KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HoltÈorTexel, Wioringon on AnnoPaulowrta Ho 4218 Zaterdag 12 Jtdi 1918 4S.sUJaargang. I 't Vliegend Blaadje p, 3m. 50 ct,, fr. p. post 75 etbuitenland f 1.25 Pre-Zondagsblad 37$ 45 f0:75 iniën j Modeblad 65 75 M.— (Voor het buitenland bjj vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tot 5 regels (bjj vooruitbetaling) 30 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exemplaar2J Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend, Verschijnt Dinsdag- sn Vrijdagmiddag. Intara.- Tslslsss 50. Uitgever i C, OE BOER Jr., Helder. Bureau: Koningstraat 29. intgrc. Teief. 50 Eepete Blad. RIEUtMSBERICHTER. HELDER, 11 Juli. Rijks H. B. School met 5-Jarlgen cursus. Na gebonden overgangsexamen zyn be vorderd Van de .eerste naar de tweede klasse de leerlingen: J. M. J. Bentz van den Berg, B. M. J. de Boer, J. S. ten Brummeler, J. C. Doornberg, C. 6. J. Dornickx, M. G. Dninker, J. de Groot, E. F. v. d. Henvel, T. Kamp, W. J. K. Labont, F. L, van der Leeuw, D. van Leeuwen, I. Manheim, J. van Otteren, A. van Pelt, W. van Prooien, W. G. H. Rujjgrok, P. H. Spruit, A. P. Staalman, J. Tiisot van Patot, G. Vriend, A. Warners, C. J. H. M. van Wilpe en B. A. Buiskool. Voorwaardelijk bevorderd werden 5 leer lingen. Niet bevorderd werden 7 leerlingen. Van de tweede naar de derde klasse de leerlingen: P. R. Huisman, C. Lemstra, G. J. Muntinga, A.M.Francken, A.C.G. Oodemans, J. W. du Pon, D. G. J. de Raiter, J. Salm, A. J. F. Slendebroek, H. A. Appel, C. Th. de Booy en V. Rahder. Voorwaardelijk bevorderd werden 5 leer- lingen. Niet bevorderd worden 3 leerlingen. Van de derde naar de vierde klasse de leerlingen: P. J. Bakker, K. L. Bok, J. A. Doelder, M. J. J. Hoogerduin, Th. M. Insingor, J. J. Janzen, J. de Jonge, E. C. S. Kipperman, J. F. Kipperman, P. A. Schagen en G. Slikker. Voorwaardelijk bevorderd werden 6 leer lingen. Niet bevorderd werden 5 leerlingen. Van de vierde naar do vijfde klasse de leerlingen: S. J. Bruin, R. de Kok, M. J. Th. Nittel, J. A. Schagen en J. M. E. Klik. Voorwaardelijk bevorderd werden 3 leer- liogen. Niet bevorderd werden 4 leerlingen. De Kuitche Suzsnns. Woensdagavond was „Casino" flink bezet. Het zoo gunstig bekend staand Nederlandsch Operette-Ensemble gaf er de Woener succes operette „De Kuische Suzanna", van George Okonkowski, muziek van Joan Gilbert. Laten we dadelijk zeggeD, dat de opvoering ons volkomen bevredigde. De verschillende geestige tooneeltjes werden magnifiek gespteld door de hoofdpersonen, die telkens een stormachtig applana verwierven. Het keurige bloemstuk, aangeboden na het tweede bedrijf, was een welverdiende hulde, welke door 't publiek luide toegejuicht werd. Voor de goede aan kleeding, de fraaie, frisscho costumes een woord van lof. En een pluimpje verdient zeer zeker het uitstekende orkest dat in deze een belangrijk aandeel heeft. De vlootpredikant. Naar de „N. R. Ct." verneemt beeft bet kiescollege te Helder na langdurige beraad slaging besloten, het voorstel van minister Coljjn niet aan te nemen. UIT DE PERS. De kabinetscrisis en de sociaal-democraten. De beer F. van der Goes schrijft in het Weekblad van „Het Volk": Het deelnemen aan een burgerlijke regeering wordt moenen wij, door de strekking van ons program en van alle bestaande socialis tische partijprograms in het algemeen uit gesloten. In het algemeen, zeggen we. Er zjjn omstandigheden denkbaar onder welke, krachtens het bekende internationale besluit,, het zitting nemen in een burgerlijk ministerie, als noodzakelijk moet worden beschouwd. Doob wij moeten herhalen, dat tot dusver in de internationale arbeidersbeweging zoodanige deelneming nooit anders beschouwd is dan als een zaak waartoe men onzerzijds enkel als hooge uitzondering en alleen in geval van dringende onvermijdelijkheid zou kunnen en mogen overgaan. Er wordt niet zóó over geoordeeld alsof het een kwestie van taktiek ware, over welke in ieder bijzonder geval met weging van bet voor en tegen te beslissen sou xijq. Neen, in het algemeen sluit de internationale partij I101 aanvaarden van FEUILLETOR. „Welnu, dan moeten we geen tjjd verliezen, maar morgen vertrekken. Kan dat gebeuren „Ja zeker." „Muur een paspoort?" „Ik heb het mijne." „Op naam van den heer van Clydemore „Ja, en ik zal er bijvoegenen zijne zuster." „Dat komt zoo net goed, en liet is geen vervalsching." „Wilt ge liever, dat ik naar Londen schrijf, •lat men mij een tweede pasport stuurt?" „Wel neen. daar gaat veel te veel tijd mee been. Maar zeg nu eens, wanneer we vertrekken." „Zoodra ge maar wilt," „Kunnen we niet dadelijk vertrekken?" „Zoudt ge niet te zwak zjjn?" „Volstrekt niet, ik ben sterk. Zoodra ge maar vertrekken wilt, zult ge mjj gereed vinden." „Over twee uren dan?" „Dat is wel goed. Tot straks dus, mijn broeder." Mijne lezers zullen wel verwonderd zijn ■ver de liefde, die ik mijne zuster bleef toe dragen, wanneer zjj weten, dat Margaret, na in een hoogeren stand verheven tc zyn en zooveel schatten te bezitten, zich geheel van my en mjjne andere zusters had afgetrokken. Ik bracht nu een bezoek aan de kleerkast ministersposten door sociaal-democraten uit, en eischt dat de aangeduide zéér excep- tioneele verhoudingen aanwezig zullen zjjn om een afwjjken van den regel te rechtvaar digen. Het punt zal ons nog nader moeten bezig houden, maar wjj herinneren, voor zooveel noodig, er nu reeds aan dat onze Internatio nale ook alle reden heeft er zoo over te denken. Zooveel koeren socialisten in de regeeringen zyn getreden, evenveel keeren heeft de arbeidersbeweging het zich bitter moeten beklagen en het innig berouwd. Zoo veel socialisten als naast burgerlijke ministers plaats m men, evenveel strijdbare en uitmun tend bekwame aanvoerders heeft de arbeiders beweging verloren, en de hoogst geplaatsten, zelfs, keerden sich met de meeBte felheid tegen hun vorige volgelingen. Zonder uit sondering doen de vermelding van hun namen, de namen van Millerand en Briand in Frankryk, eenigszins ook van John Burnsin Engeland, dienst om uitdrukking te geven aan het gevoel van spijt met verachting ge mengd, dat de socialisten ook buiten die landen vervult als zy gedenken hoe uit hun vorige leiders, door het aanvaarden van het hooge regeeringsambt, hun tegenwoordige belagers zjjn geworden. (Van John Burni geldt dat hjj de arbeiders, die eenmaal ont zaggelijk veel van hem verwachtten, nog meer teleurgesteld dan geërgerd heeft). Het is trouwens op het eerste gezicht reeds vol komen begrijpelijk, dat een revolutionaire party alle kansen tegen zich heeft, wanneer dón of meer van haar aanvoerders als minder heid in een regoering zitting nemen, die tot taak heeft de maatschappelijke orde te ver dedigen, welke de partij ïb theorie verwerpt en in de praktijk bestrijdt. Dit is een zoo volkomen omwisseling van de rollen, dat de mogelijkheid het zonder rampen voor de beweging te zien gebeuren, in het oog vallend klein moet heeten. Tot dusver, daarover kan althans geen verschil bestaan, is het steeds mislukt. De personen gingen onder, en de partijen leden schade; de party iQ Frankrijk leed zelfs een schade die sjj nog niet geheel te boven is. Daarom was tenminste in Frankrijk de verderfelijke werking zoo sterk, omdat het overgaan van een socialistisch leider in een burgerlijke re- grering het socialisme aantast in de Benige plaats waar he'. kwetsbaar is, nl. in zjjn ver band met de arbeidersbeweging. Het geor ganiseerde Fransche proletariaat heeft spoedig de ministers, die socialisten waren geweest, met hoon en smaad van zich gejaagd, maar niemand kon verhinderen, dat zjj iets van de politieke eer dor arbeiders beweging met zich namen. Wy voegen er, wat hot uitzonderingsgeval betreft dat van den gestelden regel kan doen alwyken, aanstonds by, dat het uit de oogen- blikkoljjke politieke gesteldheid van ons land, naar onze meening, by geen mogelijkheid kan voortkomen. Keuringsdienst van Melk. schenen en wy ontleenen hieraan het volgende: Totaal werden onderzocht 502' monsters volle melk en voor het eerst ook karnemelk. Reeds terstond deed het algemeen lage vet- cjjfer der morgenmelk bemerken, dat ii dit seizoen het doorgaans onmogelijk is deze met avondmelk te meDgen en haar daarmee van beter gehalte te maken. Door het ongelyk- tijdige melken wordt dan het natuurlijke verschil nog verhoogd, zoodat vaak een verschil van 15% vet tnsschen morgen en avondmelk gevonden werd ook by controle- monsters. Melk van Koegras en Anna Paulowna die middags zeer vroeg gewonnen moet worden, spant hierin de kroOD, de eenige manier om te maken dat ook die morgenmelk van voldoende vetgehalte wordt, is de avond melk later in do stad te brengen, er kan daardoor later gemolken worden, waardoor do volgende molkgift wat vetrijker wordt. Het publiek moet hierin echter medewerken, aangezien dit dan de melk een uurtje later zal ontvangen. De votcyfers waren de volgende: Aantal monsters in 0 8.74 15.02 85.42 40.82 Vetgehalte. 1.5-2.2 2.2—2.5 2.5—2.7 2.7-3.0D 3.00 mjjncr hospita. Margaret had niets anders dau de japon, die zij aanbad tijdens zy-opge sloten werd. Ik was bang Ivoor nacht- en ochtendnevel, daar zy nog altijd zwak en pijnlijk was, en kocht haar nu een Schotsoben mantel, dien ik voor haar had uitgezocht. Zoo zou myne reisgezellin van den boottocht naar Liverpool geen last hebben. Ik besteedde den tijd die my nog overschoot, met het voldoen mijner rekening, waarna wy slechts naar de haven behoefden te gaan om ons in te schepen. Gelyk ik voorzien had, was de nacht, of schoon kalm on schoon, koud. Ik wikkelde myne zuster in haar mantel en verlangde dat zij zich naar hot conversatie salon begaf, maar de heldere hemel en de kalme zoe hielden haar op het dekik liet daarom een paar stoelen brengen en wij namen naast elkander plaats. Wy werden zoodanig door onze gedachten beziggehouden, dat wij een poos sprakeloos bleven zitten. Ik herdacht met verbazing de rcoks zonderlinge avonturen, die voor my be- gonneu was en zich waarschijnlijk tot in hot oneindige zou uitstrekken. Ik brandde van nieuwsgierigheid om te vernemen, door welke aaneenschakeling van gebeurtenissen liet met de hertogin van Kilmonray, die jong en rjjk was, en naar den schijn te oordeelen uogal door haar inaD bemind werd, zoo ver gekomen was, dat zy ïd den grafkelder eener vervallen abdij den dood had moeten afwachten, waar aan ik haar had ontrukt. Met welk oogmerk had haar gemaal het gerucht van haar dood verspreid en liet lyk eener vreemdelinge voor het hare uitgegevon Was het, omdat Margaret haar man even trotsch en hard behandelde als zy myne zusters ou my had gedaan?... Dit was liet denkbeeld, dat zich Onder de 2.7 vet: 23.76 Boven de 2.7 76.24 Gemiddeld vetgehalte 29.44 Er valt een belangrijke verbetering te bespeuren, niettegenstaande het grooter per centage, dat de 2.70% vet niet haalt. Dit toch komt om bovengemelde reden, verbeto- ring is, dat er geen monster onder de 2.2 was, en het gemiddeld gehalte ook steeg (vorig kw. 2.90%), hoewel er 2 maal zoo veel morgenmelk werd bemonsterd dan avond melk. Hierdoor is het verschil met de controle- melk verklaard. Het volgend staatje geelt duidelijker de verbetering aan: vorig dit kwartaal 2-8 2.0»/, I 3.9 13 2 6.0 2.6 I I 7.25.9 Onvoldoende wegens vervalsching Onvoldoende morgenmelk Onvoldoende menging wegens andere invloeden, als voer, lactatie De lichte morgenmelk heeft dus, hoewel niet vervalscht, het leeuwenaandeel der on voldoenden. Het is echter onze volstrekte overtuiging, dat dit grootendeels zal ver dwijnen, indien de melktijden beter genomen worden. Het gemiddeld vetcjjfer der controle- melk was 3.19%. Alhoewel de verordening keuring van karnemelk niet toelaat, werd ter oriënteering een 16-tal monsters onderzocht. Het resul taat was treurig: 75% was onvoldoende. Voor dit goedkoope en belangrijke volks- voedsel zjjn bepalingen in de verordening blijkbaar zeer gewenscht. De hoedanigheid der melk was zeer ver beterd. Het vuil dat nog hardnekkig in de melk bleef, was er dit kwartaal geheel nit, en naar wQ verwachten voor goed. De katalase werd daardoor lager. Zieke melk werd slechts eenmaal gecon stateerd, eenmaal werd een party zure melk onbruikbaar gemaakt, en een veehouder ge waarschuwd, dat de melk zijner koeien een vischachtige smaak bezat. Het bleek, dat het land met. vischafval bemest was. Hjj heeft deze weiden daarna braak Uu» liM«. Het aantal slyters is met een tiental ver minderd, iets wat slechts hel publiek ten goede kan komen. Alle zyn thans by de waterleiding aangesloten of bezitten een goede andere waterbron ter achoODmaking van de bussen. Een 5-tal malen werd procesverbaal opge maakt, en wel tegen L. D., J. v. B., L. V., C. R. en Kr. K., laatstgenoemde werd door de Rechtbank van Alkmaar veroordeeld tot een week gevangenisstraf wegens vervalsching. Den 15en Juli gaat de keurmeester, de heer v. Leeuwen, den dienst verlaten. Het is my aangenaam te kunnen mededeolcn dat doo'r zijn takt en kalm ovorleg de heer v. L. veéi er toe heeft bijgedragen den dienst by de slyterB in te leiden. Geheel belangeloos heelt hy zich in het le halijaar van zjjn moeilijke en niet altyd aangename taak voortreffelijk gekweten. DK G. A. Stuttkuueiai. IMGEZONDEK. Mijnheer de Redacteur Niet zonder eenige verbazing heb ik 't ingezonden stuk van den heer G. J. H. Verstegen in uw vorig nnmmer gelezen, 't Stuk komt in 't kort hierop neer, dat de bandteekeningen verzameld als protest tegen de gedwongen winkelsluiting (zelfs tegen betaling van een bepaald bedrag per hand teekening) ryn opgeschommeld. In de eerste plaats wil ik er eventjes op wijzen, dat zich hier voor de zooveelste maal 't geval voordoet en opnieuw een be wijs geleverd wordt van 't feit, dat, waar zich twee tegon elkaar strijdende partyen voordoen, veelal do verliezende party haar toevlucht zal nemen tot minder eerlyke middelen en zich niet zal ontzien, door insinuaties en lastqrlyko aantijgingen haar tegenpartij zooveel mogelijk afbreuk te doen. Do heer Verstegen weet evengoed als ik, dat de oppositie in Don Helder tegen de gedwongen winkelsluiting zoo groot is, dat de A.H.W.V. de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van dat plan niet op zich wilde nemen. Wat 't niet kunnen contróleeren aangaat, dit is een uit de lucht gegrepen argnmentje, want wanneer mijnheer Verstegen werkelijk het eerst in mijn geest opdeed: liet was ver schrikkelijk Dit denkbeeld vernietigde al myne droomerijeu. Indieu zy strafbaar ware, was de wraak van den hertog veel te strengin zjjne plaats zou ik haar gewis niet hebben doen sterven. Margaret schuldigO, deze gedachte deed my pjjn Langzaam hief ik het hoofd op; Margaret 9taardc, met hot hoofd achter over, naar den hemel, terwjjl de tranen haar langs de wangen vloeiden. „Wat deert u? Mijn Hemel, wat mankeert er aan?" riep ik. „Gelooft gij dan," zei de ze, terwijl ze onbe weeglijk bleef zitten, „geloolt gij dan, dat men voor altyd vaderland, bloedverwanten en eone moeder gaat verlaten, zonder dal ons hart breekt? Gelooft gjj dau, dat ons liet hart niet bloedt, wanneer men van geluk of, laat mij liever zeggen, van een stille rust, tot wanhoop overgaat? Gelooft gij dan, dat men den oceaan oversteekt om op myne jaren het overige deel van zijn leven in een vreemd land tc gaan doorbrengen, zonder een traan tc storten in den stroom, diet u verwijdert van alles, wat gij ooit hebt bemind?" „Maar is het dan oen raarwel voor altyd vroeg ik. „Voor immer," zuchtte zy Hauw met het hoofd knikkend. „Zult gij niemand weerzien van hen, die ge bemint?" „Niemand." „En moet het iedereen, zonder uitzondering, voor altijd onbekend blijveu, dat zij die men betreurt en alB dood beweent, nog in het leven is?" „Iedereen altyd zonder eenige uit zondering." „O, welk een zwaren lust neemt ge me contróle uit zou willen oefenen, och, 't zou hem als Heldersch winkelier toch zoo moeilijk niet vallen de namen thuis te brengen van de reeks neringdoenden, die in zooverre met de winkelsluiting te maken hebben, dat zy geen oogenblik aarzelden met 't teokenen van hun naam, om langs dezen weg mede te protesteeron tegen een dergelijke inkrimping van do vrijheid des handelsmans in de uit oefening van zjju beroep, en 't zetten van de handteekening mot potlood set dit protest des te meer kracht by, daar 't getuigt van den wil des onderteekenuars van 't protest, om, was by op 't moment niet in de gelegen heid met inkt te schrijven, ook met potlood van zjjn inzicht in doze te getuigen. Een lasterlijke aantijging is 't, te durven schrijven, dat de bandteekeningen in kwestie in werkelijkheid niet op 't adres, dal ten Raadhuize ligt, syn verzameld. Wat 't verzamelen van bandteekeningen tegen betaling aangaat, het komt mij voor, alsof de heer Verstegen opzettelijk den indruk tracht te wekken dat aan de onderteek en aars een bepaald bedrag is uitbetaald. Tegen dit boos opzet gaat mijn protest. Ik zou den heer Verstegen willen verzoeken, in den vervolge ietwat voorzichtiger te wezen met 't klakkeloos neerschrijven van beschuldi gingen, waarvan de inhoud, wekkende eon verkeerden indruk, als beslist onwaar zal moeten worden gekenmerkt. Wat, toch is 't geval. De man die belast was met 't verzamelen van handtekeningen heelt eenvondig, toen de lyst gesloten was, nis vergoeding voor zyn moeite en opoflering van vrijen tjjd een klein bedrag per hand teekening ontvangen. Dit is de juiste omschrijving, en wanneer mjjnheer Verstegen 't in desen zin verteld had, zou hjj ons zeer aan zich verplicht hebben, Ik ben den heer Verstegen zeer erkentelijk voor zjjn felicitatie en verzeker hem, dut ik my in :t minst niet bezwaard gevoel ook in den Raad mjjn stem togen de winkelsluiting te verheffen en wederzjjds feliciteer ik ook n, mjjnheer Verstegen, met den jjver waar mede gjj een zaak voorstaat, die een derge lijke propaganda behoeft. U, mjjoheer do Redacteur, dankend voor de verleende plaatsruimte, teeken ik my Hoogachtend, Jb. Hakjes Mjjnheer de Redacteur! In een ingezonden stuk onderteekend G. J. H. Verstegen, en waarin doze aankondigt dat een adres aan den Gemeenteraad werd gericht, met do bedoeling dat de Raad moge besluiten tot invoering oener „gedwongen" winkelsluiting ten 9 uur des avondswordt óók gewag gemaakt van een tegon-adres te dier zake, welk adres volgens genoemden Verstegen, op eene minder correctie wjjze zou zyn tot stand gekomen; immers de schrjj ver spreekt vanhandteekeningen die geen ver band houden met het verzoek, 't welk dat tegen-adres bevat, «tegen een bepaald bedrag per handteekening verzameld", «opgeschommeld bjj de oppositie der A.H.W.V.?"... verder bjj .caféhouders", «straatventers" en anderen, alle menschen, die »met den winkelstand niets te maken hebben". Van namen «met potlood" geschreven, zonder adres, beroep of bedrjjf eut., en schrijver concludeert ten slotte: dat de bij voeging dier handteekeningen bjj dat tegen- adres is een grove opzettelijke misleiding van de autoriteiten, die straks over «ons" (d.i. het adres van Verstegen c.s.) adres te hollissen tollen hebben!" En .dan vervolgt de heer Verstegen aldus: >ik (Verslegen) feliciteer de hoeren De Geus en Harjer. die als medeplichtigen in den Raad dat moois hebben goed te praten!" Aangezien a. tot op dit oogenblik door my geen keoDis is genomen van het tegen-adres zooals dat is ingediend; b. ik ciut behoor tot het comité tegen den sluitiogsdwang c. het togen-adros door my ^.eteekend is geworden, nadat door my kennis is genomen van d« strekking daarvan; d. ik niet geacht wil worden «medeplichtig" te zyn, aan, naar de heer Verstegen beweert, plAats gehad hebbende «in correcte handelingen", bjj de ver nn van liet hart'.'' riep ik. „Ik begrijp u lioelemaal niet," zei Hargurel. „Kunt ge u niet voorstelleu, hoe hevig twijfel en ouzekerheid in mij woedden?" vroeg ik. „Verlangt ge niet te vernemen, door welke reeks van opeenvolgende om standigheden ik tot u gekomen ben?... En dankt ge den Hemel voor uwe redding, zonder le willen weten, hoe het komt, dat ge gered rijt?" „Ge hebt goljjk, eeu broeder moet voor zjjne zustor geen geheimen hebben ge moet me alles vertollen en wederkeerig zal ik voor u ook niets verborgen lioudou." „Niets? Belooft ge me dat? Zult ge me iu uw hart laten lezen als in een geopend boek „Ja, dat zal ik Maar uu is het de tjjd nog niet. Die voorvallen liggen me nog te versch in het geheugen om ze nu reeds te kunnen verhalen." „Nu, wanuoer ge het goedvindtik zal wachten." Weldra kwamen we te Liverpool, slapten in den trein, gingen te Dover weer aan boord van de boot naar Calais en kwamen den volgenden avond per spoor te Parjjs aan. HOOFDSTUK V. Het eerste, wat ik bjj mjjne aankomst deed, was een verblyf voor mijne zuster en mij te zoeken; daartoe begaf ik mjj dien zelfden dag naar den bankier, aan wien mijne kredietbrieven luidden; bjj gaf mjj een Hef gelegen, niet al te groot huis op, dat volkomen voor twee personen en eenige dienstboden geschikt was; ik droeg de geheele zaak aan hem op en deu volgenden dag schreef hjj mjj, dat het te mjjner beschikking stond. zameling van handteekeningen op dat tegen-adres. Wenscht ondergeteekende hieromtrent open lijk te verklaren le. dat hjj het ingezonden stok van den heer G. J. H. Verstegen in de hoogste mate voor zoover zjjn persoon daarin is genoemd als aanmatigend, leugenachtig en beleèdigend qualificeert 2e. dat bjj over het kl of niet gewenschte van eene gedwongen" winkelsluiting, niet in de bladen, en voorkl niet met den hoer Verstegen zal polemiseeren, doch zjjn meening daar omtrent zal zeggen in de lichamen waar znlks behoort te geschieden, in de «vakvereenigingen", en in den «gemeenteraad" 3e. dat by op eventueel verder geschijjf van den beer Verstegen «alleen" reeds om «den styl' en «den toon*niet zal i n g a a n. Met beleefden dank voor de plaatsing M. de R. Uw dw. dn-, P. De Gzcs. DIT D8 HELDBRSGHE SAHEMLBVIMG. Door P. N. v. R. I. 0e vondeling. Als je de oud-geworden straat uit liep, tusschen een paar blokken huizen, broeiend samengescholen levens verbergende, lag er aan het einde een brcode kom bouwgrond, met oppuilende, bultige boopen aarde, waarin zich kleine poelen en kanaaltjes hadden ver zameld. Een ouwe roestige emmer slak er gebeukt en verarmd, half verdronken, schuin uit het water op. Bij den muur van de laatste nieuwe hoekwoning waren vele steen en ver geten bljjven liggen en overal lieengeschooierd cn op dezelfde plaats lag liet vol van uit elkaar gewaaid en gezworven stukken pappig rottend natgeweest papier, koolstronken, ascb, houtkrullen, plankjes en gebroken dakpannen. In de omgeving van al dat vagebondeerende vuil stond 's avonds wel eens een zwervend paar te vrjjen. Er was haast geen geloop in de buurt, 's Morgens een melkventer en een paar bakkersknechts, wat later eeu groente- verkooper, die altijd zjjn wagen tegen het trottoir zette en op het midden van de groote klinkers staande, alarmde bij dan uit de gansche overgave van zjjn borst, de mond wreed-wjjd geopend tegen den zwellenden neus, den uitroep van zjjne waren naar den hemel. Ja, Zondagsmiddags liep er eon enkele familie door, die buitenaf, die aan Huisduinen geweest. Dicht laugs de huizen gingen de lui achter elkaar, saai moei en on gezellig de vrouwen met korte, ongeduldige snauwen de kinderen naar zich toetrekkend aannen, zwaarmoedig door het weten van vrjjen dag, die gaat einden, hnnne hoofden met ooge» branderig van de zoute zeelucht, zonder aandacht en zat van kijken. Soms kwam er een arm jong paar om naar een geschikt huisje te zien ea als zy dwaal- oogeud keurden naar links en rechts, dan q de bewoners beindrukt meteen kregelig van stoornis, alsof die zoekende men schen, weinig-geziene vreemden in het leeg stille straatje, vijandig ironisch de geheimenis begluurden van het armoedig gedoe achter de muren. Sedert geruimen tijd woonde Louise de- naaister in dit gedeelte. Van de buurvrouwen om haar heen had zij weinig te doenar moedige vrouwtjes waren het, die in huu uit sleur opgemaakte haar nog iets hadden van een nu verslordige hupschheid en van 't pronkend-ziek tentoonstellen als dames, die zij waren vóór hun huweljjkhunne gezichten waren verouderd cn lusteloos, met misvormde- mond-door-verminkt gebithunne ljjven ver- stramd-scheef, kromgespannen de schouders, die naar voren waren ingewrongen als ver kleumd, en wanneer ze kort bij om een bood schap moesten, gingen ze mot slappe beenen in groote sloflen, in muffe japonnen zonder sier, zonder schik in behaaglijkheid, onver schillig gedragen. Nee, dit volk gaf haar geen bestaan. Maar voor winkels van Helde/ en Nieuwediep zat LouiBe tot over de ooren in het werk. Van 's morgens tot in den laten avond haDteerde zy de schaar en laDg nog nadat het gansche buurtje reeds te kooi was Terwyl Margaret nog sliep, schafte ik een kabinet met linnengoed voor haar aan, kocht cenjgo stukken stof en daar ik niet in staat was, de maat der kleereo op te geven, ver zocht ik den koopman, mjj dien avond nog eon naaister te zenden Ik was vóór twaalf uur in het hotel terugmen zei my, dat mijne zuster ontwaakt was en mjj wachtte. Ik vond haar in een zeer eenvoudig juponnetje, dat zjj vóór mjjne terugkomst van eeu kamer meisje voorloopig gekocht had. Zij zag er allerliefst uit. „Nu, hoe vindt ge, dat ik gekleed ben?" zei ze glimlucheud. „Zoudt go rac iiu al niet als een hui ■•onderwijzeres durven voorstellen?" „Ik zal alles doen, wat ge me zult bevelen", zei ik. „Zoo moet ge niet spreken; gewoonlijk zjjn de broers hun zusters niet zoo blindelings gehoorzaam, vooral niet als bet oudste broers zjjn. Hierdoor bewjjst ge, dat ge mijne trotsche manieren van doeu nog niet geheel vergeten zjjt." „Ik bewonder werkeljjk uw moed", zei ik, baar auuziende; „terwjjl uw hart verscheurd wordt en gjj lichaamspijnen Ijjdt, zooals de bleekheid van uw gelaat aantoont, terwjjl gjj voor altyd verwijderd zjjt vau al wat ge bemint, zooals ge zelf hebt gezegd, kuut ge nog glimlachen. Ween liever, dat is mjj minder ouaangenaam." „Ja, ge hebt gelyk", zei ze, „ik ben een slechte tooneelspeelster. Door mjjn glimlach heen ziet men mjjne tranen, niet waar? 5Iaar toen gjj nog niet hier waart, heb ik geweend en dat heeft mjj goedgedaan, zoodat het een minder scherpziend oog, een minder oplettend broeder zou hebben doen golooven, dat ik alles reeds had vergelen." „WoeB daarover gerust, Margaret", ant gegaan, ratelde enjgonsde hare naaimachine in het kleine, kale pandje van deze wjjk, nagelaten en bezwaard met eon ware nacht merrie van hypotheek, een last waartegen zy maar amper kou opwerken. Om stipt de drie- maandelijksche interest te betalen, om geregeld het dageljjkack brood te verdienen moest zjj hard sloven, was de dag dikwjjls niet lang Zoo stond ze op een laten Juni-avond weer aan de kniptafel on sneed hare lappen naar papieren patronen zoo zuinig mogeljjk om toch vooral geen stol verloren te laten gaan. En terwjjl zjj met den mond vol spelden en de wenkbrauwen uu en dan in moeizaam na denken saamgetrokken verdiept was in passen eD meten, deed een geklop aan de deur baar heftig opschrikken. Haastig boud zij haar lange voorschot af en liep het donkere, groengeschilderde portaaltje in. Doch toen zjj de deur opende, viel er niemand te bespeuren. Alleen vond zjj op de mat een gevouweu briefje met den volgenden inhoud „Geachte juffrouw. Ik weet. dat u alleen op de wereld bont en een goed hart hebt. Ik ben een jonge vrouw, die geen raad meer weet, omdat m'n man, die een jaar geleden met 'n transport naar de Oost is vertrokken, niets van 'm laat hooren en geen Cent dele gatie stuurt. Daarom wil ik morgenavond, zoo tusschen tien en elf uur, hier een kindje neerleggen van zes maanden oud, dat ik niet langer kan onderhouden. Wees goed voor het wurm en maak een braaf mensch van t oprechte hoogachting, de bedroefde „Hemelsche goedheid!" kreunde de naai ster, „wat heb ik nou aan de hand? wat denkt zoo'n mensch wel ik kan hem niét hebben - onmogelijk een kind van zes maanden van 'n vader, die in Indië er alles doordraait en van een stumperd, die hier in *t Nieuwediep wanhopig aan haar lot is overgelaten mij dat zoo maar op m'n dak te schuiven ze zal 't wel laten, hoop 'k 't is waarempel wat moois de brutaliteit is toch groot „wees goed voor het wurm en maak een braaf mensch van hem" ja, ja, dat sou ik zeker ook wel doen als ik het tot mjj nam als maar ik denk er niet aan ik kan niet nooit! God in den hemel, hoe krjjgt zoo'n wjjf het in d'r hersens juist ik? zjjn er geen anderen die het kunnen doen Joost mag 't weten 't moet een gek .fr - .1. ze verstand had, kon ze op 'r vinger natellen dat ze niet aan 't goeie kantoor is ik heb al werk genoeg om mijn eigen mond open te houden, laat staan dat ik een andermans kind er bjj tot mjjn last hebben zou en toch, tocli wou ik het wel eens graag zien zes maanden zoo'n lekkere leeftijd." Louise deed het briefje in de bovenste lade van haar kastje en keerde tot de knippatroneu terug. Maar haar geest wilde zich niet meer bjj het werk bepalen. Een aardig, lief kindei bakkesje scheen haar aan te kjjken van tus schen de lappen syde en moesselien, en een paar poezele armpjes schenen zich naar haar uit te strekken. ,,'k Wou dat ik het nemen kon," mompelde zij apjjtig en staakte haren arbeid vroeger dau gewoonlijk, hoewel ze wist weinig te hebben uitgevoerd. In haar slaapkamer zat ze nog lang op een stoel te peinzen, stapte eindeljjk in bed, maar zonder ds welverdiende rust te kunnen vinden. Een kinderstem klonk door het vertrek, en een kindergezichtje keek uit al de donkere hoeken haar aan. Midden in den nacht kroop ze overeind en redeneerde in zichzelfik kom al aardig op jaren als ik eenmaal oud ben, wat een steun en troost zou het dan voor mjj kunnen wezen ja, ik heb er wel zin in ik doe het ik waag het er op ik neem het ik houd het 't mag dan loopon hoe 't wil in het ergste geval kan ik ondersteuning vragen van de gemeente Zjj kroop weer onder de dekens en, met een lichter hart dan zjj sinds jaren gekend had, viel Lonise onmiddellijk in slaap. Maar vroeg in den morgen ontwaakte zij weer en klom na een haastig ontbijt naar do vliering, rommelde daar in een ouderwetsclu- kist onder de hanebalken eu vond eenige stukken zacht wit linnen en een paar eindjes kant en nog wat oude, verschoten dingen waarvan nog hoel wat was te prutsen. Haar eigenlyk werk voor de winkels geraakte dien dag deerljjk op den achtergrond, want den ganschen voormiddag besteedde zy aan het knippen van baby-kleertjes en den heelen namiddag aan het naaien er van (Slot i volgt.) woordde ik met eenige bitterheid, want mjju argwaan keerde terug; „wees daaromtrent gerust, dat zal ik nimmer gelooven." „Denkt ge, dat men zjjne moeder vergeet, als men weet, dat deze u dood waant en uls zoodanig beweent Helaas, mjjn arm>- arme moeder!" riep de hertogin uit, in tranen uitbarstend en op een canapé neerzijgend. „Waarom moest ik u zoo weinig achten in de dagen van voorspoed'" „Ge riet, hoe baatzuchtig ik ben", beraam ik, haar naderend„ik geef de voorkeur aan uwe tranen boven uw glimlach. Uwe tranen zjjn oprecht, uw lachen is geveinsd; het is een sluier, waarachter uw hart zich verbergt. Bovendien, als ge weent, heb ik hoop, dat ik u langzamerhand door myne zorgen, mijne oplettendheden en mjjn eerbied zal troosten." „Luister, James", zei tnijue zuster met zachte innemendheid, terwyl ze my voor de eerste maal ua hare bevrjjding met denzelf den teederen blik beschouwde, die in onze kinderjaren al tjjd zoo'n groot medelijden in mjj opwekte, „laat ons niet over woorden twisten; er zyn tusschen ons zulke vreemde dingen voorgevallen, dat wjj geen omweguu jegens elkaar behoeven te gebruiken. Wees openhartig; vraag mjj, wat ge weten wilt, en ik zal het u zeggen." „O, ge zjjt een engel", riep ik, „en ik beu een dwaas; ik heb geen recht, iets te weten of u iets te vragen. Was ik niet zoo gelukkig als iemand maar zjjn kan, toen ik u in ilien grafkelder vond, en later, toen ik u in mjjne armen naar de boot droeg? En toch zou ik kunnen wonschen, dat een aanhoudend gevaar u bedreigde, om altjjd uw steun te zijn. Dim zoudt ge niet voinzen te lachen om my uwe tranen te verbergen." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1