1
KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Heldor, Texel, Wioringon en Anno Pouiownam
TT D,tun der ttrlïEV*?
GEWROKEN.
Ho. 4166.
Zaterdag 7 December 1913.
40ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 11.25
Pre- Zondagsblad t 37* 45 f 0.75
miën 5 Modeblad 65 75 f0.90
(Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiên van 1 tot 5 regel» (bij Yooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel meer. 6
Bewijs-exemplaar 24
Vignetten en grootc letter* worden maar plaatsruimte berekend.
Interc.-
Telttfoon 50.
Verschijnt Dinsdag- en
Uitgever i C, DE BOER Jr. (v./k. BERKHOUT t Co.), Helder.
Bureaus Spoorstraat en Koningstraat.
Eerste Blad.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 6 December.
B(j K. B. ia benoemd tot broeder in de
orde van den Ned. LeeuYr, de loodsschipper
3de kl. P. Bakker, dienstdoende als schipper
op hst betonDiogsvaartnig te Terschelling.
St. Nicolaas In „Casino".
De commissie voor de viering van het
St. Nicolaasfeest voor arme kinderen, die
het vorig jaar tal van kleinen zoo'n schitte
rend feest bezorgde, had zich thanB met den
Bond van Nederlandsche Onderwijzers in
verbinding gesteld en op veel grootscher
schaal een viering voorbereid, die, laat het
ons dadelijk zeggen, schitterend is geslaagd.
In de laatste weken kon men op geen
uitvoering komen of men werd onthaald op
een bedelpartij voor de commissie. En het
publiek gaf met graagte. Zoo is er, met
giften en gaven, in geld en in natora, heel
wat bijeengekomen, zóóveel, dat men den
goeden Sint eene ontvangst heeft kannen
bezorgen, zóó schitterend, als hem, naar
eigen zeggen, nog nooit is ten deel gevallen.
Met muziek en fakkellicht van »Het Heeren
logement" aan de Binnenhaven afgehaald, ging
het in optocht langs Zuid- en Weststraat, en
door een dichte drom belangstellenden naar
«Casino". Nadat alle kinderen en het
waren er 400, 200 jongens en 200 meisjes!
hun plaats hadden ingenomeD, en de
mnziek eenige vroolyke wijsjes had gespeeld,
betrad de voorzitter der commissie, de heer
Bonarius, het podium en sprak de jongens
en meisjeB, en de volwassenen die er waren,
toe. Hij zeide, dat het hem genoegen deed
te zien, dat bet feest zoo goed geslaagd was.
Dat was te danken aan de mildheid der
burgerij, maar ook aan de goede zorgen van
den Bond van Nederlandsche Onderwijzers.
De beide eerste jaren, zoo zei spr., had de
commissie steeds gesukkeld met het vinden
van goede krachten. Nu hebben ze de sym
pathie van de onderwijzers, en betore krach
ten zon men niet kunnen vinden. In de
tweede plaats bedankte bij St. Nicolaas, die
woder zoo goed was geweest overtekomen.
Nadat de heer Bonarius gesproken had,
nam de Sint zelf het woord om te bedanken
voor de feestelijke ontvangst. Ik stond er
van te kijken, zoo zei hij, toen ik al die
fakkels en menschen zag. St. Nicolaas was
erg blij zooveel hulp te hebben gekregen,
want die heeft hij in deze dagen wel noodig.
Maar hij had heel wat meegebracht. Nu, dat
was te zien, want het was allemaal langs de
kanten uitgestald. Onder de feestelijkheden
behoorde ook de vertooning van een mooie
poppenkast. De groote menschen zouden dat
ook aardig vinden, zoo zei St. Nicolaas.
Helaas, helaas l St. Nicolaas had in een
reusachtige foliant eenige namen opgeteekend
van kinderen, die wat op hun kerfstok hadden.
„Gerrit Vink," zoo zei hij, „kom maar eens
hier."
En daar kwam Gerrit aan, een butj. on
verschillig, maar je kon zijn hartje zien
kloppen. Gelukkig had de Sint het erg druk
en een goede bui, en het liep nogal genadig
voor Gerrit en nog een ander Vinkje af.
Andersde Sint zei zelf, dat-ie dan niet
geweten had wat te doen.
Toen kon het feest beginnen. En als ik
nu vertel, wat de kinderen allemaal kregen,
dan znlt u het misschien niet willen gelooven,
maar toch is het de zuivere waarheid. Voor
eerst een taartje. Een fijn taartje, met allerlei
figHren er op. Nou, dat hadden ze zóo op.
Toeneen groote pop van taai-taai. Die
kostte meer tjjd. Sommige jeugdige aan-
Btaande huismoeders en economen stopten
hem weg, indachtig aan de waarheidwie
wat bewaart, heeft wat. Ten derdeeen
bruidsuiker.
En toen dat allemaal op was, begon de
poppekast. En of die mooi was 1 't Was een
verhaal van Roodkapje, maar anders dan 't
gewone, en 't was in 4 bedrijven. En Jan
Klaassen kwam er aan te pas en kaboutertjes,
en Roodkapjes moeder. En ze zongen en
dansten en de kinderen hadden dolle pret.
En toen dat afgeloopen was, begon de
prijsuitreiking. Ieder kind had een entrée en
dat was genummerd en achtereenvolgens
werd naam en nummer afgeroepen. Dan kregen
ze vooreersteen paar groote taai-taaïpoppen,
daneen prenteboek èn een servies èn jeen
paar warme handschoenen of wel in plaats
van de handschoenen een mooi schort. Ik
niet: een prenteboek öf een servies èf
paar handschoenenneen, neei), een
prenteboek èn een servies èn handschoenen
èn taai. Ze hadden de handjes vol. Enkele
practischen hadden een groote witte zak
meegenomen, waar ze bun schatten konden
indoen.
Ja, en nu was het gewoon een last om
die verschillende kindersnuitjes te zien. Ver
rukt, met opeD mond en oogen, de lenige
kinderlichaampjes geen oogen blik in rust,
stoel op, stoel af: meneer, mag ik effenaar
achteren «meneer, aan welk nummer bennen
ze rlang zal ie leven, in de gloria 1"
het was het heerlijkste, wat iemand, die van
kinderen hondt, kan meemakeD.
Wat een echt, wat een heerlyk-innig feest
is dat toch, zoo'n St. Nicolaasfee9t voor arme
kindertjes! Eén meisje was er, met de aller
beste spnlletjes aan, die ze badbrnine hoed
strik, bruin manteltje, op verschillende
plaatsen hersteld en weer ingescheurd, met
blanke, fijne handjes, en ziekelyk-mager pro
letariërsgezichtje, en dat kind zat stil van de
pret, wist niet wat feestvieren was, en keek
verrukt toe. Tegen 't einde werd ze wat
vry er. Ook zy is met volle armpjes naar
haar armelijk tehuis geloopen om haar schatten
te tooneD.
O Sint NicolaasSint NicolaasKan men
ooit schooner een nagedachtenis eeren
St. Nicolaas in de Bioscoop.
Woensdagmiddag was er voor de jeugdige
bezoekers van het Biosooop-theater feest. St.
Nicolaas was aldaar aanwezig en die aan
wezigheid veroorzaakte een vroolyke stem
ming in de Bioscoop. Om drie uur werden
de deuren geopend, maar reeds lang vóór
dien tyd was het op den Kanaalweg zwart
van kinderen, die óok een plaatsje vroegen.
Verscheidenen moesten echter terug en wach
ten op de volgende voorstelling.
Het programma was speciaal voor kinderen
mengesteld en bevatte, behalve een geïl
lustreerde „Week-revne" en een variótó-num-
ler, eenige grappige nummers, o.a. een van
een meneer dio als equilibrist wilde optreden,
hetgeen hem niet erg best afging. Toen hy
dan ook met vereende krachten in een vy ver
telechtkwam gaf hy verdere pogingen wyse-
lyk op. Het slot was eon voorstelling van
„Klein Duimpje". Dit naïeve kinder-sprookje,
dat wy met gloeiende wangen en open
monden in onze kinderjaren hoorden vertellen,
werd zeer fraai in gekleurde beelden weerge-
goven. De menscheneter zag er erg vroese-
ljjk nit. 'n Griezelig oogenblik was als de
reus zyn eigen kindertjes vermoord heeft
ze liggen in bed uitgestrekt en je kan de
wonde zien. 't Fantastische sprookje won
0.1. niet aao snhoonhoid door dit en rolicf
brongen dezer lugubere bizonderheden.
Na afloop kregen ze allemaal een cadeautje.
Of ze ook bly waren 1 En met gelukkige
gezichtjes gingen ze naar huis.
De Muziek-vereeniging „Crescendo" zal
op Woendag 11 December, 'b avonds 8 uur,
in „Casino" een uitvoering geven, waarop
het volgende programma zal worden gegeven
1. a. Haeskeu (Oud-HollandscU Lied;.
b. Wiegelied (voor Vrouwenkoor), Brands-Buijs.
2. Sonntagslied (Sopraansolo), Mendelssohn.
3. a. Landliches Lied, Schumann.
b, Maiglöckchen Mendelssohn.
(voor Vrouwenkoor).
4. Wohinï Schubert.
5. O Kerstnacht, schooner dan de dagen
(Oud-Hollandsch Lied) (Altsolo.)
6. a. Ave Verum Corpus Mozart.
b. Intermezzo Sinfonico Mascagni.
(voor Strijkorkest),
7. Herinnering Oath. van Renues.
(voor Mezzo-sopraan),
8. a. Van den Bootsman -
b. Verbeidend •f"1'
(voor Vrouwenkoor),
PAUZE.
9. Vacantie Worp.
Cantate voor Kinderkoor, Soli, Orkest, Piano
en Orgel.
Eik wat wils.
biedt het bekende tijdschriftje voor de Jeugd
„De SoliBt".
Om „De SoliBt" in nog breeder kringen
bekend te maken, heeft de firma Jurgens, te
Oss, de uitgeefster van het blaadje, een
propaganda-nummer gemaakt, dat w(j by de
conrant van heden insluiten.
In dit propaganda-nummer wordt in het
kort gezegd, wat „De Solist" biedt en hoe
men regelmatig in het bezit ervan kan komen,
Behalve aardige verhaaltjes, mooie versjes
en keurige illnstraties bevat dit propaganda
nummer een Teekenwedstryd, Taalwedstryd
en Raadselrabriek. Ieder leier van dit nummer
kan aan deze wedstrijden deelnemen en daar
mede mooie pryzen, o.a. Fietsen, winnen.
De firma Jurgens heeft niet minder dan drie
duizend pryzon uitgeloofdeen ieder wage
das eens een kaDsje.
Wie dit propaganda-nummer heeft doorge
lezen, zal zeker wenschen eens nader met
„Kees de Solist" kennis te maken en dan
als by het tijdschriftje, dat elke 14 dageen
verschijnt, kent, reikhalzend naar ieder nieuw
nummer uitzien.
„Kees de Solist" heeft reeds vele vriendjes
i vriendinnetjes, wy zyn ervan overtuigd,
dat hy er door dit propaganda-nummer nog
vele nieuwe by zal krygen.
De Alkmaarsche Directeur van Gemeente
werken.
Door het afgetreden Raadslid Jan Pot is
in den Alkmaarschen Raad de volgende
missive gericht:
Aan den Raad der Gemeente Alkmaar,
hoeft ondcrgeteekecae de treurige Eer,
zyu diep leedwezen te betuigen, dat zyn
47 onrechtvaardig gebleken beschuldigingen
>n Beheer en Beleid by Pnblieke werken
den Raad niet tydig hebben kannen weer
houden, de Gemeentebegrooting van Alkmaar
ontydig erfelyk te belasteo, met de jaarlyk-
scho kosten ad ruim f2000 voor Ingenieurs-
hulp by de afdeeling Publieke WerkeD.
Ook spijt het hem, dat door zyu schuld,
by vonnis (conclusie) van de Commissie ed
boo bet Dagelyksch Bestuur van Alkmaar
onschuldig veroordeeld is, rekening to houden
met de zeer belangrijke adviezen van den
Heer Cool, o.a. tot reorganisatie van den
dienst der Gemeentewerken. Hy hoopt ochter
dat 't persoonlijk belang, dat hy had, en de
voor, en door hem verkregen voordeelen, by
zyne actie, in welwillende aanmerking zullen
worden genomen, by de beoordeeling van zyn
voortgezet misdrijf tegen bet Gemeentebelang.
't Welk doende, mot hulde aan een ieder,
die er maar eonigszint voor in aanmerking
zou kunnen komen.
Jak Po*
afgetreden Raadslid.
Alkmaar, 2/12 '12.
ZedelIJkheidswetten.
Het Gerechtshof te Amsterdam deed
Woensdagmiddag, by vervroeging, uitspraak
in de zaak tegen den boekhandelaar, die
door de vierde Kamer der Amsterdamsche
Rechtbank veroordeeld was tot zes maanden
gevangenisstraf, onder aftrek van twee
maanden voorloopige hechtenis, wegens het
tor verspreiding in voorraad hebben van
voor do eerbaarheid aanstootelyke afbeel
dingen.
Het Hof veroordeelde den bekl. tot vyf
maanden en twee dagen gevangenisstraf,
onder aftrek van vyf maanden voorloopig
ondergane hechtenis.
Als verdediger was mr. L. van Gigch Jr.
opgetreden.
Een inval.
Dinsdagmiddag omstreeks halftwee is, naar
„De Tel." meldt, door den rechter van in
structie en den officier vau justitie, byge-
staan door een zestal rechercheurs, een inval
gedaan in het perceel Sarphatistraat 21, waar
de heer David Cats eon „Comptoir Inter
national" hondt. By de politie was namelijk
het vermoeden gerezen, dat op genoemd
bureau het wedden op courses, hetgeen,
zooals bekend is, by de nieuwe zedelykheids-
wet verboden is, in praktijk werd gebracht.
De heeren werden door mevrouw Cats
ontvangen, daar de heer Cats niet aanwezig
was. De huisgenooten en-het kantoorpersoneel
werden onmiddellijk van elkander geïsoleerd,
zoodat zy zich niet met elkander in verbinding
konden stellen, waarna het kantoor door
zocht werd. Men vond echter niets dan eenige
duplicaten van tickets, betrekking hebbende
op Dinsdag aangenomen orders. Deze werden
in beslag genomen.
De heeren der justitie installeerden sich
daarna in het kantoor en namen de binnen
komende orders in ontvangst, onder mede-
deeling, dat zy niet geëxecuteerd zouden
Men wilde aldus in rechten vaststellen,
dat de „Comptoir International" orders ter
uitvoering kreeg.
Een heel jong diefje.
Zaterdagnamiddag had een onderwijzeres
aan eon der lagere scholen te Leiden by het
eindigen van de lessen een gonden armband
en een gouden ring even op een bank gelegd,
om zich de handen te wasschen. Toen zy de
voorwerpen weer wilde krygen, waren ze
verdwenen. Een onderzoek werd by de leer
lingen ingesteld, doch leidde niet tot de ont
dekking van den diefstal. Toen werd de
politie er mee in kennis gesteld en deze ging
do verschillende goudsmidswinkels na, en
vernam by een Yrinkelier, dat een knaapje
een gonden armband te koop bad aange
boden, maar dat hy den jongen naar huis
had gestuurd met de boodschap, dat hy met
tder of moeder moest terugkeeren.
Dit leidde tot de ontdekking van den dader,
een zesjarig knaapje, die de voorwerpen in
huis had verstopt. H^j had ze van de bank
nomen. (Telegr.)
Mosselen.
Hot plan bestaat, aan de manschappen van
it garnizoen te Assen eenmaal per week
mosselen in plaats van vleesch te verstrekken.
Aan de deelnemers van die menages moet
gevraagd worden, in hoeverre zy znlks op
prys stellen. (N. Prov. Gron. Ct.)
De Grieksche vioot.
Een particuliere correspondentie van de
„Nieuwe Rott. Ct." te Athene, schryft d.d.
27 November:
Er zyn in den oorlog tnsschen Turkije en
i kleine Balkanstaten geen zeeslagen ge
leverd, tot groote ergernis en teleurstelling
van de officieren en de bemanning van de
Grieksche vloot. De schepen van den Turk
hebben 't niet gewaagd de Dardadellen uit
te varen, waarvoor óe Grieksche vyaud, als
een kat voor een muizengat, zat te wachten.
De Grieken hebben eigenlyk een overwin
ning behaald zonder te vechten: vóórdat er
een schip in den grond geboord was, vóórdat
er een torpedo was afgeschoten, hebben de
Turken hen als de sterkeren erkend en hen
meester gelaten van de geheele Egeïsche zee.
Een moreele overwinning was 't zeker
voor de Grieken, en bizonder voordeelig voor
alle bondgenooten op den Balkan. Al heeft
de Grieksche marine geen bowyzon van
seemanskrygskundekunnen ge ven, van dapper
heid en onverschrokkenheid (de historische
daad van Botsis uitgezonderd, die in de
haven van Saloniki onder het bereik van de
forten een Turkach slagschip-antiquiteit in
de lucht liet vliegen), zy heeft toch in dezen
volkerenoorlog een gewichtige rol gespeeld,
't Is zelfs als zeker aan to nemen, dat de Bul
garen heden nog niet zoo dicht by Konstan-
linopel zouden wezen, als er geen Grieksche
schepen waren. Want in dat geval hadden
de Turken twee of driemaal meer mannen op
•le been kunnen brengen. De taak van de
Grieksche marine was, om te verhinderen,
dat de Turken hun keurbenden nit Tripolis
en hun soldaten nit Kleia-Azië naar Europa
over zee brachten.- En zy heeft die taak met
trouwe waakzaamheid vervuld. Elk schip,
ook onder vreemde vlag, met soldaten en
oorlogs-contrabande is aangehouden. De Tur
ken konden alleen wat maunen uit hun
Aziatische provincies aanvoeren met treinen
over een kleine enkel-spoor-lyn. De groote
weg over zee wus gesloten.
De Grieksche vloot is de Turkscho de
baas door haar materieel. Op papier waren
de twee vloten byna even sterk, maar de
Turksche schepen zyn oudheden. Zelfs de
nieuw-aangekochte waren door de Duitsche
marine afgedankt. De Grieken hebben ten
minste één geheel modern slagschip, de
«Averofi», en een moderne torpedo-flottille.
Maar vooral staan de Grieken hooger dan
de Turken in zeemanskunst. De Turken zyn
geen zeelui, de Grieken wel. Sindz overoude
tyden hebben do Grieksche matrozen de
zeeën bevaren, muntten zy uit in onverschrok
kenheid en moed, zeilden zy tussohen de
rotsen en de klippen van het óéne eiland
naar het ander over de heele Oude Wereld
zee. Gedurende de Turksche overheersching
zyn de Grieken goede zeelieden gebleven.
De Turken lieten dat gevaarlijke werkje aan
hen over. Op de zee voelden de Grieken zich
weer vry, bewaarden zij iets van de oude
liefde voor de onafhankelijkheid, gingen zy
niet heelemaal ten onder. En toen 't lichtte
in 't Oosten, toen in den aanvang van de
vorige eeuw de blauw-witte vryheidsvlag
werd ontplooid, was 't vooral op zee, dat de
Grieken den gehaten Tark afbreuk deden.
Namen als KanariB en Miaoulis zyn bekend
gebleven in de geschiedenis. Door alle ecuwen
hebben de Hellenen den roep behouden van
uitstekende zeevaarders te zyn.
Uit „Onder de Streep" in het „Handels-
d":
Hof-Allerlei.
„Ten Paleis e". Aldus luidt do titel
van een dezer dagen verschenen boek
van de hand van J. J. H. Martynen gelyk
d« ondertitel znlks vermeldt, stelde deschryver
sich ten doel, Koningin Wilhelmina in haar
particnlior leven, voornamelijk op het Loo,
te schetsen.
Een biographie van onze Koningin is dit
boekje dus niet geworden; de bedoeling van
den schry ver is blykbaar slechts geweest, een
objectief beeld te geven van het landelyk
leven der Koningindit is deels geschied op
grond van hetgeen de schry ver, die in Apel
doorn blykbaar woont, persooolyk heeft aan
schouwd, deels is hy afgegaan op het gezag
van oud dignileriflBon en officianten, zoodat
zelft afzonderlijk op het kleurige boekomslag
vermeld staat >met medewerking van een
Oud-Hofdignitaris". Bovendien meenen wy
veten, dat de Koningin niet onkundig is
gelaten omtrent het voornemen tot uitgave
dezer paleisschetsen.
De uitgevers van het boek, de firma Schel-
tens en Giltsy, gaven ons vergunning, eenige
bijzonderheden uit dit werkje te ontleeneo;
van welke welwillendheid wy gaarne gebruik
maken.
Door den schry ver, den heer Martyn, wordt
de koninklijke omgeving aldus getypeerd, dat
de Koningin vooral houdt van een gezellig,
niet te ruim intérieur, dat zy door het doen
aanbrengen van allerliefste schilderstukjes
en aquarellen en, wat men onder het volk
«snuisterijen" zou noemen, nog weet op te
vroolyken.
Reeds zeer vroeg in den morgen kan men
do Vorstin in hare vertrekken vinden, waar
na zy, voor zooveel noodig, hare moederlijke
zorgen wydc aan Prinses Jnliana. Dat «vroeg
op zijn" van de Koningin geeft nog wel eens
aanleiding tot verrassingen by gelegenheid
van bezoeken van vorstelijke of hooggeplaatste
personen, die zich op de wandeling door het
Paleis of in het Park, in 't vroege morgen
uur soms geheel onverwachts voor H. M.
geplaatst zion.
Do Koningin gebruikt het ontbyt gewoon
lijk te half negen, in gezelschap van den PriDS.
Dit ontbyt kenmerkt zich steeds door groote
eenvoudigheid.
Voor den lunch, te 1 unr, en vaak ook
nog daarna, houdt H. M. zich met de staats
zaken bezig, ontvangt de ministers, haar
particulier secretaris en andere hoogo digni
tarissen, terwyl zy zich in 't middaguur ook
vaak gereed moot honden voor audiënties
aan gezanten.
Geldt het de aanbieding van geloofsbrieven
of de terugroeping vau eeu gezant, dan
wordt daarby eenig ceremonieel in acht ge
nomen.
Daar do verbinding tusschon Apeldoorn
i de residentie na half negen 's avonds
uiterst gebrekkig is, bly ven de hooge gasten
gewoonlijk tot den volgenden morgen ten
paleize logeeren.
Hiermede is natuurlijk de volledige dag
taak van H. M. nog lang niet aangegeven,
werden ook niet genoemd de vele uron door
onze KoniDgin besteed aan het lezen van
brieven (en adviezen over aanvragen) om
steun, uitnoodigingen tot het bywonen van
plechtigheden en verzoeken van allerlei aard,
waarby n0S komen de belangen van haar
eigen Huis, familiebetrekkingen en particu
liere correspondenties.
'c Behoeft wel geon betoog, dat bij een
zoo afwisselend werk-programma, ook lunch
en diner herhaaldelijk van karakter verwis
selen, dat ze nu eens echt huiselyk en in
tiem, dan weder streng ceremonieel zyn.
„Karaktertrekke n". - In een
volgend hoofdstuk geeft de schrijver eonige
karaktertrekken van onze Koningin, geen
karakterschets zegt by nadrukkelijken
hy acht daartoe, de Koningin-Moeder even
buiten beschouwing gelaten, slechts óón per
soon in Nederland werkelijk bevoegd, db-
rreljjk mevrouw Roall, vroeger als Baro
nesse Sloet tot Marxveld de hofdame en
vriendin van do Koningin.
De schryver herhaalt echter, hoe allen dio
bet voorrecht hadden in de omgeving van
Hare Majesteit te verkeeren, 't ooos zyn
dat zy niet de vrouwe is, die leiding be
hoeft of zich door de hofkringen laat beïn
vloeden, maar werkelijk Koningin is.
Hoe onkreukbaar de trouw der Vorstin
aan de Grondwet moge zyn, nooit zal iemand
ter wereld deze Nederlandsche koningin
kannen bewegen zioh te verlagen tot een
slaafsche dienaresse van Ministers, van een
volk of van bepaalde kringen.
Voorts bezit Koningin Wilhelmina een
zoo uitgebreide kennis van maatschappelijke
toestanden en verhoudingen, houdt zij zich
zoo van de nationale en internationale vraag
stukken van den dag op de hoogte, dat zeker
niemand, hoe hoog geplaatst ook, het zal
durven wagen haar eon averechtsche voor
stelling van een of ander vraagstuk te geven
of zyn meening op te driDgen.
Op kerkelijk terrein hondt de Koningin
er eveneens van, kleur te bekennen. Als
Ambachtsvrouw van Apeldoorn en de heer
lijkheid het Loo bezit zy o.m. het collatie-
recht. Van dit zeer oude recht was door du
wyleu Z. M. Koning Willem Hl by het be
roep van ds. Hattink, oudsten predikant te
Apeldoorn, geen gobruik gemaakt; de Am
bachtsheer volstond met zyne handteekening
te plaatsen onder den beroepingsbrief. Toen
echter in 1910 door de Ned. Hervormde
Gemeente to Apeldoorn en hot Loo tot de
instelling van een derde predikanteplaats werd
overgegaan, deed H. M. den kerkeraad weten,
dat zy voornemens was, ditmaal baar collatie-
recht nit te oefenen. Het gevolg hiervan
was, dat niet de kerkeraad maar de Koningin
een zestal (predikanten van de ethische rich
ting) samenstelde, waaruit, zooals gebruikelijk,
de kerkeraad (gemeente) een keuze mocht
doen. Dit kerkelyk college ging toen de zes
predikanten hooren en koos ds. Westerman
Holstyn uit Waardenburg, die, naar het den
leden voorkwam, het naast stond aan de
orthodoxe richting hunner kerk.
Tijdstippen van varzending i
Brievenmalen.
Naar Oost-Indië
p. zeepost yïs Amsterdam 6 en '20 Dec.
p. zeepost via Rotterdam 13 en 27
p. Ho», mail via Oenua|l7 en 31
p. Ho», mail viaMarseille'10 en 24
p.Franschem.viaM»rseille|l3 en 27
(v. Atjeh, Sumatra's
kust en Benkoelen
op verlangen d.
p. Duitsche m. via Napelsjll
6.55 'sav.
6,55 's av.
6.55 'sav.
3.40'snm.
6.55 av.
Naar Palembang, Rionw, Banka, Billiton
i Borneo:
p. Eng. mail v
i Brindisii
Dec. i8.45'si
p. Ho», mail via Genua 17 e
p. Ho», mail via MarseiUe 10 e
(alleen op verl. der afz,)j
p.Fran8chem.mMar3eille|l3 en 27
p. Duitsche m. via Nspels|ll en 25
Naar Atjeh en de Oostkust vau Sumatra
eiken Vrijdag 3.45'smor.
31 Dcc. G.55 'sav.
Eng. m
Ho», i
i Brindisi
ia Genua
Marsoille
(alleen op verl. der afz.)
p. Franscbe m.viaMarseille
(v. Atjeh all. op verl. d. afz.)
p. Duitsche m. via Napels
10 en 24
11
3.40 'sni
Naar Guyana (Suriname):
p. zeepost via Amsterdam 19 Dec. 16.55 's a'
p. mail via Queenstown 6 en 20 |3.40'sun
p. mail via Southampton 16 en 30 |6.55 's a
(alleen op verl. der afz.)
p. mail via St. Nazaire 23 |6.55 'z a
Naar Cura^ao, Bonaire en Aruba:
p. zeepost via Amsterdam 19 Dec. 6.55
eiken Dinsdag
Vrijdag
1 Jan.
p. mail via Southampton e
of Queenstown.
p mail via Hamburg
(alleen op verl. der afz.)
Naar St. Martin, St. Eustaiius en Saba:
p. zeepost viaAmsterdami 19 Dec. 16.55 'sav.
(alleen op verl. der afz.)
p. mail via Engeland ,|16 en 30 |6.55 'sav.
Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier-kolonie
en Transvaal
eiken Vrydag, 8.80 's namiddags.
Voor Hr. Ms. „Gelderland" naar
Konstantinopel en voor Hr. Ms.
„Eortenaer" naar S m y r n ades Zon
dags, 12 nur 's midd. en op werkdagen, 7 uur
'sav. (dageljjks).
WIJ zenden van ingezonden stukken, in
dien wij dat noodig oordeelen, een afdruk
aan belanghebbenden, ter beantwoording in
hetzelfde nummer.
Alle stukken bestemd voor de Redactie
en voor de administratie, te richten aan
C DE BOER Jr., te Helder.
FEUILLETOH.
a?)
Men was in de boot ook reeds oplettend
geworden. De bemanning liet de riemen
rustenwat de kogels niet hadden kunnen
doen, zon de haai nu volbrengen. Hande-
coeur was intnsschen te ver zydelinga van
de roode klip afgezwommen, zoodat Collivet
en Jacquemin niet dadelyk hadden kunnen
zien, wat daar voorviel. Zy zagen slechts,
dat hy opnieuw van de oppervlakte verdween,
en dat deze dadelyk daarop een roode kleur
„Hy heeft genoeg',, meende een der op
zieners in de boot.
„Arme duivelzeide een ander mede
lijdend.
Maar onmiddellijk daarop vernam men een
algemeenen kreet van verbazing, want men
zag het lichaam van den haai, met den
opengesneden buik naar boven, op het vr
drijven. Het hoofd van Haudecoenr besp
den sy echter reeds dicht by de kost; hy
deed een laatste, krachtige poging, om deze
zoo spoedig mogelijk te bereiken. Het was
onmogelijk hem met de boot te bereiken,
want langs de geheele kust lagen zooveel
verweerde rotsmassa's, verhieven zich zoo
talrijke klippen en rillen, dat zy slechts zeer
voorzichtig konden varen en ieder oogenblik
moesten uitwijken of een omweg maken. Zij
wacbttea daarom, tot hy den «ever aeu
treden, om beter te kunnen mikken.
Doch het was Haudecoeur ook zeer duide
lijk, wat hem aan land bedreigde, en hy
koos daarom een plaats van de met kloven
voorziene kust, waar hy dadelyk achter voor
uitspringende klippen bescherming en dekking
vond. Hier was hy boiten den gezichtskring
ook bniten schot van hendie op de
roode klip ea beueden aan het strand op
i loerden. Maar nu voelde hfj «ich ook
geheel uitgeput: zyn beenen konden hem
nanwelyks meer dragen, alles begon hem
voor de oogen te draaien, en nog erger dan
iets anders pijnigde hom de vreeselyke dorst.
Gelukkig storten langs het strand talrijke
beken in de zee, waarvan de meeste door
diepe, steile spleten loopen. Zioh met zyn
laatste krachten van klip tot klip voort
slepende, sciet hy op een beek, wierp zich
op den grond neer en slorpte met onbe
schrijfelijk welbehagen hot koele vocht, dat
zyn levensgeesten opwekte en hem w
nienwe kracht en hoop gaf.
Nadat de dorst gestild was, plaagde de
honger hem nog. Hy plakte cn verslond
eenige vruohten, die aan dit gedeelte der
kust worden gevonden en stelde daarmede
voor eenigen tyd zyn maag tevreden. Maar
dadelyk daarop volgde een vreeselyke reactie
hy werd op eenmaal zoo zwak als een kind,
de boenen waren hem als gebrokoD, een
vreeselyk gewicht drnkte zyn lichaam terneer,
en een onoverwinbare neiging om te slapen
maakte zich van hem meester.
Haudecoeur wist zeer goed, dat men van
de naaste post reeds tor zyner vervolging
was uitgerukt, dat ook de boot spoedig zou
landen en de bemanning hem ook zou trachten
op te sporen. Als hy dos hier zoo dicht bjj
de pest en de reode klip bleef liggen en in
sliep, leverdo hy zich als het ware vry willig
nit, want hier moest men hem stellig vinden.
Maar het was hem onmogelijk, zyn vlucht
voort te zetten; instinctmatig klom hy de
rots nog iete verder op en liet zich toen,
half bewusteloos, in een diepe spleet valleD,
die gedeeltelijk met dorre bladeren, gedeel
telijk met struiken gevuld was.
Daar bleef hy liggen en viel byna oogen-
blikkelyk in een vasten slaap. Deze onvoor
zichtigheid, die hy werkelijk niet met opzet
en bewustheid beging, maar omdat by niet
anders meer kon, zon hem juist redden. Al
zyn vervolgers veronderstelden, dat by zyn
vlucht zoo spoedig tqogelyk vorder landwaarts
had voortgezetniemand vermoedde, in welken
toestand der nicerate uitputting hy zich had
bevonden, en dus dacht er ook niemand aan,
zoo dicht by den oever nog verder naar
im te zoeken.
Eon patrouille sloeg een voetpad in, dat
lar kaap Coulvain voerdede soldaten
n ongeveer op eon afstand van twintig
langs de plek, waar Haudecoeur lag,
te vermoeden, dat de gesochte soo
dicht by hen W39. Van die kaap voeren
paden naar alle richtingen, die dan alle op
den grooten weg van Bonrail naar Gornen
nitloopen. Overal zochten de gendarmes rond,
deden overal navraag, maar nergens was een
spoor van den vluchteling te ontdekken.
Deze ontwaakte eerst midden in den nacht
door den hoe langer hoe meer knagenden
honger. Hy stilde dien met wilde vrachten,
die hy vond, en begaf zich toen met de
grootste omziohtigheid landwaarts. Toen de
dag aanbrak, had hy een uitlooper van het
Udicqgebergto bereikt; hier wareD geen
wegen, ja, zelfs geen voetpaden meer, en hy
koR sich vrij ">Ug achten. Maqr wat baatte
hem dit, als hij van honger stierf Hy zette
zich onder dieht struikgewas neder, om uit
te rusten. Zyn bloote voeten bloeddeD, zyn
zwakheid Dam hoe langer boe meer too.
Herhaaldelijk had hy vruchten geplukt en
gegeten, maar deze konden hem toch geen
kracht goven. Daar liet zich dicht by hem
een vlucht wilde duiven neer; hy raapte
een steen op en slingerde die midden onder
baar. Hy had het geluk er een van te treffen
vuur maken kon hy niet, das moest by den
buit, even als een wilde, ranw verslinden,
waaroor echter het vreeselyk knagen in
zyn maag toch eenigszins verminderd werd.
Toen kon hy weer inslapen en werd eerst
tegen den avond wakker. Hy wachtte echter,
tot het geheel nacht was geworden, eer hy
zich weer op weg begaf.
Toen het licht werd, zag hy esn ontzag
gelijke kudde ossen voor zich, die bewaakt
werden door een bereden herder, met een
reusachtige zweep gewapend. Twee groote
honden liepen naast het paard en hadden
den vreemdeling canwelyks geroken, of zy
stortten met woedend geblaf op hem los.
Het fluiten van hun meester bracht
staan; toen reed deze langzaam naar Hau
decoenr, die hem mot smeekende gebaren de
handen toestak.
„Erbarming, mijnheerzeide hy.
„Wat wilt gy
„Sedert drie dagen heb ik niets anders
gegeten dan eenige vruchten, die ik langs
den weg plukte. Ik sterf van hongergeef
my iet6 te eten!"
De woest uitziende ruiter beschouwde hem
oplettend, terwyl de honden den vluchteling
bcsDufielden..
„Heet gij miet fl&adcceevr vroeg by
toen.
„Waarom vermoedt gij dat
„Dat is zeer eenvoudig. Gisteren was hier
n patrouille, die my uw signalement opgaf.
Wy syn hier nog niet ver genoeg van de
strafkolonie verwyderd, om niet te vernemen,
wat daar voorvalt". Toen Haudecoeur een
wanhopig gebaar maakte, voegde hy er goed
hartig bij„Vrees niets, ik zal u niet ver
raden I De gendarmes zyn ook niet over dien
heuvelrug gegaan. Als gy dien over zyt, sult
gjj voor uw vervolgers in veiligheid zyn".
Hy haalde uit zyn mantelzak brood, kaas
t een groot stuk gekookt vleesch te voor-
:bijn, dat by den vlnchtoling overhandigde.
Haudecoeur had nauwelijks nog zooveel
kracht om te bedanken; hy viel gretig op
het zoolang ontbeerde voedsel aan, terwyl
de herder met een medelijdend lachje toezag.
Hy stoorde hem niet by zyn maaleerst
toen zyn gast klaar was, vroeg hy ,-En wat
denkt gy nn te doen
„Ik weet het niet".
„Waar wilt gy heen gaan
„Ik wil slechts ver genoeg vluchten, op
dat men my niet weer kan vatten".
,Maar weet gy dan ook, dat gy daardoor
oen byna zekeren dood in de wildernis tege
moet gaat?"
„Dat heb ik vroeger reeds vernomen.
Maar toch staat myn besluit vast. Want ik
zweer u, ik ben onschuldig, men heeft my
ten onrechte veroordeeld, en tehuis heb ik
myn vrouw en twee kinderen moeten achter
laten. Ik wil ze weerzien het moge kosten
wat het wil I"
„Dat is er de goede wog niet voor",
I bromde de herder, „maar dat is uw sa«k.
Kom mot rajj, myn verblijf is nauwelijks een
kwartier van hier. Daar zal ik u levens
middelen vsor drio of vier dagen medogeven"
De herder gaf den honden, die hem op
lettend aanzagen, eenige bevelen, toen liet
hy de weidende kudde aan hun zorg over
en reed langzaam voort, terwyl de vluchteling
hem met moeite volgde, want zyn voeten
waren erg gezwollen en deden hevige pijn.
Spoedig bereikten zy een hut, waar de ruiter
afsteeg. Hy ging naar binnen en verscheen
spoedig weer met een zak, die met brood en
met gedroogd vleesch was gevuldzelfs ont
brak er niet een flesch brandewyo.
Toen Haudecoeur hem met tranen in de
oogen bedankte, antwoordde hy„Bedank
mij niet. Ik ben een gedeporteerde gelyk gy.
Ik heb twintig jaar gekregen en ben hier
sedert eenigen tijd als herder aangesteld.
Het is een zware dienst, maar dat is niets
ik gevoel er my wel by". Toen zyn bescher
meling afscheid nam, voegde hy t>nog by
„Als gy kameradeD van my mocht ontmoeten,
behoeft gij u slechts op my te beroepen. Ik
heet Leon Mortier, en nu veel geluk op reis
Haudecoeur begon zyn wandeling weer,
hy had nu levensvoorraad voor verscheidene
dagen. Met groote moeite besteeg hy deD
bergrug, dien Mortier hem had aangewezen,
en kwam ic het oerwoud, dat het binnenste
van bet eiland bedekte. In de toppen der
woudreusen fladderden bier en daar parel
hoenders en papegaaien stelden hun vederdos
ten toon dan weer kwamen er groote streken
met ondoordringbaar kreupelhout, waar by
omheen moest gaan. Angstig klopte hem|bet
hart, want men had hem gezegd, dat in deze
streek wilde stammen luisden. Maar hy had
bjjoa nog meer voor de kwellingen van den
dorst te vreezen, want ofschoon de beken en
riviertjes aan de kust zeer talrjjk zyn, vindt
men die in het binnenland slechts zeer zeld
zaam. (Wordt vervolgd.)