KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HoltÈorTexel, Wioringan on Anna Paulowna. Ten doode vervolgd No. 4202 Zaterdag 17 Hei 1913. mm arnm n TfwnrtWfiBaafew-, 4late Jaargang. 'liegend 1 i- Zondagsblad n 37$ mie» J Modeblad 66 75 (Voor het bnitealsnd b(j vooruitbetaling.) Ad ier tonliéa ras 1 toi 5 regels (b$ vooruitbetaling) 30 ceal Elke regel meer. 6 Bewljs-exemplaar Vignetten en groote letten worde* atar plaatsruimte berekend Intern.- Telefoon BO. ((•rtehijRl Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgavar i C, OE BOER Jr., Haldler. Interc. Teler. 60. Eepete Blad. ■IEUWSBERIOHTEH. HELDER, 16 M«i. Het auteurireoht op muziekuitvoeringen. &Eenigen tijd geleden namen w(j eene mede- deeling op aangaande de hier te lande bestaande agentuur van de „Sooiété des auteurs", naar aanleiding eener lezing van den heer Pedro Ciignett. Daartegenover plaatston wij, ter wille der onpartijdigheid, de lening van het „Genootschap van Nederl. Componisten". De secretaris hiervan, do heer Loman meende tegen eene aansluiting bij de Société te moeten waarschuwenverhaalde allerlei bijzonderheden, die dexe waarschuwing illustreerden, en gaf den Nederlandschen gexelsohappen en vereenigingen den raad met de aansluiting bij de Société te wachten, totdat het Genootschap de kwestie voor Nederland definitief, en, volgens zeggen van den heer Loman, goedkooper, geregeld had. Men zendt ons nu een uitvoerig schrijven van mr. H. J. Biederlack, optredend voor de „Société des Auteurs, Compositeur» et Editeurs de Musique". Mr. H. J. Biederlack is een zéér bekend en vertrouwd advocaat te Amatordam, zoodat zijn woord wel eenige waarde heeft. Het geheele stuk overnemen, zooals ons gevraagd is, is niet wel doenlijk wij sullen enkele aanhalingen doen. Omtrent een bezoek, door den heer Loman bij den Voorzitter van den Raad van Admini stratie Se Parijs gebracht, schrijft mr. Bieder lack al& volgt: „De toeleg van dat stukje was, de goe gemeente te doen gelooven, dat de agenten der Soóiété in Nederland zonder mandaat op treden, dat hij, Loman, zoo hy wilde, daar heel wat meer van zou kunnen vertellon, dat h\j z\j-i grandes entreés heeft, ja, dat hij als kind aan huis is in do Ruc Chaptal no. 10, dat hjj daar een vertrouwelijk en langdurig onderhoud over de misdragingen der agenten gehad heeft met den President dar Sooiété. Van deze tendentieus© voor stelling van zaken, van deze Wiohtiglhuerei, waarmede op het publiek indruk moest worden gemaakt, van dezen bluff, is niets overge bleven, dank zy mjjn tegenspraak, dank zy ook de den heer Lohman atgedwongen er kenningen. Deze erkenningen bevatten voor mjj niets nieuws. Te Parijs was my al op bumoristischen toon verteld, hoe de heer Loman, die hier to lande zoo afgeeft op den slechten invloed der uitgevers in de Société, onder de beschermende vleugelen van den uitgever Alsbacb, doleerende is rondgetrokken by louter Parysche u i t- g o v o r a, hoe zy allon hem hebben af gescheept met een„Ga naar den heer Joubert, den toekomstigen President onzer Société, die weet van die dingen meer dan wij, daar moet je wezen", hoe de heer Loman toen een onverwacht en onge vraagd bezoek heeft gebracht by den hoer Joubert, hoe deze geboren diplomaat zeer beleefd naar de doleanties heeft geluisterd en zelf zoo weinig mogelijk heeft gezegd, hoe dus de heer L:man van een koude kermis is thuis gekomen. Ziedaar de waar heid, gelijk de heer Loman zich gedwongen had gezicD, haar te erkennen." Wat de heer Loman verder vertelt, geeft opnieuw een onware voorstelling van de dingen. Tuesehen het Genootschap van Nederl. Componisten en de Société bestaat niet, zooals de heer L. wil doen voorkomen, eene vriendschappelijke verhouding. „Hoe voorzichtig men moet zijn ten op- ziohte van de beweringen van don heer Loman, blijkt onder meer uit do volgende feiten dat het Diligentia-Concert en het Residentie Orkest te 's-Hage, die in goed vertrouwen op den heer Lohman de petitie van 31 Januari 11. mede hadden onderteekend, na één gesprek met oen der veel gesmaadde Brusselsche agenten, een contraot voor jaren met de Sooiété hebben aangegaan, dat alle door de agenten der Société afge sloten contracten aan de medecontractanton worden uitgereikt, voorzien van de hand- teekening niet alleen van den z.g. mandaat- loosen heer Poisat te Brussel, maar ook van den heer Gaschard, den in de Rue Chaptal te Parys zetelenden directeur der Sociélé, dat (en hierover zwijgt de heer Loman als een mof) do Conseil der Société, onder presidium van den hoer Joubert, op 2 April FEUILLETOH. De dame wendde zich nu tot den bediende, (li* op bevelen wachtte en dus nog in de zaal stond, en zeide tot hem„Geef den jongeling deze beurs, en verzoek hom, zyne zuster Zondagvoormiddag bjj my te brengen." De andere dames kozen insgelijks eenige van Mathilde's fraaie handwerken, en zonden den verbaasden en zeer verheugden Louis de overige met het dubbel van den bepaal den prys terug. Louis ging nu zeer bly to moede naar huis eu vertelde zyne zuster den gelukkigen uit slag zyner onderneming. Den volgenden Zondag kleedde Mathilde zioh fatsoenlijk, doch zoo eenvoudig als haar tcgenwoordigen toestand het vorderde, en door haar broeder vergezeld, begaf zy zich naar de aangeduide woning der dame. Met kloppend hart liet Mathilde zich aan melden. Zy werd dadelyk binnengelaten, en in eene prachtige kamer gebracht. De uit drukking van goedheid en onschuld, die over haar gelaat verspreid lag, de houding, waar mee zy de dame naderde en waaraan men terstond hare goede opvoeding herkende, maakten op de mevrouw zoo'n gunstigen indruk, dat zy dadelyk opstond, het bedeesde meisje by de hand vatte en haar verzooht, aan hare zjjde plaats te nemen. „Ik liet u verzoekeu, by my te komen", 1918 den heer Poisat officieel heeft ge machtigd, alle door de hoeren Loman c.a. verspreide geruchten omtrent een optreden ■onder mandaat van den heer Poisat en zijn medewerkers in Nederland in het openbaar te logenstraffen, dat niemand minder dan de heer Paul Lincke, bestuurslid der Dnitsche Genossen- schaft, den door hem als sociétaire aan de Sooiété verleenden pouvoir aldus opvat, dat by het vanzelfsprekend heeft geacht, dat de handhaving zyner auteursrechten in Neder land zou geschieden door de Société, door wier goede zorgen dan ook op den eigen dag, waarop het jongste stukje van den heer Loman versoheen, eene dagvaarding ten ver zoeke van den heer Lincke tegen eenen van inbreuken op zijn rechten is uit gebracht. Degenen derhalve, die door den aard van hun bedrijf met de Sooiété in aanraking komen, mogen zich wol wachten, te zeilen op het kompas van den heer Loman en de zynen. Een ieder hoede zich voor schade I" Tot zoover mr. Biederlack. Wij kunnen, voor wat de vereenigingen hier ter stede betreft, daaraan toevoegen, dat de voor- □aamsten reeds vrijdom verkregen hebben tot hot uitvoeren van de millioen nummers, uitmakend van het repertoire der Société. Enkele weinige hebben zich nog niet aan gesloten. „Zy zullen inzien", aldus de agent den Helder, „wanneer het te laat is, hoe dom zy handelen, daar zy by eiken dag l.»ger wachten, meer zullen hebben te be- 'alon, en bovendien streng gecontroleerd uilen worden". Diefstal. De eigenaar van de Franoiskanerbrliu in de Warmoesstraat te Amsterdam ïb het slacht- goworden van een reeks diefstallen door zijn buffetchef en een kollner gepleegd. Reeds gernimen tijd bemerkte de eigenaar, de heer Harig, dat hy bestolen werd, maar hoe, dat bleef hem een raadsel. Totdat er, nu eenige weken geleden een nieuwe kallner kwam, wien hy opdracht gaf goed op te letten. Deze bemerkte toen spoedig hoe de buffetchef telkens op een oogenblik dat hy zich onbespied waande, aan zyn medeplich- kellner een hoeveelheid koperen wissel penningen overhandigde, waarmede de kellners gewoon zyn aan het buffet to betaleD. Nu do patroon wist hoe hij bestolen werd oest nog het bewijs geleverd worden. Daar- e werden aan de andere kellners koperen poDningen gegeven die een kleinigheid af weken van die welke ie verdachte kellner kreeg. Hadde de man toen nog maar gedacht de vriendelijke waarschuwing welke geschreven staat beven een der deuren van de inrichting waar hy werkzaam was: Nimm' nichts mit was Mein ist, Lass' nichts hier was Dein istl H(j ging doorEn 's avonds, toen hy zyn koperen penningen wilde wiszelen, bleek er voor een groote hoeveelheid by welke hem niet ter hand waren gesteld. Eerst poogde ig te ontkennen, doch toen hem werd voorgehouden op welke wyze bewezen kon worden dat hy op onrechtmatige wjjee in het bezit van de wisaelpenningen moest zjjn gekomen, bekende hy den diefstal. Ook de ontrouwe buffetchef trachtte eerst te ont kennen, doch ook hem wist de politie ten slotte tot bekoctenis te brengen. Beide mannen zyn ter beschikking van do Justitio gesteld. De heor Harig begroot de schade door m geleden op ongeveer f 1500. De denkende paarden van Krali te Eiberfeld. Dr. R. A. Roddingius uit 's-Gravenhage ieft in het //Vaderland" een tweetal artikelen over zjjn bezoek aan Eiberfeld geschreven, h(j den len Mei hoen ging, gevolg gevend aan de tlitnoodiging van den heer Krall. Dr. Reddingius had zioh voor hij ging een meening trachten te maken over het pro bleem der denkende dieren; een meening, die kort saamgevat aldus is weer te geven: le. De paarden zyn ïq 't bezit van een bewustzijn dat, vooral door een geringere ontwikkeling van de functie van het induotief denken, van het normaal menschelyk bewust zijn belangrijk verschilt, terwijl het daaren tegen overeenkomt met een menschelyk be wustzijn dat men zioh op een bepaalde wijze vernauwd denkt. 2e. Het metapsychische manifesteert zich juist door dien geringen omvang van het paardonbewustzyn, bjj do paarden gemakke- lykor dan dat bij den normalen wakenden het geval is, en aan het absolute weten van het metapsychische moet de on middellijke oplossing van.ingewikkelde reken- opgaven worden toegeschreven. Het slot van het tweede artikel, dat op het bezoek te Eiberfeld en hetgeen hj| daar bijwoonde, betrekking heeft, lnidt: Wat ik in Eiberfeld ondervond, heeft een diepon indruk op my gemaaktDat paard, dat begrijpt wat ik zeg, dat terwijl ik op het bord schrijf "&Ü11 r*g met zijn lippen bewerkt een blyk van symphatie dat mjjn wensch wil vervullen en bereid is mij te antwoorden, en m(j dan de vierdomachtswortel uit een getal van vijf cijfers aangeeftZeker, ook de uiterst zeldzame menschelyke rekengenieën hebben zooiets knnnen doen, maar ook zy hebben nooit iets meer kunnen zeggen dan dat het antwoord hun als door inspiratie invielIk kan den lezer verzekeren dat een dergelijke ervaring aangrijpend is, ten minste wanneer men zioh, zooals ik, voor hot eerst de onmiddellijke aanraking met het metapsychische bewust wordt, met het alwe tende en almachtige, dat daar zoo onmisken baar nit het paard spreektzooals het trouwens ook spreekt uit elk levensverschijn sel, waarin wy het, alleen ten gevolge van onze donkgewoonten, niet opmerken. Oplichterij. Op den eersten Pinksterdag vervoegde zich bjj een antomobielverhnurder (o Tilburg een net uitziend persoon van ongeveer 28 jaar, die direct per auto naar Enschede wilde vertrekken, voorgevende een zoon te zijn van den fabrikant van H., aldaar, die plotseling ongesteld was geworden. Te Enschede aangekomen, stalde hij de auto ia het hotel De Klomp, bestelde vaor don chanfienr een maaltijd en vertrok zonder terug te koeren, 't Is gebleken, dat men mot een oplichter heeft te doen gehad, naar wien de politie zoekt. Fraude in een gemeente-adminiitratie. Daar de burgemeester van De Rijp ver moedde dat er fraude was gepleegd ten nadeole der gemeente, liet hij het opmaken der kas nauwkeurig controleeron. Het bleek dat er een tekort was. Hierop werd de ont vanger gearresteerd. Brand in de katoenfabriek te Veenendaal. Als vervolg op het bericht van 2 Mei j.1. in zake den brand in do katoenfabriek te Veenendaal, kunnen wij thans, in weeawil van nu eens -tegenspraak en dan weer over drijving, het volgende als besliste feiten, na nauwkeurig onderzoek vastgesteld, mededeelen Niettegenstaande het rooken op de spinnerij streng vorboden was, had een der vermelde drie jongens, nadat de ouderen de fabriek verlaten hadden, toch zyn pijpje aangestoken, om by het verlaten der werkplaats te kunnen rookeu. Op zich zelf zou dit niet zulke treurige gevolgen hebben goh.d, wanneer deze jongen niet, ondanks de waarschuwing van een zyner kameraden zoo roekeloos waB geweest om de nog brandende lucifer ondor de gewoonlijk mot katoenstof behangen trom mel der spinmachine te houden, waardoor in in een oogwenk de heelo machine en ver volgons de geheele verdieping" enz. in brand kwam to staan, zoodat de jongens sieh ten slotte nog moesten haasten de fabriek te verlaten. Zyn hardnekkige ontkenning vond haar oorzaak in het feit dat do ouders, uit vrees, dat deze roekeloosheid als opzettelijke braud- stiohting zou worden beschouwd, de kinderen op het hart hadden gedrukt om niet het minste uit te laten, evenmin tegen do politie als tegen wien ook. Eindelijk gelukte het aan de marechansseos de juiste toedracht der zaak te weten te komen. Arm oudje! Men sohryft uit Nieuwe Schans aau de Prov. Gron. Gt.": De bekonde Janneke- Meu ia 't veen, de weduwe J. van Dyk te Bundorhamrik, die deu 12 Januari haar 103den verjaardag vierde, is Vrijdag op een treurige wyze nog om 't leven gekomen. Haar hutje brandde af en het oudje kreeg zulke brandwonden, dat se korp erop overleed. Ondankbaar. Te Groningen kwam een dame, met den avondtrein van 11 nnr on liet haar taschje met f 800 in de coupé liggen. Een pRar uur later vervoegde zjj zich aan 't station met de vraag of't verlorene ge vonden was. 'tWerd haar onmiddellijk ter begon de danie, „opdat ge mjj een raadsel zoudt helpen oplossen, waarvan gjj alleen, lief kind, den sleutel bezit. Zog mij, voor wien hebt gjj het borduursel vervaardigd, dat ik behield, en waarop do letters M. P. met den datum „21 Mei" zyn geslikt?" „Het was voor myne dierbare moeder bestemd", antwoordde Mathilde met tranen in de oogen; „de letters zjjn die van myn naam." „En 21 Mei, wat beduidt dat? vroeg de dame verder. „Dat was baar verjaardag, waarop ik haar dit wilde schenkeumaar God heeft het niet gewild, en treurige omstandigheden Mathilde kon niet verder komen, want bjj deze woorden werd haar de keel toegeknepen tranen biggelden langs hare wangen. „Lief meisje" hernam de mevrouw weer. „een zonderlinge overeenkomst hecht mjj zeer aau dit pand uwer kinderliefde. De datum dien ge op uw werk geborduurd hebt, herin nert mij aan het onherstelbaar verlies eener geliefde dochter, die my door de verschrik- Mjke ziekte, welke hier zoo hevig woedde, acht dagen na haar echtgenoot ontroofd werd. Deze letters zijn juist de eerste van haar naam en de zinnebeeldige voorstelling, die gjj zoo keurig afgewerkt hebt, is een krach tigc aansporing voor ons om te beoefenen. Gjj hebt eene geliefde moeder, ik een onver getelijke dochter verloren; gjj zjjt ongeluk kig kom bjj my, dau zal ik u eene lief hebbende moeder zjjn en gjj wordt mjj eene troostende dochter." Mathilde was van ontroering als buiten zich zelve; zy wilde zich dankbaar aan de voeten der edele dame werpen, doch deze weerhield haar en drukte haar teeder aan hare borst. Mathilde gevozfde zich nu onuit sprekelijk gelukkig; langen tjjd was zy niet in staat, een woord van dank te uiten. Einde lijk, toen de storm der gewaarwordingen een weinig was bedaard, stond zy op, kuste eer biedig de handen der edelmoedige mevrouw, en verzekerde haar hare eeuwige dankbaar heid. Den volgenden dag verliet Mathilde het huis, waarin zij 'alles verloren had, en begaf zich, door haar broeder begeleid, naar hare edele weldoenster, die haar liet verlorene beloofde le herstellen. HOOFDSTUK IV. Menig onschuldige, geljjk Pajol, was door De Louvière reeds in het verderf gestort, en het kon ten laatste wel niet anders, of zyne kuiperijen en lasterlijke aantijgingen moesten oindeljjk hem zelf ten val brengen. Reeds lang zagen verscheiden aanzienlijke personen met tegenzin, dat de achtbaarste mannen hem tot speelbal dienden. De markies werd den Koning in al zijn nietswaardigheid voor gesteld en viel nu zelf in den kuil, dien hij voor anderen had gegraven. Daar hij steeds een afkeer had gehad van werken en zich aan spel eu allerlei uitspattingen overgaf, gevoelde hjj zeer spoedig het verlies van zjjne voordeelige betrekking, en dit te meer, wjjl hjj door zjjne buitensporige levenswjjs zjjn aanzienlijk vermogen in korten tjjd bad verteerd. Hjj werd nu door allen, die hem te voren uit vrees voor zjjne boosheid voor het uiterljjk eenige oplettendheid bewezen, veracht eu verfoeid. Eonigen, die hem geld voorgeschoten hadden, vorderden dit langs gerechteljjken weg terug, en toen zjjne schuld- eischers hot weinige, dat liy nog bezat, onder ziah verdeeld hadden, moest de kort te voren hand gesteld en in plaats van dankbaar te zjjn, toonde ze zioh geraakt over 't feit, dat men in haar tasobje gezien had en gafniets. Duitschland on zijn buren. De heor Georg Gofchein, lid van den Rijks dag, bespreekt in het „Borliner Tagcbl." de verhouding van België, Nederland en Dene marken tot Dnitschland. Hy wijst er op, dat Duitschland weinig vrienden hoeft in het buitenland. „De kringen, die by onB don doorslag schjjnen te geven, waaruit onze diplomatie en de invloedrijke hooge militairen worden gerecruteerd, de borussischo jonkers, hebben met hun zelfoverschattende wyze van optreden de traditioneele onhandigheid stem ming tegen Duitschland te wekken. Zjj worden daarin ton zeerste gesteund door die politieke potsenmakers, die het steeds hun gewichtigste taak aohton, zooveel mogoljjk i uiten bjj andere staten in te werpen, die dan de Duitsche buitenlandsche politiek, die echter voor alles het Duitscho volk zelf door telkens stijgende militaire uitgaven moet betalen." Deze aanhaling van het begin van het artikel van den heer Gothein toont al in welken geest dit is geschreven. Ons boezemt natuurlijk het meeste belang in wat deze vorstandïge politicus over ons land heeft te zeggen. Ook in Nederland, zegt hjj, is de volksstemming volstrekt niet vrien delijk voor de Dnitschers en hjj wjjst daarbij op de discussiën over het fort bjj Vlissingen. Do meening, dat de Nederlandsche regeering onder pressie van Duitsche zjjde handelde is zesr verbreid, en men wil ten believe van Duitschland niets doen." Maar, zegt de heer Gothein, bjj den fortenbouw aan den Schelde- mond gaat het zuiver om de handhaving der Nederlandsche neutraliteit. Dat deze door Duitschland niet wordt een blinde met zyn stok voelen. Wjj kunnen slechts blyde zjjn, dat we een stuk grens hebben, dat we in geval van oorlog behoeven te verdedigen, waarlangs geen versterkingen behoeven te worden aangelegd. En voor ons is in geval van blokkade der eigen zeehavens door een overmachtige vloot de toegang tot de wereldzee door een neutraal land van allergrootste waarde. Ia 1870/71, toon onze vloot nog in de kinderschoenen stond en de strjjd in open zee tegen de FranBche vloot niet kon wagen, zouden wo zonder de neutraliteit der Belgische, vooral van de Nederlandsche havens in ernstige economische moeilijkheden zyn gekomen. Sedert echter zjjn de economische betrekkingen van Duitschland met do overzeeBche landen belangrjjk uitge breid, heden kunnen wjj zonder de meest na- doelige gevolgen den overzeeBchen invoer en ui/voer nauwelijks moer «enige weken ont beren. Nu is wel do vrees, dat Engeland in Nederland troepen zou landen en van daar uit mot een aanval op Duitschland, Frankrijk en Rasland in een wereldoorlog zou kunnon on- dorstounen, door de verbetering der Duitsoh- Engelsche betrekkingen ter zjjde gesteld; in- tusschen eohter bljjft het voor Nederland een gewichtige taak, zjjn neutraliteit on daarmede zjjn belangrijke economische positie als voor naamste bomiddelaar tusschen Zuid- en West- duitsohe verkeer met de overzeesche landen op te honden. Dit alles spreekt zoo van zelf, dat men mooilyk kan begrijpen, hoe in Neder land er nog iemand is, die deze uitsluitend eigen onafhankelijkheid en neutraliteit dienen de versterking kan bestrijden, indion niet het Hollandsche wantrouwen tegen DuitsohlaDd voortdurend voedsel kreeg door het malle geschreeuw van die dwazen, die het een voor Duitschland onwaardigen toestand noemeD, dat de monding van den Duitschen Rjjn niet in Duitsche handen is. Dit gesohreeuw was zekeren zin gerechtvaardigd, zoolang Ne derland den Duitschen overzeesohen handel en de ontwikkeling van het Rjjnvcrkeor door Rjjntol ernstige nadoelen toebraoht. Ssdert echter deze tol is afgeschaft en Nederland ons verkeer met de wereldzee niet slechts geen moeilijkheden in den weg legt, maar integen deel op alle mogelijke w0ze vergemakkelijkt, is er voor ons niet de minste redon een opgaan van Nederland in Duitschland te wenschen. Zjjn buitenstaan is voor ons geen nadeel, maar het beteokent in geval van oorlog een veiligheidsventiel. Dat er bjj ons onverstandige lieden zjjn, die dit niet willen inzien, ia juist. Maar hun aantul is niet groot en politiek hebben zjj geen invloed. Ten deele schuilen achter hun ,patriottische" grieven zeer egoï stische bekrompen motieven. Men wil zjjn speciale haven meer verkeer trachten te brongen en eischt daarom een Duitschen Rijnmond", dat wil zeggen een kanaal van zoo rjjke eu trotsehe markies De Louvière arm als eon bedelaar uit zjjn bjjna vorstelijk huis trekken. Daar hij niets anders kende dan spelen, sloot hij zich aan bjj eenige gelukzoekers van zijne soort, die argelooze Spelers op de schandelijkste wyze bedrogen. Als het den doortrapten schelmen gelukte iemand in hunne netten te verstrikken, werd hij niet losgelaten vóór hjj totaal uitgeplun derd was. Daarvoor was niet veeFtjjd noodig, want zjj wisten de kaarten zoo behendig en ongemerkt te doen glijden, dat het spel steeds in hun voordeel uitviel. Om hunne slacht offers te verblinden, lieten de gauwdieven hen soms een onbeduidende partjj winnen, opdat de onnadenkenden, door de kleine wioBt verlokt, zich gemakkelijker zouden laten vangen. In eene stad als Parys met zoo'n groote bevolking en wuar op één dag dikwjjls duizenden vreemdelingen aankomen, kon het hun niet aan zulke slachtoffers ont breken. Het waakzaam oog der politie wisten zij te ontduiken, daar zjj een eigeu schuil hoek haddeu, waar zjj hun schaudeljjk be- drjjf ongestoord uitoefendon. Weldra begon de troep deugnieten, die zich tot dusver met vahch spel hadden beziggehouden, allerlei dieverjjen te plegen, en als het noodig ware geweest een gauwdievenstreek door een moord te doen gelukken, zou geen der booswichten, De Louvière niet uitgezonderd, er voor terug gedeinsd zjjn. De stoute dieverjjen, die de bende bedreef, braohten de politie op het spoor van eenige harer leden; verscheiden werden gevangen genomen en Louvière liep ook veel kans dit lot te ondergaan, toen hij bericht kreeg, dat de heor Do Furanges, een rjjk koopman te Marseille, aldaar aan de pest overleden en hy als naaste bloedverwant ook de den Bênedonrjjn langs de Nederlandsche grens naar de Duitscho kust. En Pruisen zou voor zulke phantaatieche plannen honderden van millioenen uitgeven. Dat zulk een kanaal, als het workoiyk werd aangelegd, het verkeer aan de Nederlandsohe haveDS niet zou ontnemen, staat even onomstooteljjk vast, als dit, dat verkeer op het kanaal aanzienljjk duurder zou zjjn dan op den natuurlijken waterweg. ir het spelen mot zulke plannen, de bral lende woorden, waarmee ze worden verdedigd, wekken bjj onze buren ontstemming; men Bpourt daarachter de appetijt naar do werke lijke Rjjnmondingen. Ëo daarom is het ge vaarlijk, als zulke technisch in het geheel niet ernstig op te vatton kanaalplannen aan mini sterieels zjjde mot welwillendheid worden beschouwd. In waarheid moet daarmee slechts pressie op Nederland worden geoefend om tegemoetkomend te zjjn in de quaeBtio der scheepvaartrechten op den Rjjn. Men is daar eohter verstandig genoeg om hierop niet in te gaan, de ontstemming 8chtor bljjft. Militair attaché doodgeschoten. Munchen, 18 Mei. Een 84-jarige man, Strasaer genaamd, heeft vanmiddag, waar schijnlijk in een vlaag van verstandsverbijs tering, majoor von Lewinski, militair attaohé van hot Pruisische gezantschap, van achteren mot twee revolverschoten zwaar gewond. Do wachtmeester Bollüoder snelde den getroffene te hulp, doch werd zelf met veracheidone schoten door den waanzinnige gedood. Von Lewinski, die bewusteloos was neer gevallen, is in het hospitaal gestorven. De dader is aangehouden. De majoor van den generalen staf von Lewinski is Dinsdagmiddag te Munohen door een 86-jarigen man aangevallen on met revolverschoten doodelyk gewond, De majoor zonk door eenige kogels getroffen neer, een wachtmeester van de politie, die te hnlp snelde, werd eveneenB door den moordenaar getroffen on was onmiddellijk dood. De majoor werd naar het ziekenhuis gebracht, waar hjj spoedig stierf. Het publiek viel den moor denaar aan en mishandelde hem ernstig. Op het politiebureau gebracht weigerde de moor denaar alle inlichtingen over zjjn persoon en over de redenen van zjjn daad. De berichten over de daad sjjn tegenstrij dig. Volgens de eene voorstelling wilde de wachtmeester van de politie, die den maD verdacht vond, hom onderzoeken, waarop deze den ambtenaar neerschoot. Toen richtte de dader zjjn wapen tegen den te hulp snel- londeh attaché von Lewinski en verwonde hem door eenige revolverschoten zóó zwaar, dat h^ spoedig bezweek. Bovendien moeten nog vier andere personen kwetsuren gekregen hebben. Het heet, dat de dader krankzinnig is. Het gelakte op het politiebureau, ofschoon hjj alle inliohtingen weigerde, vast te stellen, dat hy Johan Strasaer heette en loodgieter van beroep is. Wervelstorm. Manilla is Maandag geteisterd door een buitengewoon hevigon wervelstorm. 58 inwoners der stad zjjn gedood, tal van huizen ingestort. In enkelo stroken van Frankrijk is het met de Pinksterdagen ook bar wesr geweest. Bjj Auoh, in het departement Gers, heeft een Lagel bui alle te veld staande gewassen verwoest. De haeelsteenen waren zoo groot als hazelnoten en lagen enkelo centimeters dik. Van de wandaden der kiesrechtvrouwen. Do brand van FariDgton Hall, bjj Dundee, het buiten van Henry McGrady, heeft naar schatting een schade aangericht van 10.000 pd. st. (sommige bladen spreken van het dubbele) Mon heeft in de buurt een dames- parasol gevonden. De commissaris van politie Dandee ontving een nummer van de Suffragette, met do volgende woorden op de eerste bladzjjde geschreven „Farington Hall. Een protest tegen de tirannie. Sohandevoor Afqoith en Co." Ia Surrey heeft men onder de veranda van de tent van een tennisclub een bom gevonden met een looponde klok. De bom bestond verder uit eon metalen cyliuder met aan iederen kant een lont. Er naast lagen vrouwenkiesreohtgeBchrifteD, o.a. eon nummer van de Vote. Het hoofdgebouw van een roei- en zeil- vereenigin? aan de Trent is geheel afge brand. De schade sohat men op 2000 pd. st. De politie heeft drie leege petrolenmkannen en een dameshnndtasch dichtbij het afgebrande gebouw gevonden. eenige erfgenaam van diens vermogen Zonder tjjd te verliezen, schreef De Lou vière nu aan zekeren Rooanet, die vroeger in dienst van zjjn vader was geweest en zich juist te Marseille ophield, dat hij binnenkort daarheen zou komeu om zich in het bezit der erfeni6 te stellen, en droeg hem tevens op, onder meer andore schikkingen, die zjjne komst gemaakt moesten worden, het huis aau de haven te doen ontruimeu en de achterstallige huur in te vorderen. Deze Rocanet was dezelfde, die Louis en Mathilde het betalen van de huur en de ontruiming van het huis zoo onmeedoogend aanzegde en dit met zoo'n boosaardige vreugde over hun ongeluk deed. De Louvière verliet Parys en begaf zich naar Marseille. De rjjke erfenis verschafte hem nu opnieuw de middelen om zich aau zjjne gewone losbandige leveDswjjs over te geven, Hij spreidde eenè weelde ten toon, die voor een millionnair alleen mogeljjk kon zijn. Het is helaas eene treurige waarheid, dat rijkdom maar al te dikwjjls de beste aanbeveling is; maai- bij den verkwistenden Louvière kon dit niet van langen duur zjjn, Hij werd wel in voorname kringen opgenomen, daar men hem voor een buitengewoon rjjk man hield, doch toen men den waren stand van zjjn vermogen kende, dat voor hem min3teD8 onuitputtelijk scheen, en men zjjne losse levenswijze nader leerde kennen, v hem tot menig huis de toegang ontzegd. Tot Louvière's bloedverwanten in deze J behoorde raad. De Juville, een zeer ën rjjke weduwe, dezelfde dame, die de Mathilde onder hare bescherming had ge nomen. Deze dame hield haar ongebonden familielid wel voor een lichtzinnig niet voor een booswicht, en verontschuldigde Do directie van een bekende spoorweg maatschappij heeft oen anoniemen brief ont vangen, om te waarschuwen, dat er binnen enkele dagen een wanhoopsdaad zon beproefd worden, door een sneltrein op een van do hoofdlijnen te laten verongelukken. De directie heeft aan haar beambten een waarschuwing gezonden. Slr Tatton Sykes. Op 87-jarigon leeftjjd is in Engeland over- ien Sir Tatton Sykes, vermaard om zyn rijkdom, zjjn renstal en do groote sommen, die hjj voor het [bouwen on horstellen van Anglikaansche kerken uitgaf. In een blad vinden wjj het bedrag; dat hjj daaraan bo- Bedde, op 18 millioen gulden aangegeven. Het was een krasse oude hoer, maar zjjn vader was nog sterker. Die stierf op 98- jarigen leeftjjd. Het was zjjn eerzucht de honderd te halen, en die zou hy misschien wel gehaald hebben, als by wat voorzichtigor was geweest, maar toon hy 98 jaar oud weer eens in de open lucht steeuen had gebikt (zjjn liefhebberij I) ging hjj op don hoop steenen wat liggen slapon. Hjj vatte kou en stierf aan de gevolgen. Kinema-cljfers. !en heeft een eerste poging ondernomen, ijjfen te verzamelen omtrent de verbreiding van den Kinematograaf en de ontwikkeling in industrieelen sin van dit nieuwe bedrjjf. Aan het hoofd van het ljjstje van de be langrijkste txporteurs van kinema-fllma staat Engeland; deze plaats heeft het te danken aan de omstandigheid, dat ook alle Ameri- kaansche films en dat zyn er zoowat I over Londen naar Europa komen. In do tweede plaats komt Duitschland, dat zooals het meer gaat in de praktijk van een nieuwe uitvinding, er hot best in slaagt er een handelsartikel van te maken. Zelf produceert Dnitschland niet het grootste aantal films, dooh wellicht heeft het het hoogste cjjfer als invoerder met 84 millioen meter, tegen niet meer dan 20 millioen meter uitvoer. Op de volgende plaatsen komen Frankrjjk, Italië on Denemarken. Duitschland is tot dusver het eenige land, waar van overheidswege toezicht wordt uit geoefend op do kiuema-voorstellingen. In andere landen wordt dit overgelaten aau vereenigingen tegen den prikkel-bioskoop. De Duitsshe censoren van kinema-films hebben het intU8schen drnk; zoo verneemt men, dut zjj in de maand Juoi van het vorige jaar 143.000 meter film hebben moeten coztrolooren, in de maand September zelfs 160.000 meter. Van eenige der grootste kinema-ondor- nemingen worden do winst- en verliescijfers gmoemd. En dan staat men verbaasd over den omvang dezer fabrieken. Zoo is er een Fransche kinema-onderneming, welko aan Max Linder een honorarium uitbetaalde van een half millioen, voor het spelen van de hoofdrollen, het sohrjjven en monteeren der voornaamste bioskoop-stukken van haar reper toire; nu is het waar, dat deze heer Linder don naam draagt van „koning van don film" I Dezelfde firma vervaardigt per week 100 kilometer films, berekend tegen een frark per metor, geeft eon bedrag van 100.000 frank; hiertegonover staat, dat do verkoop der films zulke aardige prijzen opbrengt, dat deze firma uitsluitend aan film-verkoop jaar lijks een winst maakt van 200.000 gulden. Carnegle en Rockefeller. Journalisten zyn aan Carnegio en aan Rockefeller gaan vragen of zjj zich gelukkig voelen en of zij 100 Jaar zouden willen Het antwoord van Carnegie was karakte ristiek. Hjj verklaarde„Ik bon de gelukkigste man ter wereld. Ik zou niets beters wenschen. Het is voor mjj de homel op aarde. Ja, ik zou 250,000,000 gulden willen geven aan wie mjj leert, zoolang te leven als ik zelf sou willen." De interviewer maakte toen do opmerking, dat Carnegie al zooveel had weggegeven, dat hjj wellicht geen 250,000,000 moer zou kunnen betalen. Waarop Carnegio goedig antwoordde, dat de betrokken persoon wel genoegen zou nemen met zjjn, Carnegio'B, cbèque. Rockefeller was minder enthousiast. „Mjjn dokter zegt, dat ik honderd jaar behoor wordöD, en gewoonlijk hoeft bjj het by bet rechte end. Tenminste, dat vertel ik hem." Het leven vond Rockefeller een goed ding, zoolang de gezondheid ér is. Maar zonder datme for the great plunge." eu verschoonde dus de streken, die hy uit gehaald had en besproken werden; hij had het slechts aan haar te danken, dat hjj niet uit alle beecliaafdo kringen werd uitgesloten. Ondertusscheu merkte hij wel, dat hjj niet overal een welkome gast was, en daarom beperkte hjj zjjne bezoeken tot de weinige familirn, waarin hjj, wegens bloedverwant schap of omdat de laagheid van zjjn karakter niet bekend was, nog met eenige ouder scheiding werd ontvangen. Het behoeft wel niet gezegd te worden, dat Louvière terstond na zijne aankomst tc Marseille met wraakgierige vreugde vernam, dat zjjn huis aan de haven door den jongen Pajol bewoond werd en dat hjj dezen onbarm hartig er uitzette, terwjjl Louis hem nog oen deel der goederen vau zijn overleden ouders moest afstaan ter aanvulling van de ver schuldigde huur. Dit huis werd nu het ver blijf van Rocanet, wien hjj uit overmaat van zorgeloosheid hot beheer over zjjn vermogen liet. Aau slechtere handen had hjj het niet kunnen toevertrouwen. Rocanet bestuurde het tot zjjn eigen voordeel. Als Louvière soms om geld verlegen was, moest hjj den trouwe- loozen Rocanet voor zjjn eigen goud woeker rente betalen, Weldra waren zyne bezittingen met schulden bezwaard, was zjjn krediet uit geput en zag hij het oogenblik aanbreken, waarop hjj ten tweeden male als een bcdclaur uit zjjn huis zou worden verdreven, terwijl zjjn gewetenloozo zaakwaarnemer zich ver rijkt bad. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1