KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HoltèorToxol, Wiorfngon on Anno Poulownn.
-
No. 4241.
Zaterdag 4 October 1918.
mmmmmmmmammimmmmm*
4l»te Jaargang.
3
't Vliegend Blaadje p. 3m. 50 ct., fr.lp. po*t 75 ct., buitenland f 1.25
Pre- Zondagsblad 371 45 10.75
miên j Modeblad 65 75 t t M.-
(Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot
Elke regel meer.
Uewiji-ei'emplaar
Vignetten en groote letters worden
(tyj vooruitbetaling) 30 cent.
r plaatsruimte berekend,
Veraohijnt Dinsdag- sn Vrijdagmiddag,
Uitgavar O. OE BOER Jr.t Hsidsr.
29. Intirc. Tsltf. <0.
Eerste Blad.
■IEUWSBERICHTER.
HELDER, 3 October.
W. G. Boele Sr., ta Kampen.
De bekende firma W. 6. Boele Sr., sigaren
fabrikant te Kampen, zendt ons haar bekende
nitgave Winterdienat 1913/14 voor de spoor
wegen. Bohalve de noodige reclame voor de
bij sigarenliefhebbers in smaak zijnde merken,
bevat dit boekje een zeer dnideljjk kaartje,
waardoor het raadplegen gemakkelijker wordt
gemaakt.
P. Molenaar Co., Westzaan.
De „Wereldkroniek" van 27 September
bevat, bjj een aastal fraaie foto's, een artikel
over de bekende kindermeelfabriek der firma
Molenaar, te Westzaan. Deze fabriek bestond
22 September 25 jaar, en aan den jjver en
de werkkracht van den tegenwoordigen firmant
is het te danken, dat ajj thans zoo'n vlucht
heeft genomen als uit de bij het artikel ge
voegde foto's blykt. Het eerste jaar van de
fabricatie van het kindermeel werden 700
pakjes verkocht, tien jaar later meer dan een
millioen, terwijl in den tegenwoordigen tjjd
een groote uitvoerhandel van dit meel naar
Dnitschland, Spanje en andere landen plaats
heeft.
Mr. Th! Heemskerk.
Het nieuwbenoemds lid van den Baad van
State mr. Th. Heemskerk is Dinsdag als
zoodanig in de algemeene vergadering van
genoemd Staatscollege door den vice-presi-
dont, jhr. mr. Böell, beëedigd.
Mr. Heemskerk zal sitting krijgen in de
afdeeling voor de geschillen van bestnnr.
Nederlandsche officieren naar Albanië.
Beuter seint nit Londen: Wjj vernemen,
dat de regeering de nilnoodiging van de
mogendheden om de Albaneesche gendarmerie
te organiseeren heeft aangenomen. Zij zal
i u oen aantal officieren uitzenden, die een
rapport zullen uitbrengen over de toestanden
aldaar, teneinde te kunnen vaststellen hoe
veel officieren noodig zullen zjjn.
Annle Pascal,
die sinds eenigen tijd in het gesticht te
Grave verpleegd wordt, heeft Maandagavond
een aanvankelijk geslaagde poging tot ont
vluchting gedaan. Zjj wist bij bet avondeten
aan de baar bedienende zuster te ontsnappen
en deze in de kamer, waar zjj waren, op te
sluiten. Heel gemakkelijk bereikte zij toen
de straat, waar »y echter spoedig door eenige
inwoners werd herkend, die den geneesheer-
directenr dadelijk waarschuwden. Men heeft
haar al gauw teruggevonden. Boven op een
booisolder bleek zjj zich verborgen te hebben.
„Wie zal het
„De Bisicobank", het orgaan der Centrale
Werkgevers-Bisicobank te Amsterdam,schrijft:
„De Bijksverzekeringsbank is natuurlijk
druk bezig met de voorbereiding der uitvoe
ring van de artikelen 369 en 370 der In
validiteitswet. Haar bestnnrsleden,baar hoogere
en lagere ambtenaren sullen er heel wat
torgen en arbeid mede hebben; de algemeeno
administratiekosten der Bank zullen ook
wegens verwarming, verlichting, bureaube
hoeften en wat al niet meer dit jaar en
volgende jaren veel hooger »tjn, dan zjj tot
nn toe reeds waren.
Veel van het te verrichten werk zal als
extra-werk beloond worden, althans aan de
lagere ambtenaren. Maar boe gaat het met
de verdiensten van bestnnrsleden en hoogere
ambtenaren, met de bureaukosten enz. die
behooren te drukken gedeeltelijk op de nit-
voering der Ongevallenwet, gedeeltelijk op
die der Invaliditeitswet?
De regeering heeft voor administratiekosten,
te maken ter uitvoering van de genoemde
artikelen, een krediet aangevraagd van
f 100.000. Een deel van deze som is bestemd
ter uitkeeriog aan de Bijksverzekeringsbank
als vergoeding voor den door haar ambte
naren voor' de Invaliditeitswet te verrichten
arbeid. Het zou, zoo zegt de minister, toch
niet billjjk zjjn, met de kosten voor dien
arbeid, welke aan het algemeen ten goede
komt, in het bjjtonder te belasten de werk
gevers, die onder de Ongevallenwet vallen.
Maar wie moet schatten hoeveel de voor
de Invaliditeitswet verrichte arbeid waard
is Bleef h^t bjj extra-betaald werk, dan
FEUILLETOH.
was dit gemakkelijk vast te stellen. Maar
niet al het Invaliditeitswerk aal extra worden
betaald. Te wiens lasten komen die kosten,
als de schatting aiet jnist is? Wie moet be
talen, als de administratiekosten voor de
Invaliditeitswet, door anderen dan door de
BJjksbank gemaakt, zoo hoog blijken, dat
van die f 100.000 voor de Rjjksbank niet
genoeg overschiet Wie betaalt de niet nit
extra-salaris bestaande meerdere administratie
kosten der Byksbank, die ten laste der In
validiteitswet behooren te komen Het zjjn
alle nog open vragon.
Misschien zou alles terecht komen als de
Bjjksbank werd gereorganiseerd. Hot staat
voor ons vast, dat een behoorlijke organisatie
der Rijksverzekeringsbank onvoorwaardelijk
moet plaats hebben. Het daartoe ingediende
wetsontwerp is ingetrokken. Wjj achten het
gelukkig, dat de organisatie niet soo zal
worden als in dit ontwerp werd voorgesteld.
Maar in afwachting dat die noodzakelijke
organisatie tot stand is gekomenwie zal
het grootste deel van de administratiekosten
inzake invaliditeitsverzekering betalen Wjj
vreesen voorloopig met groote vreoze, dat
het de werkgevers sollen zjjn, die verzeke-
ringsplichtig zjjn ingevolge de Ongevallen
wet."
De verdediging van Nederlandsch-lndië.
In een tweetal artikelen in het „Handels
blad", onder bovenstaanden titel, bespreekt
„Hastatus" het rapport der Begeerings-
commissie inzake de verdediging van Neder
landse!) Indië. Dat rapport maakte op den
schrjjver een „allesbehalve bevredigenden
indruk." Met kwistig.) hard wordt ovor do
millioenen beschikt, en de verbetering, die
het voorstel geeft, staat niet in evenredig
heid tot deze kosten. Door eene vergelijking
van hetgeen wjj thans hebben en van hot-
geen wjj zonden krjjgen, toont de scbrjjvor
dit aan.
Het door den heer Bambonnet voorgestelde
schip van pl.m. 15.000 ton, van het type
Espana, zou volgens deze autoriteit voor ods
doel in alle opzichten geschikt zjjn, en een
viertal van deze schepen, goed bemand en
goed geoefend en gesteund door een torpedo-
vloot met onderzeebooten, zon, soowel hier
te lande als in Indië, ods die krachtsont
wikkeling verzekeren, welke wjj als kleine
natie in oorlogstijd noodig hebben om te
voorkomen, dat wjj hulpeloos in den storm
rondzwalken en elk oogenblik gevaar loopen
van te stranden. Telkens, wanneer men de
in de vergadering der marine officieren ge
houden redevoeringen naleest, zoo gaat de
schr. voort, eene vergadering, welke door
ongeveer 100 marine officieren werd be
woond, die zich bijna eenstemmig met de
denkbeelden van den inleider vereenigden,
verrijst de vraag, waarom de Staatscommis
sie deze vingerwijzing nit drn boezem der
ine niet ter harte heeft genomen on dit
scheepstype heeft aanvaard.
De samenstelling der vloot volgens de
plannen der commissie eischt natnurljjk een
grootere formatie aan personeel, en daar dit
volgens de thans geldende formatie niet wel
te bereiken is, wil zjj deels nit inlanders,
deels door het indeelen van militie-plichtigen
bjj de Indische vloot dit tekort trachten aan
te vnllen en daartoe den werkeljjken dienst
tijd stellen op 2 jaar, waarvan jaar ia de
tropen worden doorgebracht.
Tot nog toe leverde het gebroik van in
landers op de vloot niet die resultaten, die
men er zich van voorstelde, meent de schrjjver.
Wel echter meent hjj eene lans te mogen
breken voor het gebruik van militie. Het
vrjjwilligersstolsel voor marine en leger heeft
afgedaan, daarbjj komt, dat de tegenwoordige
slechte geest onder de vrijwilligers het wen-
scheltJk maakt zeemilitie in te voeren. Maar
dan moet de werkeljjke diensttijd niet 2, maar
3 jaar zjjn. Ij jaar in de tropen acht de
schrijver veel te kort, daargelaten nog de
vraag van de hooge transportkosten.
Nog bespreekt deze deskundige de kwestie
van de vlootbasis in Indië. De commissie
stelt Tandjong Priok voor in de plaats van
Soerabaja. Natuurlijk heeft deze haven veel
voor, maar men heeft indertjjd wjjseljjk
laatstgenoemde gekozen omdat men die met
betrekkelijk geringe kosten in orde kon
maken, terwjjl voor de inrichting van Tand
jong Priok als vlootbasis groote uitgaven
zonden gemoeid zjjn. Toch komt thans de
commissie met een bedrag van 43 millioen
aan, hetgeen eene vermeerdering beteekent
van 20 millioen voor Nederland en Indië
samen. Die kosten, welke thans 25,4 millioen
bedragen en door het voorstel der commissie
op 45,5 millioen zouden worden gebracht,
zonden dan geljjkeljjk door Nederland
Indië moeten worden gedragen, hetgeen dns
voor beide landen beteekent oen nitgave van
f 22.250.000, d.i. ruim 14 millioen per jaar meer
voor Indië. Daarentegen wil de commissie dan
op het leger bezuinigen door vermindering, het
geen een 6 millioen zou scholen. De schrjjver
begrjjpt niet hoe de Commissie tot deze ver
mindering heeft kuDnen besluiten of het
moest zyn om «enigszins tegemoet te komen
aan de critiok die op eon zoo belangrijke
verhooging van het marinebudget niet zal
nitbljjven. Maar hjj acht die vermindering
van do sterkte tot op 3/a geenszins wenscbe-
ljjk. Intogendeel zal uitbreiding van ons leger
in Indië door invoering van militie, niet
achterwege mogen bljjven. Naar „Hastatus"
meening had de bezuiniging niet moeten
worden gezocht op het leger, doch op het
vlootplan zelf met den aankleve daarvan.
Onverklaarbaar is, aldus gaat do schrjjver
voort, de kwistigheid van de Staatscommissie
met de millioenen, nadat zjj kennis genomen
had van de nota betreffende de financiën ia
Ned.-Indië, waarin de nitkomsten van de
begrootingsjaren 19001910 zjjn verzameld
en eene beschouwing wordt gegeven over de
mogeljjke stijging van do middelen in de
naaste toekomst. Daaruit bljjkt onwederleg-
baar, dat voorzichtigheid bjj het doen van
uitgaven aantebevelen is. Krachtig heeft zich
in dit opzicht het lid der Staatscommissie
Van Gjjn uitgelaten, die o.a. van mecning
was, dat, indien werkeljjk een uitbreiding
van vlootnitgaven als de Commissie voor
stelt, noodzakelijk wordt geacht, een finan-
tioele noodtoestand zal moeten worden erkend
en de groote vermogens sullen moeten bij
passen.
Concludeerende, acht „Hastatns" de Com
missie een overtollige dure aardigheid, die
tot geen ander resultaat heeft geleid dan dat
de aanbouw van groote schepen een paar
jaar is stop gezet, en dat in een tjjd, dat
onze pantserBChepen typo-Kortenaer bjjna
opgevaren zjjn en wellicht reeds in 1914 aan
den dienst zullen moeten worden onttrokken
dat onlangs 2 pantserdekschepen nit de
sterkte der vloot zjjn afgevoerd en de vier
overige spoedig sullen moeten volgen.
De Indiiche Troonrede.
Zoo noemt men de redevoering, door den
gonverneur-generHal op 31 Anguslus, bjj den
verjaardag der Koningin^ uitgesproken ter
beantwoording van de rede van den woord-
voorder der burgerjj.
In gewone omstandigheden is voor ons
weinig aanleiding om over deze rede iets te
vermelden.
Dit jaar echter heeft zjj een bizondere
beteeken<s gehad.
Indië maakt eenigszins onrustige tijden
door, en zoo waren er velen, die hoopten,
die vorwachtten, dat de landvoogd van de
gelegenheid zon gebruik maken, om gerust-
"ende woorden te doen hooren, dio, als
komend van de plaats, waar zjj zonden ge
sproken worden, ver zouden klinkeD.
Aan die verwachting heeft de gouverneur-
i:fraai ten volle voldaan. Iq zjjn antwoord
op de rede van mr. 's Jacob liet de heer
Tdenbnrg de woorden van geruststelling, welke
nen van hem wachtte, op de duideljjkste en
neest krachtige wjjte hooren.
Geruststelling omtrent den aard der bewe
ging, welke in Indië zoovele gemoederen in
onrust breDgt; geruststelling omtrent den wil
en de macht der regeering, om die beweging,
moebt het noodig bljjken, binnen perken te
houdengeruststelling omtrent de door de
regeering te volgen politiek, welk© tot een
oplossing moet leideo.
Wjj meenen, aldus zegt de „N. Bott. Crt."
in een artikel over dit onderwerp, dat Indië
en ook Nederland don gouverneur-generaal
Idenburg dank schuldig zjjn voor de door
hem gesproken woorden. Bjj velen, zoo hier
als ginds, begon sich langzamerhand de over
tuiging te vestigen, dat een gevaarljjke be
wegiDg bezig was sich onder de verschillende
categorieën der bevolking in Indië te teekenen,
terwjjl het vermogen der regeering, om deze
hetzij te bedwingen, hetzij in een goede
richting te leiden, geenszins vast scheen te
staan. En niet alleen in Nederland en in
Indië schoot dat waandenkbeeld wortel. Beeds
hebben bladen van de Straits Settlements,
door sensatïoneele mededeelingen misleid,
artikelen gewijd aan de ontust op Java; een
logende is in de maak, welke aan den naam
van Nederlandsch-Indië groote afbreuk kan
doen.
Daarom is het goed, dat de gouverneur-
generaal gesproken heeft, en dat bjj gespro
ken heeft geljjk bjj deed. Zeker, ongeloovigen
HET PLEEGKIND.
hij het dan niet open-
ljjk, inplaats van Beatrice voor zijn zaak te
laten vechten Alles, wat Beatrice van hem
verkrijgen, was een uitstel van enkele
Dom Horaco gevoelde zich onbehaagljjk.
„Mijn beste, je vergeet, dat het tot slechte
praatjes aanleiding geven zal."
„Slechte praatjes? Wat voor slechte praat
jes
Horace werd rood het viel moeilijk dit
eon onschuldig jong meisje te verklaren.
„Hm!... je moet niet vergeten, dat we
ongehuwde, nog niet zeer oude mannen zijn.
Zoodra liet bekend wordt, dat wjj een kind
houden, dat ons op zoo'n eigendommelijke
manier werd toegezonden, geven we de ver-
deuking en den laster voedsel. Ben je dat
met me eens, Herbert?"
„Ik vrees, Beatrice, dat het zoo zal zijn,"
zei Herbert droevig.
Miss Clayton richtte sich trotsch op dit
was een beweging, die haar ooms gaarne
zogen en die steeds indruk op hen maakte.
„Zeker," zei zjj, „zijt gjj toch boven iedere
verdenking en laster verheven!"
Het deed hun goed te denken, dat het zoo
was. Ze gevoelden, dat Beatrice geljjk had.
Wat hadden ze zich om booze praatjes te
bekommeren? Hun huiseljjke deugdeu waren
toch zeker boven allen twjjfel verheven. Als
Horace deze groote waarheid duidelijk werd,
voelde hjj zich wonderlijk gelukkig. Niet
tegenstaande dat, was bet toch zijn plan,
niet toe te geven. Hjj was boos op zjjn
broeder, wjjl hij overtuigd was, dat deze den
knaap in huis weoschte te houden als dit
Ti
dezen tijd ontstond er echter in de
buurtschap een gerucht, dat vermoedelijk ook
den betrokkenen, den gebroeders Talbert, ter
oore kwam.
Het heette, dat zij den oud9ten zoon van
een als geheel verworpen bekenden lord her
bergden, wiens kind op geheimzinnige wjjze
verdwenen was zjjn beleedigde vrouw had
het kind voor hem iu veiligheid gebracht.
Daar bedoelde dame met de Talberts be
kend was, scheen de zaak zelfs Horace niet
onmogeljjk.
Eindelijk schreef een goede ziel aan den
beroofden vader, die terstond heensnelde als
een verterende vlam een vlam, die zich
in rook oploste, toen hem de knaap getoond
werd en hjj bevond, dat Beatrice's bescherme
ling in niets <>p zijn verloren zoon geleek.
Ondanks dit verstomde het praatje niet en
de monschen hieven er bjj, trots de krachtige
ontkenning der Talberts, dat het kind dan
zeker de spruit van een anderen edelman was,
wiens vrouw het om onbekende redenen aan
de Talberts had toevertrouwd.
Het is een weldadig gevoel, voor den be
schermer van een bedreigde gravin of herto
gin gehouden te worden, en de Talberts, in
het bjjzonder Horace, die in het openbaar
om het praatje lachten, voelden zich innerlijk
daardoor zeer gevleid. Wellicht was het aan
dit gevoel toe te schrjjven, dat Horace op
een morgen Beatrice door de opmerking ver
raste „Als je het kind werkeljjk behouden
wilt, zullen we tenminste een kindermeisje
Zjj zeide niets, maar gaf haar oom
zullen op het waardeloozc van officieole ge
ruststellingen wjjzon. Maar meer nog dan de
verzekeriogen zelve spreekt tot ons de geest,
waarin het woord gevoerd werd.
Killlnger.
Naar „De West" vermeldt, is den oud-
inipectenr van politie in Suriname, Killinger,
die iudertjjd wegens samenzwering tot oproer
ter dood veroordeeld werd, maar bjjwjjzo
van gratie zjjne straf verminderd zag in vjjf
jaron gevangenisstraf, gratie verleend met
mg. van 1 Dcc. a.s.
Prinses Auguste Victoria.
Uit Munchen wordt gemeld, dat priDses
Augnste Victoria, de gemalin van koning
Mannel, einde October het ziekenhuis daar
kunnen verlaten en dan weer naar hare
ouders te Sigmaringen terug zal keeren.
Koning Mannel zou spoedig daarop naar
Engeland vertrekken. Volgens sommige Doit-
sche kranten, zon de scheiding tnsschen de
echtgenooten misschien van langen daur
kannen zjjn.
Koning Mannel laat echter het gerncht
tegenspreken, dat de prinses gezegd zou
hebben, dat zjj nooit meer met hem sou
willen samen leven.
Successierechten.
De fiscus van den staat New-York heeft
n cersto voorloopige betaling ontvangon
van successierechter, verschuldigd door de
erfgenamen van Pierpont Morgan. Dit was
een aardig bedrag. Het departement van
financiën te Albany ontving n.1. 2,500,000
dollars.
Het onbekende roofdier.
De Weensche correspondent van de N.B.Ct.
ieft onlangs het eou en aDder gemeld over
een onbekend roofdier, dat ia Stiermarken
onder het vee huishield en voorloopig boeren-
schrik werd genoomd. Honderden jagers ge
steund door soldaten, waren er op uitgetrokken
om het ondier te schieten. Een telefoonnet
over het verontruste gebied verspreid,
kt do onderscheiden groepen jagers in
onderling contact sonden kannen bljjven.
Die jacht nn heeft, naar wjj lezen, geen
succes gehad. Men heeft er te doen meteen
uitgestrekt terrein van wel 1000 M.8, dat
bergachtig en dicht begroeid is, diepe ra?y'nen
doorsnjjden het, die tallooze schuilplaatsen
voor het wild geven. Want nit de sporen,
de wjjze waarop het vee is verscheurd en
de gevonden uitwerpselen van het roofgedierte
hebben de mannen van het vak, waaronder
de leeuweojager Bronsart von Schellendorf,
opgemaakt, dat men niet met ëén, maar met
verscheiden roofdieren te doen heeft, bohoo-
rende tot twee groepen, en wel de hondach
tige (wolven en hyena's) en de katachtige
(een leeuwin mot haar wolpen).
Zjj moeten uit oen beestenspel zjjn ont
snapt. Van het beestenspel, waar men dio
dieren dan toch zon moeten missen, leest
men echter niets.
De roofdieren verscheuren niet alleen nit
honger, maar ook om hun bloeddorst te be
vredigen, wat hieruit bljjkt, dat zjj meer
dieren verscheuren, dan zjj kunnen opeten.
Zoo werden op een weide gedurende ëéo
nacht 26 schapen, alle aan den hals dood-
gobeten.
Het roofgedierte besluipt des nachts het
slapend vee nn bespringt hot van vlak bjj.
Van een rund had een roofdier de rugge-
graat uitgebeten, de sporen der klauwen van
dn voorpooten waren aan de hals, die van
de achterpooten in de lendenen dnideljjk
zichtbaar. Een en ander was een dnideljjk
bljjk dat men met eon leenw te doen had.
Een anderen keer vrat het roofdier van
een rund een stuk af van ongeveer 35 k.g. en
sprong er mee over een aantal tuinmuren
heen, waarvan eenige twee meter hoog waren.
De bevolking in de geteisterde streek ver
keert in stjjgende onrnst, daar zjj vrooBt, dat
als het vee nit de weide is gehaald, hot
roofgedierte tot monscholjjke woonplaatsen
zyn tochten sal uitstrekken. Men durft de
kinderen niet meer naar afgelegen scholen
te sturen. Sinds eenige dagen vermist men
een gendarme nit Graz en men vreest dat
hjj door de beesten verslonden is.
De blijmoedige van barte.
Ik hoorde dezer dagen melding maken
in iemand, die tot voorbeeld werd gesteld
vanwege zjjn waarachtig bljjmoedigen aard.
Hjj was oorspronkeljjk een welgesteld man,
die zjjn fortuin belegd had in soliede fond
sen. De fondsen bleken in den loop der
jaren minder soliede te zjjn, zoodat zjjn ver
een dankbaren kus. Zjj moest het kind zeer
lief gekregen hebben, want haar uogen stonden
vol tranen.
Des namiddags reed zjj naar Blacktown
en voorzag het kind van top tot teen van
aardige kleedingstukken. Horace en Herbert,
die nauwkeurig met de waarde van linnen
en batist op de hoogte waren, verwonderden
er zich over, hoever hun nicht zich door haar
gril liet meeslepen. Ze gevoelden zich een
weinig gekrenkt, dat hun hulp niet was in
geroepen, want zjj deden gaarne inkoopen
en verstonden het zoo goed als de meest
ervaren huisvrouw.
Daarentegen rustte de zorg voor het kinder
meisje alleen op hen. Wanneer de Talberts
een huisvrouwendeugd in hoogere:» graad
bezaten dan de andere, was het zeker hun
talent, geschikte dienstboden te zoeken.
Wanneer ze bjj een dame inlichtingen in
wonnen omtrent een dienstmeisje, lieten zij
zich niet met algemeenheden, als eerlijkheid,
zindelijkheid en dergelijke afschepen, maar
stelden een waar kruisverhoor in, tot ze vol
komen op de hoogte waren en wisten, of zij
huren wilden of niet Menig jong meisje, dat
vol vortrouwen, in de verwachting van een
goed betaalden, lichten dienst, tot de rijke
vryge/ellen gekomen was, had zich deerlijk
vergist. Velen verklaarden, dat twintig meeste
ressen niet zoo erg. waren, als deze twee
heeren. Evenwel was het een goede dienst
en een meisje, dat een jaar bij de Talbert;
gediend had, kon iri de omgeving de beste
plaats bekomen. Na lang overleg hadden ze
onder de velen, die zich hadden aangemeld,
een kindermeisje gevonden, dut aan hun
eiscben voldeed, dat geen bekenden
natuurlijk tot de hoofdkerk behoorde, alle
twee maanden ten avondmaal ging en,
mogen aanzienlijk slonk. Het had geen in
vloed op zjjn bljjmoedigheid. Hjj bezat een
allerliefst huis, ergens buitent et hnis ver
brandde, en het was veel te laag versekerd.
Doch de bljjmoedige glimlachte, opmerkende,
dat het hais eigenljjk nooit geheel naar zjjn
sin was geweest. Zjjn derde ongeluk was
een ramp, die hem op het verlies van zjjn
beide voeten kwam te staan. Zjjn vrienden
kwamen hem hun leedwozen betuigen, mee-
nonde, dat ditmaal zjjn blijmoedigheid wel
behoefte moest hebben aan eenigen stenn.
Doch tot hun verbazing vonden zjj hem glim
lachende in zjjn bed liggen, terwjjl hjj op
zjjn bljjmoedigsten toon zeide rEigenljjk
had ik vroeger altjjd last van koude voeten,
en daar bon ik nn gelukkig van af."
De Hoadepen.
's Avonds half tien.
Een open bijwagen van Ijjn 9 met vier
passagiers, plns een welgedane dame met
een even welgedane hoed en den conducteur.
Gut, dame, weet u wel, dat u geen
doppie op uw hoedopen heeft? aldus de con
ducteur.
Och, kom, dat meent u toch niet?
En óf, juffie. Voelt uwes maar es, maar
voorzichies au, hoor, anders prik je je nog.
Die dinge benne ook zoo scherrep.
De juffrouw deponeert haar tasch en muziek
rol op het bankje tegenover zich en woelt
met haar banden in de groote blauwe strik,
die wreedaardig doorpriemd is dooreen tweetal
veojjnig glinsterende pennen.
Weer verloren, klaagt de juffrouw. Dat
is al do derde van de week.
Knnne nooit goeie geweest zjjnzonder
kettinkie deran natunrljjk.
Wat bedoelt u? vraagt de dame, nog
maals de scherpe punten met de vingertoppen
botippende.
Doppiea zonder kettinkie deran. Een
oogenblikkie Marrekeplein en Breestraat
nog iemand
Kjjk, juffrouw, deze bedoel ik, vervolgt
de conducteur, terwjjl hjj een witte dooi uit
kutje haalt. Deze mot je hebbe, juffrouw.
Met kettinkies. Verlies je nooit.
De doos gaat open en een aantal „doppies
met kettinkies", waarop imitatiediamanten in
alle kleuren van den regenboog, vertoonen
zich aan de verbaaado oogen dar dopjes-
looze joffer.
Hier, zoo'n blauwe, put het best bjj
de klenr van nwes hoed. Zal ik ze der maar
es opprikke? En de daad bjj het woord
voegende, steekt de koopman-conducteur zjjn
handen onder den enormen strik en vangt
zjjn operatic aan.
Zoo, die zal nwes wel nooit meer ver
lieten evenmin als uwes hoofd zelf.
Wablief? Hoeveel?.... Laat 's kjjke,twee
maal twintig plus een enkel reissie, da's vjjf
en veertig. Een koopie; in een winkel be
taal jo veel meer.
Do passagiers grinneken en de conducteur
gnuift als de welgedane juffer, wier beveiligde
hoed er thans uitziet als de kettingboot, de
tram verlaat. (De Telegraaf)
Deze anatomische rariteiten gelezen in een
schoolblad
„Terwjjl de Amsterdamse onderwjjeers ge
acht kunnen worden hun hoofden onder de
knie te hebben de ziekelike uitzonderingen
bewjjzen bjj ons de regel is Den Haag nog
in tien jaar zover niet en Botterdam nog in
geen vjjflien."
Wjj kennen plaatsen, waar zjj deze acrobatie
nooit zullen leeren.
HET OHFATSOENLIJKE
VERHAAL.
Dit verhul wordt uiterst oofatsoonljjk en
wjj hebben lang geaarzeld alvorens het aan
de openbaarheid prjjs te geven. De over
weging nochtans, dat, evenals zoo vaak nit
deze onze geschiedenissec, een leerrjjke mo
raal nit ons onopgesmukte, aan de streDgste
eiacken der welvoegeljjkheid niet voldoende
verhaal te putten is, on do wetenschap, dat
wjj daardoor wie weetl der mensch-
hoid een dienst bewijzen, geeft ons vrijmoe
digheid onze geschiedenis te verhalen.
Alzoo, voene la galère!
Een kleiD, lillipntterig kereltje stond op
een der vele bruggen onzer goede stad en
hnilde, hartverscheurend, oorverdoovend.
Zjjn vuile wangen waren kaleidoscopisch
gevlekt van al do tranen, die zyn zwarte
vingertjes er op nit wreef; zjjn blauwe,
vriendeljjke oogjes waren bestoven als des
I
morgens dc bloem door den danw, zyn
aardig wipneusje, in gewone omstandigheden
in harmonie met het bolronde gezichtje, was
roodgepunt en pnilde dies zeer onaeatbetisch
nit hot gelaat nit. De beide wangetjes, friach
als de meibloesem, in gewone omstandig
heden wellicht zacht en mollig od rose als
kleine speldenkussentjes, waren vuil en hard
als leder slechts de tandjes 't jonge
mensch was nog niet aan 't wisselen too
parelden als ivoor tegm de roode lippen af.
Zoo wu mjjn heldje een aantrekkeljjko
verscbjjning voor wie hem, des Zaterdags
avonds, frisch uit de badkuip zou zien rond
loopen in helder hansopje thans echter
wa. hjj het toonbeeld van verval en ont
aarding. Want boven en behalve dcD oitor-
ljjken stut zjjn* lichaam*, was ook zjjn
kleeding verro van behoorljjk: ons kereltje
ik zal hem Pietje noemen voor nw en
mjjn gemak had hinder van een klee-
dingstuk. Ware ik een knisch Engelschman
ik zou mjj niet vermeten het onfatsoen-
ljjke kleedingatuk, dat Pietje kwelde, te
noemen daar ik echter mjjn geschiedenis
begon met de opmerking dat zjj onfatsoen
lijk zou zjjn, zie ik niet in, waarom den
lezer te verhelen, dat Pietje's broek hem
over de knieën was gezakt.
Dit had voor den onbevangen toeschou
wer verschillende voordooienten eerste
werd daardoor het uitzicht geopend op
Pietje's hagelwitte onderbroekje, hotgeen
weder aangename gewaarwordingen betref
fende de netheid van Pietje's moeder op
wekte, eu ten tweede werd voor eon deel
ontbloot Pietje's zeer dikke djjtjes, terwjjl
eene gissing naar de dikheid en molligheid
van daarachtergelegen en wegens hun vorm
in 't meervoud vervoegde lichaamsdeolen
kans van sucoes bood.
Pietje dan, in den hierboven beschreven
niterst verontrustten gemoedstoestand, stond
op de brug en onderging zjjn noodlot. Het
noodlot, waarde lezer, grjjpt n en mjj aan
op de meest onverwaebtte oogenblikken, het
achtervolgt n en laat niet af en wie telt de
sporen, die bet nalaat in uw en mjjn leven
Wie ontkomt aan de rimpels, die bet voor
hoofd, het gladde, tot een landkurt v<>|
arceeriogen maken, wie kan het ontloopea
en het achter sioh laten
Voorwaar, ik zeg uhet noodlot lut niet
af. Daarom alleen zou dit simpele verhaal
van kinderleed een hooge moraal bevatten
omdat hot n leeren kan dat ieder mensch,
hjj zjj groot of klein, zjjn noodlot heeft.
Maar er is meer. Er is meer, en de reden
waarom mjjn Pietje soo huilde is belachelijk
van eenvoud en vorheven van menacheljjk-
heid. Nadat ik mjj over Pietje heecgebogen
had en vergeefs getracht had zjjn onsamen
hangende nnikklankcn tot woorden en zinnon
aaneen te reien, gelukte het mjj, na hard
nekkig en energiek aanvragen, van den kant
van Pietje de volgende inlichting omtrent
zyn desolaten toestand te krjjgen: iPietjo
mothi hipipi doen".
Stel n mjjn toestand en dien van het kind
in kwestie voor! Denk n er in, dat een
dergeljjke situatie geschapen wordt op klaar
lichten dag, midden op een brng vol menschou-
beweeg en kritisch gekjjk 1 En vraag u dan
af wien het noodlot heviger vervolgde Pietjo
die pipi moest of wjj, die ons opofferden aan
naastenliefde. ,Heb nw naaste lief als uzelf'
is een prachtige spreuk, maar niet toepasaelyk
op situaties als de mjjne.
Maar als de nood het hoogst is, is de
redding nabjj. De crisis zoo zich weldra op
voor beide partjjen zeer bevredigende wjjze
oplossen. Want van de gracht kwam aan
gestapt Pietje's tante, of moeder, of zuster
ik laat met opzet eenige speling om
niemand in verdenking te brengsD en
deze bleek op zich te willen nemen de taak
om Pietjo te asziateeren inzake ontwikkeling
van het begrip «pipi*. Waarna uw onder
danige dienaar zeer snel de plaat poetste.
Nu weet ik we), dat ik geen philosoof ben.
Dat ik niet eene bevredigende oplossing kan
geven van het wjjdvertakte wereldprobleem,
vol voetangels en klemmeD. Alleen dit weet
ik en de kleine Pietje heeft mjj dit dnideljjker
dan ooit gemaakt, dat het leven vol is van
verrassingen en dat, waar de nood het hoogst
is, redding nabjj is. En dat men het groote
memchen- en werelddrama, dat sinds eenwen
de maatschappjj beroert, niet hl te tragisch
moet opvatten, want dat, in veel gevallen,
alles behoorljjk op zjjn pootjes terechtkomt.
i) Behalve door het gewone woord „trousers" wordt
„broek" in de Enpelschc spreektaal aangeduid
door „the unspeakablcs" het onnoembare De
Engelsohman vindt het in tegenwoordigheid van
dames ongepast een broek een broek te noemen.
verlangen der Talberts, een cornet dragen be9te keukenmeid kan eenmaal een spjjs be
wilde. derven. Men moet alzoo niet un de bekwaam
Zoo was dus het geheimzinnige kind geheel heden der Talberts twjjfelen, omdat het
door hen aangenomen. Thans deed zich de kindermeisje niet voldeed. Zij waren in de
vraag voor, of het kind gedoopt was of niet. keus van keuken-, kamer- en huismciden zoo
Juffrouw Clayton was overtuigd, dat dit wel dikwijls gelukkig geweest, dat deze ëéne
het geval was, omdat het kind te zorgvuldig mislukking werkeljjk niet in aanmerking
gekleed was geweest, dan dat men kon aan- komen kan.
nemen, dat een zoo gewichtige zaak was We behoeven haar gebreken en misdaden
nagelaten. Wjjl ook de heer Mordle, die voor j niet afzonderlijk op te tellen het is vol
alles er voor bekend stond, dat hjj in zulke doende te weten, dat de Talberts op een
dingen beklagenswaardig nauw zag, een bcr avond uit de verte zagen, hoe een jongeman
haling der plechtigheid onnoodig achtte, zoo en een meisje elkaar hartelijk kusten. Zij
bleef de doop achterwege en men besloot, het konden het meisje niet herkennen, maar
kind I-Ienry te noemen, wjjl dit uaar oom waren overtuigd, dat het tot hun huis be-
Horaco's ineening een naam was, die in j hoordezij lieten derhalve don vertrouwden
eiken stand paste. 1 Whittaker aan de zjjdeur wacht houden en
De familienaam bleef in het duistermen bevalen hem, de eerstkomende bjj hen 'e
hoopte, dat de tjjd of het toeval dien aan het 1 brengen. Natunrljjk ontkende zjj zij had
licht zou brengen. slechts een brief aan haar oude moeder weg
Alles, wat het kind bjj zjjn aankomst had gebrachtsprak evenwel niet met een jonge
aangehad, werd met de adreskaart in een man, laat staan dan. dat zjj zich omarmen
brandkast gelegd men kon deze zaken en kussen liet. Acb, die vrouweljjke waarheids-
eenmaal voor het vaststellen van den persoon liefde! Op den rug van haar licht katoenen
noodig hebben. Zoo werd Beatrice in het bezit kleedje ontdekte Herbert, terwijl Horace het
van haar speeltuig bevestigd haar speel verhoor instelde, in zwarte aarde den afdruk
tuigReeds een maand was Henxy- de lieve- van vier vingers en een duim - een tuinmans-
ling van het gansche huis en de Talberts knecht was baar aanbidder! Zjj werd niet
schaamden zich te bekennen, hoe zeer zjj ontzien en moest na vier weken haar koffer
zich verheugden, dat zij aan Beatrice's gril pakken.
hadden toegegeven slechts werd het spoedig Nu werd er besloten een oudere persoon
algemeen bekend, dat de broeders wegens te zoeken en ditmaal ook Beatrice's meening
een lichte kinderziekte van Henry aange- te hooren. Op zekeren dag inehlde zich een
troffen waren bij het bestudeeren van Dr. bejaarde vrouw aan, die een buitengewoon
Bulls „Raadgevingen voor jonge moeders", gunstige» indruk maakte en zich uerbiedig.
Maar dit zal wel laster geweest zijn. maar niet kruipend voordeed, juist zooals de
Talberts het weDsebten. Doch zjj kon, helaas,
ZEVENDE HOOFDSTUK. geen getuigschrift toonen, daar zjj lang buiten
|j dienst was geweest. Zjj heette Miller, was
Ook de verstandigste kan dwalenook ds weduwe en scheen zoo geschikt, dat de
broeders besloten, van verdere inlichtingen
af te zien, wjjl de weinige, die ze bekoineu
konden, ten gunste van juffrouw Miller waren
uitgevallen. Zoo werd deze, die ook door
Beatrice geschikt geacht werd, in de plaats
van het lichtvaardige meisje aangenomen en
verwierf zich spoedig de tevredenheid van
het gansche huis. Horace en Herbert sloegen
haar den eersten tjjd scherp gade, konden
echter geen gebrek ontdekken en toen ze
uitgemaakt hadden, dat ze vier stukkon zeep
minder gebruikt had dan haar voorgangster,
begonnen ze tc gelooven, dat ze in haar oen
i schat hadden gevonden.
„Het kind is thans niet minder schoon dun
vroeger," zei Herhert tot Ilorace„ik was
steeds overtuigd, dat het meisje de zeep in
I het warme water liet liggen."
Zoo verliepen de laatste winter en dc
lentemaanden rustig en stil in Hazlewood.
De Talberts en haar nicht bezochten nn en
dan de voornaamste families of ontvingen
deze bjj zich. De eerste verwondering over
het kind was spoedig voorbij. Ieder was
overtuigd, dat het „iemand" was, maar nic
mand wist wie. Wanneer er al over gepraat
werd, veroamen de argelooze broeders liet
niet. Slechts eenmaul kwam een oude dame,
lady Bowker, Daar Hazlewood, om alles iu
beroering te brengen. Zjj bad de Talberts
j reeds als kinderen gekend en voelde ziel:
1 derhalve gerechtigd, hen om opheldering te
i verzoeken omtrent den knaap, die* door allen
oor het kind van voorname lieden gehouden
werd. Menschou, die iemand van de jeugd af
gekend hebben, zjjn in den regel zeer lastig.
(Wordt vervolgd.)