KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Heldor, Texol, Wieringon on Anno Poutownom
No. 4151.
Woensdag 20 November 1012.
40ste Jaargang.
S
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et., fr. p. post 75 et., buitenland 11.25
Pre- Zondagsblad37* 45 10.75
miën J Modeblad 65 75 10.90
(Voor het buitenland bij rooruitbetaling.)
Ad verten tién van 1 tot 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel meer6 v
Bewrjs-exemplaar-1
Vignetten en groote lettert worden naar plaatsruimte berekend.
Interc.-
Telefoon SO.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./b. BERKHOUT 4 Co.), Helder.
Berea
Eerste Blad.
W. G. DE BAS,
le Luitenant der Vesting-Artillerie,
gedetacheerd aan de Hoogere Krijgsschool.
VIL
De commissie uit den burgerstand, ver
meerderd met den heer C. Zünderdobp,
werd naar den Souvereineh Vorst te Den
Haag afgevaardigd. Zij reisden via Medem-
blik naar Amsterdam, waar zij in onder
handeling traden met Vice-Admiraal Ver-
dooren', die onmiddellijk wapenen deed
verzenden. Den Hen December kwamen
zij te Den Haag aan, waar zij door den
Prins op minzame wijze gehoor vonden.
Aangezien geene troepen gemist konden
worden ter versterking van het garnizoen
te Texel, eischte Z.K.H. algemeene burger
wapening. 15 December keerde de deputatie
op Texel terug. Ingevolge den wensch van
den Prins werd reeds op 16 December in
eene vergadering de organisatie eener alge
meene burgerwapening voorbereid en op
17 December verslag uitgebracht. Ieder der
dorpen, Oosterend, Oudeschild, den Hoorn,
Koog en Waal en den Burg formeerden
een compagnie. Aan 't hoofd van 't geheel
stond als kolonel H. M. Aulé, met stand
plaats te Den Burg. Onder de officieren,
die alleen uit liefde Yoor Vaderland en
Oranje dienden, leest men weer vele, nog
heden bekend klinkende Heldersche- en
Texelsche familienamen. Door deze weer
macht werden verschillende posten op het
eiland bezet ter observatie des vijands, o.a.
aan de drie versterkingen rond Oudeschild,
aan de Hors, de haven van Texel, Oude
en Nieuweschild, Koog en den Burg ter
gezamenlijke sterkte van 2 officieren, 9
onderofficieren en 110 minderen. Deze be
veiliging duurde tot de onderhandelingen
ter capitulatie te den Helder verdere be
waking overbodig maakten. Nog eenmaal
werd de rust op Texel den 8en Januari
ernstig verstoord bij loting der ingezetenen
voor de landmilitie. Slechts 21 man hadden
zich daartoe op 't eilaud vrijwillig aange
meld, waardoor 't contingent niet was ge
dekt. Toen in de Groote Kerk aan den
Burg, die door de burgerwacht was bezet,
de loting zou beginnen, ontstond een woest
geschreeuw van „Oranje boven" en „geen
loting maar vrijwillige dienstneming". Toen
51 Oosterenders zich vrijwillig opgaven,
wilde men zich van de opgeteekeiide lijst
meester maken, daar 't aantal vrijwilligers
toen 't contingent verre overtrof. Deze
vrijwillige dienstneming was echter alleen
geschied om de verwarring met opzet te
vorgrooten. De kapitein van de gewapende
burgerwachtte Oosterend, Simon Bethlehem,
verscheen ongevraagd in de vergadering
en eischte, dat de lijst zou worden ver
nietigd en de loting opnieuw zou geschieden,
daar men in Oosterend kruit en lood ge
noeg bezat om te beletten, dat deze 51
dorpsgenooten zouden vertrekken, tenzij
allen, die in de termen vielen hen zouden
vergezellen. De houding der Oosterenders
en van den kapitein Bethlehem werd door
den commandant Ahlë en de overige offi
cieren ten zeerste afgekeurd. Nadat de
Regeering eene afdeeling militairen naar
Texel had gezonden, vond later pas, onder
persoonlijke tegenwoordigheid van Generaal
de Jonge, de loting ongestoord plaats. Deze
goheele beweging dient op rekening te
worden gesteld van den haat, dien men nog
tegen de Fransche conscriptie voedde en
van den karakteristieken anti-militairen
geest onder het Nederlandsche Volk; zij
werpt geenszins eene blaam op de bevol
king van 't eiland Texel, die zich immer
als trouwe vaderlandslievende landgenooten
deden kennen.
Tot zoover nagenoeg letterlijk de tekst
van den heer H. J. Boldlngh, die door
zijne ijverige nasporingen duidelijk bewees,
dat op het eiland Texel de 6e December
1913 de karakteristieke datum is, om naast
't St. Nicolaasfeest te herdenken het Eeuw
feest onzer Onafhankelijkheid op dat eiland.
In den nacht van 6 December bezetten
de Kozakken „Kleine Keet", doch trokken
in den ochtend weer op „Groote Keet"
terug. De Admiraal deed nu de post aan
't Weeshuis (ongeveer ter plaatse van 't
tegenwoordige kerkhofversterken en eene
andere met 2 stukken geschut plaatsen op
den dijk van 't Nieuwediep, daar ingekomen
berichten waarschuwden tegen eene poging
uit Holland, zich bij verrassing meester
te maken van het verlaten eskader. Eene
inspectie over het geschut wees uit, dat
zelfs met zware lading de mortieren op
flanken van „Lasalle" het eskader in de
haven niet konden bestrijken. Daarom ge
lastte de Admiraal den Overste Foocaüld
mortieren van ander type over te brengen
uit „Morland" naar „Lasalle". Deze zware
en inspannende manoeuvre werd met schit
terend succes beloond, daar uit de proeven
van 9 December bleek dat de bommen over
den Helder, Dugommier en de Vloot den
Zuidwal konden bereikende kruitschepen
binnen 't Nieuwe Werk waren zoodoende
in brand te schieten en 't eskader te be
schermen zonder dat de bezetting van
„Lasalle" daartoe behoefde uit te rukken.
4. De Blokkade.
(7 December 1813-4 Mei 1814.)
De bedreiging der Haagsche Tweemannen,
om hunne eischen zoo noodig met wapen
geweld te zullen steunen, werd ten uitvoer
gebracht in het bevel, dat op den 6en
December 1813 namens den Prins van
Oranje door den fungeerenden Commiss
Generaal van Oorlog werd toegezonden aan
den Generaal-Majoor Cornelis Frakcjois de
Jonge, die zicb op dat oogenblik te Leiden
bevond. Hem werd gelast door L. Graaf
van Limburg Stibum zich -onverwijld naar
Alkmaar te begeven, aldaar zijn hoofd
kwartier te vestigen, den Helder ten
strengste te blokkeeren en de herhaalde
stroopenjen van het garnizoen tegen te
gaan. Op den 7en December kwam de
Generaal te Alkmaar aan en bracht later
op 23 Januari zijn hoofdkwartier van hier
naar 't Zand over. Omtrent den toestand
eigen weermacht lezen we in zijn
rapport van 9 December, dat te Haarlem
slechts 100 man beschikbaar waren tot
handhaving der orde, waarvan 35 eenigs-
zins gewapend. Te Alkmaar beschikte hjj
over 50 z.g. Gardes, die 6 bruikbare ge
weren bezaten; behalve den kortelings bjjeen-
geraapten landstorm vond hij hier een 100-
tal Kozakken, waarvan zich een 25-tal
onder den luitenant Bezemer op voorposten
tegen den Helder, en de rest zich te Alk
maar bevond. Behalve de postende Kozakken
aan 't strand, by Groote Keet, 't Zand en
Oudesluis beschikte hij over een 30-tal
landlieden tot bestrijding der strooperijen.
Tevergeefs verzocht de Generaal om ruiterij,
jeweren en geschut. De Commissaris-Gene-
Faal yan Oorlog, Baron Bentinck tot Bock-
hobst ried hem, in de behoefte aan cavalerie
ie voorzien door recruteering uit de lote-
lingen der zich samenstellende landmilitie
en uit vrijwilligers. Alzoo schiep de Gene-
aal zich een eigengemaakte ruiterij, de
z.g. „Landkozakken", die niets anders waren
dan boeren te paard, in hun blauwe boeze
roen, mot sporen aan hunne laarzen en
een muts van vossenvel op 't hoofd, waar
van de staarten koddig naar achter afhingen.
Hunne bewapening bestond uit boonen-
staken, waarop een spijker was bevestigd.
Het gehalte dezer ruiterij blijkt 't best uit
"t navolgend sterke staaltje: Op een zijner
toertjes in den omtrek reed Adnjiraal
Ver-Hüell, Januari '14, het verlaten fort
1'Ecluse" binnen, waar hij plotseling op
een bende potsierlijk toegetakelde Land-
kozakken stiet. Zijn staf had reeds 't zwaard
getrokken ter verdediging tegen deze ge
vreesde horde, wat echter weldra geheel
overbodig bleek, daar zij den Admiraal
beleefd groetten. Deze reed, zonder zich
een oogenblik te bedenken, op hen af,
maakte een praatje met hen, en vertrok
ongemoeid, glimlachend opmerkend„waar
laten die arme stakkers zich al niet voor
gebruiken!" Wat de artillerie betreft, be
schikte de Generaal over twee veldstukken',
die toebehoord hadden aan de gewapende
burgerwacht te Purmerend en aldaar in
verwaarloosden toestand waren gevonden.
Ze werden te Alkmaar eenigszins opge
kalefaterd om eventueel bij de blokkade
Van dienst te kunnen zijn. Om het kost
baar bezit werd nog ernstig getwist tusseheu
Generaal Krayenhoff te Amsterdam en
Generaal de Jonge te Alkmaar! Eerst in
Maart 1814 kreeg de Generaal eenig be
legeringsgeschut en versterking door aan-
omst van het 15e bataljon van Linie (ons
latere le Regiment Infanterie) en in betere
organisatie van den Landstorm. Nieuwe batal
jons werden toen gevormd uit de soldaten,
die in Spanje onder vreemde korpsen had
den gediend en inmiddels naar 't vaderland
waren teruggekeerd.
Mochten gestadige oefening, uitbreiding
en verbetering allengs den Generaal in
staat stellen eene blokkade met moeite vol
te houden en de strooperijen tegen te gaan,
toch was zijn taak eene der ondankbaarsten
die men zich denken kan. Hij had te
kampen met gebrek aan personeel en
materieel (van de 80 man voorposten waren
slechts 20 gewapend met gewerea van
verschillende soort), met onkunde en onge
schiktheid bij officieren en minderen, met
het ongeduld waarmede de Regeering in
Den Haag den uitslag zijner pogingen ver
breidde en met de noodzakelijkheid, het
kostbaar eskader in het Nieuwediep onge
schonden onder Nederlandsche vlag te bren-
een eisch, die hem aan handen en
voeten bond. Waar hij niet tot den aanval
kön noch mbcht overgaan, en Ver-Hueli,
zijnerzijds geen landgenoot als vijand
wenschte te beschouwen dan dengeen die
hem 't eerst zou aanvallen, neemt de ge-
heele verdere blokkade een sleepend en
onbloedig verloop.
{Wordt vervolgd.)
den hofnar" een boeiend drama. Wat
iemand overkomen kan, die Daar zyn ge
boorteplaats gaat, dat zou Bill u kunnen
vertelleo, die heel wat avonturen meemaakt,
alvorens by zoover is. Tot slot «Het reizende
Circus", een spannend drama uit het artisten-
leven. Men ziet hoe een koorddanser naar
den toren der kerk opstijgt, en hoe hjj daar
wordt afgewacht door een boa-constrictor,
die hem eens eventjes onderhanden zal nemen.
Gelukkig komt, dank zy de opofferende
liefde van Erna, alles op zyn pootjes terecht,
behalve natuurlijk de slang, die geen pooten
heeft. Die komt om den hals te hangen van
mejuffrouw Ula Kira Maja, slangenbezweer-
ster, waar zy dan ook eerder hoort, dan om
het touw van don koorddanser.
En alsof dit alles nog niet genoeg ware,
geeft de directie nog eenige extra's, die
vooral voor do jeugd groote bekoring hadden
door de grappige renpartjjen, die er in
voorkomen.
Dammen.
Zondag 17 November toog een 10 tal der
Heldersche Damclub naar Scbagen, tot een
ontmoeting met 't tweede 10-tal van Zuid
scharwoude.
Ongeveer 10>/s uur nam de strjjd een
aanvang, welke te l1/, nnr eindigde met een
schitterende overwinning voor den Helder,
15—5.
Waar de H.D. op 3 November een golyke
overwinning op 't Zand behaald heeft, n.l. van
de 40 punten is dit een mooi resultaat. Door
den leider, den heer D. de Waard, werd de
H.D. met een hartelijke toespraak gelukge-
wenscht en beloofde don prijs, zijnde een ver
gald zilveren medaille, te zullen opzenden.
De uitslag Zuidscharwoude—den Helder is
als volgt:
Zuidscharwoude. Den Helder.
Jb. de Geus 0 P. J. Loovenstjjn Jr. 2
het streven der sociaal-democraten, „kunst
aan 't volk" te brengen, verdient hulde.
Na afloop bal. Hierbjj zal het ook wel
gezellig toegegaan zyn, getuige het groot
aantal jonge meisjes, dat in blijde afwachting
zat te glunderen.
Vermelden wjj nog, dat een gebonden
collecte de som van t 11.58 opbracht, die
de helft aan de commissie voor 't St.-
Nicolaasfeest, voor de andere helft aan 't
gezin Hammiok ten goede komt.
Brieven voor „Gelderland" en „Kortenaer".
De verzending van de in de „St.-Ct." van
Nov. bedoelde brievenmalen aan Hr. Ms.
Gelderland" naar Smyrna, is sedert 14 dezer
gestaakt.
De volledig gefrankeerde en van de ver-
eischte aanwijzing (twee elkander snijdende
lyn'en) voorziene brieven en andere stokken
voor genoemd schip worden, van dien datum
met trein 6.45 m. AmsterdamEmmerik
naar Konstantinopel gezonden.
Voorts worden mede van dien datnm af
door denzelfden trein brievenmalen gezonden
aan Hr. Ms. «Kortenaer" te Smyrna.
2. C. de Geus
3. C. Wagenaar
4. C. Rutzen
5. D. Jongeling
6. P. Wagenaar
7. W. Kuiper
A. Zuidschar
woude 0 J. v. d. Kujjl
P. Tuin 1 J. v. Leeuwen
10. Jb. Kujjt 0 C. Slort
Totaal 5 Totaal
■lEUWSBEItlCHTEN.
HELDER, 19 November.
Zonder toezicht.
Doordat kinderen in een onbewaakt oogen
blik zich met het afstrijken van lucifers
hadden vermaakt, ontstond Zondagavond in
een perceel Basstraat een begin van brand.
Op het zien van de vlammen, die een paar
lange gordijnen en oen deel behangselpapier
in de achterkamer hadden aangetast, vlogen
de kleintjes naar buiten om hulp. Met emmers
water konden eenige buren een onheil voor
komen.
Gebrek
i harmonie.
Zondagavond waren man en vrouw nit
een donker slop aan de Langestraat sterk
aan het pimpelen geweest, met 't noodlottig
gevolg, dat de drank kwam in beiden en
de vrede nit het gezin verdween.
Ze werden handgemeen en takelden elkaar
dermate toe, dat zy in verscheurde plunje
en een gelaat wreed-hardnekkig bewerkt,
ontoonbaar was, zoadat de vrouwen uit de
buurt te hoop liepen om het zeer beléedigde
lid harer sekse naar hohooren te wreken.
Heet-tintelende slagen vóelen op het gezicht
van hem, die, totaal machteloos tegenover
zoo'n meerderneid, van d>e been werd gelicht
en toen in blind getast van een woedende
troep niet zoo mis op a'n baadje kreeg.
Duur vea.
Door den inspecteur van het Ned. rund
veestamboek zyn te Koegrui twee gecon
troleerde stamboekkoeien, ter waarde van
f 500 per stuk, aangekocht voor Zuid-Afrika.
Bioscoop.
Als altijd weer een keur van attractievolle
nummers. Van Cunegonde, de jaloersche, dit
er hsvig voor gestruft we rd, dat ze zoo ja-
loersch was, een interessante kiek #de wed
strijd om de Kokarde", een onbloedig sti
gevecht, waarbjj de mededingers den stier
zyn kokarde moeten, onteer urn, „bet hart van
2 L. Dekkers
0 D. Dissel
0 J. Arends
0 J. Hasse
0 P. J. Duivelshof!
2 P. Bremer
15
„Helders Gemengd Koor".
Zaterdagavond gaf dit koor, onder directie
in den heer G. H. J. v. d. Bogaerde in
Casino" een Soirée Amusante, die in alle
opzichten geslaagd mag genoemd worden.
Een aandaohtig en dankbaar auditorium
luisterde naar het voor deze gelegenheid
samengestelde programma, dat geopend werd
met een mooi nummer van J. B. KolkmaD,
-Wapenroep" gevolgd door .Afscheidsgroet",
•an don liedercomponist Mendelssohn, waar
bij het orkest-accompagnoment, solo-kwarfet
van «Heldors Harmoniekapel", met dit instru
mentatie effect uitmuntendo ja, onmisbare
diensten bewees en als begeleiding aan het
geheel een smaakvolle uitdrukking wist to
geven. Met het „Werkmanslied", van F. Abt,
voldeed de samenzang goed, en het „Lente
lied", van J. W. Kalliwoda, dat tamoljjk
hooge eischen stelt, werd op enkele vlekjes
na, er best afgebracht.
Het een en ander genoot herhaaldelijk de
.lgemeene bjjval van 't publiek, dat later
nog werd verrast met wat geestige en pit
tige voordrachten en een paar leuke tooneel-
stukjes, zooals de welbekende humoristische
«Muzikale landelijke concert-repetitie" en
.VisBer Junior en Visser Senior of dr. Tippel
in angst", aanstekelijke vrooljjko dingen, die
wel in staat waren om de aanwezigen koste
lijk te amuseereD.
geanimeerd bal was het slot van den
avond.
Nog dient vermeld, dat een gehouden
collecte voor het gezin Hamers, le Vroon-
straat en het comité tot vieriDg van een
St. Nicolaasfeest voor behoeftige kinderen
im acht gulden opbracht.
„Kun»t aan 't Volk."
Deze arbeiders-zangvereeniging, directeur
i heer Joh. Brands, gaf Zaterdagavond voor
>n goed gevulde zaal in „Tivoli" een concert
voor genoodigden en geintrodneeerden, waar
bij mevrouw Stella Ankersmit—Polak (piano)
en de heer D. Stolker (tenor), beiden van
Amsterdam, hunne medewerking verleenden.
Het programma bevatte, behalve eenige
nummers voor mannenkoor, liederen voor
vrouwen- en voor gemengd koor. Er war
dus met recht „elck wat wils." Het mannen
koor bleek over uitstekeode krachten te be
schikken, en maakte, met zyn flink geluid,
een aangenamen indruk. Hetzelfde kon men
ook zeggen van het gemengd koor. Maar
wat de dames alleen betrof) 't was net
of ze niet durfden, 't zat er wel in, maar 't
er niet nit, 't klonk zoo bedeesd. Toe,
flink opzing maar eens een beetje
valsch, dat hindert hensch niet. Als ik het
sar weet zal ik net doen of ik het niet hoor I
De keuze der liederen was uitstekend;
waren alle bekende nnmmers, die binnen
bereik van een zangvereeniging van de
kracht lagen. Wy noemen bv., behalve de
beide strijdliederen, ter opening en sluiting,
voor mannenkoor, Avondrust" van Cath.
van Rennes (gemengd koor), „Roeierslied" van
de Vliegh, en „Zondagswijding" van Abt
(mannenkoor), het geestige liedeke van Staring,
„Een nienw lied van een meisje en een
schipper", getoonzet door den begaafden
componist Otto W. de Nobel, enz.
Ook de kenze der solo-nummers van den
heer Stolker bieek een goede te zyn. Deze
heer had een reeks geestige, oolyke en
schalke liedjes, die by op onnavolgbare wyze
voordroeg. Men had daar „Het Schipperinneke"
en „Mien Trnoke", in Betuwsch dialect, van
Zweers, het geestige platduitsche „Och moder,
ich well en Ding han" van Brahms, dat wy
door Pisoisse ook eens hebben hooren voor
dragen in dezelfde zaal, en eenige oud-
Hollandsche liedekens van Röntgen. De heer
Stolker had den juisten volkstoon getroffen,
dit bleek uit het geweldig applaus, dat volgde,
een balde, die den heer S. echter niet
bewoog tot het geven van een „toetje"
Mevronw Ankersmit had by deze voor
drachten de piano-begeleiding op zich ge
nomen.
Alles samen was het een mooie avond en
verneemt, t
Ommen.
Mr. C. J. A. Bichon van IJselmondo,
candidaat gesteld voor het lidmaatschap van
de Tweede Kamer door de centrale Chr.-
H:st. kiesvoreeniging in hel district Ommen,
naar het „Yaderl."
Tarief wet.
De liberalen zullen, zoo wordt aan de „Tel."
gemeld, geen candidaat stellen.
Kamerverkiezingen 1913.
De districtsfederatie Lochem van de S.D.
A.P. heeft, naar «Het Volk" meldt, dr. J.
van Leeuwen, te Utrecht, als candidaat aan
gewezen.
De Chr. Hist. en de Coalitie.
„De Standaard" publiceert de volgende
otie
„De algem. vergad. van de Cent. A.-R.
Ktesvereeniging in het district Harlingen,
saamgekomen te Harlingen op Woensdag 13
Nov. 1912,
gehoord, wat by de voorziening in de
vacature dr. A. Koyper in de vorige maand
in bet district Ommen geschied is;
erwegende, dat de Chr.-Hist. party in
haar organen niet door openbaren steun van
den Anti-revolutionnairen candidaat, met alle
macht tegen de politieke vrjjbuiterjj in dat
district is opgetreden
spreekt haro verontwaardiging en ergernis
uit lover het gebeurde by deze verkiesing,
verzoekt het Centraal Comilé, voor <le
algemeene verkiezingen van 1913 alleen op
vast schriftelijk accoord, ook omtrent tus-
schentydsche vacatures, de coalitie met de
Chr.-HiBt. party te bestendigenen besluit
deze motie ter kennisse te brengen van het
Centr. Comité en in de pers te publiceeron
de hoop, dat in de Anti-revolutiooDaire
Roomsch-Katholieke party allorwego ge
lijke opwekking tot hare Centrale Loiding
uitga".
redevoering. Zooals men gezien heeft, is het
plan de volgende week met de begrooting te
beginnen, waardoor de verdere behandeling
van dit ontwerp verdaagd wordt tot na afloop
van het Kerstreces. Doch het merkwaardige
is, en wy geven het woord aan den Overzicht
schrijver van het „Handelsblad", „op dezen
laatsten dag vóór het afbreken der behande
ling heeft men eerst, 'e morgens, alle amen
dementen betreffende verlaging van pensioen
leeftijd en betreffende weduwenpensioen ver
werpen (ook een motie-De Jong, om de
mogelykheid van dit laatste althans nog te
Jonderzoeken), en daarna is men bljjven
n in het debat over het belaogrjjke,
principieele amendement-De Visser tot
uitbreiding der mogelykheid van de risico
overdracht. Zelfs is de heer Dnys, trouwens
op zyn eigen initiatief, blijven stekon in een
ellenlange rede tot bestrijding van die uit
breiding. Iets dat, naar wy meenen, zonder
voorbeeld is in onze parlementaire geschie
denis.
Over een paar maanden zal dus de be
handeling van dit ontwerp misschien
worden hervat met deze woorden van den
Voorzitter
„Het woord is aan den heer Duys, tot
voortzetting van zyne rede."
Tot zoolang gaat het ontwerp Talma in de
pekel."
Aanstaanden Dinsdag das de begrooting.
Kijkjes uit mijn venster.
TWEEDE KAMER.
Vrijdagochtend is bet eerst aan de orde
de stemming over de by art. 30, regelende
den verzekeringsplicht, door den heer De Jong
(Hoorn) voorgestelde nlotie betreffende eeDe
weduwenrente, welke motie met 47 tegen 20
Btemmen verworpen wordt, rechts tegen links
en tegen den heer Sooeck HeDkemans (c.-h.)
De verschillende amendementen Duys en
Patyn worden alle .rechts tegen links ver
worpen, en het artikel rechts tegen links
aaD genomen.
Bij artikel 31 (arbeid van korten duur) licht
de heer Schaper een amendement toe [om de
•erzekering ook te doen gelden voor by-
kometigen arbeid, geregeld verricht. De
Minister neemt dit amendement over, waarna
dit artikel z. h. s. wordt aangenomen.
By art. 35a (niet verzekeringsplichtig is
de arbeider, die den leeftyd van 35 jaar
heeft bereikt) licht de heer Hogenholtz
(s.d.a.p.) een amendement-Duys c.s. toe, vol
gens hetwelk ook arbeiders, die den leeftyd
van 35 jaar hebben overschreden, en den
Raad van Arbeid kunnen aantoonen, dat zy
door omstandigheden, van hun wil onafhan
kelijk, eerst na den leeftyd van 35 jaar in
den verzekeringsplicht vallen, alsnog in de
verzekering kannen worden opgenomen. Spr.
had het oogop arbeiders, die van joDgsaf
aan in dienst zyn geweest van spoorweg
maatschappijen, publiekrechtelijke lichamen,
e.d. en op per&onen, die vroeger zelfstandig
zyo geweest, doch die door tegenslag genood
zaakt zyn geworden in loondienst te gaan.
In de commissie van voorbereiding had de
Minister sympathie voor het denkbeeld en
zeide overweging toe, maar uit vre<
fraude en willekenr by de toepassing bracht
de Regeering geene wyaging aan.
De Minister zegt, dat hieromtrent spoedig
eene aanvullende bepaling verschynt, waarna
de heer Hngenholts zyn amendement terug
trekt.
By art. 34 (niet-versekeringsplichtig zyn
i arbeiders, wier invaliditeits- en ouder
domspensioen publiekrechtelijk is geregeld)
licht de heer De Visser (c*-b.) een amende
ment toe, om eenige paragrafen intevoegen,
waardoor ondememiBgefondsen mogelijk bljj
ven en anderzyds zoowel het belang van den
arbeider als van de Rijksverzekeringsbank
voldoende is verzekerd. Maar de v.d. heer
Teenstra acht de regeling van het amende
ment-De Visser hoogst onvoldoende. Wy
sullen ons hier maar niet in gaan verdiepei
overtuigd als we zyn, dat het den lezer
weinig interesseert. AUeen dat van den heer
Duys moeten wy vermelden. De heer Duys
n.l. bracht den heer Teenstra hulde, omdat
hjj den heer De Visser zoo flink bestreed.
Ja, zei deze afgevaardigde, men zegt
eens, die heer Teenstra is een eenvoudig
boertje, maar ondertusschen
De Voorzitter verzocht den heer Duys zyne
rede te vervolgen.
Ja, maar meneer de Voorzitter, zei de
heer Duys, ik meen het, heusch. Zyn be
strijding van het amendement-De Visser
ad rem.
De heer Dnys begint hierop een lange
Tegen Sinter-Klaai.
13 Novembor. Toon ik nog een kleine
aap was, jingelde je weken van te voren
bü je moeder om 's avonds „tafels" te gaan
kyken. Net zoolaDg deed je dat, tot' je
inocht. Dan kreeg je de opdracht mee vooral
op elkaar te passen en alles te doen
wat je oudste zus, de geleidster, zou zeggen.
Zy had de centen op zak en van haar
ocht je nu eens hier dan weer daar onder
weg iets koopen. En eer het negen uur
hadden we in de allerprettigste stem
ming zoowat overal gekoekeloerd. De Ka-
naalweg, do Hoofdgracht, de Weststraat, de
Keizerstraa', de Spoorstraat, de Koningstraat
en tal van andere straatjes in verschillende
wyken werden bezocht om er de groote en
kleine extra uitstallingen te bewonderen.
Met een van tevoren clandestien-natgezogen
voelvinger, zoo groot als een garnaal, stortte
je je dan in het suikergoed en de chocolade
van de tafels, in groote, ruime speciale vor-
trekken en in nauwe, bedompte achterka
mer! i es ODaestaDeld.
Ha, zoo'n tafel! Wat imponeerde die je
jongon geest. Eerst al: het binnenkomen.
Dat je door den winkel hééa ging, on dkn
kamer kwam. In een kamer! Jawel,
er heelemual voor ingericht. Passend ver
sierd met groen, met planten, met bloemen.
Als een altaar, smetteloos wit de tafel.
Ha! Geen oogen genoeg om direct alleB zoo
te bekjjken. Daar werd een poosje
gegeven. Trapsgewijs zich verheffend
tot een onbereikbure-lekkers-hoogte, stonden
aar laat eens zien roode fondantkippen,
arkentjes van suiker met lintjes om, paar
den, kooien en schapen van chocolade, mooie
wiegjes met snoezige kinderen erin, po's met
draaiseltjes waar je van grinnikte dat de
zuster en zelfs de winkeljof een kleur kreeg.
Er waren vissohen als schollen en snoeken,
plastisch bewonderenswaardig gebeeldkneed
en zóó geschilderd dat je zou zweren dat
ze regelrecht uit eon aquarium kwamen. Je
vond er marsepeinen popjes die niet voor
Tanagra-beeldjes hoefden onder te doen. By
molens, huizen, bootjes, harten, borstplaten
en nog een massa üjn bewerkte snoeperij
prykten vronwen en mannen van speculaas,
van taai-taai, soms reusachtig groot, waar
onder echt ouderwetsche: besmeerd met ge
kleurde suiker en beplakt met gond- en zil ver
spier. Minstens dertig dure dingen werden
legaapt tot 't oneindige en drie, viermaal
bevoeld. De banketbakkers-opa of -opoe,
tydelyk in actie voor de drukte, hielden
meestal daarbij een oogje in 't zeil of
'ets gegapt werd door zoo'n troep jongens
en meisjes, voor wie de helpsters, dood-
vriendelyke lni, ontzettend veel geduld
ten hebben. 'nOni hiervan en 'n ons
van werd na veel gekibbel ingeslagen. En
van dit soort liep 't dikwyls zoo in en
uit, dat je aan de deur geen raad wist,
dat je binnen zoo goed als ingesloten zat.
Hier propvol, m'n lieve man, en warm
nee, tot stikkens toe. 't Was altjjd interessant
in deze volte te zien hoe er gekocht
werd. Hoe de een krenterig was, de
kaal, een derde royaal. Hoe de plakkers met
roode koppen zenrden on sommige cliënten
kort en zeker waren in d'r besluiten. Hoe
de een het cadeau, netjes en zorgvuldig in
gepakt, opgewonden meesjouwde on hoe de
andoro voor het voorwerp geheel koud bleef,
hautain 't adres liet noteeren. Zoo ook in de
speelgoedwinkels, die door honderden keurige
artikelen trokken, waar een allereigenaar-
digste categorie wezens neerstreek, waar
burgervrouwen on burgermannen met hun
kinderen krioelden, waar je ten slotte zooiets
van tien of vyftien centen bostolde om toch
niet geheel met leego handen te vertrekken.
Maar in de kloine, meer armoedige zaakjes,
in de hokjes, in de krotjes achteraf, in stille,
bijna vergeten bnurten gesneden in een
kare huizenrij 't was een last om juist die
een bezoek te vereeren. Je slenterde
daarvoor naar hobbelige straatjes en steegjes
van Helder cn Nieuwediep, die anders nooit
in aanmerking kwamen. In deze derde
vierde klasse winkeltjes was je vry in doen
en laten, in deze eenvoudige, vertrouwelyke
vertrekjes beleefde je grappen waarover heel
wat zoh kunnen geschreven worden. Eén er
van kan ik mjj nog nog doidel|jk vc
geest halen, 't Was daar een gekke boel.
Door een z'eildoekdeurtje, voorzien van
stok vettig tonw waaraan een steen beDgelde
die voor het vlug open-on dichtgaan zorgde,
kwam je in een primitief achterkamertje waar
een verschrompeld oud w|jfje met haar heldere
slaapmuts op 't hoofd, zoo'n hniselyk tafeltje
in de bedstee had staan. Voor de Sintor-
Klaas-gelegenheid had haar man, een fan
tastische decorateur, de anders witto muren
daarvan met doek behangen en daarop ge
brekkig maar toch herkenbaar gepenseeld het
Spoorboschje, do Molenbrug, de Westerkerk,
de BnitenhaveD, de Kanaalweg, de Marine
werf, enz., alles tooverachtig verlicht door
eeo aantal lampions aan den zolder. De kamer
zelf diende voor de bezoekers en bezoeksters.
En die waren inderdaad veleD. Op de banken
in het vierkant zat een gemengd volkje, dat
onder daverende geestdrift deelnam aan de
verloting van worst en ham en hazen en
konynen, want die handelingen waren toen
hier ter stede nog niet door nauwkeurige
wetten omschreven. Wie dacht destyds aan
verbod dat eens zou komen? Geen ster
veling. Je was daar b|jeen als in een malle
komedie. Na het dobbelen om de hartige
bnitenkansjes kwam meestal de bedstede aan
de benrt, daar die nooit uitverkocht werd en
het groote overschot dan dcor middel van
het lot in handeD van gelukkigen overging.
Na afloop was er een kabaal en herrie als in een
landverhnizershotel waar men zich gereed
maakt de reis naar het onbekende te aanvaarden.
Toch bleef de stemming goed. En als de
eigenaar van 't perceel in z'n schik is over
't feit, dat hjj mei zyn Sint-Nicolaas-gedoe
enkel stropje had, zyn harmonica voor
den dag baalde, dan werd het een dolgezel-
Bg slot van voordragen en wonderkunsten
op dansgebied.
Tegenwoordig zou men in staat z|jn om
voor zoo'n spectakel den neus op te trekken.
Op de avonden tegen Sinter-Klaas zal je
dergelyke volksvermaken in deze gemeente
niet meer aantreffen. We leven in een tyd,
waarin zulke dingen ongeoorloofd zyn. Maar
niettegenstaande dat, de avonden, die zoo
langzamerhand naar December gaaD, lijken
my toch nog beteekenisvol. Hoe leuk en ge
zellig wordt het nu weer na schemerdonker in
ons stadje. Wat eon gat vindt je soms stjjf-
Helder: altjjd dezelfde gezichten, altjjd de
zelfde troepjes zoo laat hm die en zjj
in de Spoorstraat, in de Koningstraat, in de
Keizerstraat, aan de Zuidstraat, aan de West-
straat, aan de Hoofdgracht, aan den Kanaal-
weg. Maar een heel ander, een prettig, een
bjjDa vreemd plaatsje wordt Helder tegen
Sinter-Klaas. Deze avonden schutter je er
doorheen met méér nieuwsgierigheid en vele
e menschen kom je tegen. Zeker
nieuwe menschen. Die gewoonlijk Diet nit
huis zyn te slaan, liefst in de huiskamer
zitten onder de lamp, wagon zich nu op straat,
uit pure belangstelling. En zjj, die anders op
bun stoof, of aan hun haardje bljjven, be-
wjjzon dat onze stad nu roept en vervalt,
aanstonds lacht, aangenaam en feestelijk is,
precies als een gastvrouw in d'r gebaren. En al
deze menschen hebben reeds gnlheid in de
oogen de wil om straks to geven, om te ver-
om bl|j to maken, ligt over do gezichten
feestolyke bionenschyn, die wèl staat.
Door Helder gaan ze met hun Zondsgicho
zielen aan, langs hot zacht-zilveren licht van
winkels, die nu al met een zoeten geur van
boter on banket magnotiseeren, die met
chocolade en suikerwerken, met taai-taai en
speculaas, met fonkelende sieraden, met speel
goederen, ja met onnoemeljjk voel artikelen
uitpakkeD, voor ieder een enorme keuze. Al
maar schuivende, kjjkende, winkelende lui,
bjj wie je kan peilen en verkennen dat zo
plannen maken, dat ze niet heelemaal tot het
nippertje willon wachten om hun iDkoopon
to doeD. Dkn zyn onze winkels als post
kantoren. Velo deuren, anders slaapziek,
piepen on drennon ononhoudelijk. De bedien
den roepen elkaar toe, wenken de pak
knechten als bootsliedon bjj stormweer op
schip over de hoofden der klanten
heen, die, 'aan zich zelf overgelaten, doen
als marktgangers in den een of anderen
Oosterscben bazaar. Zjj graaien zelf in den
boel, draaien en keeren, wikken en wegen,
driDgen naar voren, naar achteren, drukken
elkaar in hoeken en gaten, snateren en
schateren en als waren zjj gratis Sint-Nicolaas-
strooi aan 'trapen, zoo koopt Jan-en-alleman.
De kasregisters malen als koffiemolens cn de
laden gaan open en dicht. Laat men nn niet
zeggen dat ik met een molentje loop, maar
bjj verscheidene winkeliers tjjn de doohters
de zonen, doch ook de nichten en neven,
vrienden en vriendinnen, zyn zelfs de
uiterste reserves voor dien tjjd gemobiliseerd.
E-n banketbakker, die veelal zoo een sliert
dienst heeft, verklaarde mjj dat de omzet
in W's en M's verbazend zal zyn, veel grooter
dan het aantal Marietjes en Wimpjes bjj den
Burgerlijken Stand op 't Djjkje ingeschreven.
Geen Heldersche jongen wil nu Izak heoton
en geen Heldercch meisje is met den naam
Ida tevreden, 't Liefst geven tjj allemaal de
voorkenr aan Wilnelmien of Marinns. Wel
aan dan 1 Deze opgeschoten menschen hebben
óók een stille hoop, een verwachting, onver
schillig of bun het fantasielicht van 't bisschops-
sprookje brandt. Maarde kinderen van
Helder staan nu zeker wel op het voorste plan.
Wy weten dat. Hebt ge dat jonge goedje,
die peukjes en dotjes wel eens in 't voor
bijgaan geobserveerd, nu er in onze straten
van allerlei te zien is? Wat een leuke snoe
ten, wat een prachtige levenslustige kiekjes
koip je nn langs den weg. Was ,,'t Vlie
gend Blaadje" zoowel geillastreerd, ik zou
bjj dit schrift bn-kunstmatiggesnapshoUe
Sinter-Klaas-kinderen willen geveD. Bv.
kieken van den treuzelaar, die voor ieta
moois bljjft baDgen, die er voor weggetrok
ken moet worden, met oogen zoo groot eD
zoo lichtend als booglampmanen; van de
kleine meid, aan wie een belofte werdt in
gefluisterd; van de broertjes en zusies die
onder en met elkaar ergens uitzoeken in
afwachting dat ze dit of dat znllen krjjgen;
van de baliekluivertjes op de winkelstoepen,
wier neuzen plat en wit van het bewonderen
zieD; van de brnlale rakkers, die half in
den winkel klimmen of in den stroom van ver
keer meesluipen. Maar wat ook nog gefotogra
feerd, gepenteekend diende te worden ter vóórt-
prikkeliog van dit Hollandsche familiefeest, is
de vreugde en het verrassings-lachen der heel
ouden. Vaders en moeders zyn een beetjeopge-
grimeerd, zien er beslist liever nit dan
anders, wanneer ze nu met d'r «jongens" op
stap gaan. En als je door Helder kuiert,
wat een opoe's en wat een opa's zie je op
de vlakte! Hoe vaak mrrk je thans onder
hen een oud onderzoekend oog, waar de
regenboog al vol mist van zit, hoog boven
het drnkke gesnap der kleinen uit in de
etalagekasten turen. En hoe vaak bespeur
je dan soms opeens het verrasiingslachen,
hot gééflachen doorbreken over zoo'n gerim
peld gezicht, als zonneschyn die doorbreekt
over een herfstlandschap.
't Is immers tegen Sinter-Klaas?