KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HoltèorToxol, Wiorfngon on Anno Poulownn. - No. 4241. Zaterdag 4 October 1918. mmmmmmmmammimmmmm* 4l»te Jaargang. 3 't Vliegend Blaadje p. 3m. 50 ct., fr.lp. po*t 75 ct., buitenland f 1.25 Pre- Zondagsblad 371 45 10.75 miên j Modeblad 65 75 t t M.- (Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tot Elke regel meer. Uewiji-ei'emplaar Vignetten en groote letters worden (tyj vooruitbetaling) 30 cent. r plaatsruimte berekend, Veraohijnt Dinsdag- sn Vrijdagmiddag, Uitgavar O. OE BOER Jr.t Hsidsr. 29. Intirc. Tsltf. <0. Eerste Blad. ■IEUWSBERICHTER. HELDER, 3 October. W. G. Boele Sr., ta Kampen. De bekende firma W. 6. Boele Sr., sigaren fabrikant te Kampen, zendt ons haar bekende nitgave Winterdienat 1913/14 voor de spoor wegen. Bohalve de noodige reclame voor de bij sigarenliefhebbers in smaak zijnde merken, bevat dit boekje een zeer dnideljjk kaartje, waardoor het raadplegen gemakkelijker wordt gemaakt. P. Molenaar Co., Westzaan. De „Wereldkroniek" van 27 September bevat, bjj een aastal fraaie foto's, een artikel over de bekende kindermeelfabriek der firma Molenaar, te Westzaan. Deze fabriek bestond 22 September 25 jaar, en aan den jjver en de werkkracht van den tegenwoordigen firmant is het te danken, dat ajj thans zoo'n vlucht heeft genomen als uit de bij het artikel ge voegde foto's blykt. Het eerste jaar van de fabricatie van het kindermeel werden 700 pakjes verkocht, tien jaar later meer dan een millioen, terwijl in den tegenwoordigen tjjd een groote uitvoerhandel van dit meel naar Dnitschland, Spanje en andere landen plaats heeft. Mr. Th! Heemskerk. Het nieuwbenoemds lid van den Baad van State mr. Th. Heemskerk is Dinsdag als zoodanig in de algemeene vergadering van genoemd Staatscollege door den vice-presi- dont, jhr. mr. Böell, beëedigd. Mr. Heemskerk zal sitting krijgen in de afdeeling voor de geschillen van bestnnr. Nederlandsche officieren naar Albanië. Beuter seint nit Londen: Wjj vernemen, dat de regeering de nilnoodiging van de mogendheden om de Albaneesche gendarmerie te organiseeren heeft aangenomen. Zij zal i u oen aantal officieren uitzenden, die een rapport zullen uitbrengen over de toestanden aldaar, teneinde te kunnen vaststellen hoe veel officieren noodig zullen zjjn. Annle Pascal, die sinds eenigen tijd in het gesticht te Grave verpleegd wordt, heeft Maandagavond een aanvankelijk geslaagde poging tot ont vluchting gedaan. Zjj wist bij bet avondeten aan de baar bedienende zuster te ontsnappen en deze in de kamer, waar zjj waren, op te sluiten. Heel gemakkelijk bereikte zij toen de straat, waar »y echter spoedig door eenige inwoners werd herkend, die den geneesheer- directenr dadelijk waarschuwden. Men heeft haar al gauw teruggevonden. Boven op een booisolder bleek zjj zich verborgen te hebben. „Wie zal het „De Bisicobank", het orgaan der Centrale Werkgevers-Bisicobank te Amsterdam,schrijft: „De Bijksverzekeringsbank is natuurlijk druk bezig met de voorbereiding der uitvoe ring van de artikelen 369 en 370 der In validiteitswet. Haar bestnnrsleden,baar hoogere en lagere ambtenaren sullen er heel wat torgen en arbeid mede hebben; de algemeeno administratiekosten der Bank zullen ook wegens verwarming, verlichting, bureaube hoeften en wat al niet meer dit jaar en volgende jaren veel hooger »tjn, dan zjj tot nn toe reeds waren. Veel van het te verrichten werk zal als extra-werk beloond worden, althans aan de lagere ambtenaren. Maar boe gaat het met de verdiensten van bestnnrsleden en hoogere ambtenaren, met de bureaukosten enz. die behooren te drukken gedeeltelijk op de nit- voering der Ongevallenwet, gedeeltelijk op die der Invaliditeitswet? De regeering heeft voor administratiekosten, te maken ter uitvoering van de genoemde artikelen, een krediet aangevraagd van f 100.000. Een deel van deze som is bestemd ter uitkeeriog aan de Bijksverzekeringsbank als vergoeding voor den door haar ambte naren voor' de Invaliditeitswet te verrichten arbeid. Het zou, zoo zegt de minister, toch niet billjjk zjjn, met de kosten voor dien arbeid, welke aan het algemeen ten goede komt, in het bjjtonder te belasten de werk gevers, die onder de Ongevallenwet vallen. Maar wie moet schatten hoeveel de voor de Invaliditeitswet verrichte arbeid waard is Bleef h^t bjj extra-betaald werk, dan FEUILLETOH. was dit gemakkelijk vast te stellen. Maar niet al het Invaliditeitswerk aal extra worden betaald. Te wiens lasten komen die kosten, als de schatting aiet jnist is? Wie moet be talen, als de administratiekosten voor de Invaliditeitswet, door anderen dan door de BJjksbank gemaakt, zoo hoog blijken, dat van die f 100.000 voor de Rjjksbank niet genoeg overschiet Wie betaalt de niet nit extra-salaris bestaande meerdere administratie kosten der Byksbank, die ten laste der In validiteitswet behooren te komen Het zjjn alle nog open vragon. Misschien zou alles terecht komen als de Bjjksbank werd gereorganiseerd. Hot staat voor ons vast, dat een behoorlijke organisatie der Rijksverzekeringsbank onvoorwaardelijk moet plaats hebben. Het daartoe ingediende wetsontwerp is ingetrokken. Wjj achten het gelukkig, dat de organisatie niet soo zal worden als in dit ontwerp werd voorgesteld. Maar in afwachting dat die noodzakelijke organisatie tot stand is gekomenwie zal het grootste deel van de administratiekosten inzake invaliditeitsverzekering betalen Wjj vreesen voorloopig met groote vreoze, dat het de werkgevers sollen zjjn, die verzeke- ringsplichtig zjjn ingevolge de Ongevallen wet." De verdediging van Nederlandsch-lndië. In een tweetal artikelen in het „Handels blad", onder bovenstaanden titel, bespreekt „Hastatus" het rapport der Begeerings- commissie inzake de verdediging van Neder landse!) Indië. Dat rapport maakte op den schrjjver een „allesbehalve bevredigenden indruk." Met kwistig.) hard wordt ovor do millioenen beschikt, en de verbetering, die het voorstel geeft, staat niet in evenredig heid tot deze kosten. Door eene vergelijking van hetgeen wjj thans hebben en van hot- geen wjj zonden krjjgen, toont de scbrjjvor dit aan. Het door den heer Bambonnet voorgestelde schip van pl.m. 15.000 ton, van het type Espana, zou volgens deze autoriteit voor ods doel in alle opzichten geschikt zjjn, en een viertal van deze schepen, goed bemand en goed geoefend en gesteund door een torpedo- vloot met onderzeebooten, zon, soowel hier te lande als in Indië, ods die krachtsont wikkeling verzekeren, welke wjj als kleine natie in oorlogstijd noodig hebben om te voorkomen, dat wjj hulpeloos in den storm rondzwalken en elk oogenblik gevaar loopen van te stranden. Telkens, wanneer men de in de vergadering der marine officieren ge houden redevoeringen naleest, zoo gaat de schr. voort, eene vergadering, welke door ongeveer 100 marine officieren werd be woond, die zich bijna eenstemmig met de denkbeelden van den inleider vereenigden, verrijst de vraag, waarom de Staatscommis sie deze vingerwijzing nit drn boezem der ine niet ter harte heeft genomen on dit scheepstype heeft aanvaard. De samenstelling der vloot volgens de plannen der commissie eischt natnurljjk een grootere formatie aan personeel, en daar dit volgens de thans geldende formatie niet wel te bereiken is, wil zjj deels nit inlanders, deels door het indeelen van militie-plichtigen bjj de Indische vloot dit tekort trachten aan te vnllen en daartoe den werkeljjken dienst tijd stellen op 2 jaar, waarvan jaar ia de tropen worden doorgebracht. Tot nog toe leverde het gebroik van in landers op de vloot niet die resultaten, die men er zich van voorstelde, meent de schrjjver. Wel echter meent hjj eene lans te mogen breken voor het gebruik van militie. Het vrjjwilligersstolsel voor marine en leger heeft afgedaan, daarbjj komt, dat de tegenwoordige slechte geest onder de vrijwilligers het wen- scheltJk maakt zeemilitie in te voeren. Maar dan moet de werkeljjke diensttijd niet 2, maar 3 jaar zjjn. Ij jaar in de tropen acht de schrijver veel te kort, daargelaten nog de vraag van de hooge transportkosten. Nog bespreekt deze deskundige de kwestie van de vlootbasis in Indië. De commissie stelt Tandjong Priok voor in de plaats van Soerabaja. Natuurlijk heeft deze haven veel voor, maar men heeft indertjjd wjjseljjk laatstgenoemde gekozen omdat men die met betrekkelijk geringe kosten in orde kon maken, terwjjl voor de inrichting van Tand jong Priok als vlootbasis groote uitgaven zonden gemoeid zjjn. Toch komt thans de commissie met een bedrag van 43 millioen aan, hetgeen eene vermeerdering beteekent van 20 millioen voor Nederland en Indië samen. Die kosten, welke thans 25,4 millioen bedragen en door het voorstel der commissie op 45,5 millioen zouden worden gebracht, zonden dan geljjkeljjk door Nederland Indië moeten worden gedragen, hetgeen dns voor beide landen beteekent oen nitgave van f 22.250.000, d.i. ruim 14 millioen per jaar meer voor Indië. Daarentegen wil de commissie dan op het leger bezuinigen door vermindering, het geen een 6 millioen zou scholen. De schrjjver begrjjpt niet hoe de Commissie tot deze ver mindering heeft kuDnen besluiten of het moest zyn om «enigszins tegemoet te komen aan de critiok die op eon zoo belangrijke verhooging van het marinebudget niet zal nitbljjven. Maar hjj acht die vermindering van do sterkte tot op 3/a geenszins wenscbe- ljjk. Intogendeel zal uitbreiding van ons leger in Indië door invoering van militie, niet achterwege mogen bljjven. Naar „Hastatus" meening had de bezuiniging niet moeten worden gezocht op het leger, doch op het vlootplan zelf met den aankleve daarvan. Onverklaarbaar is, aldus gaat do schrjjver voort, de kwistigheid van de Staatscommissie met de millioenen, nadat zjj kennis genomen had van de nota betreffende de financiën ia Ned.-Indië, waarin de nitkomsten van de begrootingsjaren 19001910 zjjn verzameld en eene beschouwing wordt gegeven over de mogeljjke stijging van do middelen in de naaste toekomst. Daaruit bljjkt onwederleg- baar, dat voorzichtigheid bjj het doen van uitgaven aantebevelen is. Krachtig heeft zich in dit opzicht het lid der Staatscommissie Van Gjjn uitgelaten, die o.a. van mecning was, dat, indien werkeljjk een uitbreiding van vlootnitgaven als de Commissie voor stelt, noodzakelijk wordt geacht, een finan- tioele noodtoestand zal moeten worden erkend en de groote vermogens sullen moeten bij passen. Concludeerende, acht „Hastatns" de Com missie een overtollige dure aardigheid, die tot geen ander resultaat heeft geleid dan dat de aanbouw van groote schepen een paar jaar is stop gezet, en dat in een tjjd, dat onze pantserBChepen typo-Kortenaer bjjna opgevaren zjjn en wellicht reeds in 1914 aan den dienst zullen moeten worden onttrokken dat onlangs 2 pantserdekschepen nit de sterkte der vloot zjjn afgevoerd en de vier overige spoedig sullen moeten volgen. De Indiiche Troonrede. Zoo noemt men de redevoering, door den gonverneur-generHal op 31 Anguslus, bjj den verjaardag der Koningin^ uitgesproken ter beantwoording van de rede van den woord- voorder der burgerjj. In gewone omstandigheden is voor ons weinig aanleiding om over deze rede iets te vermelden. Dit jaar echter heeft zjj een bizondere beteeken<s gehad. Indië maakt eenigszins onrustige tijden door, en zoo waren er velen, die hoopten, die vorwachtten, dat de landvoogd van de gelegenheid zon gebruik maken, om gerust- "ende woorden te doen hooren, dio, als komend van de plaats, waar zjj zonden ge sproken worden, ver zouden klinkeD. Aan die verwachting heeft de gouverneur- i:fraai ten volle voldaan. Iq zjjn antwoord op de rede van mr. 's Jacob liet de heer Tdenbnrg de woorden van geruststelling, welke nen van hem wachtte, op de duideljjkste en neest krachtige wjjte hooren. Geruststelling omtrent den aard der bewe ging, welke in Indië zoovele gemoederen in onrust breDgt; geruststelling omtrent den wil en de macht der regeering, om die beweging, moebt het noodig bljjken, binnen perken te houdengeruststelling omtrent de door de regeering te volgen politiek, welk© tot een oplossing moet leideo. Wjj meenen, aldus zegt de „N. Bott. Crt." in een artikel over dit onderwerp, dat Indië en ook Nederland don gouverneur-generaal Idenburg dank schuldig zjjn voor de door hem gesproken woorden. Bjj velen, zoo hier als ginds, begon sich langzamerhand de over tuiging te vestigen, dat een gevaarljjke be wegiDg bezig was sich onder de verschillende categorieën der bevolking in Indië te teekenen, terwjjl het vermogen der regeering, om deze hetzij te bedwingen, hetzij in een goede richting te leiden, geenszins vast scheen te staan. En niet alleen in Nederland en in Indië schoot dat waandenkbeeld wortel. Beeds hebben bladen van de Straits Settlements, door sensatïoneele mededeelingen misleid, artikelen gewijd aan de ontust op Java; een logende is in de maak, welke aan den naam van Nederlandsch-Indië groote afbreuk kan doen. Daarom is het goed, dat de gouverneur- generaal gesproken heeft, en dat bjj gespro ken heeft geljjk bjj deed. Zeker, ongeloovigen HET PLEEGKIND. hij het dan niet open- ljjk, inplaats van Beatrice voor zijn zaak te laten vechten Alles, wat Beatrice van hem verkrijgen, was een uitstel van enkele Dom Horaco gevoelde zich onbehaagljjk. „Mijn beste, je vergeet, dat het tot slechte praatjes aanleiding geven zal." „Slechte praatjes? Wat voor slechte praat jes Horace werd rood het viel moeilijk dit eon onschuldig jong meisje te verklaren. „Hm!... je moet niet vergeten, dat we ongehuwde, nog niet zeer oude mannen zijn. Zoodra liet bekend wordt, dat wjj een kind houden, dat ons op zoo'n eigendommelijke manier werd toegezonden, geven we de ver- deuking en den laster voedsel. Ben je dat met me eens, Herbert?" „Ik vrees, Beatrice, dat het zoo zal zijn," zei Herbert droevig. Miss Clayton richtte sich trotsch op dit was een beweging, die haar ooms gaarne zogen en die steeds indruk op hen maakte. „Zeker," zei zjj, „zijt gjj toch boven iedere verdenking en laster verheven!" Het deed hun goed te denken, dat het zoo was. Ze gevoelden, dat Beatrice geljjk had. Wat hadden ze zich om booze praatjes te bekommeren? Hun huiseljjke deugdeu waren toch zeker boven allen twjjfel verheven. Als Horace deze groote waarheid duidelijk werd, voelde hjj zich wonderlijk gelukkig. Niet tegenstaande dat, was bet toch zijn plan, niet toe te geven. Hjj was boos op zjjn broeder, wjjl hij overtuigd was, dat deze den knaap in huis weoschte te houden als dit Ti dezen tijd ontstond er echter in de buurtschap een gerucht, dat vermoedelijk ook den betrokkenen, den gebroeders Talbert, ter oore kwam. Het heette, dat zij den oud9ten zoon van een als geheel verworpen bekenden lord her bergden, wiens kind op geheimzinnige wjjze verdwenen was zjjn beleedigde vrouw had het kind voor hem iu veiligheid gebracht. Daar bedoelde dame met de Talberts be kend was, scheen de zaak zelfs Horace niet onmogeljjk. Eindelijk schreef een goede ziel aan den beroofden vader, die terstond heensnelde als een verterende vlam een vlam, die zich in rook oploste, toen hem de knaap getoond werd en hjj bevond, dat Beatrice's bescherme ling in niets <>p zijn verloren zoon geleek. Ondanks dit verstomde het praatje niet en de monschen hieven er bjj, trots de krachtige ontkenning der Talberts, dat het kind dan zeker de spruit van een anderen edelman was, wiens vrouw het om onbekende redenen aan de Talberts had toevertrouwd. Het is een weldadig gevoel, voor den be schermer van een bedreigde gravin of herto gin gehouden te worden, en de Talberts, in het bjjzonder Horace, die in het openbaar om het praatje lachten, voelden zich innerlijk daardoor zeer gevleid. Wellicht was het aan dit gevoel toe te schrjjven, dat Horace op een morgen Beatrice door de opmerking ver raste „Als je het kind werkeljjk behouden wilt, zullen we tenminste een kindermeisje Zjj zeide niets, maar gaf haar oom zullen op het waardeloozc van officieole ge ruststellingen wjjzon. Maar meer nog dan de verzekeriogen zelve spreekt tot ons de geest, waarin het woord gevoerd werd. Killlnger. Naar „De West" vermeldt, is den oud- inipectenr van politie in Suriname, Killinger, die iudertjjd wegens samenzwering tot oproer ter dood veroordeeld werd, maar bjjwjjzo van gratie zjjne straf verminderd zag in vjjf jaron gevangenisstraf, gratie verleend met mg. van 1 Dcc. a.s. Prinses Auguste Victoria. Uit Munchen wordt gemeld, dat priDses Augnste Victoria, de gemalin van koning Mannel, einde October het ziekenhuis daar kunnen verlaten en dan weer naar hare ouders te Sigmaringen terug zal keeren. Koning Mannel zou spoedig daarop naar Engeland vertrekken. Volgens sommige Doit- sche kranten, zon de scheiding tnsschen de echtgenooten misschien van langen daur kannen zjjn. Koning Mannel laat echter het gerncht tegenspreken, dat de prinses gezegd zou hebben, dat zjj nooit meer met hem sou willen samen leven. Successierechten. De fiscus van den staat New-York heeft n cersto voorloopige betaling ontvangon van successierechter, verschuldigd door de erfgenamen van Pierpont Morgan. Dit was een aardig bedrag. Het departement van financiën te Albany ontving n.1. 2,500,000 dollars. Het onbekende roofdier. De Weensche correspondent van de N.B.Ct. ieft onlangs het eou en aDder gemeld over een onbekend roofdier, dat ia Stiermarken onder het vee huishield en voorloopig boeren- schrik werd genoomd. Honderden jagers ge steund door soldaten, waren er op uitgetrokken om het ondier te schieten. Een telefoonnet over het verontruste gebied verspreid, kt do onderscheiden groepen jagers in onderling contact sonden kannen bljjven. Die jacht nn heeft, naar wjj lezen, geen succes gehad. Men heeft er te doen meteen uitgestrekt terrein van wel 1000 M.8, dat bergachtig en dicht begroeid is, diepe ra?y'nen doorsnjjden het, die tallooze schuilplaatsen voor het wild geven. Want nit de sporen, de wjjze waarop het vee is verscheurd en de gevonden uitwerpselen van het roofgedierte hebben de mannen van het vak, waaronder de leeuweojager Bronsart von Schellendorf, opgemaakt, dat men niet met ëén, maar met verscheiden roofdieren te doen heeft, bohoo- rende tot twee groepen, en wel de hondach tige (wolven en hyena's) en de katachtige (een leeuwin mot haar wolpen). Zjj moeten uit oen beestenspel zjjn ont snapt. Van het beestenspel, waar men dio dieren dan toch zon moeten missen, leest men echter niets. De roofdieren verscheuren niet alleen nit honger, maar ook om hun bloeddorst te be vredigen, wat hieruit bljjkt, dat zjj meer dieren verscheuren, dan zjj kunnen opeten. Zoo werden op een weide gedurende ëéo nacht 26 schapen, alle aan den hals dood- gobeten. Het roofgedierte besluipt des nachts het slapend vee nn bespringt hot van vlak bjj. Van een rund had een roofdier de rugge- graat uitgebeten, de sporen der klauwen van dn voorpooten waren aan de hals, die van de achterpooten in de lendenen dnideljjk zichtbaar. Een en ander was een dnideljjk bljjk dat men met eon leenw te doen had. Een anderen keer vrat het roofdier van een rund een stuk af van ongeveer 35 k.g. en sprong er mee over een aantal tuinmuren heen, waarvan eenige twee meter hoog waren. De bevolking in de geteisterde streek ver keert in stjjgende onrnst, daar zjj vrooBt, dat als het vee nit de weide is gehaald, hot roofgedierte tot monscholjjke woonplaatsen zyn tochten sal uitstrekken. Men durft de kinderen niet meer naar afgelegen scholen te sturen. Sinds eenige dagen vermist men een gendarme nit Graz en men vreest dat hjj door de beesten verslonden is. De blijmoedige van barte. Ik hoorde dezer dagen melding maken in iemand, die tot voorbeeld werd gesteld vanwege zjjn waarachtig bljjmoedigen aard. Hjj was oorspronkeljjk een welgesteld man, die zjjn fortuin belegd had in soliede fond sen. De fondsen bleken in den loop der jaren minder soliede te zjjn, zoodat zjjn ver een dankbaren kus. Zjj moest het kind zeer lief gekregen hebben, want haar uogen stonden vol tranen. Des namiddags reed zjj naar Blacktown en voorzag het kind van top tot teen van aardige kleedingstukken. Horace en Herbert, die nauwkeurig met de waarde van linnen en batist op de hoogte waren, verwonderden er zich over, hoever hun nicht zich door haar gril liet meeslepen. Ze gevoelden zich een weinig gekrenkt, dat hun hulp niet was in geroepen, want zjj deden gaarne inkoopen en verstonden het zoo goed als de meest ervaren huisvrouw. Daarentegen rustte de zorg voor het kinder meisje alleen op hen. Wanneer de Talberts een huisvrouwendeugd in hoogere:» graad bezaten dan de andere, was het zeker hun talent, geschikte dienstboden te zoeken. Wanneer ze bjj een dame inlichtingen in wonnen omtrent een dienstmeisje, lieten zij zich niet met algemeenheden, als eerlijkheid, zindelijkheid en dergelijke afschepen, maar stelden een waar kruisverhoor in, tot ze vol komen op de hoogte waren en wisten, of zij huren wilden of niet Menig jong meisje, dat vol vortrouwen, in de verwachting van een goed betaalden, lichten dienst, tot de rijke vryge/ellen gekomen was, had zich deerlijk vergist. Velen verklaarden, dat twintig meeste ressen niet zoo erg. waren, als deze twee heeren. Evenwel was het een goede dienst en een meisje, dat een jaar bij de Talbert; gediend had, kon iri de omgeving de beste plaats bekomen. Na lang overleg hadden ze onder de velen, die zich hadden aangemeld, een kindermeisje gevonden, dut aan hun eiscben voldeed, dat geen bekenden natuurlijk tot de hoofdkerk behoorde, alle twee maanden ten avondmaal ging en, mogen aanzienlijk slonk. Het had geen in vloed op zjjn bljjmoedigheid. Hjj bezat een allerliefst huis, ergens buitent et hnis ver brandde, en het was veel te laag versekerd. Doch de bljjmoedige glimlachte, opmerkende, dat het hais eigenljjk nooit geheel naar zjjn sin was geweest. Zjjn derde ongeluk was een ramp, die hem op het verlies van zjjn beide voeten kwam te staan. Zjjn vrienden kwamen hem hun leedwozen betuigen, mee- nonde, dat ditmaal zjjn blijmoedigheid wel behoefte moest hebben aan eenigen stenn. Doch tot hun verbazing vonden zjj hem glim lachende in zjjn bed liggen, terwjjl hjj op zjjn bljjmoedigsten toon zeide rEigenljjk had ik vroeger altjjd last van koude voeten, en daar bon ik nn gelukkig van af." De Hoadepen. 's Avonds half tien. Een open bijwagen van Ijjn 9 met vier passagiers, plns een welgedane dame met een even welgedane hoed en den conducteur. Gut, dame, weet u wel, dat u geen doppie op uw hoedopen heeft? aldus de con ducteur. Och, kom, dat meent u toch niet? En óf, juffie. Voelt uwes maar es, maar voorzichies au, hoor, anders prik je je nog. Die dinge benne ook zoo scherrep. De juffrouw deponeert haar tasch en muziek rol op het bankje tegenover zich en woelt met haar banden in de groote blauwe strik, die wreedaardig doorpriemd is dooreen tweetal veojjnig glinsterende pennen. Weer verloren, klaagt de juffrouw. Dat is al do derde van de week. Knnne nooit goeie geweest zjjnzonder kettinkie deran natunrljjk. Wat bedoelt u? vraagt de dame, nog maals de scherpe punten met de vingertoppen botippende. Doppiea zonder kettinkie deran. Een oogenblikkie Marrekeplein en Breestraat nog iemand Kjjk, juffrouw, deze bedoel ik, vervolgt de conducteur, terwjjl hjj een witte dooi uit kutje haalt. Deze mot je hebbe, juffrouw. Met kettinkies. Verlies je nooit. De doos gaat open en een aantal „doppies met kettinkies", waarop imitatiediamanten in alle kleuren van den regenboog, vertoonen zich aan de verbaaado oogen dar dopjes- looze joffer. Hier, zoo'n blauwe, put het best bjj de klenr van nwes hoed. Zal ik ze der maar es opprikke? En de daad bjj het woord voegende, steekt de koopman-conducteur zjjn handen onder den enormen strik en vangt zjjn operatic aan. Zoo, die zal nwes wel nooit meer ver lieten evenmin als uwes hoofd zelf. Wablief? Hoeveel?.... Laat 's kjjke,twee maal twintig plus een enkel reissie, da's vjjf en veertig. Een koopie; in een winkel be taal jo veel meer. Do passagiers grinneken en de conducteur gnuift als de welgedane juffer, wier beveiligde hoed er thans uitziet als de kettingboot, de tram verlaat. (De Telegraaf) Deze anatomische rariteiten gelezen in een schoolblad „Terwjjl de Amsterdamse onderwjjeers ge acht kunnen worden hun hoofden onder de knie te hebben de ziekelike uitzonderingen bewjjzen bjj ons de regel is Den Haag nog in tien jaar zover niet en Botterdam nog in geen vjjflien." Wjj kennen plaatsen, waar zjj deze acrobatie nooit zullen leeren. HET OHFATSOENLIJKE VERHAAL. Dit verhul wordt uiterst oofatsoonljjk en wjj hebben lang geaarzeld alvorens het aan de openbaarheid prjjs te geven. De over weging nochtans, dat, evenals zoo vaak nit deze onze geschiedenissec, een leerrjjke mo raal nit ons onopgesmukte, aan de streDgste eiacken der welvoegeljjkheid niet voldoende verhaal te putten is, on do wetenschap, dat wjj daardoor wie weetl der mensch- hoid een dienst bewijzen, geeft ons vrijmoe digheid onze geschiedenis te verhalen. Alzoo, voene la galère! Een kleiD, lillipntterig kereltje stond op een der vele bruggen onzer goede stad en hnilde, hartverscheurend, oorverdoovend. Zjjn vuile wangen waren kaleidoscopisch gevlekt van al do tranen, die zyn zwarte vingertjes er op nit wreef; zjjn blauwe, vriendeljjke oogjes waren bestoven als des I morgens dc bloem door den danw, zyn aardig wipneusje, in gewone omstandigheden in harmonie met het bolronde gezichtje, was roodgepunt en pnilde dies zeer onaeatbetisch nit hot gelaat nit. De beide wangetjes, friach als de meibloesem, in gewone omstandig heden wellicht zacht en mollig od rose als kleine speldenkussentjes, waren vuil en hard als leder slechts de tandjes 't jonge mensch was nog niet aan 't wisselen too parelden als ivoor tegm de roode lippen af. Zoo wu mjjn heldje een aantrekkeljjko verscbjjning voor wie hem, des Zaterdags avonds, frisch uit de badkuip zou zien rond loopen in helder hansopje thans echter wa. hjj het toonbeeld van verval en ont aarding. Want boven en behalve dcD oitor- ljjken stut zjjn* lichaam*, was ook zjjn kleeding verro van behoorljjk: ons kereltje ik zal hem Pietje noemen voor nw en mjjn gemak had hinder van een klee- dingstuk. Ware ik een knisch Engelschman ik zou mjj niet vermeten het onfatsoen- ljjke kleedingatuk, dat Pietje kwelde, te noemen daar ik echter mjjn geschiedenis begon met de opmerking dat zjj onfatsoen lijk zou zjjn, zie ik niet in, waarom den lezer te verhelen, dat Pietje's broek hem over de knieën was gezakt. Dit had voor den onbevangen toeschou wer verschillende voordooienten eerste werd daardoor het uitzicht geopend op Pietje's hagelwitte onderbroekje, hotgeen weder aangename gewaarwordingen betref fende de netheid van Pietje's moeder op wekte, eu ten tweede werd voor eon deel ontbloot Pietje's zeer dikke djjtjes, terwjjl eene gissing naar de dikheid en molligheid van daarachtergelegen en wegens hun vorm in 't meervoud vervoegde lichaamsdeolen kans van sucoes bood. Pietje dan, in den hierboven beschreven niterst verontrustten gemoedstoestand, stond op de brug en onderging zjjn noodlot. Het noodlot, waarde lezer, grjjpt n en mjj aan op de meest onverwaebtte oogenblikken, het achtervolgt n en laat niet af en wie telt de sporen, die bet nalaat in uw en mjjn leven Wie ontkomt aan de rimpels, die bet voor hoofd, het gladde, tot een landkurt v<>| arceeriogen maken, wie kan het ontloopea en het achter sioh laten Voorwaar, ik zeg uhet noodlot lut niet af. Daarom alleen zou dit simpele verhaal van kinderleed een hooge moraal bevatten omdat hot n leeren kan dat ieder mensch, hjj zjj groot of klein, zjjn noodlot heeft. Maar er is meer. Er is meer, en de reden waarom mjjn Pietje soo huilde is belachelijk van eenvoud en vorheven van menacheljjk- heid. Nadat ik mjj over Pietje heecgebogen had en vergeefs getracht had zjjn onsamen hangende nnikklankcn tot woorden en zinnon aaneen te reien, gelukte het mjj, na hard nekkig en energiek aanvragen, van den kant van Pietje de volgende inlichting omtrent zyn desolaten toestand te krjjgen: iPietjo mothi hipipi doen". Stel n mjjn toestand en dien van het kind in kwestie voor! Denk n er in, dat een dergeljjke situatie geschapen wordt op klaar lichten dag, midden op een brng vol menschou- beweeg en kritisch gekjjk 1 En vraag u dan af wien het noodlot heviger vervolgde Pietjo die pipi moest of wjj, die ons opofferden aan naastenliefde. ,Heb nw naaste lief als uzelf' is een prachtige spreuk, maar niet toepasaelyk op situaties als de mjjne. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabjj. De crisis zoo zich weldra op voor beide partjjen zeer bevredigende wjjze oplossen. Want van de gracht kwam aan gestapt Pietje's tante, of moeder, of zuster ik laat met opzet eenige speling om niemand in verdenking te brengsD en deze bleek op zich te willen nemen de taak om Pietjo te asziateeren inzake ontwikkeling van het begrip «pipi*. Waarna uw onder danige dienaar zeer snel de plaat poetste. Nu weet ik we), dat ik geen philosoof ben. Dat ik niet eene bevredigende oplossing kan geven van het wjjdvertakte wereldprobleem, vol voetangels en klemmeD. Alleen dit weet ik en de kleine Pietje heeft mjj dit dnideljjker dan ooit gemaakt, dat het leven vol is van verrassingen en dat, waar de nood het hoogst is, redding nabjj is. En dat men het groote memchen- en werelddrama, dat sinds eenwen de maatschappjj beroert, niet hl te tragisch moet opvatten, want dat, in veel gevallen, alles behoorljjk op zjjn pootjes terechtkomt. i) Behalve door het gewone woord „trousers" wordt „broek" in de Enpelschc spreektaal aangeduid door „the unspeakablcs" het onnoembare De Engelsohman vindt het in tegenwoordigheid van dames ongepast een broek een broek te noemen. verlangen der Talberts, een cornet dragen be9te keukenmeid kan eenmaal een spjjs be wilde. derven. Men moet alzoo niet un de bekwaam Zoo was dus het geheimzinnige kind geheel heden der Talberts twjjfelen, omdat het door hen aangenomen. Thans deed zich de kindermeisje niet voldeed. Zij waren in de vraag voor, of het kind gedoopt was of niet. keus van keuken-, kamer- en huismciden zoo Juffrouw Clayton was overtuigd, dat dit wel dikwijls gelukkig geweest, dat deze ëéne het geval was, omdat het kind te zorgvuldig mislukking werkeljjk niet in aanmerking gekleed was geweest, dan dat men kon aan- komen kan. nemen, dat een zoo gewichtige zaak was We behoeven haar gebreken en misdaden nagelaten. Wjjl ook de heer Mordle, die voor j niet afzonderlijk op te tellen het is vol alles er voor bekend stond, dat hjj in zulke doende te weten, dat de Talberts op een dingen beklagenswaardig nauw zag, een bcr avond uit de verte zagen, hoe een jongeman haling der plechtigheid onnoodig achtte, zoo en een meisje elkaar hartelijk kusten. Zij bleef de doop achterwege en men besloot, het konden het meisje niet herkennen, maar kind I-Ienry te noemen, wjjl dit uaar oom waren overtuigd, dat het tot hun huis be- Horaco's ineening een naam was, die in j hoordezij lieten derhalve don vertrouwden eiken stand paste. 1 Whittaker aan de zjjdeur wacht houden en De familienaam bleef in het duistermen bevalen hem, de eerstkomende bjj hen 'e hoopte, dat de tjjd of het toeval dien aan het 1 brengen. Natunrljjk ontkende zjj zij had licht zou brengen. slechts een brief aan haar oude moeder weg Alles, wat het kind bjj zjjn aankomst had gebrachtsprak evenwel niet met een jonge aangehad, werd met de adreskaart in een man, laat staan dan. dat zjj zich omarmen brandkast gelegd men kon deze zaken en kussen liet. Acb, die vrouweljjke waarheids- eenmaal voor het vaststellen van den persoon liefde! Op den rug van haar licht katoenen noodig hebben. Zoo werd Beatrice in het bezit kleedje ontdekte Herbert, terwijl Horace het van haar speeltuig bevestigd haar speel verhoor instelde, in zwarte aarde den afdruk tuigReeds een maand was Henxy- de lieve- van vier vingers en een duim - een tuinmans- ling van het gansche huis en de Talberts knecht was baar aanbidder! Zjj werd niet schaamden zich te bekennen, hoe zeer zjj ontzien en moest na vier weken haar koffer zich verheugden, dat zij aan Beatrice's gril pakken. hadden toegegeven slechts werd het spoedig Nu werd er besloten een oudere persoon algemeen bekend, dat de broeders wegens te zoeken en ditmaal ook Beatrice's meening een lichte kinderziekte van Henry aange- te hooren. Op zekeren dag inehlde zich een troffen waren bij het bestudeeren van Dr. bejaarde vrouw aan, die een buitengewoon Bulls „Raadgevingen voor jonge moeders", gunstige» indruk maakte en zich uerbiedig. Maar dit zal wel laster geweest zijn. maar niet kruipend voordeed, juist zooals de Talberts het weDsebten. Doch zjj kon, helaas, ZEVENDE HOOFDSTUK. geen getuigschrift toonen, daar zjj lang buiten |j dienst was geweest. Zjj heette Miller, was Ook de verstandigste kan dwalenook ds weduwe en scheen zoo geschikt, dat de broeders besloten, van verdere inlichtingen af te zien, wjjl de weinige, die ze bekoineu konden, ten gunste van juffrouw Miller waren uitgevallen. Zoo werd deze, die ook door Beatrice geschikt geacht werd, in de plaats van het lichtvaardige meisje aangenomen en verwierf zich spoedig de tevredenheid van het gansche huis. Horace en Herbert sloegen haar den eersten tjjd scherp gade, konden echter geen gebrek ontdekken en toen ze uitgemaakt hadden, dat ze vier stukkon zeep minder gebruikt had dan haar voorgangster, begonnen ze tc gelooven, dat ze in haar oen i schat hadden gevonden. „Het kind is thans niet minder schoon dun vroeger," zei Herhert tot Ilorace„ik was steeds overtuigd, dat het meisje de zeep in I het warme water liet liggen." Zoo verliepen de laatste winter en dc lentemaanden rustig en stil in Hazlewood. De Talberts en haar nicht bezochten nn en dan de voornaamste families of ontvingen deze bjj zich. De eerste verwondering over het kind was spoedig voorbij. Ieder was overtuigd, dat het „iemand" was, maar nic mand wist wie. Wanneer er al over gepraat werd, veroamen de argelooze broeders liet niet. Slechts eenmaul kwam een oude dame, lady Bowker, Daar Hazlewood, om alles iu beroering te brengen. Zjj bad de Talberts j reeds als kinderen gekend en voelde ziel: 1 derhalve gerechtigd, hen om opheldering te i verzoeken omtrent den knaap, die* door allen oor het kind van voorname lieden gehouden werd. Menschou, die iemand van de jeugd af gekend hebben, zjjn in den regel zeer lastig. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1