KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HoltèorToxol, Wioringon en Anno Poulowno.
Ho. 4285
Zaterdag 18 Septèmber 1213
4Mte Jaargang.
I
't Vliegend Blaadje p,3m. 50 et., fr. p pott 75 ct., buitenland 11.
Pre. Zondagsblad i 37 J 45 t fO.
miënj Modeblad i 65 75 f1.
(Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentién van 1 tot 5 regeli (bij vooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel meer6
Bewijs-exeraplaar
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Varaohijnl Dinsdag- an Vrijdagmiddag.
Uitgavar C, DE BOER Jr., Haldar.
■uraanKoningstraat 29. mttrc. Telaf. 50.
Eerste Blad.
■IEUWSBERICHTER.
HELDER, 12 Saptember.
Brand In het Biaauwhoadenveem
te Amsterdam.
Dinsdagavond is brand ontstaan in het
pand Afrika van het Blaauwhoedenveem te
Amsterdam, vermoedelijk ten gevolge van
broei in op de eerste verdieping van het 4
verdiepingen hooge gebouw opgeslagen kapok.
Het geheele gebouw stond nog geen half
uur later in vlammen, zoodat de brandweer,
met zeer veel materiaal uitgerukt, stond voor
een geweldige vuurzee. Al spoedig bleek,
dat van de seer vele opgeslagen goederen
niets te redden was. Van buiten was van
den brand niets te zien dan zware rook
pluimen, die zich in een diohte wolk boren
de Handelskade verzamelden.
Het was voor de brandweer zeer moeilijk
den laaienden gloed daarbinnen aan te tasten
door de kleine pakhsisvenstersbovendien
ondervond zo zeer veel last van den ver-
stikkenden rook. Het eerste wat zo deed was
de houten met y'zer beslagen poorteD gelijk
vloers openrammelen. Telkens sloeg dan daar
door een laaiende gloed naar buiten, waar
door een brandweerman ernstig aan de handen
verwond werd, soodat hy zich in een der
vasthuisen moest laten behandelen.
Van alle kanten werden door de gewone
en dravende stoomspuiten massa's water ge
worpen in het een oppervlakte van ongeveer
150 by 80 M. bestaande pand, dat weldra
over alle verdiepingen brandde. Ook werd
met behulp van Magyrus ladders van het
dak in den vuurgloed gespoten.
Toen de brand echter twee uur gewoed
had, scheen de brandweer, die kranig werkte
ooder leiding van den waarnemend comman
dant, den heer Boele, nog geen duimbreed
gewonnen te hebben. Het naastgelegen pand
Australië, eveneens van het Blaauwhoeden
veem, is van het brandend gebouw dooreen
brandvrijen muur gescholden, zoodat er weinig
vrees bestond, dat ook dit sou worden aan
getast.
Omstreeks twaalf uur was de geweldige
vuurzee aan alle kanten uitgebroken en
stonden alleen nog de muren van het gebouw.
Het dak was langzamerhand verteerd, zoodat
alleen nog de kromgetrokken spanten van het
geraamte waren overgebleven. Elk oogenblik
werd instorting daarvan verwacht. Ook wees
alles erop, dat de moren vermoedelijk spoedig
«ouden instorten. He» gebouw was nu een
reusachtige vlammenzee geworden, die, in het
water van het Y weerkaatst, een grootschen
aanblik gaf en de op eenigen afstand voor
anker liggende schepen in rossen gloed zette.
Eenige malen werden vry krachtige ontplof
fingen gehoord. Een groote menschenmenigte
slaat het overweldigende schouwspel gade.
De burgemeester, die juist met de Vorste
lijke familie op het balkon van het paleis
naar de Berenade op den Dam luisterde, toen
hem van den brand kennis werd gegeven,
was nog laat in den nacht in ambts|ewaad
met andere autoriteiten op het terrein aan
wezig.
Nog altyd verdiept men sich in gissingen,
hoe de brand ontstaan kan zijn. Juist om het
braudgevaar tot een minimum te beperken,
bestaan bij Blaauwhoedenveem de meest strenge
voorschriften. Wanneer een werkman met
een kaars binnengaat, moet hij zich, terug
komende uit het pakhuis, bij deu portier
vervoegou om te laten zien dat het vuur
weder uit het gebouw is. By dese strenge
voorschriften blijft er welhaast geen andere
mogelijkheid over dan dat het vuur door
broeiing is ontstaan.
De verschillende goederen die door den brand
syn vernield of door het water geheel of
nagenoeg geheel syn bedorven waren aldus
verzekerd:
De aanwezige cacaoboonen en poeder voor
de firma Van Houten te Weeip voor 1 millioen
galden.
Een hoeveelheid cacaoboter van dezelfde
firma voor f 100,000.
Een voorraad tabak van de firma Crone
alhier, voor f 600,000.
Een voorraad tabak van de firma Frowein
te Arnhem eveneens voor f 600,000.
Een party rijst voor f 200,000.
Verder z^n nog verschillende andere goe
deren, waaronder een groote hoeveelheid kapok,
door het Blauwhoedenveem vorzekerd voor
f 410,000.
FEUILLETON.
HET PLEEGKIND.
2,
Vele der begeerenswaardige villa's werden
wel is waar door kooplieden en neringdoen
den uit Blacktown, die in hun bedrijf ge
lukkig zyn geweest, bewoond toch zien
de voorname inwoners van Oakbury onver
schillig en gelaten neer op het leven der
stad; zij staan buiten haar woelcu en streven
en, wat nog meer is, buiten het bereik h&rer
bedrijvigheid. Zy wonen op het land, niet in
de stad, zy dateeren hun brieven „Oakbury,
Westhire" en verkeeren ia het algemeen met
geen handelsman uit Blacktown, die niet
bankier of groothandelaar is.
Behalve^ het landgoed van een lord be-
hooren nog ongeveer vijf en twintig buiten
plaatsen tot dc gemeente Oakbury. Men kan
deze bezittingen niet wel landgoederen noemen,
wyl de daartoe behoorende grond ontbreekt.
Het zyn geen op speculatie gebouwde lichte,
nieuwe huizen, maar stevige, goede, oude
gebouwen, die niet door sierlijke of vergulde
hekken omsloten zyn, maar door dikke muren
en oude boomen tegen de nieuwsgierige blik
ken der wandelaars worden beschermd.
Daar de omgeving zeer schoon en rijk aau
afwisseling is, de heerschende wind de reine,
onverdorven zeelucht overbrengt, voor de
jachtpartijen in het graafschap twee der beste
koppels honden in Engelaud gehouden worden
en bovendien alle geriefelijkheden eener
groote stad in <1« nabijheid te vinden zyn, is
Daarbij komt nog de waarde van enkele
kleinere partyen koopmansgoederen en die
van het gebouw, waardoor de verzekerde
waarde ongeveer komt op drie millioen gulden.
Het verbrande pakhuis heeft een opper
vlakte van ongeveer 50 X 20 Meter.
Blaauwhoedenveem mist door dezen brand
meer dan 10 pCt. van baar totale opslag
ruimte, n.1. 28,000 van de 1T0,000 kub. M.
(H.blad.)
VistcheriJ-MaatichapplJen te IJmuiden
Het verslag van do Kamer van Koop
handel en Fabrieken in de gemeente Yelsen
geeft een uitvoerig overzicht van den toe
stand der rederijen in de afdeelingen IJmuiden,
waaraan wjj het volgende ontleenen:
Stoomtrawl-visscherij. De resultaten
van de stoomt ra wl-visschery over het afgo-
loopen jaar kunnen gunstig worden genoemd.
De vangsten waren over het algemeen seer
bevredigend en kon het geheele jaar door een
goede prys worden gemaakt, vooral door het
koele zomerweer.
De gemiddelde besomming per boot f 50746.—
tegen f 84.770 over de 10 maanden van 1911.
Beugvisschery. De uitkomsten met deze
visscherij waren slechts matig. Vooral voor
de zeilbeugers was het afgeloopen jaar zeer
ongunstig. Hierdoor werd het moeielyk om
de schepen van voldoende bemanning te voor
zien, zoodat een aantal vaartuigen werd op
gelegd. Voor het personeel, dat op deel vaart
zijn wanvangsten in verhouding even nadeelig
als voor de reoderijen.
De stoombeugers brachten een korten tyd
van het jaar goede vangsten binnen. Overigens
gaf deze visscherij onvoldoende resultaten.
aringvisschery. De uitkomsten van
de te IJmuiden thnisbehoorende haringvloot
konden niet zoo gunstig worden genoemd als
in het vorig jaar. Slechts een drietal zeil
schepen bracht goede besommingen.
De overige zeilschepen en bijna de geheele
stoomharingvloot leverden voor de reederyen
geen voordeel op. In vele gevallen werden de
kosten van exploitatie niet eens vergoed.
Scbeepvaartbeweging in de viitcberehaven
te IJmuiden.
Stoomtrawlers. Tegenover eene ver
mindering van het aantal kustvisschorevaar-
tuigen met 290, welke vermindering als zijnde
van geheel toevalligen aard en voor het ver
keer weinig belangrijk, geen bysondere be-
teekenis heeft, staat eene toename van bet
verkeer der voor de havenexploitatie zooveel
meer beteekende groote vaartuigen met 982.
Het aantal binnengekomen stoomtrawlers
iam met 580 toe.
Deze belangrijke stijging was deels het ge-
olg dor gestadige uitbreiding der vloot m»t
aangekochte schepen uit Engeland of Schot
land, deels dat deze visscherij gedurende het
geheel. jaar kon worden uitgeoefend en niet
erd onderbroken door eene staking zooals
1911.
Trawlkotters. Het aantal binnengeko-
bd trawlkotters verminderde met 120.
Aangezien de naar IJmuiden komende trawl
kotters byna alle van Engelsche nationaliteit
syn en hun binnenkomst afhangt van toe
vallige omstandigheden, zooals wind en weer
of goede en slechte visscherij °P de Neder-
landsche kost, beeft eene toe- of afname geen
bysondere beteekenis.
Trawloggers. Het verkeer der trawl-
loggers.was over het afgeloopen jaar seer
levendig. Het aantal binnenkomsten bedroeg
1417 tegen 870 in het vorig jaar en nam dus
met niet minder dan 547 toe. Het was vooral
de haringvloot van Katwijk welke door grootere
deelname hhd de winter-trawlviaschery tot
deze vermeedering bijdroeg.
Nadat nog voor eenige jaren deze visschery
van seizoen tei seizoen in beteekenis achter
uitging, is in de laatste jaren, voor een deel
door eeno toename van de haringvloot uit
Katwyk en voor een ander deel door het in
gebruik nemen van een economisch vischtoig,
ne sterke opleving merkbaar.
Drijfcetvisschers. Van groot belang
voor de haven was ten slotte de sterke ver
meerdering van het verkeer der stoomdryf-
netvisachers, die in IJmuiden hunne vangst
ter markt brongen, waardoor de haringmarkt
alhier voortdurend in beteekenis toeneemt.
Wel staat tegenover eene toename der
stoomloggers eene vermindering der zeillog-
gers, doch deze heeft niet die beteekenis van
het afnemen van het aantal der marktende
schepen alhier.
geen wonder, dat de predikant van Oak
bury menige aanzienlyke familie in zyn ge-
eente telt.
Uit deze beschrijving is licht af te leiden,
dat de bewoners van Oakbury eenigszins op
zich zelf zyn onder de bewoners van
Oakbury zijn die van de bovengenoemde
twintig villa's te verstaande dorpsbewoners
andere „kleine luiden" waaruit liet
overige der bevolking bestaat, komen niet in
terking. De inwoners van Oakbury zijn
derhalve kieskeurig wat hun omgang betreft
en de meest kieskeurigen daaronder zijn twee
heeren Talbert, de gemeenschappelijke be
zittors van den huize Hazlewood.
Dat zy byzonder kieskeurig waren, vond
zijn grond in hun positie. Het feit, dat ze
hun inkomen trokken uit een vermogen, dat
hun vader met den handel in hout, tabak,
zeep of suiker verworven had, bewijst genoeg,
dat de gebroeders Talbert tot uiterste voor
zichtigheid in het aanknoopen van betrek
kingen verplicht waren, wyl hen nog altyd
de smet van dien handel aankleefde. Waren
zij slechts door den geslacht van dat koopen,
verkoopen en achachercn gescheiden.
Nu dit niet het geval was, waren zy over-
dat hen meer dan andere mensclien de
was opgelegd, voorzichtig in de keuze
r vrienden te zyn. Daar ze beminlijke
jonge mannen waren, die het hart op de
rechte plaats droegen, betruchtten zij dezen
plicht als ecu treurige noodzakelijkheid.
Hadden zy ook ooit eenige neiging in zich
bespeurd, van dit beginsel af te wijken, zoo
zou toch de achtig voor hun vader hen
daarvan teruggehouden hebben, want deze
had hen immer weer huu groote verplich
tingen voorgehouden. Nog eer de beide knapen
deo biuderschoenes ontwassen waren, was de
Z\j is namelijk het gevolg van een veel
kleiner aantal binnenkomsten als bylegger van
haringschepen, welke binnenkomsten voor de
havenexploitatie van geen belang t(jn.
0e geschorste Directeur.
Na instructie, die tot twaalf uur Dinsdag
nacht duurde, heeft de rechter-commissaris
te Heerenveen last gegeven tot opsluiting in
de gevangenis aldaar vau W. D. gewezen
directenr der Algemeene Friesche Onderlinge
Assurantie-maatschappij, verdacht van ver
duistering. D. leefde voor z{jn stand zeer rijk,
wat algemeen de aandacht trok. Hij was
vroeger politieagent in Den Haag en werd
gepensionneerd wegens letstel in en door den
dienst bekomen. Het bedrag van de ver
duisterde gelden is nog niet bekend.
Een luchtschip verongelukt.
Helgoland, 9 September. Het marine-lucht
schip L I is vanavond om 7 uur by een
orkaan 18 zeemijlen benoorden Helgoland
verongelukt en gezonken. Zoodra men het
ongeluk bemerkte schoten torpedobooten naar
de plaats van de ramp ter hulp.
Het luchtschip werd gecommandeerd door
den eersten luitenant Hanne. Een plotseling
opstokenden storm greep het luchtvaartuig en
drukte het op het water, waarna het brak.
Een uur later zonk het.
Van de bemanning syn 7 man gered en
13 verdronken, waaronder kapitein Metzing,
commandant van de afdeeling marinelucht-
schepen, en de eerste luitenant Hanno, de
bevelvoerder van het luchtschip.
Een groot onheil heeft de Duitache marine
getroffen. Het eenige luchtschip, Waarover
zy thans de beschikking had, de L. I. is op
zee vergaan. Veertien man van de beman
ning sjjn verdronken.
Toen die bericht Dinsdagavond iaat in Berlijn
bekend werd, verwekte het algemeene con
sternatie. Met innig medelijden dacht men
niet alleen aan de dooden en hun familie,
doch ook aan den ouden graaf Zeppelin, die
opnieuw zoo'n slag moest beloven, juist nu
hy de manoeuvres in Sileiië by woonde en met
trots vervuld kon zijn over de prestaties van
zyn schepen bjj deze logeroefeningen.
De Berlijner is reeds vertrouwd met de
Zeppelin-luchtschepen. Geen dag gaat er
voorby, wanneer het weer niet al te slecht
is, of er kruist zoo'n machtig gevaarte boven
de stad. En ook de L. I. was een goede be
kende. Voordat het schip in Hamburg ge-
stationneerd werd, deed het vele oefecings-
tochten van Johannisthal uit. Nu ligt het
als een wrak in zee. Ed het is een zwakke
troost, dat juist dezer dagen de L II haar
proeftochten doet, vóór het definitief door de
regeering zal worden overgenomee van de
Zoppelin-maatschappy.
Van het ongeluk zelf wordt de volgeude
beschrijving gegeven in de Borlynsche och
tendbladen Het groote personeel, met de
bemanning van de L II 21 man, op den
noodlottigen tocht van Dinsdag, wordt hier
door verklaard, dat men van plan was een
oefeningstocht van 30 uur to houden. Tot
's avonds C uur bleef de L 1 in de buurt van
Helgoland, waar ook een torpedo-flottielje,
uit 66 schepen bestaande, kruiste. Daar do
oefening een oorlogskaraktcr moest dragen,
moest het luchtschip voortdurend ter hoogte
run 1300 tot 1500 M. kruisen, om buiten
het bereik der schoten te blijven. Dit werd
voor het schip noodlottig. Het weer, dat
's morgens nog betrekkelijk gunstig was, werd
in den loop van den dag steeds slechter. Van
hot noorden uit kwam een sterke depressie,
die zwaar onweer en groote afkoeling bracht.
Tegen 7 uur in den avond wilde de leider
van het schip, kapitein Hanne, by Helgoland
op het water landen, daar het weer intus-
schen zeer slecht geworden wub en h(j de
reis niet wilde voortzetlon. Door de koudo,
waarin de L I reeds uren lang vertoefd had,
was het gas zeer ineengekrompen, en boven
dien was door de reis in hoogeren sferen
gasverlies van ongeveer 2400 M4. ont-
,n. De ballon was door 21 personen te
zwaar belast, en zoo moest het ongeluk ge
beuren. De last was grooter dan de draag
kracht van het schip en L I zonk snel. De
commandant gaf, zooals van de torpedobooten
uit gezien werd, het signaal om de 500 K.G.
waterballast uit te werpen, om op deze wyze
deu val te remmen. Dit bleek echter on
mogelijk. Tengevolge van de duisternis en
de onvoldoende draagkracht luisterde de bal
lon niet meer naar het horizontale stuur en
schoot met een snelheid vun 20 tot 22 M.
omlaag.
heer Talbert in de gelegenheid gekomen zyn
kapitaal uit den handel lerug te trekken en
zijn zaak tc verkoopen, die hem echter weinig
opbracht, omdat hy er op stond, zijn naam
er aan te onttrekken. Als weduwnaar met
drie kinderen, twee kuapen en een meisje,
kocht hij Hazleword, wuar hij zich huiselijk
nederzette en langzamerhand zijn weg vond
in de voorname kringen.
De oude Talbert had zyn kinderen opge
voed in de leer, dat het ieders pliulit is, in
de wereld vooruit te komen, zoowel linan
cieël als in stand. Het eerste gedeelte dezer
verplichtingen had hy zelf vervuld, dank
zijner werkzaamheden en zyn geluk; het na
komen van het andere gedeelte was meer
het werk zijner kinderen. Hy zei hun dat
niet in dorre woorden, maar predikte hot
hun desniettemin duidelijk genoeg en was
bovenmate verheugd, toen zyn dochter met
sir Maingay Clayson, een aanzienlijk, ver
mogend baron, huwde.
Deze bevredigende verhindtenis bracht de
familie in de oogen van het publiek weder
eenige treden hooger, ofschoon dit in Oak
bury eigenlijk niet meer noodig was. De heer
Talbert had zyn bedrijf reeds sedert tien jaar
opgegeven; hij was een kalm man met goede
manieren, en wanneer ook niet terughoudend,
dan toch ook niet opdringendzyn rijkdom
werd driemaal zoo hoog geschat als ze werke
lyk was. Ouder deze omstandigheden word
hy door alle aanzienlijke familien op zijn
buurtschap zeer goed opgenomen. Ofèchoon
liy dus voor zijn persoon tevreden kon zijn,
toch hield hij zijn zonen immer het glans
ryke huwelijk hunner zuster als voorbeeld
voor en sprak zooveel over de noodzakelyk-
heid hun omgang passend te kiezen, dat liet
werkelyk wonder is, dat d« jongelieden geen
De gondels hielden sich nog eenige se
conden boven water, werden echter door het
reusachtige gewicht van het metalen lichaam
en door de omhulling, die het water opsoog,
onder de oppervlakte gedrukt. Eenige mon
teurs, die dicht by de motoren stonden, en
de stuurlieden sprongen over boord en
trachtten te zwemmen. De manschappen en
de monteurs, die in de kajuiten waren, vor-
dronken, daar sjj hot dreigend gevaar eerst
zagen toen het te laat was. De ljjken zullen
eorsl geborgen kunnen worden, wannoer het
wrak van de L I weggesleept is. Zes man
werden gered door het vlaggeschip „Friedrich
der Grosse", de zevende door een ander
oorlogsschip. Kort nadat het onheil geschied
was, waren 17 torpedobooten ter plaatsec,
die met hun zoeklichten de oppervlakte be
schenen, zonder dat zy echter van de ver
misten een spoor vonden. Kort na midder
nacht keerden vyf torpedobooten naar Helgo
land terug, terwijl de overige twaalf bleven
zieken. Het reddingswerk werd zeer moeilijk
gemaakt, daar de zee onrustig was en do
roddingsbooten niet gemakkelijk by de plaats
van het onheil konden komen.
Het marineschip L I, de eerste Daitscho
marine-luchtkruiser, werd in 1912 op do
Zeppelin-werf in Friedrichshafen gebouwd
en werd den 17on October van dat jaar
door de marine overgenomen, nadat een
proeftocht van 80 uur, iu tegenwoordigheid
van graaf Zeppelin, een schitterend resultaat
had gehad. Het luchtschip was 160 M. lang,
15 M. breed en had een inhoud van 22000 M4.
In de voorste gondel was één, in de achterste
gondel waren twee Maybach-motoren, elk van
170 paardekrachten, die het luchtschip een
snelheid konden geven van 80 tot 85 K.M.
in het uur. Aan boord was ook een station
voor vonken-telegrafie.
Reeds op zyn proeftochten had dit lucht
schip bewezen, dat bet beter was dan het
zusterschip de Hansa. Zyn proeftocht van
30 uur, vddr het door de marine-autoriteiten
werd overgenomen, boteekende een record,
dat ook in het buitenland veel besproken is.
Dese proeftocht ging van Friedrichshafen
over Straatsburg en Hannover over de Noord
en Oostzee naar Bremen en vervolgens naar
Johannisthal. De L 1 bleef, nadat het schip
eigendom van de marine was geworden, tot
zomer van dat jaar in de Zeppelinhal te
Johannisthal, en diende voor de oefeningen
van de martne-offleieren, die luchtschipper
wilden worden. Den 21sten April had do
eerste reis van de L I naar Hamburg plaats,
waar het in de hal gestationneerd werd en
van waar uit byna dagelfks groote tochten
ondernomen werden, vooral 's nachts over
zee. Den 28sten Mei verscheen het plotseling
boven Helgoland en verwekte daar een groote
geestdrift. In dezen tijd hadden ook de sen-
sationeele landingen to water plaats, o.a. op
de Elbo, waarbij de LI wat snelheid betreft
concurreeren kon met de grootste zeeschepen.
In Juni van dit jaar keerde de L 1 voor
korten tyd naar Johannisthal terug en onder-
i van hier uit zyn bekende nachtreis naar
Oostzee-eiland RUgen. Einde Juli vu dit
jaar ging het weer terug naar Hamburg,
'at hel plaats moest maken iu Johannisthal
voor de L II.
Met de L I is het negende Zeppelin-schip
vergaan. (H.blad.)
Het drama te Multiulzen.
De vrouw en de vier kinderen van Wagner
zyn Dinsdagmiddag te Muihuizen in denself-
den grafkuil ter aarde besteld, waar den
vorigen dag de andere slachtoffers begraven
en. De dorpsgeestelijke heeft weer een
lijkrede gehouden en de schoolkinderen van
Muihuizon zongen op het kerkhof een lied.
By het verdere verhoor van Wagner is
geblekeD, dat hij van plan was geweest, na
de moordpartij to Muihuizen nog elders huis
te houden. Hy bad namelyk ook in het dorp
Eglosheim bij Ludwigebnrg, waar zijn broer
koper- en blikslager is, een slachting
aanrichten. Toen bjj, na stfn gezin
te hebben, zyn broer bezocht en 's
by hem bleef eten, nam hy de kamers van
het heele huis nauwkeurig op en vroeg hij,
hem ook alie slaapkamers waar het gezin
sliep Ce laten zien. In den stal van zijn broer
begroef hy daarna 800 patronen, met het
i om die later te gebruiken. Hij zeide
tegen «ijn familie, dat by* 's nachts terug zou
komen en vroeg, om hem den huissleutel mee
te geven. Dat deed men. Maar daar men
hem te Mulhnizen ten slotte in handen kreeg,
bleef z(jn snoode opzet gelukkig onuitgevoerd.
Wagner verklaarde nog, dat, indien hy
precies zoo gehandeld had, als zjjn plan was
narren of pralende gekken waren. Doch ook
in latere jaren werden ze dit geenszinsmen
kon niets ergers tegen hen inbrengen, dan
dat zy zeiden „Wij kunnen even goed onder
dc „opper-tienduizend" on e vrienden vinden,
als onder de ruilhandelaren en kooplieden;
het valt ons niet in, de vornamen te vleien,
maar by onzen kjjk op de dingen kunnen
wjj slechts omgaan met hen, die we daarvoor
gepast rekenen, Een hertog kan verkeeren
met wien hij wil; hy is en blijft hertog. Wy
zyn geen hertogen, niet eens millionairs.
Onze vader maakte zyn vermogen in nu
het komt er niet op aan in wat. Wy zijn
rjjk genoeg om op aangename wijze te leven;
wij kunnen ons echter niet in geld baden.
Bij de korte tusschonruimte. die tusschen nu
en den tyd ligt, waarin wij tot den handels
stand behoorden, kunnen wij niet met tabaks
graan- en suikerhaiidelareii arm in arm gaan,
zonder weder tot dien stand te dalen. Het
past ons derhalve, zoo kieskeurig mogeljjk
te zjjn, op het gevaar af, daarmede een mis
slag te begaan"
Wie kan zulke gevoelens vei-oordeeien
Schuilt er niet een zekere waardein? Waar
om de beide broeders met zulke verstandige
meeningen, niet liet voorbeeld hunner zuster
volgden eu een schitterend huweljjk deden,
is nimmer geheel opgehelderd geworden.
Als zij Oxford, waar ze een onberispelijk
leven hadden geleid, verlieten, waren ze
statige, voornaam uitziende jongelieden, die
intUBSclien ondanks hun breede schouders en
hun Hink voorkomen, door menigeen voor
„melkmuilen" gehouden werden. Trots de
hofielijke, byna vorstelijke manieren, die ze
tegen ieder toonden, hadden zy eenige kleine,
jonkvrouwelijke eigenaardigheden, die een
bron van pleisier werden voor hun kring
geweest, hy* niet gevangen genomen zou fijn.
H$j had maar met éen pistool willen schieten,
dut dadelyk weer willen laden en het andere
in reserve willen houden. Maar in do op
schudding had hy ook zyn tweede pistool
leeggeschoten. Toen was fcjj weerloos.
Toen hg den moord op zyn gezin beschreef,
bleef hy volslagen kalm en onverschillig.
Hij was vroeger al van plan geweest, zeide
hy, om zijn vrouw op een auto-tocht uit den
weg te ruimen. Al de brieven en briefkaarten,
die hy verzonden heeft, heeft h(j pas ge
schreven, nadat hy zijn gezin omgebracht had.
Z(jn bedoeling was geweest, zoo herhaalde
I, om door zjjn daden in de heele wereld
van zich te doen spreken.
By de operatie aan zjjn linkerarm had h|J
veel pyn te verduren. H(j merkte ert>jj op,
dat erger vu dan vermoord te worden.
„Mjjn slacbtoflors te Mathuizen hebben niet
zooveel pyn uit te staan gehad."
De gewonden zijn naar omstandigheden
redelijk wel. Men hoopt nu, dat zy allen in
loven zullen blijven.
Os „Imperator".
De gezagvoerder van de „Imperator" heeft
n syn reedery een verslag uitgebracht over
den brand, die te New-York aan boord heeft
gewoed. Het weerlegt de overdreven be
schrijving, die de Amerikaansche on Engel
sche bladen ervan hebben gegeven.
Na vermeld te hebben, hoe de tweede
stuurman Gobrecht in den rook gestikt is,
vervolgt het verslag:
Aan boord bevonden sich de passagiers
Sie en 4de klasse. Zy werden om half zes
's ochtends kalm van boord gebracht, om
half zeven waren de machines klaar, opdat
bet schip, in geval de brand zich uitbreidde,
de haveo sou kunnen uitatoomen. Matrozen
koelden de schatten en dekken van de 2de
3de klassen, opdat de brand niet naar
dat gedeelte van het schip sou overslaan.
Daar ons «chip, tengevolge van het inge
pompte water, slagtij naar bakboord begon
te krijgen, lieten wy uit de kolenlichters
langszy kolen in de bunkers aan stuurboord
igen. Daardoor richtte het schip zich
weer op en helde ten slotte, overeenkomstig
onze verwachting, naar stuurboord over. Dit
had tengevolge, dat het water, dat in de
idende proviandkamer gepompt was, van
bakboord naar stuurboord overstroomde, en
wy konden waarnemen, dat daardoor pas
het water de plaats aan stuurboord bereikte,
waarheen de vlammen waren overgeslagen
en dese doofden. Het was toen ongeveer half
neger in den ochtend.
Tydens den brand heeft de geheele be
manning kalm en degelijk haar werk gedaan.
De oorsaak van den brand is vermoedelijk
kortsluiting aan den motor voor Inchtafkoeling,
die in het voorrnim aan bakboord staat,
geweest.
Om zes unr 's avonds was het sohip op
eeD kleine ruimte, vlak boven de dubbele
kiel, weer leeggepompt en kon men beginnen
op te ruimen. Dit werk werd overdag en
's nachts onafgebroken ijverig voortgeset,
zoodat de passagiers, die naar Europa moesten,
by hun aankomst aan boord geen sporen
vau den brand meer konden waarcemen.
Het gedeelte van het proviand, dat bedorven
was, werd in lichters gelost en bjj Sandjhook
ia zee geworpen. Bedorven waren ongeveer
16,000 K.G. versch vleesch, 3000 K.G. bereid
vleesch, 5000 K.G. blikjesgroeuten, 2000 K G.
melk in blikken en een groote hoeveelheid
wyo.
De Dnitsche bladen vermelden in verband
met de eerste uit- en thuisreis nog een aardige
bjjzonderheid. Toen de technici, ondanks de
ramp van de „Titanic", twijfelden of er
«rkelljk soovele reddingbooten aan boord
noodig waren, liet de Keizer aan den heer
Ballin weten, dat, indien er niet voldoende
reddingbooten voor alle reizigers aange
schaft werden, bjj den naam „Imperator",
die het schip by ijjn doop had ontvangen,
dadeljjk in sou trekken. Zoodoende heeft de
„Imperator" nn in de reddingbooten meer
plaatsen dan er ooit reisigers en matrosen
aan boord tallen zjjn. (N. R. Ct.)
Handelaren In meiijea.
in het westen van Rusland, b|j de stations
Rokisina ea Babj, in de bunrt van Warschau,
zoo seint men nit Petersbnrg aan het
„Berliner Tageblutt" wordt een soort van
congres vud Amerikaansche handelaren in
meisjes gehoudenzy hebben die kleine
Btations uitgekozen, omdat zy zich daar beter
aan dn oogen van de politie kunnen ont-
bekenden. Toch waren zy niet onbemind,
ja, zij stonden zelfs by menige dame van
middelbaren leeftyd in booge gunst. Het feit,
dat zij op veertig- en een en veertigjarigen
leeftijd nog ongehuwd waren, bewees al zoo
dat hier de ueiging tot huwen ontbrak.
Mogelyk had ook de lust tot reizen hen
vau het oprichten eener huishouding terug
gehouden. Gezamenlijk of ieder afzonderlijk
hadden zy vele jaren lang negen van de
twaalf maanden in het buitenland vertoefd;
daartoe in staat gesteld door hun vader, die
niet wenschte, dat zyn zonen, evenals het
grootste deel der inenschen, zich met het ver
werven van de goederen deze wereld zouden
bezighouden. Zy leefden binnen de grenzen
van hun inkomen en maakten waurljjk nog
een spaarpotje, waarvoor zy zich steeds kunst
werken aanschaften, zoodat zy zich in den
loop der jaren een smaakvolle, kostbare ver
zamelingen verwierven, wier afzonderlijke
stukken in oost, west, zuid en noord zoo
zorgvuldig gekozen waren, dat zy den roem
der broeders als kunstkenners nog verhoogd
zouden hebben, indien dit noodig ware ge
weest.
De broeders waren de beste vrienden der
wereld en verdroegen eikaars neigingen en
zwakheden uitstekend. Slechts éénmaal in
bun leveu was er scheiding tusschen hen
geweest, maar toen ook voor zes jaar. Nog
huiverden ze, als ze aan dien tyd terug
dachten.
Het was geen dier alledaagsche meenings-
verschillen, die men de wereld meedeelt oe
waarin men vud de wederzydsohe vrienden
verwacht, dat zy voor den een of andei
party zullen kiezeu. Slechts de Talberts zelf
wisten, dat er stryd bestondvoor de buiten
wereld scheen het, alsof ze nog boffeljjki
trekken. Het sjjn allen groothandelaars, die
over Hamborg in Rusland z(jn gekomen en
ook weer over Hamburg naar Brazilië sullen
terugkeeren. Tot dusver hebben deze bande-
lair» 26 meisjes van 14 tot 20 jaar opgekocht
en naar Rokiiioa gebracht. Zty koopen alleen
knappe, flinke meisjes, voor wie zy, t>l naar
de kleur van het haar en het niterljjk, 50
tot 1000 roebels betalen. Een van de agenten
van de meisjeshandelaars, die te Lods woont,
heeft zyn jonge schoonzuster voor 1250 roe
bels verkocht. De eersto besondiug van deze
ongelukkige schepsels heeft Rusland al ver
laten en is naar Hamburg gebracht, waar tij
op de aankomst van hon patroon wachten.
Deze wil nog 50 andere slachtoffers opkoopes,
die voor Konstantinopel bestemd zjjn. Oockr
de koopwaar overweegt het minder ostwik
kolde element van kleine modistes, dienst
meisjes, boerenmeisjes, enz., maar er zjjn
ook enkele kinderjnffronwen en onderwijze
rossen onder de 26 slachtoffers, die naar
Hamburg gestuurd sjjn. Haar vervoer over
de Russische grens heeft den handelaars
een groote som gekost, een treurig bewjjs
voor de veilheid van vele Russische politie
beambten.
Alle mededeeÜDgen over desen handel in
meisjes zjjn afkomstig van twee in heohtenia
genomen agenten, vao wie de een, zekere
Celber, tegen een borgtocht van 5000 roebels
vrygelaten is, maar de ander, by' wien men
vele beswarende stukken heeft gevondeD,
wel voor den rechter zal verschijnen.
Bebel't nalatenschip.
Bebel's dochter en schoonzoon hebben ter
kennis van den fiscus te Zurich gebraobf,
dat hun vader een vermogen van 987,500 fre.
heeft nagelaten. Kennissen van hem hadden
het maar op een half millioen mark geschat.
Byna oen vierde gedeelte van dit vermogen
is afkomstig uit het legaat van zekeren Koll-
mann, waarvan men gedacht had, dat Bebel
het ten bate van de sociaal-democratische
partjj *oit bestemd hebben.
Bebel heeft overigens in particuliere ge
sprekken dikwijls de meening uitgesproken,
dat een sociaal-democraat naast het party
belang ook gerust zyn eigen stoffelijke be
langen mooht nastreven en dat hij het geen
sociaal-democraat kwalijk kon nemen, als die
«ijn best deed, om ry'k te worden. Hy'zelf
heeft daar dan ook naar gehandeld.
Nalitenichappin.
By de beraadslaging in den Amerikaanschen
Senaat over de inkomsten-belasting heeft
Norris een amendement voorgesteld, dat ten
doel had nalatenschappen buitengewoon zwaar
te_ belasten. Norris stelt een geleidelijk op
klimmend successie-recht voor, beginnende
met 1 pet. voor nalatenschappen van 50.000
dollars en opklimmende tot 75 pet. voor
nalatenschappen boven de 50 millioen dollars.
Hy haalde het voorbeeld aan van Vincent
Astor, die 80 millioen dollars heeft geërfd
dus, volgens dese schaal van gedeeltelijke
verbeurdverklaring, nog 20 millioen dollars
zou overgehouden hebben, genoeg om fat-
■oonljjk van te leven.
Een onbekend beest.
In het gebied van de Stub-Alpon in Stier
marken is de landbevolking in rep en roer
over een onbekend beest, dat nachts op
weilanden het vee verscheurt en zelfs in de
stallen dringt. Niemand beeft het dier nog
gezien, zoodat het in den volksmond wordt
aangednid met „Banernscbreck" (schrik der
ren). Naar de sporen te oordeelen, is het
uit een menagerie ontsnapte leeuw. Thans
zyn alle jagers opgeroepen om het dier te
ervolgon.
Om het opsporen van het beest gemakko
lflker te makoD, hebben 2 officieren met 15
soldaten sich bjj de jacht aangesloten. Zy
zullen op den berg telefoondraden spannen,
oen communicatie te maken tusschen de
leiders van de jacht.
Van een dienstbode.
Mevr. L., wonende op den Juliana-Bonle-
vard te Soerabaja, maakte haar baboe een
standje over het werk.
De aanminnige dienstbare, welke zich ver
moedelijk het bandoengsche „comité boemi-
poetra" herinnerde, aldus de „Nw. Sb. Ct.",
was over dat standje lichtelijk ontevreden,
weshalve zy, om nit te drukken wat er in
haar gemoed omging, een strykyzer greep
eu daarmee haar mevrouw een ordentelijk
gat in het hoofd sloeg.
Het zijn de „ouwe dienstbooien" niet meer...
legen elkaar waren dan anders.
De aanleiding daartoe was de inmenging
van den eenen broeder in de aangelegen
heden van den ander geweest. Zij waren
beide eigendommelyke ui&nnen en hielden
zich aan den plicht der Engelschen, zich
slechts te bemoeien met eigen zaken. Bfl"£en
vry leedere aangelegenheid intusschen had
de een gemeend, dat bet hem even zt>eraan-
ging als zyn broeder. Dit was een misslag
geweest. Zy wisselden geen heftige woorden,
wijl dit niet in hun aard lag; maar ieder
toonde zich bedroevend styfhoofdig. De ge
volgen waren, dat zy zes jaar lang slechts
in gezelschappen met elkaar spraken.
Eindelyk stierf de oude Talbert. Zyn
dochter was reeds lang voor hem heenge
gaan. De oude man liet Hazlewood aau zyn
beide zoons na, terwijl het overige vermogen
onder zyn drie kinderen of dier kinderen
gelijkelyk moest worden verdeeld. Nu kwamen
de zoons in Hazlewood te ramen, om te
overleggen, wat er gedaan moet worden.
Allereerst verzoenden zy" zicb met elkaar,
gelyk het behoorde, waarover beiden zich
ongemeen verheugden de zesjarige schei
ding was verschrikkelyk geweest - en ieder
beloofde zich zeil', dat de aangelegenheden
zijns broeders hem voortaan heilig zouden zyn
Omstreeks dezen tyd waren beide broeders
het reizen moede gewordenbuitendien waren
zy het nu ook aan hun positie verplicht, zich
een vaste verblijfplaats te kiezen.
Ongeveer twintig jaar hadden zy in de
verschillende hoofdsteden van Europa geleefd
en waren zich bewust de geselschappen voor
zich te hebben gewonnen.
(Wordt vervolgd.)