KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HeltÈer, Texel, Wioringon on Anno Pouiownom
Ho. 4171.
Woensdag 29 Jannari 1918
4lste Jaargang.
't Yliegond Blaadje p. 3 m. 60 ct., fr. p. post 76 ct., buitenland f 1.26
Pre- Zondagsblad 374 46 f0.75
aaien I Modeblad
(Voor het buitenland bij rooruïtbetaliug.)
Advcrtentiea van 1 tol 6 regels (bij vosruitbstnling) 30 cent.
Elke regel meer. 6
Bewiji-exemplaar 2}
Vignetten en groote letter* worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon 50.
tfersohynt Dinsdag- an Vrijdagmiddag.
Uitgavar C. DE BOER Jr., Heldar.
Baraaui Koningstraat 89. intgrc. Teler. 60.
Eerste Blad.
Opgave van alhier gevestigde en vertrokken
personen van 17 Jan. tot en met 23 Jan.
Gevestigd.
Naam: Beroep: Woonplaats: Van: Ge),
i. W. Out, bootsman, Kanaalweg47, A'dam. N.H.
0. F. Vetter, matroos, Middelb. i
P. y. d. Horst, letten., Basstraat 35, A'dam. Geen.
li. Buiskool, predikant, Weststraat 115a, Texel. N.H.
A. Kemp, stoker, Californistraat 32, AV
K. Buikema, stoker, Molenstraat 80, A'
G. G. Pypenburg. marinier, Draaisteeg 2, A'dam. B.C.
C. ten Haken, marinier, Schagenstraat 6, Leiden.
A. Lastdrager, loodsl., Gasstraat36, Velsen. N.H.
N. Ey kei, serg.-hofm., de Ruyterstr. 66, A.-Panlow.
HJacobs, koopman, Vlootstraat 5, Uitgeest. N.I.
A. Gravenmaker, assistent-boormeester,
Breewaterstraat 10, Campina, (Roemenië.) O.C.
H.A.Jaarsma, loodsl., JanzenstraatBO, Velsen. N.H.
G. Rossen, werkman, Timmersteeg 11,
H. Krijnen, serg.-torpedom.,Hoogstr. 42, A'dam. H.L.
P. Duif, itoker, Breewaterstraat 15, N.H.
Vertrokken.
Naam: Beroep: Van: Naar: Ge).
P.J.Fluiter.houtz., Spoorgr.37, Wellington (N.A.) G.
Ripperman, typiste, Weezenstr. 56a, A'dam. Qeen.
G. P. Hendrikse, serg.-stoker, Breestr. 0 Malden. N.H.
P. Willemse, ketelmaker, Breestr. 18, Batavia. Geen.
H. de Vries, zeeman, Vischstraat 40, Utrecht. R.0.
S. Hania, stoker, Diaconistraat 3, Amsterdam. N.H.
B. Lokerse. serg.-schr., Binnenh. 91, Winschoten. O.G.
G. Steben, loodsl,, Middenstraat 40, Velsen. N.H,
0. Evarts, klerk post., Loodsgracht 6. A'dam. GeeD,
F. Haogsma, werkman, Artilleriestr.1, A'dam. N.H.
M. H. van Duim, luit. t. z. 2e kl.,
Plantsoenstraat 11, 's-Hage. Gi
i. u. aieinons, oakker, le Goverdw.str. 5, 's-Hage.
P. de Blooia, gep., Hoofdgracht 1, Haarlemmerm.
khp:
1'. 5.Groen, kap. d. Mar., Dgkstraatla, A'dam.
J. Ras, korp.-torpedom., Laan 29, Zwolle. Geen.
J. H. Kinder*, matroosziekenverpleger,
le Vroonstraat, Winnipeg. EX.
E OKringa, treinpoetser, -
2e Wilhelminadwarsstraat4, Hoorn. N.H.
L. Prins, serg.-torp.m., P. Heinstr. 50, Apeldoorn.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 28 Januari.
Burgerkring „Harmonie".
't Was Zaterdagavond waarlijk gezellig in
„Tivoli". De Burgerkring „Harmonie" hield
•r een buitengewone feestvierende vergade
ring voor leden en gelntroduceerden, die reer
zeker als volkomen geslaagd mag genoemd
worden.
Voor een talrijk publiek, dat de zaal b(jna
geheel vulde, sprak de voorzitter, de beer
Hartsinck, allereerst een openingsrede. Hy
verwelkomde de aanwezigen op hartelijke
wyao, hoopte dat men dezen avond tot een
recht prettigen en fcostelyken zou makeu, wat
tot een voorbeeld van eendracht en vriend
schap kon strekken en eindigde met de mede-
deoling, dat straks voor do wed. P. Hammer
die ziekelijk en behoeftig is, een collecte zou
gehouden wordeD.
Het spreekt van zelf, dat voor deze golegen-
heid een varieerend programma in elkaar was
gezet. Na het gezamenlijk zingen van het
Vereenigingilied, kranig gestenod door het
„Tivoli"-orkest, dat zich verder ook nu en
dan verdienstelijk liet hooren om de vroolijke
stemming er gedurig in te houden, kregen we
eenige voordrachten van den heer Dhont, die,
geestig van aard, dadelijk inBloegen. Vervol
gens werd opgevoerd een dramatisch zangspel
met piano-begeleiding, „Een doornig pad",
waarin Van Valen en z\jn zoontje Henri in
aangrijpende, meestal bekende melodieën, een
treilend staaltje uit het armoo loven gavrn.
Wat na de pauze ons nog verrastte
Eerstens „Vrome wenschen", opgedrapen aan
de Ned. Maagd, door heer on dame. Goed
uitgevoerd, viel dit nummer, met af en toe
een plaatselijk karakter, ongetwijfeld in den
smaak. Toen nog wat voordrachten van den
heer Dhont, die om hun hoogst komischen
inhoud uitermate boeiden en herhaaldelijk de
lachspieren danig in werking braohten. Ea
tot slot, in plaats van „Het bankroet van
don schoenlapper", dat door onvoorziene
omstandigheden moest uitvallen, een paar
heel aardige stokjes, waarvan het laatste,
„Het verloren minnebriefje", ons bepaald
vermaakte, want de jaloersche echtgenoot,
het onschuldige mevrouwtje, de dienstbode,
de huzaar en het bakkertje, dit vijftal speelde
uitstekend.
't Liep tegen h&lfééD, toen was er voor de
liefhebbert bal.
Genoemde collecte bracht op f 6.82.
Vellingsvereeniging.
Bovenstaande vereeniging hield Vrijdag
avond in „de Pool" eene algemeene ver
gadering. Slechts weinig leden waren aan
wezig, hetgeen vermoedelijk aan het slechte
weer was toeteschrijven.
De voorzitter, de heer Gijsberts, dit be
treurende, hoopte dat 1913 een beter jaar
mocht worden dan 1912 was geweest.
De notulen der vorige vergadering werden
zonder op- of aanmerkingen goedgekeurd,
en den secr. dankgezegd.
De rekening over het afgeloopen jaar, be
dragende in ontvangst f 111.65in uitgaaf
f79.52, met oen batig saldo van f32.13},
werd door eene commissie van 3 personen
nagezien en accoord bevonden, en den penning
meester eveneens dankgezegd voor zijn beheer.
In zyn jaarverslag constateerde de secre
taris, dat de vereeniging hoe langer hoe
meer blijkt in een behoefte te voorzien. Het
afgeloopen jaar heeft zich gekenmerkt door
lage prijzen, waardoor in menig opzicht de
verdienste verloren ging. Het kon echter
niet liggen aan de vereeniging, want op
andere plaatsen was het vaak nog erger.
De vraag rees of naar een ander afzet
gebied moeBt worden omgezien, doch voor
alsnog is dit niet noodig. Neemt echter het
aantal tuinders toe, dan zal het overweging
verdienen andere maatregelen te nemen.
Ia het verslag werd verder gesproken
over de wenscheljjkheid van coöperatie ten
opzichte van inkoopen vooral van kunstmest
en ramen, en aan de grossiers dank gebracht
voor hun steun, waardoor meer bereikt is
dan door tegenwerking.
In het jaar 1912 werd geveild voor
f84986.04, n.1.
Januarif 852.71
Februari 188.01'
Maart
ABDl;
569.77*
2085.19*
Meif 8006.82
Juni4040.18
Juli5935.15*
Augustus6468.43
September5466.21
Ootober8461.89»
November2164.27'
December1247.95
Totaal: f34986.04
Totaal vorig jaar: *21144.66'
hetgeen een verschil maakt van ruim f13800.
meer dan het vorig jaar.
Het ledental bedraagt 75 tegenover 50
het jaar tevoren.
Het verslag spreekt voorts met lof over
de keurige boekhouding en de hulp van
alle medewerkers en drukt de hoop nit dat
de bloei der vereeniging steeds moge toe
nemen.
De Voorzitter constateert, onder dank
zegging aan den secrotaris voor diens keurig
verslag, dat de vereeniging steeds vooruit
gaat. Thans is met lage pryzen meer bereikt
dan het vorig jaar met hooge.
De fungeerende beambten werden voor een
jaar herbenoemd.
Tot leden van de commissie van toezicht
werden herbenoemd de aftredende leden C.
Dito on Wal, terwjjl in de plaats van den
zich niet herkiesbaar stellenden heer Boel-
sums gekozen werd de heer W. Bakker.
De aftredende secretaris, de heer C. Adri-
aanse Jr. werd met 8 stemmen (alg. op 1 na)
herkozen en verklaarde de benoeming aan-
tenemen.
Bü de rondvraag vestigde een lid de aan
dacht op de kwestie van het hellen van
statiegelden. Een uitvoerige discussie ont
spon zich hierover en besloten werd dit voor
rekening van den belanghebbende te doen
blyven.
Op voorstel van een ander lid werd be
sloten in den nazomer eene vergadering te
beleggen om de zaak der coöperatie te be
spreken.
Hierna werd do vergadering gesloten.
Hollanders in Turkije. - Te water
en te land.
Het zal uwen lezers wellicht aangenaam
zy'n nogmaals iets uit rechtstreeksche bron
uit deze stad te hooren. Aan boord Hr. Ms.
„Gelderland" is do algemeene gezondheids
toestand gelukkig goed, ondanks het dikwijle
zeer gure weer. Van Kerstmis af regect het
hier byna alle dagen dsarby is h6t hier
zeer winderig. Voor do variatie sneeuwt het
af en toe; dan ziet de stad van de reedo
af gezien er zeer zchilderacbtig nit, doch is
een tocht naar de hoog gelegen Perastraat
met een waar modderbad gelyk te stellen.
Tot efor van de Hollandsche marine wys
ik er op dat alle opvarenden, zonder uit
zondering, de verlenging van het verblyf
alhier geduldig, zonder mopperen dragen.
Natuurlijk ligt hot in den aard der zaak of
Dr gezegd van het beroep, dat een marine-
i dikwijls van huis is dat door by'zon-
omstandigheden dit wegblijven van
vrouw en kind onverwachts verlengd kan
den doch men moet by de beoor-
deeling van dezen toestand niet vergeten dat
onze marinemenschen, in werkelijk groot
onderscheid met die van andere naties, een
zeer groot deel van hun leven jaren achter
een in de tropen doorbrengen. In geen enkele
"are marine zal elk harer leden zoo lang
uit het vaderland zyn vèr van hen die
hun lief zyn. Er zyn er aan boord die pas
kort uit Indië waren teruggekeerd en dus
juist het genoegen van het familieleven weer
kenden; er z\jn er ook die als Hr. Ms.
„Gelderland" nu terugkeert, weer spoedig
naar Insulinde zullen moeten vertrekken.
Iq vele opzichten heeft deze reis van Hr.
Ms. „Gslderland" ook voordeelen meegebracht.
Voor het jonge zeevolk dat aan boord is zal
deze reis, die als oefoningsreis is begonnen,
zeker hèt middel zjjn om groote ervaring op
te doen het doet hoa kennis maken met
oorlogstoestanden, het leert hun een ky'k
te krijgen in andere marinetoestandon,
in ageeren van do marine, het doet hen
begrijpen waartoe eene marine is en in dit
geval de hunne kan geroopen worden.
Ofschoon niet anders was verwacht, is het
toch aangenaam te constateeren, dat een ieder
aan boord begrijpt dat 's Lands belang moet
voorgaan boven particnliere belangen.
Onze onderofficieren, matrozen en stokers
en mariniers maken aan den wal een goed
figuur door behoorlijk gedrag. Dronkenmans-
partijtjes, die men aan den wal bij matrozen
van andere naties nog al eens kan opmerken,
komen bjj onze marine niet vcor.
Ook op het land maakt de Hollandsche
natie een bepaald waardig figanr met de door
het Boode Kruis uitgezonden ambulance.
Zonder eenige partijdigheid en met opzy'de-
stelling van elk vooroordeel kan ik beweren
dat van alle ambulancon die ik alhier heb
nagegaan, er géén enkele zoo goed is als de
Hollandsche dat er geen is waar zdó syste
matisch wordt gewerktdat er geene is die
op alle autoriteiten, van welke natie ook,
zulk een goeden indruk heeft gemaakt.
Dit oordeel is werkelijk niet op losse
gronden gebaseerd, maar gegrond op een
dagelyksch onderzoek gedurende twee en
een halve maand van alles wat op medisch
gebied hier voorvalt. Alle dagen als ik in
het kleine hospitaal, waar ik gewonde Turken
verpleeg, met werken klaar ben, ga ik naar
de école militaire Hurbië, alwaar het Hol
landsche Boode Kruis 100 gewonden verpleegt.
Daar aanschouw ik hoe allen werken, hoe
dankbaar de patiënten zijn, hoe keurig alles
is geregeld. In drukke dagen van chirurgie
wordt mijne adsistentio dankbaar aanvaard
en altijd ben ik er trotsch op ook iets in
die prettige werksfeer te mogen doeD. Collega
v. d. Steen van Ommeren, de chirnrg van
de ambulance, die het medische gedeelte be
heert, zeide mij eens „Allen hier, dokters,
snaters en verplegers, doen zoo uitstekend
hun best dat ik niet zon weten wie de beste
is". Ik vond dit een alles in zich sluitend
compliment.
Het Turksche boterhammetje van grauw
rond commiesbrood met cornedbeef vandaag
of rookvleesch morgen, een in regelmatige
afwisseling ingesteld twaalfunr-menn dat
ik bijna steeds moogebruik, smaakt
allen don ook steeds uitstekend, en ik weet
niet zeker of in een Hollandsohe kazerne of
op oen Hellandseh sehip dit twaalfuurtje
reeds al dien tjjd genuttigd zou geworden
zijn zonder dat ooit eenige reclame was
i.Maar behalve over de Hollandsohe, kan ik
met recht van spreken meepraten over de
Belgische, Zwoedsche, Duitsche, Amerikaan-
sche, Engelsche en Egyptische ambulancen
alhier, maar geen van alle beantwoordt zoo
geheel aan haar doel als de onze; ik wil hier
echter niet in nadere vergelijkingen treden,
dat zal meer ter plaatse zjjn op eventoeele
Boode Kruis-vergaderingen.
Eën ding hebben alle ambulancen gemeen
n.1. alle verminderen de verschrikkelijke
ellenden die nit dezen oorlog voortkomen.
Ach, als de oorlogsgezinden ocds konden zien
do jengdigo mannen, voor hun geheel verder
leven ongelukkig; als ze konden hooren het
onderdrukt gekreun bij eene verbandwisseling
van iemand wiens beide onderbeenon moesten
worden afgezet wegens totale afsterving.
Als ik u mededeel dat alleen bü de Holland-
Bche ambulance op de honderd patiënten zes
tien been- of voet-ampntatics noodig waren,
bü zes personen beide beenon of voeten, dan
kunt n zich voorstellen hoeveel dat ongeveer
is alleen maar bü de 18 000 gewonden die
nu nog in de hospitalen te Konstantinopel
worden verpleegd; een getal, dat mü ver
sohaft werd door dr. Ford, chef van de
Amerikaansche ambulance, die statistische
gegevens verzamelt over dezen krüg.
De Turksche soldaat is werkelyk een sym
pathiek persoon; geduldig dragen zü hunne
pÜnen, dankbaar voor alles wat men voor
hen doet. Onder myne Tarkscho patiënten
iB er ëën by wien ook wegens afsterven en
verettering ampntatie van het boon noodig
was tot boven de knie; toch traden later
abcessen op langs de groote vaten van het
andere been; hiervoor was het noodig ver
schillende openingen in dat been te maken.
U kunt zich voorstellen welke pynen de
dagelükscho verbandwisseling dezen man
bezorgt, en nooit gedurende de twee maanden
dat ik dit doe is er oen klacht over zyne
lippen gekomenalleen kreunt hü soms zacht
vragend: Jawasch, Jawasch, effendi
(zachtjes aan mü'nheertje).
Als slot van dezen langen brief kan ik u
nog iets interessants meedeelon: „Een Hol-
landsch schip heeft een Turksch-Griokschen
zeeslag meegemaakt". Ziehier wat ik uit do
allerbeste bron gehoord heb en hoe dat kwam.
Hedenmorgen, 19 Januari, verscheen op de
reede alhier het s.s. „Satnrnns" van de
K. N. S. M., nü pain-de-lnxe-lü'n genoemd,
kapt. Burgharde. Daar ik weet, dat deze
schepen geen dokter varen en my' nit droeve
ervaring bekend is, dal soms medische hulp
na een lange reis op zoon .chip w.1
gebruikt kau worden, ging ik, ook met het
oog op den oorlogstoestand alhier, een bezoek
brengen aan dit Hollandsohe vrachtschip.
De kapitein ontving mü zoer vriendelyk,
myn medische hulp was gelukkig niet noodig,
daarom konden wü gezellig blüven praten.
Al spoedig vertelde de kapitein mü zyne
oorlogservaring en ook de hoofdmachinist,
de heer Oelrich, die ook in de kajnit was,
deelde my mede wat hü gezien had. In
hoofdzaak zal ik u het zoo even gehoorde
getrouw weergeven, zooals genoemde heeren
my dit mededeelden:
,Gisteren, 18 Jan., werden wy om 8 uur
's morgens ter hoogte van het oiland Lemmos
aangehouden door een Grieksche torpedo-
boot, welker commandant bü ons aan boord
kwam en ons vroeg of er contrabande aan
boord was. Daar alles in orde werd bevonden,
ging de torpedoboot weer weg. Een uur
later zagen wy' twéé Grieksche torpedobooten
full speed voorby' ons etocmcn en büna ter
zelfder tyd bemerkten wü aan den horizon
de Turksche vloot, bestaande nit 6 torpedo
booten en 5 gevechtsschepen, waarvan ééo
de admiraalsvlag voerde. Deze schepen werden
gevolgd door het Turksche hoipitaslschip
„Bécbid Pacha". Zij kwam uit de richting
der Dard&nellen. Om elf unr was de Turksche
vloot dwars van ons en hoorden wy het
eerste schot vallen. Van dat tüdschip bleef
het kanongebulder aanhouden tot twee uur
in den middagwij zagen de vlammen uit
de Turksche vuurmonden slaan, zagen de
Grieksche granaten voor en achter de
Turksche scbopen vallen.
,De Grieksche vloot hebben wy" zelf niet
kunnen ontdekken. Een bepaald aangenaam
moment was het niet, daarover waren alle
opvarenden van hot s.s. wSatnrnnB" het eens.
Het geluid van de fluitende granaten was
angstwekkend; het was alsof een zwaar storm
geloei lanes ons schip ging, zoo vreemd is de
indruk dien het gernisch van de granaten
maakt.
pDe Turksche vloot trok langsaam terug,
steeds vurende, zoodat de «Satnrnns" weer
was ingehaald toen alle schepen de Darda-
nellen weer hadden bereikt."
Zoo was het verhaal van Hollanders op
de Satnrnns."
Later bleek dat er gedurende het gevecht
wel gewonden waren gekomen hedenmor
gen 20 Dec. liep het genoemde hospitaalsehip
in Konstantinopel binnen en gaf zeventig
gewonden aan den wal af die over de
hospitalen werden verdeeld.
U ziet, de Hollanders maken veel mee in
dezen oorlog.
Om n te bewijzen hoe goed zelfs sommige
Tnrksche soldaten op de hoogte zün en n te
doen begry'pen dat zy seer 60e(* w®ten wat
Holland is, kan ik u o.a. melden dat een
Arabisch soldaat, die door mü wordt behandeld,
my' onlangs zeide: Sultane Hollanda achbab
Sultan Turkie (Uwe Koningin on mün Sultan
eün vrienden) want Sultane Hollanda iB ook
Sultane Hadji Djawa. Deze Arabier was af
komstig van Medina en wist van de Javaan-
sche Mekkagangers dat onze Koningin ook
het hoofd van Indië is.
Oog. de vrede spoedig komen, men vreest
echter hier voor anders.
We zullen rustig afwachten en voortgaan
onzen plicht te doen.
L. J. BÖLLBX,
o/a ofi. v. ges. Hr. Ms. Gelderland".
Het late Recht.
Dit is een geschiedenis, zooals ao slechts
in onsen Far West schynen te kunnen voor
komen.
Twintig jaar geleden was Henry Ziegland,
landbouwer op Honey Grave in Texas, de
verloofde van Mathilda Tichmor. Maar véór
hst voltrekken van het huwelük brak er zulk
een eneenigkeid sic tiMehon do verleefden,
dat de broer van het meisje, Phil. Tichmor,
zy'n toekomstigen zwager ging opzoeken, om
hem zy'n meening te zeggen. Toen dit niet
voldoende bleok, schoot hy zy'n revolver op
hem af. Henry viel licht gewond neer, do
kogel echrampte langs zy'n schouder en kwam
in een boom terecht. Maar Phil, meenende
dat zün schot raak was geweest, joeg zich
zelf een kogel dwars door het hoofd.
Henry Ziegland genas en in plaats van
terug te keeren tot zy'n oorspronkelyke bruid,
huwde bü een andere Texassiaansche.
Zoo verliepen de jaren. Dezer dagen kwam
het hem in den sin, den boom to vellen,
waarin de kogel van twintig jaar geleden
nog zat. Omdat de boom te groot was, om
met de byI gehakt te wordeD, plaatso Henry
een lading dynamiet bü den wortel. Maar
toen doze ontplofte, sprong de kogel nit hot
hout en trof hem pal tegen het voorhoofd.
En zoo bereikte de kogel, die daar büna
een kwarteeuw inst had gehad, ten laatste
toch nog den man voor wien hü oorspronkelyk
bestemd was geweeBt.
Men zou by'na geneigd zy'n, een moraal in
deze geschiedenis te zoekenN.
TWEEDE KAMER.
Andere jaren, als men vóór het Kerstreces
aar komt met de begrooting, gaat de Kamer
naar huis om krachten te vergaren voor de
werkzaamheden van het nieuwe jaar. Had
men ook thans hoop, dat, na de afhandeling
van de Begrooting, de Kamer nog eonige
dagen vacantie zou nomen, die hoop is ver
vlogen: de Voorzitter wilde er niets van
weten. Er is nog zóóveel to doen, dat van
nige vacantie Diets komen kan. Dus gaat
it in één adem door, tot Paschen toe.
Vrijdagochtend dan, zooals wy zeiden,
begon men met de afdeeling Lager Onderwy's,
waarover algemeene beraadslagingen worden
gehouden.
Do hoer Van Nispen (RhedeD, r.-k.) spreekt
zyn erkenttlykhoid over uit, dat de Minister
zich bereid heeft verklaard oen voorstel te
doen om het boekhouden facultatief als leer
vak op te nemen, en hoopt dat het ook by'
het m.u.l.o. zal geschieden. Voorts dringt hy'
aan op een meer eerlüke uitvoering van het
wetje-Bink ten aanzien van de uitkeeringen
n de schoolbesturen.
De heer Ketelaar (v.-d.) begint met een
woord van hnlde aan den MiniBter voor de
practisch ingerichte konioklyke besluiten be
treffende den bouw van openbare en bysondere
lagere scholen.
Spr. protesteert tegen het optreden van
den schoolopziener te Apeldoorn, die in een
dienstbrief reageerde tegen een door de
oi»derwü*ors-tooneelvereeniging aldaar voor
genomen opvoering in besloten kring van
het tooneeletnk „Allerzielen". Zooiets behoort
niet tot de taak van den schoolopziener. Het
beleid van den Minister critiseerend, zegt hü,
dat in de afgeloopen vyf jaar niets voor het
onderwy's gedaan is, behalve dat het büeonder
onderwy's handen vol geld kreeg voor een
schoolbouw. Tot verbetering van het ondorwys
geschiedde niets. Alleen werd de geldhonger
van het büzonder onderwy's bevredigd.
Hoe is nu die geest van dat bisonder
onderwüs Is die zoo goed Spr. heeft
biervan merkwaardige staaltjes, en wy'st op
een uitlating van den heer Drewes, redacteur
van „Het Christelük Schoolblad", die ver
klaart dat de Turken zün broeders niet zün.
Zy' zyn onbekeerd. Hot is een heog ethische
zaak, die Tnrken te verdelgen. Zyn hart zou
van vreugde openspringen als God hem een
opdracht gaf om die Turken te verdoen.
Ziedaar nu de geest van een der vooraan
staande anti-revolntionnaire paedagogen.
Ergens in het Noorden, te Loens, is tot
hoofd der Christelüke school benoemd zekere
Gerritsen, die tot een half jaar gevangenis
straf was veroordeeld wegens onzedely'ke
handelingen. Maar de man bood het geld
voor de oprichting der school aan voor 2J
procent. Dat was al te verleidelük
Verder wy'st spr. op het bericht in „Do
Maasbode", dat de katholieke kinderen op
büzondere scholen moeten bidden voor den
goeden uitslag der verkiezingen. Ook daaruit
bly'kt de geest, die door deze Regeering ge
kweekt wordt. Spr. vraag den paedagogen
dor overzüde of hot aangaat onsohuldige
kinderen te laten bidden voor den goeden
niislag van een zaak, waarvan zü nog niets
begrüpen Spr. vindt het een schande en
wenscht dat dit hier openlyk wordt uitge
sproken.
Nog op andere pnnten valt hy de regeeriog
aan, bespreekt in het kort de salarioering
der onderwyzers (nit bnn vergaderingen blükt,
dat zy' van den kindertoeslag niet gediend
zy'n), en wy'st op het anbsidiegeknoei, hierin
bestaande, dat men de helft van het school-
«•ld als „bydrago" voor de schoolvereeniging
gaat betalen, en ook op het feit, dat op 15
Januari plotseling op vele scholen moor
kinderen werden geplaatst om meer subsidie
te krygen. Dat is een misbruik, waaraan do
kop dient ingedrukt, inplaats van vergoelykend
te zeggen, zooals de Minister doet„Het is
zoo erg niet!"
De MinisterIk zit aldoor te Inisterec,
maar ik hoor niets van verbeteringen.
De heer KetelaarDe lastigste dooven zy'n
zy'> die niet hooren willen. Wanneer de
Minister niets heeft gehoord van do ver
beteringen op tal van pnnten, die ik in myn
rede vraag
De MinisterGeen enkel punt.
De hoer Ketelaar: Dan constateer ik, dat
deze Minister er niets van begrypt en totaal
ongeschikt is voor Minister van Ondorwys.
Als spr. spreekt over verbetering der Leor-
plichtwet, over kleinere klassen, den sleohten
geest van het Christelük onderw üB» ^et bidden
voor de verkiezingen, dan zegt de Minister
„lk heb niets gehoord." Spr. kan dus niets
anders doen dan den wensch uitsproken, dat
de verkiezingen andere mannen aan het
roer zullen brengen, die meer zullen gevoelen
voor de belangen van het onderwys.
Nog eenige andere sprekers voeren het
woord, doch hunne onderwerpen zün van
meer bizonderen aard en minder belangrük
en wy' zullen hieromtrent maar niets ver
melden. De heer De Jong (Hoorn, u.-l.) sluit
zich aan by' hetgeen de heer Ketelaar zegt
en wüst er op, dat ook de nitvooring der
Leerplichtwet te wenschen overlaat. Tal van
leorplichtige kinderea stostsn veldarbeid ver-
riohtsn.
Do heer Ter Laan (s.d.a.p.) gaat na, wat
de Minister in de laatBte vyf jaar onder de
valsche leuze van vry'making van het bü
zonder onderwü» heeft gedaan. De Minister
heeft de verbetering van het onderwys zelf
op den achtergrond gehonden, omdat dat geld
kost. Het Bouwwetje moet gewyzïgd worden.
De Leerplichtwet dient verscherpt in den
geest als aangegeven in het wetsvoorstel van
de sociaal-demooratische Kamerleden, met
uitzondering van den leerplichtigen leeflüd
en strafbaarstelling van de werkgevers. De
reorganisatie der opleiding van de onder-
wy'zers bleef wachten op de befaamde Ineen-
schakeliDgscommissie, die sinds 1908 als kap
stok heeft gediend. ThaDS zyn vier wets
ontwerpen aanstaande. Wat staat daarin
Niemand weet er iets van, althans niet als
lid der Kamer. Maar wel weet spr., dat de
aangekondigde wot op de bewaarscholen niets
zal zijn dan eene regeliDg, hoe de bysondere
bewaarscholen aan subsidie zullen moeten
komen. Kan ook op dit gebied weder strüd
en concurrentie ontstaan Op dit terrein is
overal het voorbereidend ohderwys onvol
doende. De Minister had hier een schoone
taak te verrichtenden opbouw van het
voorbereidend onderwüs, honderd jaar, nadat
men begonnen is met den bouw van het lager
onderwy's.
Spr. breekt vervolgens een lans voor de
üchamelüke opleiding. Geen tak der volks
opvoeding is zoo ze6r verwaarloosd als deie,
zoo zegt hü- Men moest aan elke school goed
pymnastiek-onderwy'B bobben. Ook de ver
houding der onderwüzers tot het hoofd der
school eischt verbetering. Spr. betreurt ook,
dat de benoeming van onderwy'zers san de
büzondere scholen de goedkeuring niet be-
hooft van het schooltoezicht. Dat geeft aan
leiding tot geknoei. Vervolgens critiseert hü
de opzetfelyke tegenwerking en verwaar-
kozing der openbare Bcholen. Het bly'kt, dat
do bysondere school eenvoudig een propagan-
da-instituut is; men wil nu by' de Grondwets
herziening het by'zonder onderwüs maken
tot regel, d.w.z. men wil het onderwys splitsen
naar richting en richtinkjes. De openbare
school wordt dan het „toevluchtsoord voor
dakloozon", de voetveeg, die men alleen bü
uiterste noodzakely'kheid zal oprichteD, als
er een voldoend aantal leerlingen voor is.
Veel liover zal men een sectesohool oprich
ten, ja men zal moeten wachten, voordat
men een openbare school mag oprichten.
Daartegenover stelt spr. zy'n onderwys-eisch,
wy eischen het onderwy's voor allen toegan-
kely'k op de openbare school en daarnaast
vryheid van onderwys in den rnimsten zin
wy' eischen het ondorwü» vrü van alle dogma's,
ook politiek. Wy' eischen kosteloos onderwys,
zoowel lichamelyk, geestely'k, als zedelyk.
Spr. leest het vragenlystje voor dat onlangs
aan een sollicitant werd voorgelegd, waarop
gevraagd werd naar godsdienstige en politieke
overtniging enz., en bespreekt in het kort
nog vrüheid van spelling, d.1. vryheid om
du vereenvoudigde spelling te mogen gebruiken
bü het onderwys en op examens, en nog
eenige pnnten.
Na hem komt de heer Blum (a.-r.) Deze
heer zegt, dat zoo er één is in deze Kamer,
die meent, dat in ons onderwüs heel wat
to verbeteren is, dit spr. is. Hy' heeft dan
ook telkens op verbetering aangedrongen,
maar steeds met minder aandrang, naarmate
by meer bekend werd met de werkwyze der
Kamer, waardoor zeer weinig tot stand komt.
De verwyton en klachten der linksche spre
kers van heden aan het adres der Begeering
nopen echter tot een antwoord van reohtB.
De heer Ketelaar klaagde weder over be
voorrechting van het bijzonder onderwy's,
maar het is nog lang on breed zoover nie',
dat het by'zonder onderwy's in even gunttige
conditie Terkeert, als het openbare. Daarom
joist dient art. 192 der Gronlwet gewysigd.
De heer Ketelaar heeft inderdaad geen be
paalde pnnten genoemd, die verbetering be
hoefden. Waar echter het by'zonder onder
wys 50 jaar in ongunstige conditie verkeerde,
daar is bet geen wonder, dat daaraan nog
enkele gebreken knnnen aankleven.
De oprichting van standenscholen aoht spr.
een gelukkig verscby'nsel.
De wet geeft slechts een algemeenen vorm,
daarnaast moeten zich de scholen vry'elük
kannen ontwikkelen. Men noemt de büzondere
school een propaganda-institunt, maar zün
de openbare onderwüzers dan geen propa
gandisten vooral tegen de verkiezingen? En
is de ,Bond van Nederlandsche Onderwyzers"
niet anti-godsdionatig? Wal het bidden der
kinderen betreft, daarover wil spr. liever niet
debatteeren met heeren, die zich het harnas
er over aantrekken, dat de voorzitter van
hun bond agoddank" heeft gezegd.
Geroep van links: ,Maar hoe denkt ge
over het bidden voor de verkiezingen?
De heer Blnm: Eerst moot worden uitge
maakt: zal er op school gobedon worden, of
niet, en dan kan men eerst gaan debatteeren
over do vroeg hoe en waarvoor er gebeden
zal worden. (Gelach en gejool links.)
Verschillende andere punten, die de heer
Blum nog critiseerde, zullen wü verder buiten
beschouwing laten. Dinsdag voortzetting.
DE WEEK.
26 Januari.
Inderdaad, wy kannen en mogen 't toch
niet in ernst, in gemoede ontkennen. Het
baantje van minister in den modern-consti-
tutioneelen staat wordt onbegeerlük. Ik denk
nu heelemual niet aan de jongste omwente
ling te Constantinopel. Aan de revolver
schoten der Jong-Turken. Aan de arme ge
sneuvelde pasha's en efiendi's.
Ia hoever dat bloedbadje het voorspel zal
blyken van een hoel wat erger slachting,
die de pessimisten nog steeds, en nu
dan ooit duchten de toekomst moet 't
Neen, ik bedoel: minister der Kroon in
een Staat als Nederland van onze dagen.
De heer Coly'n heeft ons pas een kykje
gegund op z'ün veelbewogen Indische carrière,
waarna hy nog lust bezat om in Patria
minister van Oorlog te worden. De
werkte zestien uren per dag aan militaire
oefeningen- Ging dan 's avonds laat nog
administratief werk doen. Voerde het civiel
bestuur hoorden wü immers, over een
streek, zoo groot als ons Noord-Brabant.
Had nög meer bsBognesEn kan, zoodra
hü maar wil of kikt, in Indië eene positie
krügen van v^fdaizend gildon per at a a n d.
Iets, om de ondorwyzers, wien als vortroos-
ting en bemoediging den kinder-tooslag is
voorgehouden, door den heer Ketelaar Vrydag
j.1. zoo diep-vernederend genoemd, duizelig
te maken. Men zegt dat de heer Colün zich
heeft gesacrifieerd op persoonlük en uitdruk-
kely'k verlangen der Koningin, die, Colyn
ziende als hervormer van het ordeloos en
gehavend troepje dat een Nederl&ndich toon
baar en bruikbaar leger sou kunnen worden,
gedacht moet hebben golyk Napoleon I, als
hy' een fikschen kerel voor zich kroeg: „Voilé
nn homme dat is iemand, waar iets
mee te beginnen valt. Eu do boer Colün zon
toon gezwicht zyn. Offerde het Indische
plannetje van zestigduizend pop 's jaars op.
Se non veroMaar men zegt, dat 't
hensch waar ie.
En men voegt erby', dat hoe de zaken
ook loopen, de heer Colyn minister van
Defensie zal bly'ven.
Iots, waar i k, in diepe bescheidenheid
gezegd, voor kan gevoelen.
Men, de lezer ziet, hoe ik hier de
oppermachtige „men" op den voorgrond
schuif, zegt, dat Rechts, in Juni zal ver
liezen. Maar niet zoo heel erg verliezen
Men zal komen te draaien om het vermaarde
doode-punt, waar de Kamer al eens meer
in znchtte. Dat, vele jaren geleden, tenge
volge had het aftreden, vry'willig, van den
allcrluatsten rasschten conservatief, mr.
Wintgens. Deze schommelde tusschen de beide
helften in en was feitelük dictator van
Nederland. Zooals hy stemde gebeurde 't.
Voor zoo'n positie was de bravo Wintgens
te bescheiden. Dat drnkto hem. En hü offerde
zjjn loodzwaar-goworden, Haagsoh mandaat
OP-
Welnu,-men zegt, dat 't in Jnni a.s. wtèr
aldus zal gaan.
Een Parlement met by'voorbeeld 49 Recht-
schen, wat moet men daarmeê doen?
Eén mannetje verkonden van 'n ander da
vronw wat kribbig, zoodat meneer 't voor
zichtiger vindt thuis te blüven, en de
„kladderadatsch" is daar
Wie moet in zóó'n toestand, met een
stuk of tien soci's om mr. Troelstra gesobaard,
minister van Oorlog worden
't Zou zonde en jammer zy'n als niet een
Coly'n, die van aanpakken en fiksch-organi-
eren weet, dat bleef.
Het gewurm on gesukkel en gi-modder
Bt ons leger heeft nu toch al lang genoeg
gednnrd
Wat wy noodig hebben, is stabiliteit
Op welk standpunt men ziob bevindt, dit
1 ieder knnnen verdedigen
Daarom
Maar afgescheiden van dit alles ie on bljjft
het ministersbaantje-up to date sohrikkelük
begeerlük.
De heer Colyn heeft, weet men, in de
Kamer gezegd, hoe voor een Nederlandsch
minister van Oorlog het gelakkigste nur
zijns levens aanbreekt, wanneer hy H.M.
zy'ne aanvrage om ontslag kan aanbieden.
'laar ik vraag in gemoede: de minister
president, houdend de portefenile van Binnen-
landsche Zaken Wy' hebben, in de afge
loopen week, nog pas gehoord, hoe 'de heer
Heemskerk het Kamerlid Schaper, dat f 15,000
r subsidie voor bestryding van.de t. b. c.
wilde uitgetrokken zien, toevoegde Denk nn
tob aan my'n afspraken met minister Kolk-
lan. Lever mü materiaal, om wat meer te
kunnen aanvragen en ik zal m'n beBt doen
Arme premier. Hy' zit onder den plak van
Exo. Financiën, wiens Tariefplannon bü
misschien niet eens zoo vnrig bewondert als
„men" daar hebt gü 'm weérl denkt.
Arme premier.
Weten de heeren niet, dat de heor mr. Th.
Heemskerk behoort tot de anti-revolutionaire
party, 't moge dan waar zy'n dat de ver
houding tusschen Nieuwen Uitleg en Kanaal
straat zéér byzonder koeler is geworden dan
,men" ooit had kunnen durven vermoeden ?1
Toch kwam meD, in de zitting van Vrüd8g
j.1., tot dezen minister met een reeks grieven,
wenschen, klachten, nooden over de wüze,
waarop sinds vier vyf jaren in Nederland
met het openbaar onderwy's wordt omge
sprongen, alsof daar iemand aan do ver
maarde groene tafel zat, die niet eenmaal
heeft gezegd: „Het by'zonder ondorwüs regel,
het openbare aanvulling".
En al wat schoolopzieners, burgemeesters
en verdere gezaghebbenden in den loop des
tyds aan malligheden uithalen van gezags-
overschryding en vryheids-besnoeiingal of
niet denkend daarmée Den Haag-np to date,
aamelük het hoogste gezagvoerende deeltje
ervan, aangenaam te wezen
Al die malligheden worden hem, minister,
verweten, tot grief gemaakt, 't hoeft er,
daar had de zeer onbeholpen verdediger van
het Kabinet, de heer Blum, gelük in, alle
schün van, alsof men wil zeggenExcellentie,
reis het land door! Controleer, of or ook
joggits by een baas worden uitbesteed of op
een logger gezet inplaats van naar school
gestuurdEu zoo in duizend dingsigheden
meer
Ziet-ge, dat is al te dwaas.
En dat weten de heoren ook wel.
En ik wed, dat Z.Exc. Heemskerk dat ook
wel snapt, namelyk: het malle van de dingen,
waarover Vrydag door de Linksche heeren
werd gepraat, over vele ervan althans.
Maarmaar weet gü nog wel, lezer,
van de vorige week, toen het verbod van
Hoüermans' «Allerzielen" ter sprake kwam?
't Is hier eigenlük van hetzelfde laken
een pak.
De arme minister staat tusschen twee
vuurtjes.
Hü zou wel willen, edoch, de coalitie
snoert hem den mond. En hy' moet 't gedoogen,
dalden, verdnren dat men hem te-lyf gaat
met allerlei dingen, waarvan Z.Exc. ook wel
'n aantal zot zal vinden, doch waartegen bü
De rest begrypt men alweer.
Zie, o lezer, ik ben maar do arme mr.
Antonio.
En zoowel het salaris als het gala-pak van
den minister is verlokkend, verleidelük.
De kans, dat men my ooit aanzocht om
neeD, die bestaat heosch niet.
En toch zeg ik in volle ernst, in volle oprecht
heid: neen, minister in een modern-constitu-
tioneolen staat, la Exo. Heemskerk minister
sjja Ik zoa 't niet wenschen 1
Ma. Axtonio.