KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Heldor7axel, Wiaringen en Anna Paulowna. Nieuwjaarsgroet. DenHelder en 't Eeuwfeest van No. 4159. Woensdag 18 December 1912. 40ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct, buitenland 11.25 Pre- Zondagsblad 374 45 f 0.75 odeblad J Modeblad (Voor bet buitenland bij Advertentüa Tan 1 tot t regels (bg vooruitbetaling) 80 cent. Elke regel meer. 6 Bewgt-exemplnar24 Vignetten en groote letters worden naar plaatsrnimte berekend. Intarc.- Talafoon SO. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.Uitgoaer: C. DE BOER Jr. BERKHOUT t Co.), Helder. Bureaus: Spoorstraat an Koningstraat. Eerste Blad. Zij, die zich met I Januari a.s. op dit blad abonneeren, ont vangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. Onze lezers, die met 1 Januari a s. aan Familie, Vrienden of Begun stigers in onze Courant een Welkomstgroet willen plaatsen, worden beleefd uitge- noodigd hunne opgaven tijdig in te zenden. DE UITGEVER. w. G. DE BAS, le Lultonant der Vesting-Artillerie, gedetacheerd aan de Hoogere Krijgsschool. XIV. N.y. Stoombootdienst van GEBRS. ZUR NUHLEN. Dagelijks i Mieuwediep—Amsterdam. V.V. Vertrek van Nieuwediep, 's morgens 7.45 uur. Van Amsterdam, 's morgens 10 uur. Retour onbepaald geldig, lste klasse fl.60, 2de klasse fl.10. Kinderen beneden 10 jaren half geld, beneden 3 jaren vrij. Den 29en April werd door den Minister van Oorlog de Leneraal de Jonge in kennis gesteld van de overeenkomst die op 23 April door de Verbonden Mogendheden te Parijs was gesloten. Artikel 3 dezer over eenkomst bepaalde, dat 10 dagen na dag- teekening der overeenkomst de plaatsen, forten en militaire inrichtingen in Neder land, door de Fransche troepen moesten worden ontruimd. De Majoor Nacquart, die door de Fransche Regeering was benoemd tot commissaris bij de ontruiming dei- Stelling van den Helder en der Vesting Naarden, kwam reeds dienzelfden avond te den Helder aan. Tot commissaris der Nederlandsche Regeering werd benoemd Generaal de Jonge, in technische zaken voorgelicht door de kapiteins der Artillerie Keelner, Gueriot de Betzeaud en den luitenant der Genie van Asperen, en in nautische zaken door den brigadier ter zee Wolterbeek. De Majoor Naoqoart bracht tevens alle officieele manifesten en procla maties van Napoleons val en diens ver banning naar Elba, met behoud van den Keizerstitel, een deel zijner lijfwacht en de souvereiniteit over het eiland zijner ge vangenschap. De Fransche Ministers van Oorlog en Marine machtigden den Admiraal do Stelling van den Helder over te geven. Duze verzette zich tegen elke overhaasting, waarmede Majoor Nacquart deze ontrui ming wilde bespoedigen. Den 30en April werd de Oranjevlag te den Helder geheschen en aan de Neder landsche Regeering om zending verzocht van ambtenaren der Rijksbelasting tot in klaring der binnenvallende schepen. Zondag, 1 Mei, 's morgens om 8 uur, werd de volgende proclamatie uitgevaardigd: „Waarschouwing. „Toestemming door den Commandant van „het dragen van Oranje en uitoefenen van vreugdeteekenen. „Als een gevolg der schikkingen en „daaruit voortgesproten vriendschappelijke „betrekkingen der geallieerde Mogendhedens „met Vrankrijk, is door Zijne Excellentie „de Vice Admiraal, Commandant en Chef, „aan de Maire bekend gemaakt, dat het „dragen van het nationale vereenigings- „teeken Oranje aan de ingezetenen dezer Gemeente vrijstaat, zooals over de gelukkige „afloop van het beleg alle gepaste vreugde ntekenen het uitsteken van vlaggen. „De Maire herinnerd tevens de Inge zetenen dezer Gemeente, dat ingevolge de „plaatselijke ceuren verboden is het schieten „met geweren of pistolen, alsmede het af steken van voetzoekers of zwervers, of „iets anders te bedrijven, dat voordealge- „meene rust nadeelig kan zijn, op poene „bij gemelde ceuren vastgesteld. Helder, den len Mei 1814. A. J. A. van Westerholt. De leeraren der verschillende gezindten werden verzocht, hunne gebeden voor den Souvereinen Vorst ten Hemel te zenden. Den len Mei bracht Admiraal Ver-Huell den Generaal een tegenbezoek in 't Hol- landsche hoofdkwartier te 't Zand. Na een langdurig onderhoud kwam men in hoofd zaak omtrent de wijze van ontruiming der Stelling en overgave van het eskader tot een vergelijk. Aangaande drie punten ver langde de Generaal echter nog de nadere machtiging zijner Regeering, n.1.: le. Toekenning aan de bezetting van een geldelijk voorschot. 2e. Medevoering van drie stukken ge schut. 3e. Levering van eenige bepaalde trans portmiddelen. De bezetting verlangde een geldelijk voor schot ter betaling hunner schulden in den Heidér en ter voorziening hunner behoeften tjjdens de reis. De Nederlandsche Regeering antwoordde hierop dat particuliere schulden der bezetting haar niets aangingen, doch kwesties waren, die geregeld behoorden te worden trusschen schuldenaars en schuld- eischers. Om echter tegemoet te komen aan de meest dringende behoeften van het garnizoen werd de Generaal gemachtigd op quitantie een voorschot te verleenen van flO.OOO, waartoe hij kon beschikken over het crediet van f120.000, dat hem op 16 April was verleend. De bezetting wenschte mede te voeren een 12 ponder, een 6 ponder en een houwitser. De Parijzer conventie sprak slechts over medevoering van drie veldvuurmonden per 1000 man. De Stelling nu beschikte slechts over vestinggeschut en 950 man bezettingstroepen. Niettemin stond de Hollandsche Regeering toe, 3 stukken mede te nemen, voor zooverre het betrof vuurmonden van 4, 3 of desnoods 6 pond, waaronder een houwitser. Het toekennen van 12 wagons tot vervoer van archieven en bagage, alsmede van 5 kayen ter trans port van zieken tot Lillo bij Antwerpen werd aan 't beleid van den Generaal zelf overgelaten. Den 3en Mei werden eindelijk de zoo lang besproken conventies wederzijds be krachtigd. Er werden tusschen Admiraal Ver-Huell en den Generaal de Jonge twee overeenkomsten opgemaakt. De eerste regelde de ontruiming en overgave dei- vestingwerken met toebehooren en de terug keer der bezetting naar hunne haardsteden, zonder vervolging om politieke redenen. De tweede overeenkomst, die de overgave van het eskader regelde, is van zeer groot gewicht geweest voor ons land. De Parijzer conventie n.1. sprak alleen over ontruiming van Hollandsch grondgebied en overgave der vestingwerken met toebehooreu. Een nader vredestractaat zou beslissen, wat er met de oorlogsschepen en maritieme in richtingen zou gebeuren der verschillende oorlogshavens. De Generaal de Jonge en de Majoor Nacquart waren slechts als commissarissen bevoegd tot regeling van de overgave en ontruiming der vesting werken; omtrent het eskader bezat de Admiraal geen besliste bevelen. De Generaal poogde Ver-Huell te doen inzien, dat het bevel tot vertrek der schepelingen over land naar Antwerpen eene ontruiming van het eskader in zich sloot, doch dc Admiraal eischte veiligheidshalve overgave en ont ruiming van het eskader bij afzonderlijk tractaat. Bij den aanhef der overeenkomst rechtvaardigt hij zich ongeveer aldus: Ingevolge de conventie van Parijs d.d. 23 April 1814 moet de Fransche bezetting de Stelling van den Helder ontruimen; hier door wordt het Texelsch eskader en de Maritieme inrichtingen zonder toezicht achtergelaten; het vertrek van garnizoen en bemanning maakt dit toezicht nood zakelijk; dit kan niet anders geschieden dan door troepen van den Souvereinen Vorstj; daarom besluiten beide bevelhebbers tot de regeling in de overeenkomst vervat. Het groote gewicht dezer overeenkomst is nu gelegen in het feit, dat een later trac taat, van 30 Mei 1814, ten aanzien der oorlogsschepen in de havens bepaalde, dat de betrokken natie deze met Frankrijk zou deelen in reden van 12, uitgezonderd het Texelsch eskader, welks overgave diende be schouwd te worden als een voldongen feit. Aan Ver-Huell's schrandere voorzichtig heid dankt Nederland dus het behoud van dit deel der vloot. In een allervreemdsoortigst schrijven d.d. 3 Mei kwam de Regeering plotseling terug op al hetgeen ze tot dusverre had toege zegd; ze wenschte plotseling de conventie van Parijs beschouwd te zien als enkele en uitsluitende basis van onderhandeling. Doch Generaal de Jonge liet zich niet van zijn stuk brengen: de overeenkomsten waren eenmaal geteekend, hij had de Regeering vooraf in alles gekend en hand haafde de reeds wederzijds bekrachtigde besluiten. Den 4en Mei schreef de gewezen Minister van Oorlog, Baron Bentinck tot Buck horst, aan Generaal de Jonge: „Ik wensoh u ge- „luk, eindelijk van die ellendige blokkade verlost te zijnik kan u tot mijn ge noegen mededeelen, dat men zeer tevreden over u is (Wordt vervolgd.) NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 17 December. Zeelichter vergaan. Viissingen, 14 December. De zetliohter „Minnie", welke gisteren van hier vertrok naar Brazilië, gesleept door het Duitsche stoomschip „Ekbatana", is waarschijnlijk vergaan. Het stoomschip is op de reede teruggekeerd en weet niets van den lichter af, welke dns vermoedelijk in den storm is verongelukt. Er bevonden zich vijf personen aan boord, onder wie twee Vlissingers. Een duur uitstapje. De kanonnier der vestingartillerie te Naar den, die in het begin der vorige maand uit het arrestloki.il ontsnapte en met medeneming van een rijwiel zijner kameraden, benevens andere uitrustingstukken, vluchtte, werd door den krijgsraad te Haarlem veroordeeldle tot militaire gevangenisstraf van 5 maanden wegeos desertie2e tot gevangenisstraf van één jaar met ontzetting van het recht om bjj gewapende macht, of als geëmployeerde te dienen voor den tjjd van 5 jaren, wegens diefstal, waarbij de schuldige zich den toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door inklimming, gepleegd terwijl nog geen 5 jaren waren verloopen sedert de schuldige een tegen hem wegens „heling" uitgesproken gevangenisstraf geheel had ondergaan. Een nacht courant. Daar een groot gedeelte der bevolking van Berlijn 's nachts aan den boemel is, is te verwachten dat een „nachtblad" zeer zeker levensvatbaarheid zal hebben. Das kleine Nacht-Journal is juist verschenen. Het verschijnt om 10.90 en wordt verkocht in straten en plaatsen, waar het „nachtleven" zich concentreert. De eigenaars gelooven, dat de oplage zeer groot zal worden. De tweede Slmplon-tunnel. Vrijdag zijn de werkzaamheden voor de tweede Simplon-tunnel begonnen. Het werk zal ongeveer 7 jaren duren. Aartehertogin Eleonore verloofd. WeeneD, 14 Dec. Volgens de „Wiener Ztg". heeft aartshertogin 'Eleonore, de oudste dochter van aartshertog Karl Stephan, de neiging volgende, die zjj reeds vele jaren koesterde, zich in September met medeweten van den keizer en toestemming harer onders, verloofd met den luitenant ter zee Von Kloss. De aartshertogin heeft thans afstand gedaan van alle rechten als lid van het keizerlijk huis. Sterfgevallen. In het Duitsche tijdschrift „Marz" komt Friedemann tot de volgende merkwaardige conclusies In Duitschland sterven er elk jaar 13,000 tot 14,000 personen tengevolge zelfmoord, 10,000 door beroepsongevallen, 1000 worden vermoord en verscheidene duizenden sterven door verschillende ongelukken. Er zijn aldus elk jaar een 80,000 menschen die een ge- welddadigen dood sterveD, en dat in vollen vrede. Indien men van de zelfmoordenaars de vrouwen en kinderen uitsluit, blijven er op 300,000 sterfgevallen 10,000 zelfmoorden. Eén man op de 30 zelfmoordt zich. De oorlog van 1870 kostte het leven aan 26,000 Duitsche soldatende nijverheid kost ons elk jaar 6000 dooden en 70,000 gekwetsten. Alles ge rekend, sterft er in de Duitsche steden één man op de tien een gewelddadigen dood. Men heeft geen denkbeeld van de energie die de natie moet verbruiken om te leven. De krachtsontwikkeling, door een oorlog ver- eiacht, is in vergelijking onbeduidend, maar zy schijnt grooter, omdat dan alleB in ééne richting werkt. DE WEEK. 15 Dec. Er is een heel-apart soort van gemoeds opgewektheid, van veerkracht, van levenslust, joligheid, ook eene dosis gemoedelijke opper vlakkigheid, zeker een taai zennwgestol voor noodig om, na vele, vele dagen te hebben geluisterd Daar het debat, genaamd Algemeene Beschouwingen over de Staatsbegrooting-1913, eene rede te houden, zooals de premier Vrijdagochtend j.1. hield. In tegenstelling met vorige j»ren, by zulke gelegenheid, was hjj vroolyk, in voortreffelijk humeur, aller- genoogeljjkst. In de zaal werd alom gehoest, gekucht, Deuzen-gesnoten. Hjj, de premier, slechts schijnt onaantastbaar voor het mon stertje der verkoudheid, nu overal slachtoffers vallen, 't Echte „Zondagskind der Fortuin" goljjk hjj door verschillende sprekers was ge noemd. Volstrekt niet gedrukt door de ge dachte, dat straks, over een zestal maanden, het oogenblik kan slaan, waarop hjj zich heeft te verzoenen met do gedachte, woldra Excellentie-at te zjjn. Inderdaad, de heer Th. Heemskerk heeft gelijk tusschen dr. Knyper en hem bestaat een wel zeer groot verschil I Het norsch-autoritaire, 't dictatoriale, het uitdagende en bedreigende, ze zjjn dezen premier volmaakt vreemd. Is er oen tekort aan waarachtigon ernst? Heeft men hier te doen met eene luchthartigheid en onaan doenlijkheid, welke wortelen in iets als „es ist mir alles ja Wurst!", zooals sommigen beweren Wordt deze vlinderachtige levensbeschouwing vertolkt door hetzwierig- grappige, zwaaiende armbeweeg, waarmee de heer Heemskerk den voorzitter toewuifde, toen deze hem verbood te zeggen„Daar is geen woord van waar" tegen mr. Putjjn Vrjjdag maakte de premier excuus over dat lichteljjk-onparlementaire woord voor „de geachte afgevaardigde vergist zich hier te eenenmalemaar bij het excuus voegde mr. Heemskerk het complimentje, aan jhr. O. van NispeD, hoe Z.Exc. de pogingen van den voorzitter om het decorum der Kamer te be schermen „hoogeljjk waardeert". Daarmee dus tevens den praeses, die eene „goede aanteekeDing" kreeg, fijntjes aan 't verstand brengend, dat der gel ij ko pluimpjes slechts mogen uitgereikt, in dezen vorm, door den minister-president, op wien, slechts in het uiterst geval de presidiale censuur behoort te wordeD toegepastO, niemand zal be twisten, dat mr. Tb. Heemskerk is een „homme du monde"; iemand van tact, van hoogsche vormenzeer aangenaam in den omgang. Maar verder Hjj, premier, heeft 't meer dan eens ge zegd ik wil liefst in zachten vorm, zoo mogelijk schertsend, de waarheid zeggeD. Vrjjdag heeft Z.Exc. 't nog eens „onderstreept", „Suaviter in modo, fortiter in re". Zacht in den vorm, krachtig met de daad aldus karakteriseerde de premier zjjo regeeringsbeleid. „Spreek toch niet aldoor Latjjn I" riep de heer Schaper hem toe „ik krjjg telkens het gevoel of ik er tnsschen word genomen De minister werd geen oogenblik boos. „Och, die oude Grieken en Romeinen zjjn zoo schilderachtigrepliceerde hjj, de armen wjjd-uitgespreid en de schouders op trekkend maar de heer Schaper lachte niet mee met de anderen. Eventjes later citeert de premier weer, bjj ongeluk in het Latjjn „Dignus est intrare Dadeljjk vertaalt bjj, wjjzond naar den Appingedammer afgevaardigde. „Hjj is waardig om er binnen te gaan". „Juist I" roept de heer Schaper. En de Kamer schatert van pret. Dat zjjn nu echt-HeemskerkiaaDBche grapjes, mopjes, loopjes, waar mee hjj de heeren in genoeglijke stemming houdt. Hjj spreekt voor 't vuistje weg. Heeft zelfs geen aan- teekeningen te raadplegen. Voor de virtuosen- manier, waarop deze redenaar met de enorme stof, welke hjj te verwerken had, speelt, moet men ontzag hebben. In dat opzicht is hjj met niemand, die ooit aan de groene tafel op het Binnenhof plaats nam, te verge lijken. En óók ia hjj heel anders dan andere grappici, minder overladen met „uien en 'n heel eind, in gehalte van „aardigheidjes", hooger dan de heer Roodhuyzen. Veel luch tiger, oppervlakkiger dan wijlen J. Heems kerk Acn., den vader van dezen premier. Van dezen zal hjj geërfd hebben de lief hebberij voor het laoceeren van een „mop". Maar de „manier" verschilt hemelsbreed tns schen vader en zoon. Ik zie hem nog staar, den premier van 1887, klein, stjjffiguurtje met boord en stropdas mode-1848. Boven het hooge voorhoofd de wuivende,grjjzende haren. Telkens het notitie-papier zóó dicht brengend bjj de sterk-myope oogen, dat 't de neuspunt raakte. Onbewegelijk staand bjj de regeerings- tafel. Slechte de rechterarm met 't papier ging op en neerDe bjjziende oogen schenen, terwjjl de redenaar voortging, in wjjde verte te staren. Het kleine, kleurige gelaat bleef steeds in ernstig-strakke expressie. En het kleine, saamgenepen mondje stiet dan, met brommig-norsch geluid, telkens stoetje-woor- dekens uit. Dan gebeurde 't wel, dat het papier langer dan anders tegen de neuspunt gedrukt bleefEu plotseling weerklonk Trooljjk gelach in het kringetje, dat zich bjj den premier had gevormd. Wat gebeurde er Vrooljjke gezichten zag men, Kamerleden, die de „mop" over-vertelden aan hen, die 'm niet gehoord haddenEn het lachen plantte zich voort, in de zaal, bereikte de perstribuneDe menschen op de publieke en gereserveerde, lachten maar mee, doende of zjj 'tóók hadden gesnapt. Intueschen stond de heer Heemskerk Azn. maar door te praten, alsof er niets ter wereld gebeurd was. De „aardigheid" was gedebi teerd met datzelfde brommerig-norsche klank je, strakke gezichtje Tusschen het jjseljjk-gerekte, saai-zwaar- op-de-handsche, loodzware debat in het Neder landsche Parlement en de causerieën van premier Th. Heemskerk bestaat een onder scheid als tnsschen een nationale hutspot- met-klapstuk en een luchtig, fjjn-prikkelend, de appetjjt meer uitlokkend dan verzadigend schoteltje van genialen chef-kok, die op 'n haartje weet, hoe hjj de magen der menschen zal Btreelen. Hevige prikkels zjjn er niet in Voor ras-bevredigde magen geeft hjj juÏBt-voldoende. En dat er zeer-stevige, zeer- solide geBtellen zjjn, die, na door den zwierig-hofieljjken kok bediend te zjjn, een prettig gezicht trekken, maar toch moeten erkennen, dat „ze een kinderachtig gevoel in de maag hebben," ja, dat is zeer wel mogeljjk. 't Zyn allerknnstigste evolutiëo, die deze premier vertoont. TelkeDS barst een salvo van applans los De man heeft zelf echt-pleizier van z'n succès. Maar de strenge critici van de echte „hoogere school" schudden glimlachend het hoofd en zwjjgen maar 't Is eene methode, waarvan een of andore Dtüove zich allicht zou nitroepen „Hoe kómt de man er in vredesnaam toe 1" De politieke tegenstanders hadden, weet meD, „de balans" van dit Kabinet op gemaakt. En een leeljjk deficit geconsta teerd De heer Th. Heemskerk kjjkt, zoo onder z'n lorgnet heen, de heeren's eventjes aan „NeeD, maar," zegt hjj met de stem van iemand, die zich „goed moet houden", „neen maar, dat is U toch geen ernst, wel Wie zal nn zjjn balans laten opmaken door iemand, die z'n doodsvjj&nd isden val van zjjn huis beoogt en er niet aan denkt om z'n schulden te betalen. Dat 's toch al te mal." Het systeem van de menschen te „ontwape nen", door ze aan het lachen te breDgen 't Is den strijd op allerkuDStigste, -handigste manier ontwjjkeD. Die deoken doet aan den „truc" van den student, die, de dagen vlak- vóór z'n examen alles van de muggen c. a. had bestudeerd, vasteljjk geloovend, dat prof. hem déarover zou aan de tand voelen En die, toen, tegen alle verwachting, prof. over den olifant begon, zich wist te redden door dit allerslimst „loopje"„De olifant, professor, is een veel grooter dier dan de mug, welkeWaarna eene zoo schitte rende rede over deze laatste diersoort volgde, dat prof. ten slotte, toen de pedel „horal" riep, verstaan had, hoe Z.H.Gel. over den olifant een en ander had wenschen te hoo- renEn de slimme student met vlag en wimpel summa cum lande ('t was nog in den ouden tjjdl) slaagde... Aan zulke diDgeu van jolige handigheid doet de premier van het vol rens dr. Knyper „in onvoorzichtigheid geboren" Kabinet tel kens denken. Inhoever de methode in de praktijk „de beste" zal blijken, een der „goedkoope" soorten is zij stellig 1 moet de toekomst leeren. Ze herinnert U meermalen aan een paar oren, doorgebracht in het vriendeljjk- onderhoudende gezelschap van een geboren causeur. De man overstelpt U met een vloed van woorden, van fraaie, van sierljjk-ge- bouwde zinneD. Als Uw aandacht dreigt te verslappen, dan weet hjj U, door een leuken kwinkslag, weêr te prikkelen, te boeien Maar als hjj uitgecauseerd is, dan vraagt-ge U af, vruchteloos na-peinzend„Wat heeft hjj nu eigenlijk betoogd?"... Dat is iDtusschen zeker, dat de premier in de graHwe, benanwende massa van eindelooze praatstof, der sombere, donkere dagen voor Kerst-1913 een paar echt-genoegeljjke, haast jolige nurijes heeft gebracht 1 Mr. Antokio. INGEZONDEN. Mjjnheer de Redacteur 1 Vergun ondergeteekende een kleine plaats ruimte voor het volgende, naar aanleiding van het ingezonden stuk van P. A. S. in Uw nummer d.d. 7 December. Laat ik beginnen met te zeggen, dat ik met de firma Van Houten niets uitstaande heb, doch alleen voor het goed recht wensch op te komen. P. A. S. is volgens mjj volkomen de kluts kwjjf, waar hjj spreekt over een geljjk geval en verwart zoo volkomen twee zaken, dat ik meer overhel naar de meening, dat hjj deze gelegenheid aangegrepen heeft, om eens zjjn verontwaardiging nit te spreken over het feit, dat iemand zjjn eigen geloofs- genooten de voorkeur geeft boven anderen. Maar ik vraag U, of deze manier van doen afkomstig is van Protestantache dan wel van Roomsche zjjde en dan zal P. A. S. met mjj eens zjjn, dat reeds in het wezen der Roomsche kerk opgesloten zit: het voortrekken van geloofsgenooten bovea alle anderen. Immers ieder weet, of liever moet weten, dat een Ingezonden Mededeeling. mnderiijdschrifT verscnijni ALLE 14 DAGEN EN-1S OVERAL-GRATIS-VERKRIJGBAAR VOOR-ELK K00PER VANSOLQmRQARINE A ■^■ISctPERPono goed-geloovig Roomsche niet met Protestanten mag omgaan, niet bjj hen mag koopen, of anderszins. En is nu de Protestant, wiens godsdienst hem leert, dat alle menschen broeders zjjn, en die allen geljjk behandelt, omdat hjj niet bevreesd is, dat zjjn geloof verzwakken zal door omgang met andersdenkenden, is die Protestant niet verplicht hetzelfde te doen, wat P. A. S. afkeurt, als hjj merkt, dat hjj met de eerstgenoemde wjjzo van handelen zichzelf en de zijnen ten onder brengt, omdat de Roomschen hem links laten liggen. Groot geljjk heeft de firma Van Houten, groot geljjk en 't was te wensohen, dat meer Protestantsche firma's haar voorbeeld volgden, alleen was 't misschien beter, dat zjj dergelijke zaken niet adverteerden, maar in 't geheim behandelden. U, mjjnheer de Redacteur, bjj voorbaat d"kmd' Peot.st.xi, Mjjnheer de Redacteur! Gaarne zag ondergeteekende het volgende in uw veelgelezen blad opgenomen. De heer P. A. S. zegt in zjjn ingezonden stuk d.d. 7 Dec. j.1.: „Mag ik u eens een geljjk geval meedeelen". Met dit g e 1 jj k geval ben ik het niet eens. Afgaande op verslagen uit verschillende couranten was de aciie van de heeren Fer- werda db Thieman uitsluitend tegon de Is raëlieten, terwjjl do heer v. Houten vraagt werkvolk van de P.G. Daar de heer P. A. S. het onaangenaam vindt, dat ook de R.-C. niet bjj den heer van Houten in dienst kunnen komeD, wenscht ondergeteekende hem het ondervolgende ter overdenking aan te beveleo. De Roomsch-Katholieken in ons Vaderland geven sedert onheug'ljjken tjjd den slag aan eigen geloofsgenooten te bevoordeelen boven andersdenkenden, zoodat (niet uit beginsel, doch uit tegenweer) volgens meening van ondergeteekende meerdere Protestantsche firma's het voorbeeld van den heer v. Houten na moesten volgen. Kunt u, P. A. S., bjj de groote R.-C. firma's zooals b.v. Vroom Dreesman, die adverteert dat zjj 80 k 40 filialen in ons land beeft, waarin 10-tallen en nog eens 10-tallen meisjes intern zyn, hieruit één aanwijzen die niet Roomsch is Eo toch wordt er door 1000 en i\og eens 1000-tallen niet R.-C. gekocht. Is er nu geen één Protestansch meisje geschikt om in zoo'n filiaal te dienen, ook niet in een overwegend niet-Roomsche plaats Kunt u, P. A. S. één geval aanwijzen, waarbij aan een R.-C. school een Protestant als onderwijzer optreedt. (In de plaats van mijne inwoning en tal van andere gemeenten is een aparte R.-C. school met als hoofd natunrljjk een geloofsgenoot en het hoofd der openbare school is ook Roomsch Katholiek). Kunt u P. A. S. meerdere gevallen aan wijzen, waarin een Protestantsch dienstmeisje in een R.-C. gezin dient Neen niet waar Maar wel ziet men gebenren dat een hoop beste dienstjes bjj niet-Katholieken ook bezet zyn door Roomsche meisjes. Waarschynljjk heeft P. A. S. wel gelezen dat de heer Dnys den betrokken minister geinterpelleerd heeft over de houding van een R.-C. Burgemeester, toen iemand kwam solliciteeren naar de betrekking van veld wachter. „Zyt gjj Roomsch" was de vraag van dezen fa- natieken man, „want andera hebt ge geen kans". Verbeeld n indien de heer Burgemeester van den Helder aan een dergeljjk sollicitant eens vroeg: „Zjjt gjj Roomsch" want dan hebt ge heelemaal geen kans, wat sou P. A. S. daar van zeggen, en toch, in verband met het goede? voorbeeld door zjjn Roomschen collega gegeven, zou deze vraag zeer logisch zjjn. Ook ziet men gebeuren mjjnheer P. A. S., dat indien er voor algemeene (dus ook R -C.) armen collecte wordt gehouden boven dien bjj ons aan de deur komt„Collecte voor de Roomsche armen". (In de plaats mijner inwoning ééns per maand). Als P. A. S. om zich heen ziet znl bjj toch moeten getuigen dat alle instellingen van algemeen belang en nut ook open staan voor de R.-C., doch daarnaast stichten dezen bovendien eigen instellingen, waarin meestal voor iederen niet-Roomsche geen plaats is. Aan al deze dingen maakt de Israëliet zich niet schuldig. Deze menBchen vragen geen werkvolk van den P.G. of vsn don R.-C. De heer van Houton zou dus in navolging van groote R.-C. firma's voortaan zjjn ad vertentie aldus kunnen inrichten: Gevraagd enzbehalve R.-C. In verband met bovenstaande meent onder geteekende er P. A. S. op te mogen wijzeD, dat de hoer van Houton nog zoo erg laak baar niet is, waarschijnlijk heeft genoemde weikgevor ook wel eens aohter de schermen gekeken. De Roomsch Katholieken hebben hensch geen reden tot klagen in dien zien. Mjjn vader zei vroeger wel eens tegen me „Jongen", zei hjj, „er zjjn o zooveel men schen die midden door een sloot loopen en van beide wallen de beste puntjes af eten". U, Mynheer de Redacteur, dankende voor d» opname. „Piotestaxt". Waarde Redactie Mag ik ook van Uw gastvrjjhrid gebruik maken voor het ondervolgende Bjj voorbaat mjjn dank. In »'t Vliegend Blaadje* van 9 en 11 Dec. komen een paar ingezonden stukjes voor, waar ik ook wel wat op zeggen wil. P. A. S. begint met te wjjzen op TrianoD, welnu, waarde P. A. S., de heele wereld is één Trianon op boot, op spoor, tot zelfs in uw kerk sluit men den arme op een andere plaats dan degeneD, die beter kunnen betalen. Maar dit was de vlag om een andere lading te dekken, gjj wilde D.m.1. bekend maken, dat de firma Van Houten werklieden vroeg van het merk P.G. en niet van R.-K. Dat gjj daartegen protesteert, begrjjp ik volkomen, maar ge met één ding voorbjjdat ge het ook doen moest tegen nw eigen geloofsgenooten. Want her haaldelijk leest men in de bladen, dat dienst boden gevraagd worden, ook van het merk P.G. of R.-K. Zelfs do beide andere heeren vinden het billjjk, dat de firma Van Honten zulks doet, en een legt u een waschljjstje voor. Het doet mjj denken aan de pot en de ketel, gjj zjjt beiden zwart, gjj doet beiden 't zelfde, getuige het adresboek in Den Haag en het Heldersch Predikbeurtenblad. Ziet men niet in ons laad de geooaliseerden onderling de baantjes verdoelen Op een postkantoor worden anders niet geplaatst als R.-K., zegt de Minister aan het adres van dr. De Visser, met de bijvoeging: de dominéé zorgt daar voor de andere. Vraagt niet de burgemeester van Weert een politie-agent met als vereischte R.-K. Bezoek de ver schillende kerken, en zjj die predikenwjj zjjn allen broeders! doen anders niet als de een tegen den ander opzetten. Het komt nog zoo ver, dat, als er iemand te water ligt, men eerst vraagt, welken gods dienst beljjdt gjj en is hjj dan van een ander kerkgenootschap, loopt men weg en laat hem liggen. Zoo doet ook de heer Staalman, er is een drenkeling (figuurljjk) maar bjj is niet van mjjn kerk, dos kan ik hem niet helpen. Ik zou anders niet weten, dat iemand die hulp noodig heeft, niet op de een of andere manier is te helpen. Indien ik het mis heb zal de heer Staalman mjj wel willen oorrigeeren. Kjjk langs de straat, en men ziet de geloofsgenooten bjj de geloofs genooten inkoopen doen. De gereformeerde melkboer brengt bjj de gereformeerden melk en de moderne idem, ene. Winkeliers hetzelfde, kjjk maar wie bjj Domiré en Pastoor de artikelen brengen. Dus heeren, wees maar niet boos op elkander, want gjj doet beide 't zelfde. Of ik het dan goedkeur geenszins, maar m. i. is dit niet eerder uit de wereld, dan als de godsdienst verdwenen is, dus help daar aan mede, dan kan men zeggen ik ber

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1