KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HoltÈorTexel, Wioringan on Anna Paulowna.
Ten doode vervolgd
No. 4202
Zaterdag 17 Hei 1913.
mm arnm n TfwnrtWfiBaafew-,
4late Jaargang.
'liegend 1
i- Zondagsblad n 37$
mie» J Modeblad 66 75
(Voor het bnitealsnd b(j vooruitbetaling.)
Ad ier tonliéa ras 1 toi 5 regels (b$ vooruitbetaling) 30 ceal
Elke regel meer. 6
Bewljs-exemplaar
Vignetten en groote letten worde* atar plaatsruimte berekend
Intern.-
Telefoon BO.
((•rtehijRl Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgavar i C, OE BOER Jr., Haldler.
Interc. Teler. 60.
Eepete Blad.
■IEUWSBERIOHTEH.
HELDER, 16 M«i.
Het auteurireoht op muziekuitvoeringen.
&Eenigen tijd geleden namen w(j eene mede-
deeling op aangaande de hier te lande
bestaande agentuur van de „Sooiété des
auteurs", naar aanleiding eener lezing van
den heer Pedro Ciignett. Daartegenover
plaatston wij, ter wille der onpartijdigheid,
de lening van het „Genootschap van Nederl.
Componisten". De secretaris hiervan, do heer
Loman meende tegen eene aansluiting bij de
Société te moeten waarschuwenverhaalde
allerlei bijzonderheden, die dexe waarschuwing
illustreerden, en gaf den Nederlandschen
gexelsohappen en vereenigingen den raad
met de aansluiting bij de Société te wachten,
totdat het Genootschap de kwestie voor
Nederland definitief, en, volgens zeggen van
den heer Loman, goedkooper, geregeld had.
Men zendt ons nu een uitvoerig schrijven
van mr. H. J. Biederlack, optredend voor
de „Société des Auteurs, Compositeur» et
Editeurs de Musique". Mr. H. J. Biederlack
is een zéér bekend en vertrouwd advocaat te
Amatordam, zoodat zijn woord wel eenige
waarde heeft. Het geheele stuk overnemen,
zooals ons gevraagd is, is niet wel doenlijk
wij sullen enkele aanhalingen doen.
Omtrent een bezoek, door den heer Loman
bij den Voorzitter van den Raad van Admini
stratie Se Parijs gebracht, schrijft mr. Bieder
lack al& volgt:
„De toeleg van dat stukje was, de goe
gemeente te doen gelooven, dat de agenten
der Soóiété in Nederland zonder mandaat op
treden, dat hij, Loman, zoo hy wilde, daar
heel wat meer van zou kunnen vertellon, dat
h\j z\j-i grandes entreés heeft, ja, dat
hij als kind aan huis is in do Ruc Chaptal
no. 10, dat hjj daar een vertrouwelijk en
langdurig onderhoud over de misdragingen
der agenten gehad heeft met den President
dar Sooiété. Van deze tendentieus© voor
stelling van zaken, van deze Wiohtiglhuerei,
waarmede op het publiek indruk moest worden
gemaakt, van dezen bluff, is niets overge
bleven, dank zy mjjn tegenspraak, dank zy
ook de den heer Lohman atgedwongen er
kenningen. Deze erkenningen bevatten voor
mjj niets nieuws. Te Parijs was my al op
bumoristischen toon verteld, hoe de heer
Loman, die hier to lande zoo afgeeft op den
slechten invloed der uitgevers in de
Société, onder de beschermende vleugelen
van den uitgever Alsbacb, doleerende is
rondgetrokken by louter Parysche u i t-
g o v o r a, hoe zy allon hem hebben af
gescheept met een„Ga naar den heer
Joubert, den toekomstigen President onzer
Société, die weet van die dingen meer
dan wij, daar moet je wezen", hoe de
heer Loman toen een onverwacht en onge
vraagd bezoek heeft gebracht by den hoer
Joubert, hoe deze geboren diplomaat zeer
beleefd naar de doleanties heeft geluisterd
en zelf zoo weinig mogelijk heeft gezegd,
hoe dus de heer L:man van een koude
kermis is thuis gekomen. Ziedaar de waar
heid, gelijk de heer Loman zich gedwongen
had gezicD, haar te erkennen."
Wat de heer Loman verder vertelt, geeft
opnieuw een onware voorstelling van de
dingen. Tuesehen het Genootschap van Nederl.
Componisten en de Société bestaat niet,
zooals de heer L. wil doen voorkomen, eene
vriendschappelijke verhouding.
„Hoe voorzichtig men moet zijn ten op-
ziohte van de beweringen van don heer
Loman, blijkt onder meer uit do volgende
feiten
dat het Diligentia-Concert en het Residentie
Orkest te 's-Hage, die in goed vertrouwen
op den heer Lohman de petitie van 31 Januari
11. mede hadden onderteekend, na één gesprek
met oen der veel gesmaadde Brusselsche
agenten, een contraot voor jaren met de
Sooiété hebben aangegaan,
dat alle door de agenten der Société afge
sloten contracten aan de medecontractanton
worden uitgereikt, voorzien van de hand-
teekening niet alleen van den z.g. mandaat-
loosen heer Poisat te Brussel, maar ook van
den heer Gaschard, den in de Rue Chaptal
te Parys zetelenden directeur der Sociélé,
dat (en hierover zwijgt de heer Loman als
een mof) do Conseil der Société, onder
presidium van den hoer Joubert, op 2 April
FEUILLETOH.
De dame wendde zich nu tot den bediende,
(li* op bevelen wachtte en dus nog in de zaal
stond, en zeide tot hem„Geef den jongeling
deze beurs, en verzoek hom, zyne zuster
Zondagvoormiddag bjj my te brengen."
De andere dames kozen insgelijks eenige
van Mathilde's fraaie handwerken, en zonden
den verbaasden en zeer verheugden Louis
de overige met het dubbel van den bepaal
den prys terug.
Louis ging nu zeer bly to moede naar huis
eu vertelde zyne zuster den gelukkigen uit
slag zyner onderneming. Den volgenden
Zondag kleedde Mathilde zioh fatsoenlijk,
doch zoo eenvoudig als haar tcgenwoordigen
toestand het vorderde, en door haar broeder
vergezeld, begaf zy zich naar de aangeduide
woning der dame.
Met kloppend hart liet Mathilde zich aan
melden. Zy werd dadelyk binnengelaten, en
in eene prachtige kamer gebracht. De uit
drukking van goedheid en onschuld, die over
haar gelaat verspreid lag, de houding, waar
mee zy de dame naderde en waaraan men
terstond hare goede opvoeding herkende,
maakten op de mevrouw zoo'n gunstigen
indruk, dat zy dadelyk opstond, het bedeesde
meisje by de hand vatte en haar verzooht,
aan hare zjjde plaats te nemen.
„Ik liet u verzoekeu, by my te komen",
1918 den heer Poisat officieel heeft ge
machtigd, alle door de hoeren Loman c.a.
verspreide geruchten omtrent een optreden
■onder mandaat van den heer Poisat en zijn
medewerkers in Nederland in het openbaar
te logenstraffen,
dat niemand minder dan de heer Paul
Lincke, bestuurslid der Dnitsche Genossen-
schaft, den door hem als sociétaire aan de
Sooiété verleenden pouvoir aldus opvat, dat
by het vanzelfsprekend heeft geacht, dat de
handhaving zyner auteursrechten in Neder
land zou geschieden door de Société, door
wier goede zorgen dan ook op den eigen dag,
waarop het jongste stukje van den heer
Loman versoheen, eene dagvaarding ten ver
zoeke van den heer Lincke tegen eenen
van inbreuken op zijn rechten is uit
gebracht.
Degenen derhalve, die door den aard van
hun bedrijf met de Sooiété in aanraking
komen, mogen zich wol wachten, te zeilen
op het kompas van den heer Loman en de
zynen. Een ieder hoede zich voor schade I"
Tot zoover mr. Biederlack. Wij kunnen,
voor wat de vereenigingen hier ter stede
betreft, daaraan toevoegen, dat de voor-
□aamsten reeds vrijdom verkregen hebben
tot hot uitvoeren van de millioen nummers,
uitmakend van het repertoire der Société.
Enkele weinige hebben zich nog niet aan
gesloten. „Zy zullen inzien", aldus de agent
den Helder, „wanneer het te laat is,
hoe dom zy handelen, daar zy by eiken dag
l.»ger wachten, meer zullen hebben te be-
'alon, en bovendien streng gecontroleerd
uilen worden".
Diefstal.
De eigenaar van de Franoiskanerbrliu in
de Warmoesstraat te Amsterdam ïb het slacht-
goworden van een reeks diefstallen door
zijn buffetchef en een kollner gepleegd. Reeds
gernimen tijd bemerkte de eigenaar, de heer
Harig, dat hy bestolen werd, maar hoe,
dat bleef hem een raadsel. Totdat er, nu
eenige weken geleden een nieuwe kallner
kwam, wien hy opdracht gaf goed op te
letten. Deze bemerkte toen spoedig hoe de
buffetchef telkens op een oogenblik dat hy
zich onbespied waande, aan zyn medeplich-
kellner een hoeveelheid koperen wissel
penningen overhandigde, waarmede de kellners
gewoon zyn aan het buffet to betaleD.
Nu do patroon wist hoe hij bestolen werd
oest nog het bewijs geleverd worden. Daar-
e werden aan de andere kellners koperen
poDningen gegeven die een kleinigheid af
weken van die welke ie verdachte kellner
kreeg. Hadde de man toen nog maar gedacht
de vriendelijke waarschuwing welke
geschreven staat beven een der deuren van
de inrichting waar hy werkzaam was:
Nimm' nichts mit was Mein ist,
Lass' nichts hier was Dein istl
H(j ging doorEn 's avonds, toen hy
zyn koperen penningen wilde wiszelen, bleek
er voor een groote hoeveelheid by welke
hem niet ter hand waren gesteld. Eerst poogde
ig te ontkennen, doch toen hem werd
voorgehouden op welke wyze bewezen
kon worden dat hy op onrechtmatige wjjee
in het bezit van de wisaelpenningen moest
zjjn gekomen, bekende hy den diefstal. Ook
de ontrouwe buffetchef trachtte eerst te ont
kennen, doch ook hem wist de politie ten
slotte tot bekoctenis te brengen. Beide mannen
zyn ter beschikking van do Justitio gesteld.
De heor Harig begroot de schade door
m geleden op ongeveer f 1500.
De denkende paarden van Krali te Eiberfeld.
Dr. R. A. Roddingius uit 's-Gravenhage
ieft in het //Vaderland" een tweetal artikelen
over zjjn bezoek aan Eiberfeld geschreven,
h(j den len Mei hoen ging, gevolg
gevend aan de tlitnoodiging van den heer
Krall.
Dr. Reddingius had zioh voor hij ging een
meening trachten te maken over het pro
bleem der denkende dieren; een meening,
die kort saamgevat aldus is weer te geven:
le. De paarden zyn ïq 't bezit van een
bewustzijn dat, vooral door een geringere
ontwikkeling van de functie van het induotief
denken, van het normaal menschelyk bewust
zijn belangrijk verschilt, terwijl het daaren
tegen overeenkomt met een menschelyk be
wustzijn dat men zioh op een bepaalde wijze
vernauwd denkt.
2e. Het metapsychische manifesteert zich
juist door dien geringen omvang van het
paardonbewustzyn, bjj do paarden gemakke-
lykor dan dat bij den normalen wakenden
het geval is, en aan het absolute
weten van het metapsychische moet de on
middellijke oplossing van.ingewikkelde reken-
opgaven worden toegeschreven.
Het slot van het tweede artikel, dat op
het bezoek te Eiberfeld en hetgeen hj| daar
bijwoonde, betrekking heeft, lnidt:
Wat ik in Eiberfeld ondervond, heeft een
diepon indruk op my gemaaktDat paard,
dat begrijpt wat ik zeg, dat terwijl ik op het
bord schrijf "&Ü11 r*g met zijn lippen bewerkt
een blyk van symphatie dat mjjn wensch wil
vervullen en bereid is mij te antwoorden,
en m(j dan de vierdomachtswortel uit een
getal van vijf cijfers aangeeftZeker, ook
de uiterst zeldzame menschelyke rekengenieën
hebben zooiets knnnen doen, maar ook zy
hebben nooit iets meer kunnen zeggen dan
dat het antwoord hun als door inspiratie
invielIk kan den lezer verzekeren dat
een dergelijke ervaring aangrijpend is, ten
minste wanneer men zioh, zooals ik, voor
hot eerst de onmiddellijke aanraking met het
metapsychische bewust wordt, met het alwe
tende en almachtige, dat daar zoo onmisken
baar nit het paard spreektzooals het
trouwens ook spreekt uit elk levensverschijn
sel, waarin wy het, alleen ten gevolge van
onze donkgewoonten, niet opmerken.
Oplichterij.
Op den eersten Pinksterdag vervoegde
zich bjj een antomobielverhnurder (o Tilburg
een net uitziend persoon van ongeveer 28
jaar, die direct per auto naar Enschede
wilde vertrekken, voorgevende een zoon te
zijn van den fabrikant van H., aldaar, die
plotseling ongesteld was geworden. Te
Enschede aangekomen, stalde hij de auto ia
het hotel De Klomp, bestelde vaor don
chanfienr een maaltijd en vertrok zonder
terug te koeren, 't Is gebleken, dat men mot
een oplichter heeft te doen gehad, naar wien
de politie zoekt.
Fraude in een gemeente-adminiitratie.
Daar de burgemeester van De Rijp ver
moedde dat er fraude was gepleegd ten
nadeole der gemeente, liet hij het opmaken
der kas nauwkeurig controleeron. Het bleek
dat er een tekort was. Hierop werd de ont
vanger gearresteerd.
Brand in de katoenfabriek te Veenendaal.
Als vervolg op het bericht van 2 Mei j.1.
in zake den brand in do katoenfabriek te
Veenendaal, kunnen wij thans, in weeawil
van nu eens -tegenspraak en dan weer over
drijving, het volgende als besliste feiten, na
nauwkeurig onderzoek vastgesteld, mededeelen
Niettegenstaande het rooken op de spinnerij
streng vorboden was, had een der vermelde
drie jongens, nadat de ouderen de fabriek
verlaten hadden, toch zyn pijpje aangestoken,
om by het verlaten der werkplaats te kunnen
rookeu. Op zich zelf zou dit niet zulke
treurige gevolgen hebben goh.d, wanneer
deze jongen niet, ondanks de waarschuwing
van een zyner kameraden zoo roekeloos waB
geweest om de nog brandende lucifer ondor
de gewoonlijk mot katoenstof behangen trom
mel der spinmachine te houden, waardoor in
in een oogwenk de heelo machine en ver
volgons de geheele verdieping" enz. in brand
kwam to staan, zoodat de jongens sieh ten
slotte nog moesten haasten de fabriek te
verlaten.
Zyn hardnekkige ontkenning vond haar
oorzaak in het feit dat do ouders, uit vrees,
dat deze roekeloosheid als opzettelijke braud-
stiohting zou worden beschouwd, de kinderen
op het hart hadden gedrukt om niet het
minste uit te laten, evenmin tegen do politie
als tegen wien ook.
Eindelijk gelukte het aan de marechansseos
de juiste toedracht der zaak te weten te
komen.
Arm oudje!
Men sohryft uit Nieuwe Schans aau de
Prov. Gron. Gt.": De bekonde Janneke-
Meu ia 't veen, de weduwe J. van Dyk te
Bundorhamrik, die deu 12 Januari haar
103den verjaardag vierde, is Vrijdag op een
treurige wyze nog om 't leven gekomen.
Haar hutje brandde af en het oudje kreeg
zulke brandwonden, dat se korp erop overleed.
Ondankbaar.
Te Groningen kwam een dame, met den
avondtrein van 11 nnr on liet haar taschje
met f 800 in de coupé liggen.
Een pRar uur later vervoegde zjj zich aan
't station met de vraag of't verlorene ge
vonden was. 'tWerd haar onmiddellijk ter
begon de danie, „opdat ge mjj een raadsel
zoudt helpen oplossen, waarvan gjj alleen,
lief kind, den sleutel bezit. Zog mij, voor
wien hebt gjj het borduursel vervaardigd,
dat ik behield, en waarop do letters M. P.
met den datum „21 Mei" zyn geslikt?"
„Het was voor myne dierbare moeder
bestemd", antwoordde Mathilde met tranen
in de oogen; „de letters zjjn die van myn
naam."
„En 21 Mei, wat beduidt dat? vroeg de
dame verder.
„Dat was baar verjaardag, waarop ik haar
dit wilde schenkeumaar God heeft het niet
gewild, en treurige omstandigheden
Mathilde kon niet verder komen, want bjj
deze woorden werd haar de keel toegeknepen
tranen biggelden langs hare wangen.
„Lief meisje" hernam de mevrouw weer.
„een zonderlinge overeenkomst hecht mjj zeer
aau dit pand uwer kinderliefde. De datum
dien ge op uw werk geborduurd hebt, herin
nert mij aan het onherstelbaar verlies eener
geliefde dochter, die my door de verschrik-
Mjke ziekte, welke hier zoo hevig woedde,
acht dagen na haar echtgenoot ontroofd werd.
Deze letters zijn juist de eerste van haar
naam en de zinnebeeldige voorstelling, die
gjj zoo keurig afgewerkt hebt, is een krach
tigc aansporing voor ons om te beoefenen.
Gjj hebt eene geliefde moeder, ik een onver
getelijke dochter verloren; gjj zjjt ongeluk
kig kom bjj my, dau zal ik u eene lief
hebbende moeder zjjn en gjj wordt mjj eene
troostende dochter."
Mathilde was van ontroering als buiten
zich zelve; zy wilde zich dankbaar aan de
voeten der edele dame werpen, doch deze
weerhield haar en drukte haar teeder aan
hare borst. Mathilde gevozfde zich nu onuit
sprekelijk gelukkig; langen tjjd was zy niet
in staat, een woord van dank te uiten. Einde
lijk, toen de storm der gewaarwordingen een
weinig was bedaard, stond zy op, kuste eer
biedig de handen der edelmoedige mevrouw,
en verzekerde haar hare eeuwige dankbaar
heid.
Den volgenden dag verliet Mathilde het
huis, waarin zij 'alles verloren had, en begaf
zich, door haar broeder begeleid, naar hare
edele weldoenster, die haar liet verlorene
beloofde le herstellen.
HOOFDSTUK IV.
Menig onschuldige, geljjk Pajol, was door
De Louvière reeds in het verderf gestort, en
het kon ten laatste wel niet anders, of zyne
kuiperijen en lasterlijke aantijgingen moesten
oindeljjk hem zelf ten val brengen. Reeds
lang zagen verscheiden aanzienlijke personen
met tegenzin, dat de achtbaarste mannen
hem tot speelbal dienden. De markies werd
den Koning in al zijn nietswaardigheid voor
gesteld en viel nu zelf in den kuil, dien hij
voor anderen had gegraven. Daar hij steeds
een afkeer had gehad van werken en zich
aan spel eu allerlei uitspattingen overgaf,
gevoelde hjj zeer spoedig het verlies van
zjjne voordeelige betrekking, en dit te meer,
wjjl hjj door zjjne buitensporige levenswjjs
zjjn aanzienlijk vermogen in korten tjjd bad
verteerd. Hjj werd nu door allen, die hem
te voren uit vrees voor zjjne boosheid voor
het uiterljjk eenige oplettendheid bewezen,
veracht eu verfoeid. Eonigen, die hem geld
voorgeschoten hadden, vorderden dit langs
gerechteljjken weg terug, en toen zjjne schuld-
eischers hot weinige, dat liy nog bezat, onder
ziah verdeeld hadden, moest de kort te voren
hand gesteld en in plaats van dankbaar te
zjjn, toonde ze zioh geraakt over 't feit, dat
men in haar tasobje gezien had en
gafniets.
Duitschland on zijn buren.
De heor Georg Gofchein, lid van den Rijks
dag, bespreekt in het „Borliner Tagcbl." de
verhouding van België, Nederland en Dene
marken tot Dnitschland. Hy wijst er op, dat
Duitschland weinig vrienden hoeft in het
buitenland. „De kringen, die by onB don
doorslag schjjnen te geven, waaruit onze
diplomatie en de invloedrijke hooge militairen
worden gerecruteerd, de borussischo jonkers,
hebben met hun zelfoverschattende wyze van
optreden de traditioneele onhandigheid stem
ming tegen Duitschland te wekken. Zjj worden
daarin ton zeerste gesteund door die politieke
potsenmakers, die het steeds hun gewichtigste
taak aohton, zooveel mogoljjk i uiten bjj
andere staten in te werpen, die dan de
Duitsche buitenlandsche politiek, die echter
voor alles het Duitscho volk zelf door telkens
stijgende militaire uitgaven moet betalen."
Deze aanhaling van het begin van het
artikel van den heer Gothein toont al in welken
geest dit is geschreven.
Ons boezemt natuurlijk het meeste belang
in wat deze vorstandïge politicus over ons
land heeft te zeggen. Ook in Nederland, zegt
hjj, is de volksstemming volstrekt niet vrien
delijk voor de Dnitschers en hjj wjjst daarbij
op de discussiën over het fort bjj Vlissingen.
Do meening, dat de Nederlandsche regeering
onder pressie van Duitsche zjjde handelde is
zesr verbreid, en men wil ten believe van
Duitschland niets doen." Maar, zegt de heer
Gothein, bjj den fortenbouw aan den Schelde-
mond gaat het zuiver om de handhaving der
Nederlandsche neutraliteit.
Dat deze door Duitschland niet wordt
een blinde met zyn stok voelen.
Wjj kunnen slechts blyde zjjn, dat we een
stuk grens hebben, dat we in geval van oorlog
behoeven te verdedigen, waarlangs geen
versterkingen behoeven te worden aangelegd.
En voor ons is in geval van blokkade der
eigen zeehavens door een overmachtige vloot
de toegang tot de wereldzee door een neutraal
land van allergrootste waarde. Ia 1870/71,
toon onze vloot nog in de kinderschoenen stond
en de strjjd in open zee tegen de FranBche
vloot niet kon wagen, zouden wo zonder de
neutraliteit der Belgische, vooral van de
Nederlandsche havens in ernstige economische
moeilijkheden zyn gekomen. Sedert echter zjjn
de economische betrekkingen van Duitschland
met do overzeeBche landen belangrjjk uitge
breid, heden kunnen wjj zonder de meest na-
doelige gevolgen den overzeeBchen invoer en
ui/voer nauwelijks moer «enige weken ont
beren. Nu is wel do vrees, dat Engeland in
Nederland troepen zou landen en van daar uit
mot een aanval op Duitschland, Frankrijk en
Rasland in een wereldoorlog zou kunnon on-
dorstounen, door de verbetering der Duitsoh-
Engelsche betrekkingen ter zjjde gesteld; in-
tusschen eohter bljjft het voor Nederland een
gewichtige taak, zjjn neutraliteit on daarmede
zjjn belangrijke economische positie als voor
naamste bomiddelaar tusschen Zuid- en West-
duitsohe verkeer met de overzeesche landen
op te honden. Dit alles spreekt zoo van zelf,
dat men mooilyk kan begrijpen, hoe in Neder
land er nog iemand is, die deze uitsluitend
eigen onafhankelijkheid en neutraliteit dienen
de versterking kan bestrijden, indion niet het
Hollandsche wantrouwen tegen DuitsohlaDd
voortdurend voedsel kreeg door het malle
geschreeuw van die dwazen, die het een voor
Duitschland onwaardigen toestand noemeD,
dat de monding van den Duitschen Rjjn niet
in Duitsche handen is. Dit gesohreeuw was
zekeren zin gerechtvaardigd, zoolang Ne
derland den Duitschen overzeesohen handel
en de ontwikkeling van het Rjjnvcrkeor door
Rjjntol ernstige nadoelen toebraoht. Ssdert
echter deze tol is afgeschaft en Nederland ons
verkeer met de wereldzee niet slechts geen
moeilijkheden in den weg legt, maar integen
deel op alle mogelijke w0ze vergemakkelijkt,
is er voor ons niet de minste redon een opgaan
van Nederland in Duitschland te wenschen.
Zjjn buitenstaan is voor ons geen nadeel,
maar het beteokent in geval van oorlog een
veiligheidsventiel. Dat er bjj ons onverstandige
lieden zjjn, die dit niet willen inzien, ia juist.
Maar hun aantul is niet groot en politiek
hebben zjj geen invloed. Ten deele schuilen
achter hun ,patriottische" grieven zeer egoï
stische bekrompen motieven. Men wil zjjn
speciale haven meer verkeer trachten te
brongen en eischt daarom een Duitschen
Rijnmond", dat wil zeggen een kanaal van
zoo rjjke eu trotsehe markies De Louvière
arm als eon bedelaar uit zjjn bjjna vorstelijk
huis trekken. Daar hij niets anders kende
dan spelen, sloot hij zich aan bjj eenige
gelukzoekers van zijne soort, die argelooze
Spelers op de schandelijkste wyze bedrogen.
Als het den doortrapten schelmen gelukte
iemand in hunne netten te verstrikken, werd
hij niet losgelaten vóór hjj totaal uitgeplun
derd was. Daarvoor was niet veeFtjjd noodig,
want zjj wisten de kaarten zoo behendig en
ongemerkt te doen glijden, dat het spel steeds
in hun voordeel uitviel. Om hunne slacht
offers te verblinden, lieten de gauwdieven
hen soms een onbeduidende partjj winnen,
opdat de onnadenkenden, door de kleine
wioBt verlokt, zich gemakkelijker zouden
laten vangen. In eene stad als Parys met
zoo'n groote bevolking en wuar op één dag
dikwjjls duizenden vreemdelingen aankomen,
kon het hun niet aan zulke slachtoffers ont
breken. Het waakzaam oog der politie wisten
zij te ontduiken, daar zjj een eigeu schuil
hoek haddeu, waar zjj hun schaudeljjk be-
drjjf ongestoord uitoefendon. Weldra begon
de troep deugnieten, die zich tot dusver met
vahch spel hadden beziggehouden, allerlei
dieverjjen te plegen, en als het noodig ware
geweest een gauwdievenstreek door een moord
te doen gelukken, zou geen der booswichten,
De Louvière niet uitgezonderd, er voor terug
gedeinsd zjjn.
De stoute dieverjjen, die de bende bedreef,
braohten de politie op het spoor van eenige
harer leden; verscheiden werden gevangen
genomen en Louvière liep ook veel kans dit
lot te ondergaan, toen hij bericht kreeg, dat
de heor Do Furanges, een rjjk koopman te
Marseille, aldaar aan de pest overleden
en hy als naaste bloedverwant ook de
den Bênedonrjjn langs de Nederlandsche grens
naar de Duitscho kust. En Pruisen zou voor
zulke phantaatieche plannen honderden van
millioenen uitgeven. Dat zulk een kanaal, als
het workoiyk werd aangelegd, het verkeer aan
de Nederlandsohe haveDS niet zou ontnemen,
staat even onomstooteljjk vast, als dit, dat
verkeer op het kanaal aanzienljjk duurder
zou zjjn dan op den natuurlijken waterweg.
ir het spelen mot zulke plannen, de bral
lende woorden, waarmee ze worden verdedigd,
wekken bjj onze buren ontstemming; men
Bpourt daarachter de appetijt naar do werke
lijke Rjjnmondingen. Ëo daarom is het ge
vaarlijk, als zulke technisch in het geheel niet
ernstig op te vatton kanaalplannen aan mini
sterieels zjjde mot welwillendheid worden
beschouwd. In waarheid moet daarmee slechts
pressie op Nederland worden geoefend om
tegemoetkomend te zjjn in de quaeBtio der
scheepvaartrechten op den Rjjn. Men is daar
eohter verstandig genoeg om hierop niet in
te gaan, de ontstemming 8chtor bljjft.
Militair attaché doodgeschoten.
Munchen, 18 Mei. Een 84-jarige man,
Strasaer genaamd, heeft vanmiddag, waar
schijnlijk in een vlaag van verstandsverbijs
tering, majoor von Lewinski, militair attaohé
van hot Pruisische gezantschap, van achteren
mot twee revolverschoten zwaar gewond. Do
wachtmeester Bollüoder snelde den getroffene
te hulp, doch werd zelf met veracheidone
schoten door den waanzinnige gedood.
Von Lewinski, die bewusteloos was neer
gevallen, is in het hospitaal gestorven.
De dader is aangehouden.
De majoor van den generalen staf von
Lewinski is Dinsdagmiddag te Munohen door
een 86-jarigen man aangevallen on met
revolverschoten doodelyk gewond, De majoor
zonk door eenige kogels getroffen neer, een
wachtmeester van de politie, die te hnlp
snelde, werd eveneenB door den moordenaar
getroffen on was onmiddellijk dood. De majoor
werd naar het ziekenhuis gebracht, waar hjj
spoedig stierf. Het publiek viel den moor
denaar aan en mishandelde hem ernstig. Op
het politiebureau gebracht weigerde de moor
denaar alle inlichtingen over zjjn persoon en
over de redenen van zjjn daad.
De berichten over de daad sjjn tegenstrij
dig. Volgens de eene voorstelling wilde de
wachtmeester van de politie, die den maD
verdacht vond, hom onderzoeken, waarop
deze den ambtenaar neerschoot. Toen richtte
de dader zjjn wapen tegen den te hulp snel-
londeh attaché von Lewinski en verwonde
hem door eenige revolverschoten zóó zwaar,
dat h^ spoedig bezweek. Bovendien moeten
nog vier andere personen kwetsuren gekregen
hebben. Het heet, dat de dader krankzinnig
is. Het gelakte op het politiebureau, ofschoon
hjj alle inliohtingen weigerde, vast te stellen,
dat hy Johan Strasaer heette en loodgieter
van beroep is.
Wervelstorm.
Manilla is Maandag geteisterd door een
buitengewoon hevigon wervelstorm. 58 inwoners
der stad zjjn gedood, tal van huizen ingestort.
In enkelo stroken van Frankrijk is het met
de Pinksterdagen ook bar wesr geweest. Bjj
Auoh, in het departement Gers, heeft een Lagel
bui alle te veld staande gewassen verwoest. De
haeelsteenen waren zoo groot als hazelnoten
en lagen enkelo centimeters dik.
Van de wandaden der kiesrechtvrouwen.
Do brand van FariDgton Hall, bjj Dundee,
het buiten van Henry McGrady, heeft naar
schatting een schade aangericht van 10.000
pd. st. (sommige bladen spreken van het
dubbele) Mon heeft in de buurt een dames-
parasol gevonden. De commissaris van politie
Dandee ontving een nummer van de
Suffragette, met do volgende woorden op de
eerste bladzjjde geschreven „Farington Hall.
Een protest tegen de tirannie. Sohandevoor
Afqoith en Co."
Ia Surrey heeft men onder de veranda
van de tent van een tennisclub een bom
gevonden met een looponde klok. De bom
bestond verder uit eon metalen cyliuder met
aan iederen kant een lont. Er naast lagen
vrouwenkiesreohtgeBchrifteD, o.a. eon nummer
van de Vote.
Het hoofdgebouw van een roei- en zeil-
vereenigin? aan de Trent is geheel afge
brand. De schade sohat men op 2000 pd. st.
De politie heeft drie leege petrolenmkannen
en een dameshnndtasch dichtbij het afgebrande
gebouw gevonden.
eenige erfgenaam van diens vermogen
Zonder tjjd te verliezen, schreef De Lou
vière nu aan zekeren Rooanet, die vroeger
in dienst van zjjn vader was geweest en zich
juist te Marseille ophield, dat hij binnenkort
daarheen zou komeu om zich in het bezit
der erfeni6 te stellen, en droeg hem tevens
op, onder meer andore schikkingen, die
zjjne komst gemaakt moesten worden, het
huis aau de haven te doen ontruimeu en de
achterstallige huur in te vorderen. Deze
Rocanet was dezelfde, die Louis en Mathilde
het betalen van de huur en de ontruiming
van het huis zoo onmeedoogend aanzegde
en dit met zoo'n boosaardige vreugde over
hun ongeluk deed.
De Louvière verliet Parys en begaf zich
naar Marseille. De rjjke erfenis verschafte
hem nu opnieuw de middelen om zich aau
zjjne gewone losbandige leveDswjjs over te
geven, Hij spreidde eenè weelde ten toon,
die voor een millionnair alleen mogeljjk kon
zijn. Het is helaas eene treurige waarheid,
dat rijkdom maar al te dikwjjls de beste
aanbeveling is; maai- bij den verkwistenden
Louvière kon dit niet van langen duur zjjn,
Hij werd wel in voorname kringen opgenomen,
daar men hem voor een buitengewoon rjjk
man hield, doch toen men den waren stand
van zjjn vermogen kende, dat voor hem
min3teD8 onuitputtelijk scheen, en men zjjne
losse levenswijze nader leerde kennen, v
hem tot menig huis de toegang ontzegd.
Tot Louvière's bloedverwanten in deze
J behoorde raad. De Juville, een zeer
ën rjjke weduwe, dezelfde dame, die de
Mathilde onder hare bescherming had ge
nomen. Deze dame hield haar ongebonden
familielid wel voor een lichtzinnig
niet voor een booswicht, en verontschuldigde
Do directie van een bekende spoorweg
maatschappij heeft oen anoniemen brief ont
vangen, om te waarschuwen, dat er binnen
enkele dagen een wanhoopsdaad zon beproefd
worden, door een sneltrein op een van do
hoofdlijnen te laten verongelukken. De directie
heeft aan haar beambten een waarschuwing
gezonden.
Slr Tatton Sykes.
Op 87-jarigon leeftjjd is in Engeland over-
ien Sir Tatton Sykes, vermaard om zyn
rijkdom, zjjn renstal en do groote sommen,
die hjj voor het [bouwen on horstellen van
Anglikaansche kerken uitgaf. In een blad
vinden wjj het bedrag; dat hjj daaraan bo-
Bedde, op 18 millioen gulden aangegeven.
Het was een krasse oude hoer, maar zjjn
vader was nog sterker. Die stierf op 98-
jarigen leeftjjd. Het was zjjn eerzucht de
honderd te halen, en die zou hy misschien
wel gehaald hebben, als by wat voorzichtigor
was geweest, maar toon hy 98 jaar oud
weer eens in de open lucht steeuen had
gebikt (zjjn liefhebberij I) ging hjj op don
hoop steenen wat liggen slapon. Hjj vatte
kou en stierf aan de gevolgen.
Kinema-cljfers.
!en heeft een eerste poging ondernomen,
ijjfen te verzamelen omtrent de verbreiding
van den Kinematograaf en de ontwikkeling
in industrieelen sin van dit nieuwe bedrjjf.
Aan het hoofd van het ljjstje van de be
langrijkste txporteurs van kinema-fllma staat
Engeland; deze plaats heeft het te danken
aan de omstandigheid, dat ook alle Ameri-
kaansche films en dat zyn er zoowat I
over Londen naar Europa komen. In do
tweede plaats komt Duitschland, dat zooals
het meer gaat in de praktijk van een nieuwe
uitvinding, er hot best in slaagt er een
handelsartikel van te maken. Zelf produceert
Dnitschland niet het grootste aantal films,
dooh wellicht heeft het het hoogste cjjfer als
invoerder met 84 millioen meter, tegen niet
meer dan 20 millioen meter uitvoer. Op de
volgende plaatsen komen Frankrjjk, Italië on
Denemarken.
Duitschland is tot dusver het eenige land,
waar van overheidswege toezicht wordt uit
geoefend op do kiuema-voorstellingen. In
andere landen wordt dit overgelaten aau
vereenigingen tegen den prikkel-bioskoop.
De Duitsshe censoren van kinema-films hebben
het intU8schen drnk; zoo verneemt men, dut
zjj in de maand Juoi van het vorige jaar
143.000 meter film hebben moeten coztrolooren,
in de maand September zelfs 160.000
meter.
Van eenige der grootste kinema-ondor-
nemingen worden do winst- en verliescijfers
gmoemd. En dan staat men verbaasd over
den omvang dezer fabrieken. Zoo is er een
Fransche kinema-onderneming, welko aan
Max Linder een honorarium uitbetaalde van
een half millioen, voor het spelen van de
hoofdrollen, het sohrjjven en monteeren der
voornaamste bioskoop-stukken van haar reper
toire; nu is het waar, dat deze heer Linder
don naam draagt van „koning van don film" I
Dezelfde firma vervaardigt per week 100
kilometer films, berekend tegen een frark
per metor, geeft eon bedrag van 100.000
frank; hiertegonover staat, dat do verkoop
der films zulke aardige prijzen opbrengt, dat
deze firma uitsluitend aan film-verkoop jaar
lijks een winst maakt van 200.000 gulden.
Carnegle en Rockefeller.
Journalisten zyn aan Carnegio en aan
Rockefeller gaan vragen of zjj zich gelukkig
voelen en of zij 100 Jaar zouden willen
Het antwoord van Carnegie was karakte
ristiek. Hjj verklaarde„Ik bon de gelukkigste
man ter wereld. Ik zou niets beters wenschen.
Het is voor mjj de homel op aarde. Ja, ik
zou 250,000,000 gulden willen geven aan wie
mjj leert, zoolang te leven als ik zelf sou
willen."
De interviewer maakte toen do opmerking,
dat Carnegie al zooveel had weggegeven,
dat hjj wellicht geen 250,000,000 moer zou
kunnen betalen. Waarop Carnegio goedig
antwoordde, dat de betrokken persoon wel
genoegen zou nemen met zjjn, Carnegio'B,
cbèque.
Rockefeller was minder enthousiast. „Mjjn
dokter zegt, dat ik honderd jaar behoor
wordöD, en gewoonlijk hoeft bjj het by bet
rechte end. Tenminste, dat vertel ik hem."
Het leven vond Rockefeller een goed ding,
zoolang de gezondheid ér is. Maar zonder
datme for the great plunge."
eu verschoonde dus de streken, die hy uit
gehaald had en besproken werden; hij had
het slechts aan haar te danken, dat hjj niet
uit alle beecliaafdo kringen werd uitgesloten.
Ondertusscheu merkte hij wel, dat hjj niet
overal een welkome gast was, en daarom
beperkte hjj zjjne bezoeken tot de weinige
familirn, waarin hjj, wegens bloedverwant
schap of omdat de laagheid van zjjn karakter
niet bekend was, nog met eenige ouder
scheiding werd ontvangen.
Het behoeft wel niet gezegd te worden,
dat Louvière terstond na zijne aankomst tc
Marseille met wraakgierige vreugde vernam,
dat zjjn huis aan de haven door den jongen
Pajol bewoond werd en dat hjj dezen onbarm
hartig er uitzette, terwjjl Louis hem nog oen
deel der goederen vau zijn overleden ouders
moest afstaan ter aanvulling van de ver
schuldigde huur. Dit huis werd nu het ver
blijf van Rocanet, wien hjj uit overmaat van
zorgeloosheid hot beheer over zjjn vermogen
liet. Aau slechtere handen had hjj het niet
kunnen toevertrouwen. Rocanet bestuurde het
tot zjjn eigen voordeel. Als Louvière soms
om geld verlegen was, moest hjj den trouwe-
loozen Rocanet voor zjjn eigen goud woeker
rente betalen, Weldra waren zyne bezittingen
met schulden bezwaard, was zjjn krediet uit
geput en zag hij het oogenblik aanbreken,
waarop hjj ten tweeden male als een bcdclaur
uit zjjn huis zou worden verdreven, terwijl
zjjn gewetenloozo zaakwaarnemer zich ver
rijkt bad.
(Wordt vervolgd).