich over de onverschilligheid, die sjj van haar echtgenoot moest ondervinden. Deze klachten werden hoe langer hoe aandoen lijker en wanhopiger, maar tegeljjk gaf zjj herhaalde malen haar voornemen te kennen dezen treurigen tweespalt voor haar zoon verborgen te houden hg, voor wien zjj alleen leefde, zou niets gewaar worden van hetgeen haar het leven vergiftigde. Er sprak zulk een overdaad van teederheid voor hem nit deze regels, dat het Gerard gelukkig had moeten maken, als niet de smart te hevig was geweest, die hjj gevoelde over het ge drag zjjns vaders tegenover zjjn moeder. De vader, aan wien hij steeds met zooveel liefde had gedacht, verscheen hem nu in een geheel ander licht, en toen hjj zelfs in een der bladen, dat onmiddellijk voor het ODgeluk was geschreven, de zinspeling van Margaretha vond, dat haar echtgenoot geheel van haar scheen te willen scheiden ter wille van een ander, brak bjj in een tranenstroom los. Plotseling werden twee zachte armen om zgn hals gelegd, en zjjn moeder, die onge merkt was binnengekomen, vroeg„Waarom weent gjj, Gerard Waarom verbergt gjj mjj uw verdriet Verschrikt sprong h:j op als ijj de papieren zag, die hjj haar had ontnomen En roods was haar oog op de geel geworden bladen gevallen, die zjj dadelijk herkende. Het viel haar in, dat Gerard zoo straks bjj haar was gekomen, toen zjj met deze papieren in den schoot, bewusteloos had gelegenhjj had er dus van medegenomen en kende nn het go- heim van de lietde harer jeugd I (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1