KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Heldor, Texel, Wleringen en Anna Peolownm
EINDELIJK VEREENIGD.
No. 4192.
Zaterdag 12 April 1918.
4lste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 ca. 50 cl.. Ir. f. post 75 cL, tajlMlaad I i .35
Pre- Zondagsblad t 37J 45 5 0.75
«KaModeblad 65 75 10.90
(Voor hel baitealr.id hg vooruitbetaling;)
adTtrlentias rna t tol i regel» bij roornitboUIiag) 14 esai.
Elke regel meer. 6
Bewijf-sxeMplaar 24
Vifnette* ea groot* letten wordaa anar plaaUraimte berektad
I
tfarsohijnt Dinsdag- an Vrijdagmiddag.
Uitgever: O. DE BOER Jra| Helder.
Bureau: Koaiagetraai 29 interc. Telef. 60
Eepste Blad.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 11 April.
Positieverbetering bij de Zeemacht.
By de Tweede Kamer is ingekomen een
sappletoire marinebogrooting, strekkende tot
regeling dor traktementen van de officieren,
onderofficieren on minderen van de zeemacht.
Concessie geweigerd.
De Minister van Waterstaat heeft afwijzend
beschikt op een adres van do heeren mr. W.
C. Bosman c.s. te Alkmaar, waarbij concessie
werd gevraagd tot drooglegging van een
gedeelte van het Alkmaarder Meer onder
Akersloot, groot 170 H.A.
Directeur-generaal der posterijen en
telegraphie.
Bij Kon. besluit van 7 dezer is met ingang
van 1 Mei benoemd tot directeur-generaal
der posterijen en telegraphie, jhr. G. A. A.
Alting von Gensau, luitenant-kolonel van den
generalen staf, hoofd der afdeeling generale
staf van het departement van oorlog.
Scheepsramp.
„De Noordster", een visschersvaartuig te
Rotterdam thuisbehoorend, is tengevolge van
een aanvaring op de Doggersbank gezonken.
Do trawler «Argns van Huil" heeft de be
manning gered, behalve de kapitein, die is
omgekomen en wiens lijk de Argns te Hall
heeft aangebracht.
Moord.
Omtrent den Maandagavond in de Grooto
BrouwerBtraat in Den Haag geploegden
moord, meldt men nader het volgende:
De jeugdige dader heet D. M. en is 16
jaar. De vermoorde vrouw heette P. van
zioh zelve, is of was gehnwd met zekeren
J. en is ongeveer 40 jaar. Het is gebleken,
dat de jongen vroeger reeds meermalen met
de vrouw omgang had gehad, en uit wraak
moet bij den moord hebben bedreven. Die
omgang met de zeer slecht befaamde vrouw
tooh had voor den knaap, naar hij beweerde,
niet nader aan te duiden gevolgen gehad,
waardoor hij in oen ziekeninrichting ver
pleegd moest worden, on zijn gestel was
aangetast. Daaro ver besloot hij zioh te wreken,
on aan die wraakzucht heeft hij voldaan.
Toen hy zyn werkzaamheden by zyn patroon
ueëindigd had, ging hy naar de woning van
de beruchte vronw en zonderde zich mot haar
af. Hy had een vlijmscherp schoenmakers
mes bij zich gehoudeD. Op het bed bracht
hij haar do eerste verwonding toe, een steek
in de wangen of in den hals. Toen de vronw
daarop nit het bod sprong en naar de kamer
deur won gaan om hnlp te roepen, sprong
hij haar na en bracht haar de verdere zware
verwondingen toe, die den dood ten gevolge
hadden. Het moet toen omstreeks 8 uur ge
weest zijn. Kort daarop vorliet bi) de woning.
Hy droeg z0n schoenen in do hand en sloop
de trap af. Dit was wel opgemerkt door
iemand, die in hetzelfde huis woonde, doch
dezo had er, in verband met het bedrijf, dat
de vronw uitoefende, niet veel acht op ge
slagen. Wel meende die persoon dekleediog
van een weesjongen te herkennen.
De oommissaris van politie, de heer Dietz,
die na de ontdekking van den moord den
bijstand had ingeroepen van de centrale
recherche van het parket waren aanwezig
mr. Van Rhede van der Kloot, rechter-com-
missaris, en mr. Del Campo genaamd Camp,
snbstitunt-officier van justitie nam in
overleg met deze, in verband met boven
bedoelde mededeeling van de persoon, die
den jongen had zien weggaan, do noodige
maatregelen, on de hoer Aaltsc, chef der
recherche, wist in het R.-K. weeshuis den
knaap, van wicn een vage persoons- en
kleedingbeschryving was gegeven, te ont
dekken. Hjj lag reeds te bed; er waren sporon
van bloed aan zijn kleeren. Al spoedig be
kende by, de vronw om de bovenvermelde
reden te hebben gedood.
De jongen, wiens vader dood is, moet een
krankzinnige moeder hebben.
Beri-beri.
Men kent de geschiedenis van het onder
zoek naar de beri-beri, dat pat op den goeden
weg is gekomen, toen men ontdekte dat de
ziekte optrad by menschen en dieren, die
eon tijd lang gepolijste rijst als boofdvoedsel
gebruikten. In 1884 voerde Takaki b\j de
Japansche marine in plaats van die rijst
rantsoenen in naar Buropoesch model. De
uitslag was vorrassend. Terwijl vroeger
dikwijls meer dan 80 pet. van de bemanning
aan beri-beri leed, daalde het ziekte-cyfor
opec-ns bijna op nul. Later vond men, dat
by het polysten van de ryst met het zg.
silvervliesje een stof verloren ging, die Funk
afzonderde en vitamine noemde. Het is een
voor het leven belangrijke stikstofbasis,
waarvoor hy de empirische formule C 17
H 20 N 2 O 7 opgeeft. Beri-beri wordt dus
veroorzaakt door eon gebrek aan vitamine in
het voedsel en de toediening van die stof of
van voedsel, dat baar bevat, vrijwaart tegen
beri-beri.
In een lezing, die H. Wieland te Straats
burg, over dat. onderwerp heeft gehouden en
waarvan de„Muuchoner Med. Wochenschrift"
het verslag opneemt, heeft de spreker de
vraag gesteld, of ook in voedsel van den
Europeaan wel genoeg vitamine voorkomt.
In elk goval dient de eisch gesteld, dat men
het gehalte ervan niet lichtzinnig mag ver
minderen. Dit geschiedt echter helaas bjj de
fabriekmatige bereiding van vele voedings
middelen, vooral van koolhydratende suiker,
die wjj op tafel krijgen, is om zoo te zeggen
zuivere saecharosevele meelsoorten bestaan
byna geheel uit zuiver zetmeel. Daarom
meent by, dat er een eind moot komen aan
het strevon, om onze voedingsmiddelen zoo
zuiver mogelyk te bereiden met het afval
verwijdert men ook de vitamine.
Verder moet men bedenkon, dat vitamine
by langdurig koken, vooral boven 100°, snol
ontleed wordt. Daarom is bij de sterilisatie
van voedingsmiddelen, mot name onder druk,
i oorzichtigheid geraden. Dit geldt vooral voor
de kunstmatige voeding van kinderenin
het kleine organisme van bot kind laat zich
het gebrek aan de een of andere voedingsstof
veel snoller en ernstiger gelden dan by vol
wassenen. Misschien hebben de door, Czerny
en Koller in Silezië waargenomen schadelijke
gevolgen van meelvoeding ook hnn oorzaak
in gebrek aan vitamine.
Positieverbetering bij de
Zeemacht.
By de Twecdo Kamer zyn ingekomen
wetsontwerpen tot verhooging van hot Vle
Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1918
on verhooging van het Ie Hoofdstuk der
begrootiDg van uitgaven van Nederlandsch-
Indië voor het dienstjaar 1918.
In de door de Ministers van Oorlog (ad
interim Minister van Marino) en Koloniën
onderteekende Memorie van Toelichting wordt
medegedeold dat de rapporten der oommissio
tot herziening van de bestaande traktemeDts-
regeling der officieren en van de commissie
tot herziening van de soldy regeling der onder
officieren en mindere schepelingen geleid
hebben tot het aannemen van stelsels van
bezoldiging voor officieren, machinisten, onder
officieren en mindere schepelingen, waarby
eeno rationeele opklimming on voor velen
eon wenschelyk gebleken positieverbetering
verkregen werd.
Hierby werden, wat de traktementen dor
officioroc en der machinisten betreft, de be
ginselen aangenomen door de hooger genoemde
commissie in hoofdzaak gevolgd. Dë door de
oommissio voorgestelde cijfers ondergingen
echter «enige wjfzi ringen in verband met de
grooto offers dio voor de schatkist htt gevolg
van die voorstellen zonden zyn geweest. Het
rapport der commissie voor de soldijen der
onderofficieren en mindere schepelingen is,
behoudens enkele noodig geaohte afwijkingen,
geheel gevolgd.
De invoering deser regelingen zal by de
tegenwoordige formatie vao het personeel
voor Hoofdstuk Marine der Staatsbegrooting
ecne jaarlykache vermeerdering van uitgaven
ton gevolge bobben van ongeveer f 460,000
en voor do Indisoho begrooting van ongevoer
f226,000.
De voorgestelde overgangsbepalingen znllen
bovendien nog eene tijdelijke verhooging
(welko telken jare kleiner wordt) met zich
brengen, respectievelijk van f 21,000 en
f 86,000.
Een b(j de .Memorie behoorende uitvoerige
Nota bevat een overzicht van de voorzieningen
die tot het beoogde doel znllen kannen leiden.
In de eerste plaats ten aanzien der trakte-
mentsregeling der officieren.
Uitgogaan is in het algemeen van het be
ginsel, dat die traktemsnton, voor zoover
doenlyk, hehooren aan te sluiten by die, aan
de officieren der Landmacht toegekend, dus
buiten de keerkringen met die van do
officieren van het Nederlandsche leger en
binnen de keerkringen mot die van do
officieren van het Indisch leger, met dien
verstande echter, dat in eerstbedoeld geval
de beweeglijkheid der betrekking van de
officieren dor zeemacht, die eene duurdere
levenswijze medebrengt, eene verhooging
boven de traktementen der officieren van
het Nederlandsche leger wettigt.
De traktementen van de officieren van
administratie en van het korps Mariniers
zyn geheel overeenkomstig met die dor zee
officieren de traktomenten dor officieren van
gezondheid en van de officieren-machinist
zijn zoodanig geregeld, dat ook deze aan
sluiting geven met die der zeeofficieren er,
wel zoodanig, dat de bezoldiging van beido
eerstgenoemde categoriën by hunne aanstelling
tot officier overeenstemt mot de bezoldiging
van oen zeeofficior, met reeds eenige jaren
dienst als officier.
In overeenstemmiug met de wyse, waarop
de traklementsregeling der landmacht officieren
hier te lande is ingericht, wordt voor de
zeeofficieren eene periodieke traktements-
vorhoogÏDg voorgesteld, om tegemoet te
komen aan de wisselende promotiekansen.
Daarbjj is er voorts rekening mede gehouden
dat een officier op een leeftijd van 28 30
jaar een zoodanige bezoldiging behoort te
genieten, dat deze hem in staat stelt een
huwolyk aan te gaan.
Voor de officieren-machinist 2e kl. zyn
voor buiten de keerkringen drie periodieke
verhoogingc-n vastgesteld togen één binnen
de keerkringen, aangezien tooh hetmaximum-
atandtraktomont voor binnen de keerkringen,
zynde f 4020, voldoende wordt geacht.
De bestaande verdoolingen van bezoldiging
in vaste- en activiteitstraktementen komen
te vervallen.
Onder standtraktement wordt by de nieuwe
regeling verstaan het traktement, zonder
eenige toelage of vergoeding, dat door oen
officier genoten wordt wanneer hy aan boord
dient.
Voor bet gezamenlyk honden van tafel
blijven tafelgelden toegekend, met dit ver
schil, dat zy by do nieuwe regeling ook
binnen de keerkringen znllen worden ge
noten, wat thans niet het geval ia.
Het in sommige gevallen uitbetalen van
een gedeelte der tafelgelden aan gehuwdo
officieren, dio niet aan de tafel deelnemen,
vervalt. Die tafelgelden, al werden zo niet
aan de betrokkenen uitbetaald, moeten be
schouwd worden als sen deel van het
traktement.
Aan commaudeerende officieren aan boord j
worden tafel- en representatiegelden toege
kend, in grootte afhaukelyk van rang en
positie.
Directeuren en commandanten in maritieme
directies, alsmedo de commandant van het
Kon. Instituut v/d Marine te Willemsoord,
worden iu het genot gesteld van representatie
geld. Indien een officier by Kon. Bes'uil of
by ministerieele beschikking aangewezen
wordt voor de waarneming van een com
mando, feitelyk bestemd voor een officier
van hooger rang, worden hem de tafel- en
representatiegelden toegekend, vastgesteld
voor dien hoogeren raDg.
Aan gehuwde en daarmedo gelyk gestelde
subalterne officieren, geplaatst aan boord,
wordt eene tegemoetkoming toegekend van
f 300 's jaars. Deze wordt niet toegekend
aan vlag- en hoofdofficieren, en ook wordt
binnen de keerkringen dienende dio tegemoet
koming voor de overige officieren onnoodig
geacht.
Voor officieren, geplaatst aan wal, zyn
afzonderiyke traktementen vastgesteld, ver
kregen door de standtraktementon aan boord
to verhoogon met eene walvergoeding, als
vergoeding voor kosten van woning, voeding
enz. Het bedrag dezer waltoelsge is af
hankelijk gesteld van den rang vun den
betrokkene, en of al dan niet vrye woning
wordt genoten.
By de bepaling der bezoldiging is voorts
het beginsel gohnldigd, dat de vervulling
van alle tot den werkkring van den marine
officier behoorende betrekkingen by de Marine,
hetzy aan wal of aan boord, vcor den Staat
onontbeerlijk is.
In verband met deze opvatting kan aan
meerdere of mindere verantwoordeiykheid,
meer of minder werk, grootere of kleinere
ongemakken aan verschillende plaatsingen
verbonden, geene waarde worden toegekend
by de bepaling der hoofdbezoldiging en zulkn
toelagen alz voor offioieren-instructenrs aan
FEUILLETON.
li)
Nog eeaigszins onder dea indruk der door
gestane vrees, bereikten wy Esschen, hot
Belgische grensstation. Allee uitstappen, alle
bagage moet onderzocht worden. Gelukkig,
wy zyn op vreemden bodem!
Het oponthoud duurt vry lang, want de
beambten dor douane zyn zeer nauwgezet in
hot verrichten van hunne taak. Eindelyk is
het onze beurt. De bagage wordt onderzocht
en in orde bevonden.
Alles is nu klaar, wy. stappen in en de
trein zet zich in beweging.
Weldra waren wy te Antwerpen. Wij
reden onmiddellyk in een fiacre naar het
„Hotol d'Angleterreen Heten ons daar eon
drietal kamers aanwyzen. Ik bestelde eenige
ververschingen, die wy gezamenlyk gebruik
ten, waarna ieder zich op zyn eigen kamer
terugtrok om wat uit to rusten.
Een half uurtje rust had ons zoo zeer ver
kwikt, dat wy besloten eeu eind de stad in
te wandelen on straks terug te keeren om
te lunchen.
Den volgenden dag gingen wy naar Brus
sel. Wyl wij met den morgentrein wilden
vertrekken, waren wy tamelyk vroeg aan
het station. De sneltrein bracht er on» in
een ommezien.
Nu, wie Brussel wil bezien en al zyu
schoonheden on merkwaardigheden, kan ge
rust eeuige wekon daarvoor beschikbaar
stellen. Wij zagen in korten tyd liet voor
naamste, de boven- en benedenstad, do kerk
van St. Gudnlo, het broodhuis, het nieuwe
paleis van justitie, een monument der negen
tiende eeuw, en lieten ons toen een uurtje
door het park rijden.
Myn moeder was zeer iu haar humeur. Ik
wilde van deze gelegenheid gebruik maken
om haar over to halen niet hier te blyvou,
doch, nu wy tooh eenmaal aan het reizen
waren, door te gaan naar Parijs.
Boven verwachting slaagde ik. Myne
moeder en Anna keurden beiden hot plan
goed. Reeds 's anderen daags vertrokken wij.
Van Brussel tot Parys is een hoele zit.
Mij deed het. echter goed zoo ver to gaan.
Toen we zoo enkele dagen volop van de
schoonheden dor stad hadden genoten, begon
nen wy, vooral myn moeder, genoeg te krygen
van bet hotelleven.
Ik huurde daarom een gemeubileerde woning.
Door eene met open yzerwerk voorzieno poort
kwam men op oen ruime binnenplaats met
de sierlykste en zeldzaamste bloemen getooid.
Boven deze binnenplaats kon een fraai ge
kleurd scherm gespannen worden. Ook was
er tuaschen bloembedden een fontein, die haar
muzikaal gemurmel liet hooren.
Wanneer ik op deze idyllische plok ver
toefde, kon ik bijna alles wat mij naar smart
en schrik wilde terugvoeren uit myn gedach
ten haunen. Zoo ik hier was, gevoelde ik my
wel te moede en opgewekt gestemd. Kwam
dit alleen door den overdekten tuin Ik gaf
mij geen rekenschap van myn gevoelens.
Steeds was oen volgende dag zoo mogelyk
nog aangenamer dan de vorige. Altijd was
ik in het gezelschap van Anna. Wij dsden
kleine en grooto uitstapjes. Gedurende ge
ruimen tyd had ik hare oogen met den dag
helderder zien worden, haar melancholieken
blik zien verdwynen.
Als gewoonlyk zat Anna met halfgesloten
oogen op de binnenplaats, den geur inade
mende der heerlyko reseda.
Toen ik Anna daar in gansch haar bloeien
de schoonheid zag met do frissche kleur harer
wangen, kwam plotseling by my de gedachte
op, dat mijn lot binnen enkele minuten beslist
moest zy«. Hoe had ik zoolang kunnen wach
ten op de woorden, die ik wist,, dat rij zou
spreken.
Stil sloop ik aan hare zijde, sloeg mijn
arm om haar middel en trok haar naar my
toe. Zij trilde onder myn omhelzing als een
blad. Zy loosde een diepon zucht en ik zag
de tranen in hare mooie oogen opwellen. Ik
omsloot haar vaster en vaster, hare wangen
met kussen bedekkende.
Anna, fluisterde ik, zeg ray eindelyk
dat je ray bemint.
Zy zweeg. Tranen sprongen haar uit de
oogen en rolden langs hare wangen. Zy
wendde hare oogen naar de myne, maar niet
lang. Daarop richtte zy hare blikken naai
den grond en bleof zwygon.
Zeg het my eene, Anna, smeekte ik.
Hare lippen beefden, haar boezem bewoog
•zich snel. Een vurige blos bedekte haar
geheel gelaat.
Ja, mompelde zij, nu het te laat is,
heb ik je Hef!
Ik lachte luid en drukte haar aan mijn
borst.
Tc laat! riep ik uit. Nog wel vijftig
jaar en meer kunnen wij samen gelukkig
zijn.
I Willem, sprak ze zacht, dit alles moet
inrichtingen van militair onderwys vervallen.
Do hierboven aangevoerde overwegingen
gelden echter niet ten opzichte van hetvry-
willig verkregen van meer uitgebreide kennis.
Hot marinebelaDg kan medebrengen, dat do
hiertoe noodigo inspanning wordt bevorderd,
en het is op dien grond billik, dat aan een
mot goed gevolg afgelegd examen eenig
flnantiecl voordeel wordt verbonden. Daarom
wordt daarvoor een toelage ineens voorge
steld.
B(j deze regeling zyn de geldelyke bezwa-
n, welke aan de gedwongen non-activiteit
verbonden zyn, opgehevon. Voortaan wordt
voor die gedwongen non-activiteit de qnalifl-
catie „ter beschikking" ingevoerd. Alleen
wordt „nonactief" behouden in gevallen wegens
ziokto of op verzoek.
De bezoldiging van oen aldus „ter beschik-
king" gestelde officier is afgeleid nit de be
zoldiging bü plautsing aan wal zonder vrye
woning, door deze to verminderen met een
zeker bedrag voor mindere bedrijfskosten.
Bp nonactiviteit wegens ziekte zyn de be
ëdigingen gesteld op ?/8 van het traktement
den betrokken raDg by plaatsing aan wal
zonder vrye woning. By non-activiteit op
versoek is het traktement gelyk gesteld aan
do helft van het standtraktement.
Door het vervallen van vaste en activiteits
traktementen werd het treffon van ecne nieuwe
regeling voor do inkomsten bü overvoer por
particuliere gelegenheid noodzakelyk. De
doarby ingevoerde toelage houdt verband met
den wensch om do bezoldigingen te doen
overeenstemmen met die van de officieren
van het Indisch leger, die, indien ze in dionst
overgevoerd worden, geduronde den geheelen
overtocht Iudisoh traktement genieten.
Het toekennen van een toelage by bet
bovelvoeren van een detachement, dan wel
bü het optreden als medegi-laider, is afgeschaft.
Mede is de weDSchelükheid gebleken om
do tegemoetkoming in de onkosten vau ver
huizing voor hoofd- en subalterne officieren
eenigsrioB te verhoogen.
Overgangsbepalingen sullen voorkomen, dat
eonig officier zoolang hy in dezelfde positie
dient, ten gevolge van de invoering der
nieuwe regeling in inkomsten achteruitgaat.
In verschillende bijlagen zyn do trakte
menten en bedragen, de tafel- en represen
tatiegeld-bedragen opgenomen.
In de tweede plaats wordt in de Nota
aangegeven de regeling betreffende de
machinisten.
De beginselen welke daarby hebben voor
gezeten, zyn overeenkomstig dio voor de
regeling der traktementen van do officieren
aangegeven.
Als uitgangspunt is genomen het billyk
te achten standtraktement voor een adjunct-
machinist bü aanstelling, te weten pl.m. f 500
buiten de keerkringen en f 1080 voor binnen
keerkringen, terwyl de traktementen voor
hootdmachinisten aansluiting geven met die
voor officier-machinisten vastgesteld.
De tegemoetkoming aan gehuwden bedraagt
bier f 225 's jaars.
Voor buiten de keerkringen zyn voor machi
nisten 4 periodieke verhoogingenvastgesteld,
doch voor binnen de keerkringen slechts drie,
aangezien het maximum-standtraktement in
rang binnon de keerkringen, zynde f 2180,
reeds voldoende hoog wordt geacht.
Eindelyk behandelt de nota de soldyen voor
de onderofficieren en mindere schepelingen.
Deze zyn voor zooveel mogelyk voor de
verschillendo dienstvakken gelyk genomen.
Utiliteitsmotieven, welke voornamelyk vor-
band houden met het verloop, maakten het
eohtor noodsakelük om enkele groepen hooger
te bezoldigen dan andere.
Voor verschillende groepen als b.v. voor
het stokers -personeel, is dit by de tegen
woordige regeling reeds geschied en waar
nu bevonden werd, dat die Bolden roods
aan hillyke eischen voldoen, werden
niet verhoogd, doch slechts zoodanig gewyzigd,
dat ze by' do nieuwe regeling aanpassen.
Ton einde tot billyko soldüon voor de
onderofficieren en mindere schcpelingon to
komen, is evenals by de vaststelling der
traktementen voor officieren en machinisten,
in aanmerking genomen dat in het algemeen
de bewegelükheid der betrekking van het
personeel der zeemaoht eene betrek kelük
duro levenswü«e met zich brengt.
Als uitgangspunt voor de soldyregeling der
mindere schepelingen is aangenomen, dat de
soldü v°°r «on aan boord geplaatst matroos
le klasse na 6 jaar dienst als zoodanig dus
op oen leeftüd vau ongeveer 22 jaar, f 1.05
por dog moet bedragen, wolk bedrag moet
worden verhoogd met eene tegemoetkoming
•an gehuwdon, van f0.25 per dag, waarby
'getèn zyn. Laat ons afscheid nemenmor
gen zal ik voltrekken.
Ons leven is voortaan één, liefste.
Ik kan niet, Willem, spaar mij. Ge zijt
steeds vriendelijk voor mij geweest. Ik dank
u, maar het kan niet.
Waarom niet? M
Waarom niet? Dat is niet noodig te
ragen. Je draagt oen geëerde» naam en
ik je weet, wat ik ben een gevallen
uw.
Een verongelykte vrouw, niet een ge
vallen vrouw!
Ach, Willem, in de wereld is vooreen
vrouw gevallen en verongelykt hetzelfde.
Voor my zijt ge een broeder geweest. Ik
kwam tot je in smart; je reddet myn loven
on myn verstand. Wees nog eens vriendelijk
en spaar my de pyn, jc smart aan te doen.
Anna, zei ik, myn heele levensgeluk,
ul myn wcnschen zyn gericht op een huwe
lyk met jou. Ben ik je niet ironw geweest,
Anna?
Dat kan de kemel getuigen.
Wolnu, waarom weigert ge my thans
myn belooning?
O, spaar my ik kan en wil ze niet
geven. Ik wil den man dien ik liefheh niet
onteeren. Vaarwel, voor altijd, Willem
Anna wrong de handen en vloog op
wonden de binnenplaats over. By de deur,
die zij reeds half geopend had. greep ik haar.
- Beloof my één ding, zei ik, boloof mij,
dat go hier wilt wachten tot ik teruggekeerd
ben. Ik blyf geen vyf minuten weg. Dat is
toch niet te veel gevraagd.
I Ik schreed door de deur en keerde naai
de binnenplaats terug, vergezeld van myn
moeder,dievsrwondord van Annanaar my keek.
I Met haar ligveu glimlach vroeg zy:
in aanmerking wordt genomen, dat voor de
miodore schepeüngen in het algemeen de
mogelykheid bestaat om hunne inkomsten te
vormeerderen door toelagen verbonden aan
het cortificaat van goed gedrag, brevetten
enz. Voor matrozen in oonige qnaliteit, als
matroos-schryver, -bottelier enz., die van dio
toelagen uitgesloten zyn, staat daartegenover
dat zy als adspirant-onderofficier byna zeker
op bevordering kunnen rekenen.
Voor de soldüen der onderofficieren is als
tgangspunt genomen de billük te achten
bezoldiging van een sergeant-onderofficier
van den algemeenen dienst als bootsman,
boltolier enz. by aanstelling. Deze soldy bij
plaatsing aan boord is gesteld op f 1.80 per
dag, de tegemoetkoming voor gehuwden (voor
onderofficieren met den rang van sergeant
en hooger) op i 0.55 per dag en by plaatsing
wal zonder vrye woning op f2.50 per
dag. Voor onderofficieren met den rang van
korporaal zyn dio bedragon resp. f 1 15 f 0.86
en f 1.75 gesteld.
Do soldüen van het stokers-personeel, ge
weermakers, monteurs, torpadomakors, tam
boers on pypers zyn hooger dan van het
personeel van den algemeenen dienst, zoo
ook die van korporaal- en malrooskok, deels
om atiüteits-rodenen, deels omdat de eene
groep met do andere geene gelegenheid heeft
om hare inkomsten te vermeerderen door het
behalen van brevettenterwül de hoogore
soldy aan korporaal- en matrooskoks toege
kend mede verband houdt met den eisch
welko by deze regeling aan koks gesteld
wordt, ol. dat zü ook kunnen bakkon.
Voor de onderofficieren met den rang van
adjudant zyn de soldy'-bedragen voor alle
categorieën (behalve voor het staf auziokkorps),
golyk genomen.
Do vermindering der soldy (vergeleken bü
de tegenwoordige soldüen) van deze onder
officieren in enkele groepen, als b.v. by het
stokorspersoneel, wordt gecompenseerd door
hoogere soldyen in de lagere rangen.
Overgangsmaatregelen zorgen, dat zy die
dien rang reeds bereikt hebben dan wol binnen
zokoren tyd bereiken kunnen en dus niet of
slechts ten deele genieten van bedoelde hoo
gere soldü >n '1® lagere rangen, geen nadeel
ondorvinden van de invoering d6zer regeling.
In het algemeen zullen de overgangsmaat
regelen voorkomen, dat eenig schepeling by
de invoering in inkomsten achteruitgaat.
Het beginsel van periodieke verhoogingen
blyft gehandhaafd, aan het aantal isnitbrei-
ding gegeven waardoor in sommige gevallen
tegemoet wordt gekomon uan do bezwaren
van «ommige categorieën van personeel (b.v.
hofmeesters) die geen hoogeren raDg kannen
bereiken. Voor onderofficieren is het stelsel
van periodieke vorhoogingen berekend naar
den geheelen diensttyd als zoodanig (de
korporaals by de Zeemacht worden onder de
onderofficieren gerangschikt). Ook voor de
onderofficieren is uitgegaan van het beginsel
dat diensten in hoogeren rang gepresteerd
meer waarde hebben en de soldüen ook
dienovereenkomstig moeten wordeD. Om den
diensttyd van de onderofficieren en mindere
schepelingen te rekenen van af de indienst
treding is niet doelmatig, voornamelyk niet
omdat de schepelingen onder zoo verschillende
voorwaardon in dienst knnnen komen. Hot
bleek daarom noodzakalük afzonderlüke rege
lingen te trzffen voor onderofficieren en voor
mindere schepelingen.
deze laatstee is hot stelsel van periodieke
verhoogingen in bepaalde klassen behouden.
Door het toekennen van eene toolage voor
gehuwden wordt het aangaan van een hnwe-
lyk op zekeren leeftyd i. c. 27 jaar, mogelijk
gemaakt. Om in het genot van deze toelage
te komen zal men ook aan bepaalde gedrags-
eiachen moeten voldoen.
De in de tegenwoordige soldüregeling voor
komende voedingstoelage is vervallen.
Schoen- en kleermakers genieten de aan
vangssoldy van matrozen lo klasse zonder
periodieke verhooging.
Van hot vaste personeel van het Kon.
Instituut voor de Marine en van do Marine
Hospitalen zün do soldüen van de onder
officieren mot den rang van sergeant en
iagrr gesteld dan van hunne ranggo-
van den algemeenen dienst. Voor dit
personeel mag toch by de vaststelling der
bedragen rekening gehouden worden met do
moerdere stabiliteit in hunne plaatsing in
tegonstelUng met die van hot overige per
soneel.
Voor dat personeel met den rang van
korporaal en den stand van matroos is echter
meer in aanmerking genomen, dat zy niet in
de gelegenheid zyn om brevetten te behaleD
zoodat voor hen de bezoldiging gelük is ge
nomen aan die van het personeel van dun
algemeenen dienst.
Hot personeel van het stafmnzickkorpB,
waarvoor eene nieuwe organisatie in het leven
wordt geroepen, geniet, naar de normale toe
stand is, dat het aan wal geplaatst is on
blyft, eveneens lagere bozoldigiDg dan het
porsoneel van den algemeenen dienst. Wordt
dat personeel echter in enkele gevallen aar.
boord geplaatst, dan wordt het billük geacht
dat hun ook daarentegen hoogero bezoldiging
worde toegekend.
De brevetten van gymnastiek-, schorm- en
zwemonderwyzer znllen niet meer gclyktydig
met de brovetton van seiner, kanonnier of
torpedist in het besit kunnen zyn vau één
persoon.
Het toekennen van toelagen aan ia op
leiding xynd personeel wordt ongewen3eht
geacht on komt mitsdien to vervallen.
De toelagen voor hen, die als „geoefend
afstandmeter" worden aangemerkt en als
zoodanig dionst doen (zoowel onderofficieren
als minderen) is duarentogen verhoogd en
gebracht op f 0.15 per dag.
Bü vaslstelliDg van de soldyen voor binnen
de keerkringen is rekening gehouden met do
byzondere kosten en uitgaven waartoe het
porsoneel zioh by verblyf aldaar genoodzaakt
ziet.
Voor de organisatie van het stufmuziek
korps is eene nieuwe regeling ontworpen.
Adspirant-muzikanten worden ingevoerd met
den rang van korporaal, zulks om oen over
gang te hebben lusschen den stand van matroos
en den rang van sergeant. De bevordering
van udspirant-stafmusïkant tot stafmuzikant
wordt by deze regeling niet afhnnkelyk ge
steld van vacatures.
Mode is de noodzakolükheid gebleken om
in de organisatie van het seinerspersoneel
wyziging te brengen, voornamelyk om do
lust tot toetreding tot dezen diensttak te
bevorderen.
In hoofdtrekken zal de organisatio als volgt
zyn: het brevet van seiner der 2e kl. blyft
onder den naam van „brovet vau seiner"
behoudeD. De toelage aan dat brovet ver
bonden en verhoogd tot f0.10 daags. De
noodige daarvoor in aanmerking komende
matrozen in het borit van het brevet van
er zullen opgeleid worden voor de be
diening van de stations dor draadlooze tele
grafie en ontvangen, na die opleiiing met
succes doorloopen te hebben, con „brevet
van telegrafist" met daaraan verbondon too
lage van f 0.20 daags. De toelsge voor het
brevet van seiner houdt dau op. Voor
korporaal-seiner znllen slechts in aanmerking
komen schepelingen in het bezit van een
brevet van telegrafist. Hot behond van dat
brevet is echter voor den onderofficier-seiner
reen vareischto. Zoolang de korporaal-sriner
in het bezit daarvania, geniet hy ook de
toelage van f 0.20 daags.
Te vervallen komt do qualifleatie van „ge
oefend seiner" met daaraan verbonden toe
lage van f 0.08$ daags. Aan boord der daar
voor in aanmerking komende torpedo-vaar
tuigen znllen schepelingen in het bezit van
bet brevet van seiner geplaatst worden.
Ingevoerd wordt de naam van „machine-
dryver"' in stede van „stoker" voor de
korporaal-stokers lo en 2o kl., de sergeant-
stokers, de stokers-majoor en de opporstokers.
Zy znllen voortaan genoemd worden korpo-
raal-machinedrüvers le en 2e kl., sorgeant-
machiuedrüvers, machinedry vers-majoor ea
opper-machinedryvers. Deze namen worden
beter overeenkomend geacht met de diensten,
welke die onderofficieren verrichten.
Voor de korporaal-stokers 3e klasse wordt
bohond van de qualifloatio stoker behouden.
Zü worden nu echter korporaal-stoker.
Ten slotte wordt, onder verwüsing naar
de specificaties in de bübehoorende bylagen,
aangeteekend dat voor de mindere schepe
lingen geen würiging is gebracht in het
stelsel van toekenning van periodieke ver
hoogingen (periodieke verhooging na dienst
tyd in bepaalde klasso doorgebracht) en dat
by de onderofficieren do diensttüd ter vaat-
stolüng van do soldy gerokend wordt van
af do bovordcring tot onderofficier (korporaal)
hetgeen by de bestaande regeling niet het
geval is.
In een der blagen wordt nog een over
zicht gegeven van verschillende toelagen
welke de mindore schepelingen boven hnn
standsoldy knnnen genioteD, en waaruit kan
blüken dat vele hunner hnnno inkomsten
door het verkrygen van een of meer toelagen
niet onbelangryk kunnen vermeerderen.
De flnancieele gevolgen der wetsontwerpen
zyn berekend op een in werking treding der
nieuwe regelingen met 1 Juli 1913.
Wat scheplt er aan Zijn de jougelui
in het twisten geweest?
Moeder, begon ik, heden heb ik Anuu
gevraagd myn vrouw tc wordeu. Ik heb
haar jaren liefgehad en eindelyk bemint ze
ook mij.
Miju moeder liet een zwakken kreet van
vreugde hooren en deed een stap voorwaarts.
Ik hield haar terug.
Ik heb haar liet en zy my, vervolgde
ik, maar zy weigert ray te huwen omdat zy
vrccBt schande te brengen over m«D achtens-
waardigen naam. Gy kent hare geschiedenis,
gy zijt mijn moeder. Gy hecht van alle
menschen ter wereld ongetwyfeld het meest
aan de eer vau mijn naam. Gy zoudt weten,
wie gc my tot vrouw zoudt kiezen. Zog
haar
Ik zweeg. Met geopende armen trad myn
moeder vooruit en een oogenblik daarna lag
Anna snikkende in haar armen, terwyl woor
den vol troost en opbeuring haar toegefluisterd
werden. Ik had goed gedaan in de edele
natuur van myn moeder te vertrouwen.
Laat ons eeu poosje alleen, Willem;
kom over oen kwartier terug, zcido zy, ter
wijl Anna nog aan haar schouder snikte. Ik
keerde my om en ging de straal in. Na een
kwartier kwam ik terug. Mijn moeder zei
- Ik bon er ten laatste in geslaagd haar
te overtuigen, dat gy on ik verheven zyn
boven wat men de conventie der wereld
noeint, Willem. Ik beb haar gezegd, dat ik
niets zie, wat haar boletton kan je vrouw te
worden. Ook heb ik haar gezegd, dat ik van
myn kant liever zag, dat gy haar huwdet
dan welke andere vrouw ter wereld ook,
alleen om harentwil. Ik ken haar immers.
En verbeeld j®. Willem, dat ik haar over
tuigd heb.
Myn moeder, met haar zachte oogen vol
moederlyke liefde, kuste mij en verliet de
binnenplaats. Ik opende mijn armen, om ze
vast te sluiten om dc schoonste vrouw der
wereld.
Nu scheen my heel de aarde licht «n
schitterend. Myn liefde had gezegevierd.
Ik besloot ons huwelyk uit te stollen on
oen haastig bezoek te brongen aan Holland,
teneinde daar te beproove» of ik de noodige
zekerheid kon krygen van de wettigheid van
Anna's huwelyk inet Theodoor Tellinge.
Jk verontschuldigde my, zeggende, dat ik
nog vele zaken, mijn bezittingen rakende,
diende te regelen, véór ik kon huwen, en ik
daartoe op reis moest.
Ik spoorde naar Harderwijk, zoo snel ik
kon. Gedurende de week, dat ik in die plaat»
verbleef, stelde ik met de noodige omzicht
heid 'n nauwkeurig onderzoek in naar het
leven en den dood van een vroiiw, die, naar
mevr. Herder gezegd had, op zekeren datum
gestorven on onder den naam van juffrouw
Tellings begraven was. Het resultaat mijner
nasporingen was in 't kort het. volgende
Jaren geleden had Tellings de vrouw ge
huwd. Met onderling goedvinden waren zjj
gescheiden. Iiy had zich niet meer om haar
bekommerd, en, nog vreemder, zij had zich
evenmin om hem bekommerd. Op den datum,
dien mevrouw Herder my had opgegeven,
was zy gestorven.
Myn hart was vervuld van vreugde, toeu
ik met de bewyzen van den dood der eerst®
juffrouw Tellings gewapend, terugsnoldo naar
Parys, waar Anna en het geluk mij wachtten.
(Wordt vervolgd).