KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Heldor, Texel, Wleringen en Anna Peolownm EINDELIJK VEREENIGD. No. 4192. Zaterdag 12 April 1918. 4lste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 ca. 50 cl.. Ir. f. post 75 cL, tajlMlaad I i .35 Pre- Zondagsblad t 37J 45 5 0.75 «KaModeblad 65 75 10.90 (Voor hel baitealr.id hg vooruitbetaling;) adTtrlentias rna t tol i regel» bij roornitboUIiag) 14 esai. Elke regel meer. 6 Bewijf-sxeMplaar 24 Vifnette* ea groot* letten wordaa anar plaaUraimte berektad I tfarsohijnt Dinsdag- an Vrijdagmiddag. Uitgever: O. DE BOER Jra| Helder. Bureau: Koaiagetraai 29 interc. Telef. 60 Eepste Blad. NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 11 April. Positieverbetering bij de Zeemacht. By de Tweede Kamer is ingekomen een sappletoire marinebogrooting, strekkende tot regeling dor traktementen van de officieren, onderofficieren on minderen van de zeemacht. Concessie geweigerd. De Minister van Waterstaat heeft afwijzend beschikt op een adres van do heeren mr. W. C. Bosman c.s. te Alkmaar, waarbij concessie werd gevraagd tot drooglegging van een gedeelte van het Alkmaarder Meer onder Akersloot, groot 170 H.A. Directeur-generaal der posterijen en telegraphie. Bij Kon. besluit van 7 dezer is met ingang van 1 Mei benoemd tot directeur-generaal der posterijen en telegraphie, jhr. G. A. A. Alting von Gensau, luitenant-kolonel van den generalen staf, hoofd der afdeeling generale staf van het departement van oorlog. Scheepsramp. „De Noordster", een visschersvaartuig te Rotterdam thuisbehoorend, is tengevolge van een aanvaring op de Doggersbank gezonken. Do trawler «Argns van Huil" heeft de be manning gered, behalve de kapitein, die is omgekomen en wiens lijk de Argns te Hall heeft aangebracht. Moord. Omtrent den Maandagavond in de Grooto BrouwerBtraat in Den Haag geploegden moord, meldt men nader het volgende: De jeugdige dader heet D. M. en is 16 jaar. De vermoorde vrouw heette P. van zioh zelve, is of was gehnwd met zekeren J. en is ongeveer 40 jaar. Het is gebleken, dat de jongen vroeger reeds meermalen met de vrouw omgang had gehad, en uit wraak moet bij den moord hebben bedreven. Die omgang met de zeer slecht befaamde vrouw tooh had voor den knaap, naar hij beweerde, niet nader aan te duiden gevolgen gehad, waardoor hij in oen ziekeninrichting ver pleegd moest worden, on zijn gestel was aangetast. Daaro ver besloot hij zioh te wreken, on aan die wraakzucht heeft hij voldaan. Toen hy zyn werkzaamheden by zyn patroon ueëindigd had, ging hy naar de woning van de beruchte vronw en zonderde zich mot haar af. Hy had een vlijmscherp schoenmakers mes bij zich gehoudeD. Op het bed bracht hij haar do eerste verwonding toe, een steek in de wangen of in den hals. Toen de vronw daarop nit het bod sprong en naar de kamer deur won gaan om hnlp te roepen, sprong hij haar na en bracht haar de verdere zware verwondingen toe, die den dood ten gevolge hadden. Het moet toen omstreeks 8 uur ge weest zijn. Kort daarop vorliet bi) de woning. Hy droeg z0n schoenen in do hand en sloop de trap af. Dit was wel opgemerkt door iemand, die in hetzelfde huis woonde, doch dezo had er, in verband met het bedrijf, dat de vronw uitoefende, niet veel acht op ge slagen. Wel meende die persoon dekleediog van een weesjongen te herkennen. De oommissaris van politie, de heer Dietz, die na de ontdekking van den moord den bijstand had ingeroepen van de centrale recherche van het parket waren aanwezig mr. Van Rhede van der Kloot, rechter-com- missaris, en mr. Del Campo genaamd Camp, snbstitunt-officier van justitie nam in overleg met deze, in verband met boven bedoelde mededeeling van de persoon, die den jongen had zien weggaan, do noodige maatregelen, on de hoer Aaltsc, chef der recherche, wist in het R.-K. weeshuis den knaap, van wicn een vage persoons- en kleedingbeschryving was gegeven, te ont dekken. Hjj lag reeds te bed; er waren sporon van bloed aan zijn kleeren. Al spoedig be kende by, de vronw om de bovenvermelde reden te hebben gedood. De jongen, wiens vader dood is, moet een krankzinnige moeder hebben. Beri-beri. Men kent de geschiedenis van het onder zoek naar de beri-beri, dat pat op den goeden weg is gekomen, toen men ontdekte dat de ziekte optrad by menschen en dieren, die eon tijd lang gepolijste rijst als boofdvoedsel gebruikten. In 1884 voerde Takaki b\j de Japansche marine in plaats van die rijst rantsoenen in naar Buropoesch model. De uitslag was vorrassend. Terwijl vroeger dikwijls meer dan 80 pet. van de bemanning aan beri-beri leed, daalde het ziekte-cyfor opec-ns bijna op nul. Later vond men, dat by het polysten van de ryst met het zg. silvervliesje een stof verloren ging, die Funk afzonderde en vitamine noemde. Het is een voor het leven belangrijke stikstofbasis, waarvoor hy de empirische formule C 17 H 20 N 2 O 7 opgeeft. Beri-beri wordt dus veroorzaakt door eon gebrek aan vitamine in het voedsel en de toediening van die stof of van voedsel, dat baar bevat, vrijwaart tegen beri-beri. In een lezing, die H. Wieland te Straats burg, over dat. onderwerp heeft gehouden en waarvan de„Muuchoner Med. Wochenschrift" het verslag opneemt, heeft de spreker de vraag gesteld, of ook in voedsel van den Europeaan wel genoeg vitamine voorkomt. In elk goval dient de eisch gesteld, dat men het gehalte ervan niet lichtzinnig mag ver minderen. Dit geschiedt echter helaas bjj de fabriekmatige bereiding van vele voedings middelen, vooral van koolhydratende suiker, die wjj op tafel krijgen, is om zoo te zeggen zuivere saecharosevele meelsoorten bestaan byna geheel uit zuiver zetmeel. Daarom meent by, dat er een eind moot komen aan het strevon, om onze voedingsmiddelen zoo zuiver mogelyk te bereiden met het afval verwijdert men ook de vitamine. Verder moet men bedenkon, dat vitamine by langdurig koken, vooral boven 100°, snol ontleed wordt. Daarom is bij de sterilisatie van voedingsmiddelen, mot name onder druk, i oorzichtigheid geraden. Dit geldt vooral voor de kunstmatige voeding van kinderenin het kleine organisme van bot kind laat zich het gebrek aan de een of andere voedingsstof veel snoller en ernstiger gelden dan by vol wassenen. Misschien hebben de door, Czerny en Koller in Silezië waargenomen schadelijke gevolgen van meelvoeding ook hnn oorzaak in gebrek aan vitamine. Positieverbetering bij de Zeemacht. By de Twecdo Kamer zyn ingekomen wetsontwerpen tot verhooging van hot Vle Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1918 on verhooging van het Ie Hoofdstuk der begrootiDg van uitgaven van Nederlandsch- Indië voor het dienstjaar 1918. In de door de Ministers van Oorlog (ad interim Minister van Marino) en Koloniën onderteekende Memorie van Toelichting wordt medegedeold dat de rapporten der oommissio tot herziening van de bestaande traktemeDts- regeling der officieren en van de commissie tot herziening van de soldy regeling der onder officieren en mindere schepelingen geleid hebben tot het aannemen van stelsels van bezoldiging voor officieren, machinisten, onder officieren en mindere schepelingen, waarby eeno rationeele opklimming on voor velen eon wenschelyk gebleken positieverbetering verkregen werd. Hierby werden, wat de traktementen dor officioroc en der machinisten betreft, de be ginselen aangenomen door de hooger genoemde commissie in hoofdzaak gevolgd. Dë door de oommissio voorgestelde cijfers ondergingen echter «enige wjfzi ringen in verband met de grooto offers dio voor de schatkist htt gevolg van die voorstellen zonden zyn geweest. Het rapport der commissie voor de soldijen der onderofficieren en mindere schepelingen is, behoudens enkele noodig geaohte afwijkingen, geheel gevolgd. De invoering deser regelingen zal by de tegenwoordige formatie vao het personeel voor Hoofdstuk Marine der Staatsbegrooting ecne jaarlykache vermeerdering van uitgaven ton gevolge bobben van ongeveer f 460,000 en voor do Indisoho begrooting van ongevoer f226,000. De voorgestelde overgangsbepalingen znllen bovendien nog eene tijdelijke verhooging (welko telken jare kleiner wordt) met zich brengen, respectievelijk van f 21,000 en f 86,000. Een b(j de .Memorie behoorende uitvoerige Nota bevat een overzicht van de voorzieningen die tot het beoogde doel znllen kannen leiden. In de eerste plaats ten aanzien der trakte- mentsregeling der officieren. Uitgogaan is in het algemeen van het be ginsel, dat die traktemsnton, voor zoover doenlyk, hehooren aan te sluiten by die, aan de officieren der Landmacht toegekend, dus buiten de keerkringen met die van do officieren van het Nederlandsche leger en binnen de keerkringen mot die van do officieren van het Indisch leger, met dien verstande echter, dat in eerstbedoeld geval de beweeglijkheid der betrekking van de officieren dor zeemacht, die eene duurdere levenswijze medebrengt, eene verhooging boven de traktementen der officieren van het Nederlandsche leger wettigt. De traktementen van de officieren van administratie en van het korps Mariniers zyn geheel overeenkomstig met die dor zee officieren de traktomenten dor officieren van gezondheid en van de officieren-machinist zijn zoodanig geregeld, dat ook deze aan sluiting geven met die der zeeofficieren er, wel zoodanig, dat de bezoldiging van beido eerstgenoemde categoriën by hunne aanstelling tot officier overeenstemt mot de bezoldiging van oen zeeofficior, met reeds eenige jaren dienst als officier. In overeenstemmiug met de wyse, waarop de traklementsregeling der landmacht officieren hier te lande is ingericht, wordt voor de zeeofficieren eene periodieke traktements- vorhoogÏDg voorgesteld, om tegemoet te komen aan de wisselende promotiekansen. Daarbjj is er voorts rekening mede gehouden dat een officier op een leeftijd van 28 30 jaar een zoodanige bezoldiging behoort te genieten, dat deze hem in staat stelt een huwolyk aan te gaan. Voor de officieren-machinist 2e kl. zyn voor buiten de keerkringen drie periodieke verhoogingc-n vastgesteld togen één binnen de keerkringen, aangezien tooh hetmaximum- atandtraktomont voor binnen de keerkringen, zynde f 4020, voldoende wordt geacht. De bestaande verdoolingen van bezoldiging in vaste- en activiteitstraktementen komen te vervallen. Onder standtraktement wordt by de nieuwe regeling verstaan het traktement, zonder eenige toelage of vergoeding, dat door oen officier genoten wordt wanneer hy aan boord dient. Voor bet gezamenlyk honden van tafel blijven tafelgelden toegekend, met dit ver schil, dat zy by do nieuwe regeling ook binnen de keerkringen znllen worden ge noten, wat thans niet het geval ia. Het in sommige gevallen uitbetalen van een gedeelte der tafelgelden aan gehuwdo officieren, dio niet aan de tafel deelnemen, vervalt. Die tafelgelden, al werden zo niet aan de betrokkenen uitbetaald, moeten be schouwd worden als sen deel van het traktement. Aan commaudeerende officieren aan boord j worden tafel- en representatiegelden toege kend, in grootte afhaukelyk van rang en positie. Directeuren en commandanten in maritieme directies, alsmedo de commandant van het Kon. Instituut v/d Marine te Willemsoord, worden iu het genot gesteld van representatie geld. Indien een officier by Kon. Bes'uil of by ministerieele beschikking aangewezen wordt voor de waarneming van een com mando, feitelyk bestemd voor een officier van hooger rang, worden hem de tafel- en representatiegelden toegekend, vastgesteld voor dien hoogeren raDg. Aan gehuwde en daarmedo gelyk gestelde subalterne officieren, geplaatst aan boord, wordt eene tegemoetkoming toegekend van f 300 's jaars. Deze wordt niet toegekend aan vlag- en hoofdofficieren, en ook wordt binnen de keerkringen dienende dio tegemoet koming voor de overige officieren onnoodig geacht. Voor officieren, geplaatst aan wal, zyn afzonderiyke traktementen vastgesteld, ver kregen door de standtraktementon aan boord to verhoogon met eene walvergoeding, als vergoeding voor kosten van woning, voeding enz. Het bedrag dezer waltoelsge is af hankelijk gesteld van den rang vun den betrokkene, en of al dan niet vrye woning wordt genoten. By de bepaling der bezoldiging is voorts het beginsel gohnldigd, dat de vervulling van alle tot den werkkring van den marine officier behoorende betrekkingen by de Marine, hetzy aan wal of aan boord, vcor den Staat onontbeerlijk is. In verband met deze opvatting kan aan meerdere of mindere verantwoordeiykheid, meer of minder werk, grootere of kleinere ongemakken aan verschillende plaatsingen verbonden, geene waarde worden toegekend by de bepaling der hoofdbezoldiging en zulkn toelagen alz voor offioieren-instructenrs aan FEUILLETON. li) Nog eeaigszins onder dea indruk der door gestane vrees, bereikten wy Esschen, hot Belgische grensstation. Allee uitstappen, alle bagage moet onderzocht worden. Gelukkig, wy zyn op vreemden bodem! Het oponthoud duurt vry lang, want de beambten dor douane zyn zeer nauwgezet in hot verrichten van hunne taak. Eindelyk is het onze beurt. De bagage wordt onderzocht en in orde bevonden. Alles is nu klaar, wy. stappen in en de trein zet zich in beweging. Weldra waren wy te Antwerpen. Wij reden onmiddellyk in een fiacre naar het „Hotol d'Angleterreen Heten ons daar eon drietal kamers aanwyzen. Ik bestelde eenige ververschingen, die wy gezamenlyk gebruik ten, waarna ieder zich op zyn eigen kamer terugtrok om wat uit to rusten. Een half uurtje rust had ons zoo zeer ver kwikt, dat wy besloten eeu eind de stad in te wandelen on straks terug te keeren om te lunchen. Den volgenden dag gingen wy naar Brus sel. Wyl wij met den morgentrein wilden vertrekken, waren wy tamelyk vroeg aan het station. De sneltrein bracht er on» in een ommezien. Nu, wie Brussel wil bezien en al zyu schoonheden on merkwaardigheden, kan ge rust eeuige wekon daarvoor beschikbaar stellen. Wij zagen in korten tyd liet voor naamste, de boven- en benedenstad, do kerk van St. Gudnlo, het broodhuis, het nieuwe paleis van justitie, een monument der negen tiende eeuw, en lieten ons toen een uurtje door het park rijden. Myn moeder was zeer iu haar humeur. Ik wilde van deze gelegenheid gebruik maken om haar over to halen niet hier te blyvou, doch, nu wy tooh eenmaal aan het reizen waren, door te gaan naar Parijs. Boven verwachting slaagde ik. Myne moeder en Anna keurden beiden hot plan goed. Reeds 's anderen daags vertrokken wij. Van Brussel tot Parys is een hoele zit. Mij deed het. echter goed zoo ver to gaan. Toen we zoo enkele dagen volop van de schoonheden dor stad hadden genoten, begon nen wy, vooral myn moeder, genoeg te krygen van bet hotelleven. Ik huurde daarom een gemeubileerde woning. Door eene met open yzerwerk voorzieno poort kwam men op oen ruime binnenplaats met de sierlykste en zeldzaamste bloemen getooid. Boven deze binnenplaats kon een fraai ge kleurd scherm gespannen worden. Ook was er tuaschen bloembedden een fontein, die haar muzikaal gemurmel liet hooren. Wanneer ik op deze idyllische plok ver toefde, kon ik bijna alles wat mij naar smart en schrik wilde terugvoeren uit myn gedach ten haunen. Zoo ik hier was, gevoelde ik my wel te moede en opgewekt gestemd. Kwam dit alleen door den overdekten tuin Ik gaf mij geen rekenschap van myn gevoelens. Steeds was oen volgende dag zoo mogelyk nog aangenamer dan de vorige. Altijd was ik in het gezelschap van Anna. Wij dsden kleine en grooto uitstapjes. Gedurende ge ruimen tyd had ik hare oogen met den dag helderder zien worden, haar melancholieken blik zien verdwynen. Als gewoonlyk zat Anna met halfgesloten oogen op de binnenplaats, den geur inade mende der heerlyko reseda. Toen ik Anna daar in gansch haar bloeien de schoonheid zag met do frissche kleur harer wangen, kwam plotseling by my de gedachte op, dat mijn lot binnen enkele minuten beslist moest zy«. Hoe had ik zoolang kunnen wach ten op de woorden, die ik wist,, dat rij zou spreken. Stil sloop ik aan hare zijde, sloeg mijn arm om haar middel en trok haar naar my toe. Zij trilde onder myn omhelzing als een blad. Zy loosde een diepon zucht en ik zag de tranen in hare mooie oogen opwellen. Ik omsloot haar vaster en vaster, hare wangen met kussen bedekkende. Anna, fluisterde ik, zeg ray eindelyk dat je ray bemint. Zy zweeg. Tranen sprongen haar uit de oogen en rolden langs hare wangen. Zy wendde hare oogen naar de myne, maar niet lang. Daarop richtte zy hare blikken naai den grond en bleof zwygon. Zeg het my eene, Anna, smeekte ik. Hare lippen beefden, haar boezem bewoog •zich snel. Een vurige blos bedekte haar geheel gelaat. Ja, mompelde zij, nu het te laat is, heb ik je Hef! Ik lachte luid en drukte haar aan mijn borst. Tc laat! riep ik uit. Nog wel vijftig jaar en meer kunnen wij samen gelukkig zijn. I Willem, sprak ze zacht, dit alles moet inrichtingen van militair onderwys vervallen. Do hierboven aangevoerde overwegingen gelden echter niet ten opzichte van hetvry- willig verkregen van meer uitgebreide kennis. Hot marinebelaDg kan medebrengen, dat do hiertoe noodigo inspanning wordt bevorderd, en het is op dien grond billik, dat aan een mot goed gevolg afgelegd examen eenig flnantiecl voordeel wordt verbonden. Daarom wordt daarvoor een toelage ineens voorge steld. B(j deze regeling zyn de geldelyke bezwa- n, welke aan de gedwongen non-activiteit verbonden zyn, opgehevon. Voortaan wordt voor die gedwongen non-activiteit de qnalifl- catie „ter beschikking" ingevoerd. Alleen wordt „nonactief" behouden in gevallen wegens ziokto of op verzoek. De bezoldiging van oen aldus „ter beschik- king" gestelde officier is afgeleid nit de be zoldiging bü plautsing aan wal zonder vrye woning, door deze to verminderen met een zeker bedrag voor mindere bedrijfskosten. Bp nonactiviteit wegens ziekte zyn de be ëdigingen gesteld op ?/8 van het traktement den betrokken raDg by plaatsing aan wal zonder vrye woning. By non-activiteit op versoek is het traktement gelyk gesteld aan do helft van het standtraktement. Door het vervallen van vaste en activiteits traktementen werd het treffon van ecne nieuwe regeling voor do inkomsten bü overvoer por particuliere gelegenheid noodzakelyk. De doarby ingevoerde toelage houdt verband met den wensch om do bezoldigingen te doen overeenstemmen met die van de officieren van het Indisch leger, die, indien ze in dionst overgevoerd worden, geduronde den geheelen overtocht Iudisoh traktement genieten. Het toekennen van een toelage by bet bovelvoeren van een detachement, dan wel bü het optreden als medegi-laider, is afgeschaft. Mede is de weDSchelükheid gebleken om do tegemoetkoming in de onkosten vau ver huizing voor hoofd- en subalterne officieren eenigsrioB te verhoogen. Overgangsbepalingen sullen voorkomen, dat eonig officier zoolang hy in dezelfde positie dient, ten gevolge van de invoering der nieuwe regeling in inkomsten achteruitgaat. In verschillende bijlagen zyn do trakte menten en bedragen, de tafel- en represen tatiegeld-bedragen opgenomen. In de tweede plaats wordt in de Nota aangegeven de regeling betreffende de machinisten. De beginselen welke daarby hebben voor gezeten, zyn overeenkomstig dio voor de regeling der traktementen van do officieren aangegeven. Als uitgangspunt is genomen het billyk te achten standtraktement voor een adjunct- machinist bü aanstelling, te weten pl.m. f 500 buiten de keerkringen en f 1080 voor binnen keerkringen, terwyl de traktementen voor hootdmachinisten aansluiting geven met die voor officier-machinisten vastgesteld. De tegemoetkoming aan gehuwden bedraagt bier f 225 's jaars. Voor buiten de keerkringen zyn voor machi nisten 4 periodieke verhoogingenvastgesteld, doch voor binnen de keerkringen slechts drie, aangezien het maximum-standtraktement in rang binnon de keerkringen, zynde f 2180, reeds voldoende hoog wordt geacht. Eindelyk behandelt de nota de soldyen voor de onderofficieren en mindere schepelingen. Deze zyn voor zooveel mogelyk voor de verschillendo dienstvakken gelyk genomen. Utiliteitsmotieven, welke voornamelyk vor- band houden met het verloop, maakten het eohtor noodsakelük om enkele groepen hooger te bezoldigen dan andere. Voor verschillende groepen als b.v. voor het stokers -personeel, is dit by de tegen woordige regeling reeds geschied en waar nu bevonden werd, dat die Bolden roods aan hillyke eischen voldoen, werden niet verhoogd, doch slechts zoodanig gewyzigd, dat ze by' do nieuwe regeling aanpassen. Ton einde tot billyko soldüon voor de onderofficieren en mindere schcpelingon to komen, is evenals by de vaststelling der traktementen voor officieren en machinisten, in aanmerking genomen dat in het algemeen de bewegelükheid der betrekking van het personeel der zeemaoht eene betrek kelük duro levenswü«e met zich brengt. Als uitgangspunt voor de soldyregeling der mindere schepelingen is aangenomen, dat de soldü v°°r «on aan boord geplaatst matroos le klasse na 6 jaar dienst als zoodanig dus op oen leeftüd vau ongeveer 22 jaar, f 1.05 por dog moet bedragen, wolk bedrag moet worden verhoogd met eene tegemoetkoming •an gehuwdon, van f0.25 per dag, waarby 'getèn zyn. Laat ons afscheid nemenmor gen zal ik voltrekken. Ons leven is voortaan één, liefste. Ik kan niet, Willem, spaar mij. Ge zijt steeds vriendelijk voor mij geweest. Ik dank u, maar het kan niet. Waarom niet? M Waarom niet? Dat is niet noodig te ragen. Je draagt oen geëerde» naam en ik je weet, wat ik ben een gevallen uw. Een verongelykte vrouw, niet een ge vallen vrouw! Ach, Willem, in de wereld is vooreen vrouw gevallen en verongelykt hetzelfde. Voor my zijt ge een broeder geweest. Ik kwam tot je in smart; je reddet myn loven on myn verstand. Wees nog eens vriendelijk en spaar my de pyn, jc smart aan te doen. Anna, zei ik, myn heele levensgeluk, ul myn wcnschen zyn gericht op een huwe lyk met jou. Ben ik je niet ironw geweest, Anna? Dat kan de kemel getuigen. Wolnu, waarom weigert ge my thans myn belooning? O, spaar my ik kan en wil ze niet geven. Ik wil den man dien ik liefheh niet onteeren. Vaarwel, voor altijd, Willem Anna wrong de handen en vloog op wonden de binnenplaats over. By de deur, die zij reeds half geopend had. greep ik haar. - Beloof my één ding, zei ik, boloof mij, dat go hier wilt wachten tot ik teruggekeerd ben. Ik blyf geen vyf minuten weg. Dat is toch niet te veel gevraagd. I Ik schreed door de deur en keerde naai de binnenplaats terug, vergezeld van myn moeder,dievsrwondord van Annanaar my keek. I Met haar ligveu glimlach vroeg zy: in aanmerking wordt genomen, dat voor de miodore schepeüngen in het algemeen de mogelykheid bestaat om hunne inkomsten te vormeerderen door toelagen verbonden aan het cortificaat van goed gedrag, brevetten enz. Voor matrozen in oonige qnaliteit, als matroos-schryver, -bottelier enz., die van dio toelagen uitgesloten zyn, staat daartegenover dat zy als adspirant-onderofficier byna zeker op bevordering kunnen rekenen. Voor de soldüen der onderofficieren is als tgangspunt genomen de billük te achten bezoldiging van een sergeant-onderofficier van den algemeenen dienst als bootsman, boltolier enz. by aanstelling. Deze soldy bij plaatsing aan boord is gesteld op f 1.80 per dag, de tegemoetkoming voor gehuwden (voor onderofficieren met den rang van sergeant en hooger) op i 0.55 per dag en by plaatsing wal zonder vrye woning op f2.50 per dag. Voor onderofficieren met den rang van korporaal zyn dio bedragon resp. f 1 15 f 0.86 en f 1.75 gesteld. Do soldüen van het stokers-personeel, ge weermakers, monteurs, torpadomakors, tam boers on pypers zyn hooger dan van het personeel van den algemeenen dienst, zoo ook die van korporaal- en malrooskok, deels om atiüteits-rodenen, deels omdat de eene groep met do andere geene gelegenheid heeft om hare inkomsten te vermeerderen door het behalen van brevettenterwül de hoogore soldy aan korporaal- en matrooskoks toege kend mede verband houdt met den eisch welko by deze regeling aan koks gesteld wordt, ol. dat zü ook kunnen bakkon. Voor de onderofficieren met den rang van adjudant zyn de soldy'-bedragen voor alle categorieën (behalve voor het staf auziokkorps), golyk genomen. Do vermindering der soldy (vergeleken bü de tegenwoordige soldüen) van deze onder officieren in enkele groepen, als b.v. by het stokorspersoneel, wordt gecompenseerd door hoogere soldyen in de lagere rangen. Overgangsmaatregelen zorgen, dat zy die dien rang reeds bereikt hebben dan wol binnen zokoren tyd bereiken kunnen en dus niet of slechts ten deele genieten van bedoelde hoo gere soldü >n '1® lagere rangen, geen nadeel ondorvinden van de invoering d6zer regeling. In het algemeen zullen de overgangsmaat regelen voorkomen, dat eenig schepeling by de invoering in inkomsten achteruitgaat. Het beginsel van periodieke verhoogingen blyft gehandhaafd, aan het aantal isnitbrei- ding gegeven waardoor in sommige gevallen tegemoet wordt gekomon uan do bezwaren van «ommige categorieën van personeel (b.v. hofmeesters) die geen hoogeren raDg kannen bereiken. Voor onderofficieren is het stelsel van periodieke vorhoogingen berekend naar den geheelen diensttyd als zoodanig (de korporaals by de Zeemacht worden onder de onderofficieren gerangschikt). Ook voor de onderofficieren is uitgegaan van het beginsel dat diensten in hoogeren rang gepresteerd meer waarde hebben en de soldüen ook dienovereenkomstig moeten wordeD. Om den diensttyd van de onderofficieren en mindere schepelingen te rekenen van af de indienst treding is niet doelmatig, voornamelyk niet omdat de schepelingen onder zoo verschillende voorwaardon in dienst knnnen komen. Hot bleek daarom noodzakalük afzonderlüke rege lingen te trzffen voor onderofficieren en voor mindere schepelingen. deze laatstee is hot stelsel van periodieke verhoogingen in bepaalde klassen behouden. Door het toekennen van eene toolage voor gehuwden wordt het aangaan van een hnwe- lyk op zekeren leeftyd i. c. 27 jaar, mogelijk gemaakt. Om in het genot van deze toelage te komen zal men ook aan bepaalde gedrags- eiachen moeten voldoen. De in de tegenwoordige soldüregeling voor komende voedingstoelage is vervallen. Schoen- en kleermakers genieten de aan vangssoldy van matrozen lo klasse zonder periodieke verhooging. Van hot vaste personeel van het Kon. Instituut voor de Marine en van do Marine Hospitalen zün do soldüen van de onder officieren mot den rang van sergeant en iagrr gesteld dan van hunne ranggo- van den algemeenen dienst. Voor dit personeel mag toch by de vaststelling der bedragen rekening gehouden worden met do moerdere stabiliteit in hunne plaatsing in tegonstelUng met die van hot overige per soneel. Voor dat personeel met den rang van korporaal en den stand van matroos is echter meer in aanmerking genomen, dat zy niet in de gelegenheid zyn om brevetten te behaleD zoodat voor hen de bezoldiging gelük is ge nomen aan die van het personeel van dun algemeenen dienst. Hot personeel van het stafmnzickkorpB, waarvoor eene nieuwe organisatie in het leven wordt geroepen, geniet, naar de normale toe stand is, dat het aan wal geplaatst is on blyft, eveneens lagere bozoldigiDg dan het porsoneel van den algemeenen dienst. Wordt dat personeel echter in enkele gevallen aar. boord geplaatst, dan wordt het billük geacht dat hun ook daarentegen hoogero bezoldiging worde toegekend. De brevetten van gymnastiek-, schorm- en zwemonderwyzer znllen niet meer gclyktydig met de brovetton van seiner, kanonnier of torpedist in het besit kunnen zyn vau één persoon. Het toekennen van toelagen aan ia op leiding xynd personeel wordt ongewen3eht geacht on komt mitsdien to vervallen. De toelagen voor hen, die als „geoefend afstandmeter" worden aangemerkt en als zoodanig dionst doen (zoowel onderofficieren als minderen) is duarentogen verhoogd en gebracht op f 0.15 per dag. Bü vaslstelliDg van de soldyen voor binnen de keerkringen is rekening gehouden met do byzondere kosten en uitgaven waartoe het porsoneel zioh by verblyf aldaar genoodzaakt ziet. Voor de organisatie van het stufmuziek korps is eene nieuwe regeling ontworpen. Adspirant-muzikanten worden ingevoerd met den rang van korporaal, zulks om oen over gang te hebben lusschen den stand van matroos en den rang van sergeant. De bevordering van udspirant-stafmusïkant tot stafmuzikant wordt by deze regeling niet afhnnkelyk ge steld van vacatures. Mode is de noodzakolükheid gebleken om in de organisatie van het seinerspersoneel wyziging te brengen, voornamelyk om do lust tot toetreding tot dezen diensttak te bevorderen. In hoofdtrekken zal de organisatio als volgt zyn: het brevet van seiner der 2e kl. blyft onder den naam van „brovet vau seiner" behoudeD. De toelage aan dat brovet ver bonden en verhoogd tot f0.10 daags. De noodige daarvoor in aanmerking komende matrozen in het borit van het brevet van er zullen opgeleid worden voor de be diening van de stations dor draadlooze tele grafie en ontvangen, na die opleiiing met succes doorloopen te hebben, con „brevet van telegrafist" met daaraan verbondon too lage van f 0.20 daags. De toelsge voor het brevet van seiner houdt dau op. Voor korporaal-seiner znllen slechts in aanmerking komen schepelingen in het bezit van een brevet van telegrafist. Hot behond van dat brevet is echter voor den onderofficier-seiner reen vareischto. Zoolang de korporaal-sriner in het bezit daarvania, geniet hy ook de toelage van f 0.20 daags. Te vervallen komt do qualifleatie van „ge oefend seiner" met daaraan verbonden toe lage van f 0.08$ daags. Aan boord der daar voor in aanmerking komende torpedo-vaar tuigen znllen schepelingen in het bezit van bet brevet van seiner geplaatst worden. Ingevoerd wordt de naam van „machine- dryver"' in stede van „stoker" voor de korporaal-stokers lo en 2o kl., de sergeant- stokers, de stokers-majoor en de opporstokers. Zy znllen voortaan genoemd worden korpo- raal-machinedrüvers le en 2e kl., sorgeant- machiuedrüvers, machinedry vers-majoor ea opper-machinedryvers. Deze namen worden beter overeenkomend geacht met de diensten, welke die onderofficieren verrichten. Voor de korporaal-stokers 3e klasse wordt bohond van de qualifloatio stoker behouden. Zü worden nu echter korporaal-stoker. Ten slotte wordt, onder verwüsing naar de specificaties in de bübehoorende bylagen, aangeteekend dat voor de mindere schepe lingen geen würiging is gebracht in het stelsel van toekenning van periodieke ver hoogingen (periodieke verhooging na dienst tyd in bepaalde klasso doorgebracht) en dat by de onderofficieren do diensttüd ter vaat- stolüng van do soldy gerokend wordt van af do bovordcring tot onderofficier (korporaal) hetgeen by de bestaande regeling niet het geval is. In een der blagen wordt nog een over zicht gegeven van verschillende toelagen welke de mindore schepelingen boven hnn standsoldy knnnen genioteD, en waaruit kan blüken dat vele hunner hnnno inkomsten door het verkrygen van een of meer toelagen niet onbelangryk kunnen vermeerderen. De flnancieele gevolgen der wetsontwerpen zyn berekend op een in werking treding der nieuwe regelingen met 1 Juli 1913. Wat scheplt er aan Zijn de jougelui in het twisten geweest? Moeder, begon ik, heden heb ik Anuu gevraagd myn vrouw tc wordeu. Ik heb haar jaren liefgehad en eindelyk bemint ze ook mij. Miju moeder liet een zwakken kreet van vreugde hooren en deed een stap voorwaarts. Ik hield haar terug. Ik heb haar liet en zy my, vervolgde ik, maar zy weigert ray te huwen omdat zy vrccBt schande te brengen over m«D achtens- waardigen naam. Gy kent hare geschiedenis, gy zijt mijn moeder. Gy hecht van alle menschen ter wereld ongetwyfeld het meest aan de eer vau mijn naam. Gy zoudt weten, wie gc my tot vrouw zoudt kiezen. Zog haar Ik zweeg. Met geopende armen trad myn moeder vooruit en een oogenblik daarna lag Anna snikkende in haar armen, terwyl woor den vol troost en opbeuring haar toegefluisterd werden. Ik had goed gedaan in de edele natuur van myn moeder te vertrouwen. Laat ons eeu poosje alleen, Willem; kom over oen kwartier terug, zcido zy, ter wijl Anna nog aan haar schouder snikte. Ik keerde my om en ging de straal in. Na een kwartier kwam ik terug. Mijn moeder zei - Ik bon er ten laatste in geslaagd haar te overtuigen, dat gy on ik verheven zyn boven wat men de conventie der wereld noeint, Willem. Ik beb haar gezegd, dat ik niets zie, wat haar boletton kan je vrouw te worden. Ook heb ik haar gezegd, dat ik van myn kant liever zag, dat gy haar huwdet dan welke andere vrouw ter wereld ook, alleen om harentwil. Ik ken haar immers. En verbeeld j®. Willem, dat ik haar over tuigd heb. Myn moeder, met haar zachte oogen vol moederlyke liefde, kuste mij en verliet de binnenplaats. Ik opende mijn armen, om ze vast te sluiten om dc schoonste vrouw der wereld. Nu scheen my heel de aarde licht «n schitterend. Myn liefde had gezegevierd. Ik besloot ons huwelyk uit te stollen on oen haastig bezoek te brongen aan Holland, teneinde daar te beproove» of ik de noodige zekerheid kon krygen van de wettigheid van Anna's huwelyk inet Theodoor Tellinge. Jk verontschuldigde my, zeggende, dat ik nog vele zaken, mijn bezittingen rakende, diende te regelen, véór ik kon huwen, en ik daartoe op reis moest. Ik spoorde naar Harderwijk, zoo snel ik kon. Gedurende de week, dat ik in die plaat» verbleef, stelde ik met de noodige omzicht heid 'n nauwkeurig onderzoek in naar het leven en den dood van een vroiiw, die, naar mevr. Herder gezegd had, op zekeren datum gestorven on onder den naam van juffrouw Tellings begraven was. Het resultaat mijner nasporingen was in 't kort het. volgende Jaren geleden had Tellings de vrouw ge huwd. Met onderling goedvinden waren zjj gescheiden. Iiy had zich niet meer om haar bekommerd, en, nog vreemder, zij had zich evenmin om hem bekommerd. Op den datum, dien mevrouw Herder my had opgegeven, was zy gestorven. Myn hart was vervuld van vreugde, toeu ik met de bewyzen van den dood der eerst® juffrouw Tellings gewapend, terugsnoldo naar Parys, waar Anna en het geluk mij wachtten. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1