KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HoltèorToxol, Wioringon en Anno Poulowno. Ho. 4285 Zaterdag 18 Septèmber 1213 4Mte Jaargang. I 't Vliegend Blaadje p,3m. 50 et., fr. p pott 75 ct., buitenland 11. Pre. Zondagsblad i 37 J 45 t fO. miënj Modeblad i 65 75 f1. (Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentién van 1 tot 5 regeli (bij vooruitbetaling) 30 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exeraplaar Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Varaohijnl Dinsdag- an Vrijdagmiddag. Uitgavar C, DE BOER Jr., Haldar. ■uraanKoningstraat 29. mttrc. Telaf. 50. Eerste Blad. ■IEUWSBERICHTER. HELDER, 12 Saptember. Brand In het Biaauwhoadenveem te Amsterdam. Dinsdagavond is brand ontstaan in het pand Afrika van het Blaauwhoedenveem te Amsterdam, vermoedelijk ten gevolge van broei in op de eerste verdieping van het 4 verdiepingen hooge gebouw opgeslagen kapok. Het geheele gebouw stond nog geen half uur later in vlammen, zoodat de brandweer, met zeer veel materiaal uitgerukt, stond voor een geweldige vuurzee. Al spoedig bleek, dat van de seer vele opgeslagen goederen niets te redden was. Van buiten was van den brand niets te zien dan zware rook pluimen, die zich in een diohte wolk boren de Handelskade verzamelden. Het was voor de brandweer zeer moeilijk den laaienden gloed daarbinnen aan te tasten door de kleine pakhsisvenstersbovendien ondervond zo zeer veel last van den ver- stikkenden rook. Het eerste wat zo deed was de houten met y'zer beslagen poorteD gelijk vloers openrammelen. Telkens sloeg dan daar door een laaiende gloed naar buiten, waar door een brandweerman ernstig aan de handen verwond werd, soodat hy zich in een der vasthuisen moest laten behandelen. Van alle kanten werden door de gewone en dravende stoomspuiten massa's water ge worpen in het een oppervlakte van ongeveer 150 by 80 M. bestaande pand, dat weldra over alle verdiepingen brandde. Ook werd met behulp van Magyrus ladders van het dak in den vuurgloed gespoten. Toen de brand echter twee uur gewoed had, scheen de brandweer, die kranig werkte ooder leiding van den waarnemend comman dant, den heer Boele, nog geen duimbreed gewonnen te hebben. Het naastgelegen pand Australië, eveneens van het Blaauwhoeden veem, is van het brandend gebouw dooreen brandvrijen muur gescholden, zoodat er weinig vrees bestond, dat ook dit sou worden aan getast. Omstreeks twaalf uur was de geweldige vuurzee aan alle kanten uitgebroken en stonden alleen nog de muren van het gebouw. Het dak was langzamerhand verteerd, zoodat alleen nog de kromgetrokken spanten van het geraamte waren overgebleven. Elk oogenblik werd instorting daarvan verwacht. Ook wees alles erop, dat de moren vermoedelijk spoedig «ouden instorten. He» gebouw was nu een reusachtige vlammenzee geworden, die, in het water van het Y weerkaatst, een grootschen aanblik gaf en de op eenigen afstand voor anker liggende schepen in rossen gloed zette. Eenige malen werden vry krachtige ontplof fingen gehoord. Een groote menschenmenigte slaat het overweldigende schouwspel gade. De burgemeester, die juist met de Vorste lijke familie op het balkon van het paleis naar de Berenade op den Dam luisterde, toen hem van den brand kennis werd gegeven, was nog laat in den nacht in ambts|ewaad met andere autoriteiten op het terrein aan wezig. Nog altyd verdiept men sich in gissingen, hoe de brand ontstaan kan zijn. Juist om het braudgevaar tot een minimum te beperken, bestaan bij Blaauwhoedenveem de meest strenge voorschriften. Wanneer een werkman met een kaars binnengaat, moet hij zich, terug komende uit het pakhuis, bij deu portier vervoegou om te laten zien dat het vuur weder uit het gebouw is. By dese strenge voorschriften blijft er welhaast geen andere mogelijkheid over dan dat het vuur door broeiing is ontstaan. De verschillende goederen die door den brand syn vernield of door het water geheel of nagenoeg geheel syn bedorven waren aldus verzekerd: De aanwezige cacaoboonen en poeder voor de firma Van Houten te Weeip voor 1 millioen galden. Een hoeveelheid cacaoboter van dezelfde firma voor f 100,000. Een voorraad tabak van de firma Crone alhier, voor f 600,000. Een voorraad tabak van de firma Frowein te Arnhem eveneens voor f 600,000. Een party rijst voor f 200,000. Verder z^n nog verschillende andere goe deren, waaronder een groote hoeveelheid kapok, door het Blauwhoedenveem vorzekerd voor f 410,000. FEUILLETON. HET PLEEGKIND. 2, Vele der begeerenswaardige villa's werden wel is waar door kooplieden en neringdoen den uit Blacktown, die in hun bedrijf ge lukkig zyn geweest, bewoond toch zien de voorname inwoners van Oakbury onver schillig en gelaten neer op het leven der stad; zij staan buiten haar woelcu en streven en, wat nog meer is, buiten het bereik h&rer bedrijvigheid. Zy wonen op het land, niet in de stad, zy dateeren hun brieven „Oakbury, Westhire" en verkeeren ia het algemeen met geen handelsman uit Blacktown, die niet bankier of groothandelaar is. Behalve^ het landgoed van een lord be- hooren nog ongeveer vijf en twintig buiten plaatsen tot dc gemeente Oakbury. Men kan deze bezittingen niet wel landgoederen noemen, wyl de daartoe behoorende grond ontbreekt. Het zyn geen op speculatie gebouwde lichte, nieuwe huizen, maar stevige, goede, oude gebouwen, die niet door sierlijke of vergulde hekken omsloten zyn, maar door dikke muren en oude boomen tegen de nieuwsgierige blik ken der wandelaars worden beschermd. Daar de omgeving zeer schoon en rijk aau afwisseling is, de heerschende wind de reine, onverdorven zeelucht overbrengt, voor de jachtpartijen in het graafschap twee der beste koppels honden in Engelaud gehouden worden en bovendien alle geriefelijkheden eener groote stad in <1« nabijheid te vinden zyn, is Daarbij komt nog de waarde van enkele kleinere partyen koopmansgoederen en die van het gebouw, waardoor de verzekerde waarde ongeveer komt op drie millioen gulden. Het verbrande pakhuis heeft een opper vlakte van ongeveer 50 X 20 Meter. Blaauwhoedenveem mist door dezen brand meer dan 10 pCt. van baar totale opslag ruimte, n.1. 28,000 van de 1T0,000 kub. M. (H.blad.) VistcheriJ-MaatichapplJen te IJmuiden Het verslag van do Kamer van Koop handel en Fabrieken in de gemeente Yelsen geeft een uitvoerig overzicht van den toe stand der rederijen in de afdeelingen IJmuiden, waaraan wjj het volgende ontleenen: Stoomtrawl-visscherij. De resultaten van de stoomt ra wl-visschery over het afgo- loopen jaar kunnen gunstig worden genoemd. De vangsten waren over het algemeen seer bevredigend en kon het geheele jaar door een goede prys worden gemaakt, vooral door het koele zomerweer. De gemiddelde besomming per boot f 50746.— tegen f 84.770 over de 10 maanden van 1911. Beugvisschery. De uitkomsten met deze visscherij waren slechts matig. Vooral voor de zeilbeugers was het afgeloopen jaar zeer ongunstig. Hierdoor werd het moeielyk om de schepen van voldoende bemanning te voor zien, zoodat een aantal vaartuigen werd op gelegd. Voor het personeel, dat op deel vaart zijn wanvangsten in verhouding even nadeelig als voor de reoderijen. De stoombeugers brachten een korten tyd van het jaar goede vangsten binnen. Overigens gaf deze visscherij onvoldoende resultaten. aringvisschery. De uitkomsten van de te IJmuiden thnisbehoorende haringvloot konden niet zoo gunstig worden genoemd als in het vorig jaar. Slechts een drietal zeil schepen bracht goede besommingen. De overige zeilschepen en bijna de geheele stoomharingvloot leverden voor de reederyen geen voordeel op. In vele gevallen werden de kosten van exploitatie niet eens vergoed. Scbeepvaartbeweging in de viitcberehaven te IJmuiden. Stoomtrawlers. Tegenover eene ver mindering van het aantal kustvisschorevaar- tuigen met 290, welke vermindering als zijnde van geheel toevalligen aard en voor het ver keer weinig belangrijk, geen bysondere be- teekenis heeft, staat eene toename van bet verkeer der voor de havenexploitatie zooveel meer beteekende groote vaartuigen met 982. Het aantal binnengekomen stoomtrawlers iam met 580 toe. Deze belangrijke stijging was deels het ge- olg dor gestadige uitbreiding der vloot m»t aangekochte schepen uit Engeland of Schot land, deels dat deze visscherij gedurende het geheel. jaar kon worden uitgeoefend en niet erd onderbroken door eene staking zooals 1911. Trawlkotters. Het aantal binnengeko- bd trawlkotters verminderde met 120. Aangezien de naar IJmuiden komende trawl kotters byna alle van Engelsche nationaliteit syn en hun binnenkomst afhangt van toe vallige omstandigheden, zooals wind en weer of goede en slechte visscherij °P de Neder- landsche kost, beeft eene toe- of afname geen bysondere beteekenis. Trawloggers. Het verkeer der trawl- loggers.was over het afgeloopen jaar seer levendig. Het aantal binnenkomsten bedroeg 1417 tegen 870 in het vorig jaar en nam dus met niet minder dan 547 toe. Het was vooral de haringvloot van Katwijk welke door grootere deelname hhd de winter-trawlviaschery tot deze vermeedering bijdroeg. Nadat nog voor eenige jaren deze visschery van seizoen tei seizoen in beteekenis achter uitging, is in de laatste jaren, voor een deel door eeno toename van de haringvloot uit Katwyk en voor een ander deel door het in gebruik nemen van een economisch vischtoig, ne sterke opleving merkbaar. Drijfcetvisschers. Van groot belang voor de haven was ten slotte de sterke ver meerdering van het verkeer der stoomdryf- netvisachers, die in IJmuiden hunne vangst ter markt brongen, waardoor de haringmarkt alhier voortdurend in beteekenis toeneemt. Wel staat tegenover eene toename der stoomloggers eene vermindering der zeillog- gers, doch deze heeft niet die beteekenis van het afnemen van het aantal der marktende schepen alhier. geen wonder, dat de predikant van Oak bury menige aanzienlyke familie in zyn ge- eente telt. Uit deze beschrijving is licht af te leiden, dat de bewoners van Oakbury eenigszins op zich zelf zyn onder de bewoners van Oakbury zijn die van de bovengenoemde twintig villa's te verstaande dorpsbewoners andere „kleine luiden" waaruit liet overige der bevolking bestaat, komen niet in terking. De inwoners van Oakbury zijn derhalve kieskeurig wat hun omgang betreft en de meest kieskeurigen daaronder zijn twee heeren Talbert, de gemeenschappelijke be zittors van den huize Hazlewood. Dat zy byzonder kieskeurig waren, vond zijn grond in hun positie. Het feit, dat ze hun inkomen trokken uit een vermogen, dat hun vader met den handel in hout, tabak, zeep of suiker verworven had, bewijst genoeg, dat de gebroeders Talbert tot uiterste voor zichtigheid in het aanknoopen van betrek kingen verplicht waren, wyl hen nog altyd de smet van dien handel aankleefde. Waren zij slechts door den geslacht van dat koopen, verkoopen en achachercn gescheiden. Nu dit niet het geval was, waren zy over- dat hen meer dan andere mensclien de was opgelegd, voorzichtig in de keuze r vrienden te zyn. Daar ze beminlijke jonge mannen waren, die het hart op de rechte plaats droegen, betruchtten zij dezen plicht als ecu treurige noodzakelijkheid. Hadden zy ook ooit eenige neiging in zich bespeurd, van dit beginsel af te wijken, zoo zou toch de achtig voor hun vader hen daarvan teruggehouden hebben, want deze had hen immer weer huu groote verplich tingen voorgehouden. Nog eer de beide knapen deo biuderschoenes ontwassen waren, was de Z\j is namelijk het gevolg van een veel kleiner aantal binnenkomsten als bylegger van haringschepen, welke binnenkomsten voor de havenexploitatie van geen belang t(jn. 0e geschorste Directeur. Na instructie, die tot twaalf uur Dinsdag nacht duurde, heeft de rechter-commissaris te Heerenveen last gegeven tot opsluiting in de gevangenis aldaar vau W. D. gewezen directenr der Algemeene Friesche Onderlinge Assurantie-maatschappij, verdacht van ver duistering. D. leefde voor z{jn stand zeer rijk, wat algemeen de aandacht trok. Hij was vroeger politieagent in Den Haag en werd gepensionneerd wegens letstel in en door den dienst bekomen. Het bedrag van de ver duisterde gelden is nog niet bekend. Een luchtschip verongelukt. Helgoland, 9 September. Het marine-lucht schip L I is vanavond om 7 uur by een orkaan 18 zeemijlen benoorden Helgoland verongelukt en gezonken. Zoodra men het ongeluk bemerkte schoten torpedobooten naar de plaats van de ramp ter hulp. Het luchtschip werd gecommandeerd door den eersten luitenant Hanne. Een plotseling opstokenden storm greep het luchtvaartuig en drukte het op het water, waarna het brak. Een uur later zonk het. Van de bemanning syn 7 man gered en 13 verdronken, waaronder kapitein Metzing, commandant van de afdeeling marinelucht- schepen, en de eerste luitenant Hanno, de bevelvoerder van het luchtschip. Een groot onheil heeft de Duitache marine getroffen. Het eenige luchtschip, Waarover zy thans de beschikking had, de L. I. is op zee vergaan. Veertien man van de beman ning sjjn verdronken. Toen die bericht Dinsdagavond iaat in Berlijn bekend werd, verwekte het algemeene con sternatie. Met innig medelijden dacht men niet alleen aan de dooden en hun familie, doch ook aan den ouden graaf Zeppelin, die opnieuw zoo'n slag moest beloven, juist nu hy de manoeuvres in Sileiië by woonde en met trots vervuld kon zijn over de prestaties van zyn schepen bjj deze logeroefeningen. De Berlijner is reeds vertrouwd met de Zeppelin-luchtschepen. Geen dag gaat er voorby, wanneer het weer niet al te slecht is, of er kruist zoo'n machtig gevaarte boven de stad. En ook de L. I. was een goede be kende. Voordat het schip in Hamburg ge- stationneerd werd, deed het vele oefecings- tochten van Johannisthal uit. Nu ligt het als een wrak in zee. Ed het is een zwakke troost, dat juist dezer dagen de L II haar proeftochten doet, vóór het definitief door de regeering zal worden overgenomee van de Zoppelin-maatschappy. Van het ongeluk zelf wordt de volgeude beschrijving gegeven in de Borlynsche och tendbladen Het groote personeel, met de bemanning van de L II 21 man, op den noodlottigen tocht van Dinsdag, wordt hier door verklaard, dat men van plan was een oefeningstocht van 30 uur to houden. Tot 's avonds C uur bleef de L 1 in de buurt van Helgoland, waar ook een torpedo-flottielje, uit 66 schepen bestaande, kruiste. Daar do oefening een oorlogskaraktcr moest dragen, moest het luchtschip voortdurend ter hoogte run 1300 tot 1500 M. kruisen, om buiten het bereik der schoten te blijven. Dit werd voor het schip noodlottig. Het weer, dat 's morgens nog betrekkelijk gunstig was, werd in den loop van den dag steeds slechter. Van hot noorden uit kwam een sterke depressie, die zwaar onweer en groote afkoeling bracht. Tegen 7 uur in den avond wilde de leider van het schip, kapitein Hanne, by Helgoland op het water landen, daar het weer intus- schen zeer slecht geworden wub en h(j de reis niet wilde voortzetlon. Door de koudo, waarin de L I reeds uren lang vertoefd had, was het gas zeer ineengekrompen, en boven dien was door de reis in hoogeren sferen gasverlies van ongeveer 2400 M4. ont- ,n. De ballon was door 21 personen te zwaar belast, en zoo moest het ongeluk ge beuren. De last was grooter dan de draag kracht van het schip en L I zonk snel. De commandant gaf, zooals van de torpedobooten uit gezien werd, het signaal om de 500 K.G. waterballast uit te werpen, om op deze wyze deu val te remmen. Dit bleek echter on mogelijk. Tengevolge van de duisternis en de onvoldoende draagkracht luisterde de bal lon niet meer naar het horizontale stuur en schoot met een snelheid vun 20 tot 22 M. omlaag. heer Talbert in de gelegenheid gekomen zyn kapitaal uit den handel lerug te trekken en zijn zaak tc verkoopen, die hem echter weinig opbracht, omdat hy er op stond, zijn naam er aan te onttrekken. Als weduwnaar met drie kinderen, twee kuapen en een meisje, kocht hij Hazleword, wuar hij zich huiselijk nederzette en langzamerhand zijn weg vond in de voorname kringen. De oude Talbert had zyn kinderen opge voed in de leer, dat het ieders pliulit is, in de wereld vooruit te komen, zoowel linan cieël als in stand. Het eerste gedeelte dezer verplichtingen had hy zelf vervuld, dank zijner werkzaamheden en zyn geluk; het na komen van het andere gedeelte was meer het werk zijner kinderen. Hy zei hun dat niet in dorre woorden, maar predikte hot hun desniettemin duidelijk genoeg en was bovenmate verheugd, toen zyn dochter met sir Maingay Clayson, een aanzienlijk, ver mogend baron, huwde. Deze bevredigende verhindtenis bracht de familie in de oogen van het publiek weder eenige treden hooger, ofschoon dit in Oak bury eigenlijk niet meer noodig was. De heer Talbert had zyn bedrijf reeds sedert tien jaar opgegeven; hij was een kalm man met goede manieren, en wanneer ook niet terughoudend, dan toch ook niet opdringendzyn rijkdom werd driemaal zoo hoog geschat als ze werke lyk was. Ouder deze omstandigheden word hy door alle aanzienlijke familien op zijn buurtschap zeer goed opgenomen. Ofèchoon liy dus voor zijn persoon tevreden kon zijn, toch hield hij zijn zonen immer het glans ryke huwelijk hunner zuster als voorbeeld voor en sprak zooveel over de noodzakelyk- heid hun omgang passend te kiezen, dat liet werkelyk wonder is, dat d« jongelieden geen De gondels hielden sich nog eenige se conden boven water, werden echter door het reusachtige gewicht van het metalen lichaam en door de omhulling, die het water opsoog, onder de oppervlakte gedrukt. Eenige mon teurs, die dicht by de motoren stonden, en de stuurlieden sprongen over boord en trachtten te zwemmen. De manschappen en de monteurs, die in de kajuiten waren, vor- dronken, daar sjj hot dreigend gevaar eerst zagen toen het te laat was. De ljjken zullen eorsl geborgen kunnen worden, wannoer het wrak van de L I weggesleept is. Zes man werden gered door het vlaggeschip „Friedrich der Grosse", de zevende door een ander oorlogsschip. Kort nadat het onheil geschied was, waren 17 torpedobooten ter plaatsec, die met hun zoeklichten de oppervlakte be schenen, zonder dat zy echter van de ver misten een spoor vonden. Kort na midder nacht keerden vyf torpedobooten naar Helgo land terug, terwijl de overige twaalf bleven zieken. Het reddingswerk werd zeer moeilijk gemaakt, daar de zee onrustig was en do roddingsbooten niet gemakkelijk by de plaats van het onheil konden komen. Het marineschip L I, de eerste Daitscho marine-luchtkruiser, werd in 1912 op do Zeppelin-werf in Friedrichshafen gebouwd en werd den 17on October van dat jaar door de marine overgenomen, nadat een proeftocht van 80 uur, iu tegenwoordigheid van graaf Zeppelin, een schitterend resultaat had gehad. Het luchtschip was 160 M. lang, 15 M. breed en had een inhoud van 22000 M4. In de voorste gondel was één, in de achterste gondel waren twee Maybach-motoren, elk van 170 paardekrachten, die het luchtschip een snelheid konden geven van 80 tot 85 K.M. in het uur. Aan boord was ook een station voor vonken-telegrafie. Reeds op zyn proeftochten had dit lucht schip bewezen, dat bet beter was dan het zusterschip de Hansa. Zyn proeftocht van 30 uur, vddr het door de marine-autoriteiten werd overgenomen, boteekende een record, dat ook in het buitenland veel besproken is. Dese proeftocht ging van Friedrichshafen over Straatsburg en Hannover over de Noord en Oostzee naar Bremen en vervolgens naar Johannisthal. De L 1 bleef, nadat het schip eigendom van de marine was geworden, tot zomer van dat jaar in de Zeppelinhal te Johannisthal, en diende voor de oefeningen van de martne-offleieren, die luchtschipper wilden worden. Den 21sten April had do eerste reis van de L I naar Hamburg plaats, waar het in de hal gestationneerd werd en van waar uit byna dagelfks groote tochten ondernomen werden, vooral 's nachts over zee. Den 28sten Mei verscheen het plotseling boven Helgoland en verwekte daar een groote geestdrift. In dezen tijd hadden ook de sen- sationeele landingen to water plaats, o.a. op de Elbo, waarbij de LI wat snelheid betreft concurreeren kon met de grootste zeeschepen. In Juni van dit jaar keerde de L 1 voor korten tyd naar Johannisthal terug en onder- i van hier uit zyn bekende nachtreis naar Oostzee-eiland RUgen. Einde Juli vu dit jaar ging het weer terug naar Hamburg, 'at hel plaats moest maken iu Johannisthal voor de L II. Met de L I is het negende Zeppelin-schip vergaan. (H.blad.) Het drama te Multiulzen. De vrouw en de vier kinderen van Wagner zyn Dinsdagmiddag te Muihuizen in denself- den grafkuil ter aarde besteld, waar den vorigen dag de andere slachtoffers begraven en. De dorpsgeestelijke heeft weer een lijkrede gehouden en de schoolkinderen van Muihuizon zongen op het kerkhof een lied. By het verdere verhoor van Wagner is geblekeD, dat hij van plan was geweest, na de moordpartij to Muihuizen nog elders huis te houden. Hy bad namelyk ook in het dorp Eglosheim bij Ludwigebnrg, waar zijn broer koper- en blikslager is, een slachting aanrichten. Toen bjj, na stfn gezin te hebben, zyn broer bezocht en 's by hem bleef eten, nam hy de kamers van het heele huis nauwkeurig op en vroeg hij, hem ook alie slaapkamers waar het gezin sliep Ce laten zien. In den stal van zijn broer begroef hy daarna 800 patronen, met het i om die later te gebruiken. Hij zeide tegen «ijn familie, dat by* 's nachts terug zou komen en vroeg, om hem den huissleutel mee te geven. Dat deed men. Maar daar men hem te Mulhnizen ten slotte in handen kreeg, bleef z(jn snoode opzet gelukkig onuitgevoerd. Wagner verklaarde nog, dat, indien hy precies zoo gehandeld had, als zjjn plan was narren of pralende gekken waren. Doch ook in latere jaren werden ze dit geenszinsmen kon niets ergers tegen hen inbrengen, dan dat zy zeiden „Wij kunnen even goed onder dc „opper-tienduizend" on e vrienden vinden, als onder de ruilhandelaren en kooplieden; het valt ons niet in, de vornamen te vleien, maar by onzen kjjk op de dingen kunnen wjj slechts omgaan met hen, die we daarvoor gepast rekenen, Een hertog kan verkeeren met wien hij wil; hy is en blijft hertog. Wy zyn geen hertogen, niet eens millionairs. Onze vader maakte zyn vermogen in nu het komt er niet op aan in wat. Wy zijn rjjk genoeg om op aangename wijze te leven; wij kunnen ons echter niet in geld baden. Bij de korte tusschonruimte. die tusschen nu en den tyd ligt, waarin wij tot den handels stand behoorden, kunnen wij niet met tabaks graan- en suikerhaiidelareii arm in arm gaan, zonder weder tot dien stand te dalen. Het past ons derhalve, zoo kieskeurig mogeljjk te zjjn, op het gevaar af, daarmede een mis slag te begaan" Wie kan zulke gevoelens vei-oordeeien Schuilt er niet een zekere waardein? Waar om de beide broeders met zulke verstandige meeningen, niet liet voorbeeld hunner zuster volgden eu een schitterend huweljjk deden, is nimmer geheel opgehelderd geworden. Als zij Oxford, waar ze een onberispelijk leven hadden geleid, verlieten, waren ze statige, voornaam uitziende jongelieden, die intUBSclien ondanks hun breede schouders en hun Hink voorkomen, door menigeen voor „melkmuilen" gehouden werden. Trots de hofielijke, byna vorstelijke manieren, die ze tegen ieder toonden, hadden zy eenige kleine, jonkvrouwelijke eigenaardigheden, die een bron van pleisier werden voor hun kring geweest, hy* niet gevangen genomen zou fijn. H$j had maar met éen pistool willen schieten, dut dadelyk weer willen laden en het andere in reserve willen houden. Maar in do op schudding had hy ook zyn tweede pistool leeggeschoten. Toen was fcjj weerloos. Toen hg den moord op zyn gezin beschreef, bleef hy volslagen kalm en onverschillig. Hij was vroeger al van plan geweest, zeide hy, om zijn vrouw op een auto-tocht uit den weg te ruimen. Al de brieven en briefkaarten, die hy verzonden heeft, heeft h(j pas ge schreven, nadat hy zijn gezin omgebracht had. Z(jn bedoeling was geweest, zoo herhaalde I, om door zjjn daden in de heele wereld van zich te doen spreken. By de operatie aan zjjn linkerarm had h|J veel pyn te verduren. H(j merkte ert>jj op, dat erger vu dan vermoord te worden. „Mjjn slacbtoflors te Mathuizen hebben niet zooveel pyn uit te staan gehad." De gewonden zijn naar omstandigheden redelijk wel. Men hoopt nu, dat zy allen in loven zullen blijven. Os „Imperator". De gezagvoerder van de „Imperator" heeft n syn reedery een verslag uitgebracht over den brand, die te New-York aan boord heeft gewoed. Het weerlegt de overdreven be schrijving, die de Amerikaansche on Engel sche bladen ervan hebben gegeven. Na vermeld te hebben, hoe de tweede stuurman Gobrecht in den rook gestikt is, vervolgt het verslag: Aan boord bevonden sich de passagiers Sie en 4de klasse. Zy werden om half zes 's ochtends kalm van boord gebracht, om half zeven waren de machines klaar, opdat bet schip, in geval de brand zich uitbreidde, de haveo sou kunnen uitatoomen. Matrozen koelden de schatten en dekken van de 2de 3de klassen, opdat de brand niet naar dat gedeelte van het schip sou overslaan. Daar ons «chip, tengevolge van het inge pompte water, slagtij naar bakboord begon te krijgen, lieten wy uit de kolenlichters langszy kolen in de bunkers aan stuurboord igen. Daardoor richtte het schip zich weer op en helde ten slotte, overeenkomstig onze verwachting, naar stuurboord over. Dit had tengevolge, dat het water, dat in de idende proviandkamer gepompt was, van bakboord naar stuurboord overstroomde, en wy konden waarnemen, dat daardoor pas het water de plaats aan stuurboord bereikte, waarheen de vlammen waren overgeslagen en dese doofden. Het was toen ongeveer half neger in den ochtend. Tydens den brand heeft de geheele be manning kalm en degelijk haar werk gedaan. De oorsaak van den brand is vermoedelijk kortsluiting aan den motor voor Inchtafkoeling, die in het voorrnim aan bakboord staat, geweest. Om zes unr 's avonds was het sohip op eeD kleine ruimte, vlak boven de dubbele kiel, weer leeggepompt en kon men beginnen op te ruimen. Dit werk werd overdag en 's nachts onafgebroken ijverig voortgeset, zoodat de passagiers, die naar Europa moesten, by hun aankomst aan boord geen sporen vau den brand meer konden waarcemen. Het gedeelte van het proviand, dat bedorven was, werd in lichters gelost en bjj Sandjhook ia zee geworpen. Bedorven waren ongeveer 16,000 K.G. versch vleesch, 3000 K.G. bereid vleesch, 5000 K.G. blikjesgroeuten, 2000 K G. melk in blikken en een groote hoeveelheid wyo. De Dnitsche bladen vermelden in verband met de eerste uit- en thuisreis nog een aardige bjjzonderheid. Toen de technici, ondanks de ramp van de „Titanic", twijfelden of er «rkelljk soovele reddingbooten aan boord noodig waren, liet de Keizer aan den heer Ballin weten, dat, indien er niet voldoende reddingbooten voor alle reizigers aange schaft werden, bjj den naam „Imperator", die het schip by ijjn doop had ontvangen, dadeljjk in sou trekken. Zoodoende heeft de „Imperator" nn in de reddingbooten meer plaatsen dan er ooit reisigers en matrosen aan boord tallen zjjn. (N. R. Ct.) Handelaren In meiijea. in het westen van Rusland, b|j de stations Rokisina ea Babj, in de bunrt van Warschau, zoo seint men nit Petersbnrg aan het „Berliner Tageblutt" wordt een soort van congres vud Amerikaansche handelaren in meisjes gehoudenzy hebben die kleine Btations uitgekozen, omdat zy zich daar beter aan dn oogen van de politie kunnen ont- bekenden. Toch waren zy niet onbemind, ja, zij stonden zelfs by menige dame van middelbaren leeftyd in booge gunst. Het feit, dat zij op veertig- en een en veertigjarigen leeftijd nog ongehuwd waren, bewees al zoo dat hier de ueiging tot huwen ontbrak. Mogelyk had ook de lust tot reizen hen vau het oprichten eener huishouding terug gehouden. Gezamenlijk of ieder afzonderlijk hadden zy vele jaren lang negen van de twaalf maanden in het buitenland vertoefd; daartoe in staat gesteld door hun vader, die niet wenschte, dat zyn zonen, evenals het grootste deel der inenschen, zich met het ver werven van de goederen deze wereld zouden bezighouden. Zy leefden binnen de grenzen van hun inkomen en maakten waurljjk nog een spaarpotje, waarvoor zy zich steeds kunst werken aanschaften, zoodat zy zich in den loop der jaren een smaakvolle, kostbare ver zamelingen verwierven, wier afzonderlijke stukken in oost, west, zuid en noord zoo zorgvuldig gekozen waren, dat zy den roem der broeders als kunstkenners nog verhoogd zouden hebben, indien dit noodig ware ge weest. De broeders waren de beste vrienden der wereld en verdroegen eikaars neigingen en zwakheden uitstekend. Slechts éénmaal in bun leveu was er scheiding tusschen hen geweest, maar toen ook voor zes jaar. Nog huiverden ze, als ze aan dien tyd terug dachten. Het was geen dier alledaagsche meenings- verschillen, die men de wereld meedeelt oe waarin men vud de wederzydsohe vrienden verwacht, dat zy voor den een of andei party zullen kiezeu. Slechts de Talberts zelf wisten, dat er stryd bestondvoor de buiten wereld scheen het, alsof ze nog boffeljjki trekken. Het sjjn allen groothandelaars, die over Hamborg in Rusland z(jn gekomen en ook weer over Hamburg naar Brazilië sullen terugkeeren. Tot dusver hebben deze bande- lair» 26 meisjes van 14 tot 20 jaar opgekocht en naar Rokiiioa gebracht. Zty koopen alleen knappe, flinke meisjes, voor wie zy, t>l naar de kleur van het haar en het niterljjk, 50 tot 1000 roebels betalen. Een van de agenten van de meisjeshandelaars, die te Lods woont, heeft zyn jonge schoonzuster voor 1250 roe bels verkocht. De eersto besondiug van deze ongelukkige schepsels heeft Rusland al ver laten en is naar Hamburg gebracht, waar tij op de aankomst van hon patroon wachten. Deze wil nog 50 andere slachtoffers opkoopes, die voor Konstantinopel bestemd zjjn. Oockr de koopwaar overweegt het minder ostwik kolde element van kleine modistes, dienst meisjes, boerenmeisjes, enz., maar er zjjn ook enkele kinderjnffronwen en onderwijze rossen onder de 26 slachtoffers, die naar Hamburg gestuurd sjjn. Haar vervoer over de Russische grens heeft den handelaars een groote som gekost, een treurig bewjjs voor de veilheid van vele Russische politie beambten. Alle mededeeÜDgen over desen handel in meisjes zjjn afkomstig van twee in heohtenia genomen agenten, vao wie de een, zekere Celber, tegen een borgtocht van 5000 roebels vrygelaten is, maar de ander, by' wien men vele beswarende stukken heeft gevondeD, wel voor den rechter zal verschijnen. Bebel't nalatenschip. Bebel's dochter en schoonzoon hebben ter kennis van den fiscus te Zurich gebraobf, dat hun vader een vermogen van 987,500 fre. heeft nagelaten. Kennissen van hem hadden het maar op een half millioen mark geschat. Byna oen vierde gedeelte van dit vermogen is afkomstig uit het legaat van zekeren Koll- mann, waarvan men gedacht had, dat Bebel het ten bate van de sociaal-democratische partjj *oit bestemd hebben. Bebel heeft overigens in particuliere ge sprekken dikwijls de meening uitgesproken, dat een sociaal-democraat naast het party belang ook gerust zyn eigen stoffelijke be langen mooht nastreven en dat hij het geen sociaal-democraat kwalijk kon nemen, als die «ijn best deed, om ry'k te worden. Hy'zelf heeft daar dan ook naar gehandeld. Nalitenichappin. By de beraadslaging in den Amerikaanschen Senaat over de inkomsten-belasting heeft Norris een amendement voorgesteld, dat ten doel had nalatenschappen buitengewoon zwaar te_ belasten. Norris stelt een geleidelijk op klimmend successie-recht voor, beginnende met 1 pet. voor nalatenschappen van 50.000 dollars en opklimmende tot 75 pet. voor nalatenschappen boven de 50 millioen dollars. Hy haalde het voorbeeld aan van Vincent Astor, die 80 millioen dollars heeft geërfd dus, volgens dese schaal van gedeeltelijke verbeurdverklaring, nog 20 millioen dollars zou overgehouden hebben, genoeg om fat- ■oonljjk van te leven. Een onbekend beest. In het gebied van de Stub-Alpon in Stier marken is de landbevolking in rep en roer over een onbekend beest, dat nachts op weilanden het vee verscheurt en zelfs in de stallen dringt. Niemand beeft het dier nog gezien, zoodat het in den volksmond wordt aangednid met „Banernscbreck" (schrik der ren). Naar de sporen te oordeelen, is het uit een menagerie ontsnapte leeuw. Thans zyn alle jagers opgeroepen om het dier te ervolgon. Om het opsporen van het beest gemakko lflker te makoD, hebben 2 officieren met 15 soldaten sich bjj de jacht aangesloten. Zy zullen op den berg telefoondraden spannen, oen communicatie te maken tusschen de leiders van de jacht. Van een dienstbode. Mevr. L., wonende op den Juliana-Bonle- vard te Soerabaja, maakte haar baboe een standje over het werk. De aanminnige dienstbare, welke zich ver moedelijk het bandoengsche „comité boemi- poetra" herinnerde, aldus de „Nw. Sb. Ct.", was over dat standje lichtelijk ontevreden, weshalve zy, om nit te drukken wat er in haar gemoed omging, een strykyzer greep eu daarmee haar mevrouw een ordentelijk gat in het hoofd sloeg. Het zijn de „ouwe dienstbooien" niet meer... legen elkaar waren dan anders. De aanleiding daartoe was de inmenging van den eenen broeder in de aangelegen heden van den ander geweest. Zij waren beide eigendommelyke ui&nnen en hielden zich aan den plicht der Engelschen, zich slechts te bemoeien met eigen zaken. Bfl"£en vry leedere aangelegenheid intusschen had de een gemeend, dat bet hem even zt>eraan- ging als zyn broeder. Dit was een misslag geweest. Zy wisselden geen heftige woorden, wijl dit niet in hun aard lag; maar ieder toonde zich bedroevend styfhoofdig. De ge volgen waren, dat zy zes jaar lang slechts in gezelschappen met elkaar spraken. Eindelyk stierf de oude Talbert. Zyn dochter was reeds lang voor hem heenge gaan. De oude man liet Hazlewood aau zyn beide zoons na, terwijl het overige vermogen onder zyn drie kinderen of dier kinderen gelijkelyk moest worden verdeeld. Nu kwamen de zoons in Hazlewood te ramen, om te overleggen, wat er gedaan moet worden. Allereerst verzoenden zy" zicb met elkaar, gelyk het behoorde, waarover beiden zich ongemeen verheugden de zesjarige schei ding was verschrikkelyk geweest - en ieder beloofde zich zeil', dat de aangelegenheden zijns broeders hem voortaan heilig zouden zyn Omstreeks dezen tyd waren beide broeders het reizen moede gewordenbuitendien waren zy het nu ook aan hun positie verplicht, zich een vaste verblijfplaats te kiezen. Ongeveer twintig jaar hadden zy in de verschillende hoofdsteden van Europa geleefd en waren zich bewust de geselschappen voor zich te hebben gewonnen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1