f
KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HoltÉor, Texel, WioHngon on Anno PaulownOm
Ho. 4246
Zaterdag 18 Ootober 1818
41* te Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3m. 50 ct., fr.|p. post 75 ct., buitenland 11.25
Hre- Zondagiblad 37J i *5 f 0.75
miën «fodebled 65 i 75 f1-
(Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 5 regel» (bij vooruitbetaling) 30 cent,
Elke regel meer6
Bewijs-exemplaar24
Vignetten en groote letter» worden naar plaatsmimte berekend.
VarMhjJiii Oimdag- au Vrijdagmiddag.
Uitgever C, OE BOER Jr., Halder.
BuraaaKoningstraat SS. Intarc. Tiltf. 60
Eerste Blad.
BIEUWSBERICHTEH.
HELDER, 17 Oetober.
Opening Militair Tehuis.
Onder zeer groots belangstelling had
Woensdagmiddag te half twee de plechtige
opening plaats van het nienwe Tehuis voor
Militairen aan den Kanaalweg.
Namens Zjjno Excellentie den Minister van
Marine was bij deze plechtigheid aanwezig
Z.E. den Vice-Admiraal F. C. E. L. Koster,
commandant der zeemacht, tevens commandant
der stelling van den Helder mot den staf.
verder het Tweede Kamerlid de heer C. van
der Voort van Zijp, de gep. generaal-majoor
J. G. U. Schoch, Voorzitter van den Neder-
landschen Militairen Bond, het Dageljjksch
Bestuur der gemeente, vertegenwoordigd in
de heeren Wethouders, het Bestuur der
Middernachtzending- ver eeniging, verschillende
autoriteiten van land- en zeemacht, Bonds
leden, vele particulieren en militairen met
hunne dames, enz., zoodat de groote boven
zaal van het nieuwe gebouw geheel gevuld
was.
De kleine kapel der Stafmueiek speelde
het Volkslied, toon te half twee Z.E, Vic»-
Admiraal Koster en gevolg binnentraden.
Alle aanwezigen stonden ter begroeting van
bun zitplaatsen op. Onmiddellijk daarna hield
de Voorzitter der afdeeling Helder van den
Nod. Mil. Bond, de hoer Bumpff, oene toe
spraak, waarb{} hjj de taak, de bijeenkomst
te openen, overdroeg aan generaul Schoch.
Deze, hierop het woord verkrijgende, heette
alle aanwozigen hartelijk welkom, en ging
daarna voor in gobed. Daarna voortgaande,
betoogde spr., hoe deze dag een dag is van
vreugde in het bijzonder voor deze afdeeling.
Een jaar of dertig geleden was spr. reeds in
correspondentie met den secr.-penningmeester
dezer vereeniging. De verzuchtingen omtrent
den financieelen toestand, die toen niet roos
kleurig was, beantwoordde de spreker altijd
met het troostwoordoch, elke vereeniging
beeft haar ups en downs. En siedaar, nu is,
in een tijd van voorspoed, dit aohoon Tehuis
verrezen. Spr. brengt zjjn hartelijke geluk-
Tfonschen, dat God de verwezenlijking van
dit ideaal heeft doen gelukken, en brengt
aan het Bestuur voor zjjn ijver en voort
varendheid hulde. In 't bijzonder geldt dit
voor den ijverigen Voorzitter, den heer Rnmpfi.
In de tweede plaats moet hulde gebracht
aan de Ministers van Marine on Oorlog,
ook de tegenwoordige, die de zaak krachtig
hebben gesteund. Zonder hulp van deze
autoriteiten ware Bjj zeker niet tot stand
gekomen. Spr. verzoekt den heer Koster den
dank te willen overbrengen aan de Ministers
voor dezen steun. Die steun brengt echter
verplichtingen mee, zoo gaat spr. verder. De
regeering verwacht vruchten van den ge-
plauten boom, in getrouwe plichtsbetrachting
en het hooghouden van de spreuk aan het
hoofd der statutendat godsdienst de bron
is van alle geluk. Het Hoofdbestuur heefc
in zijn statuten geschrevende geestelijke,
zedelijke en verstandige ontwikkeling van de
jonge mannen. Maar nooit is dat kerkisme,
is dat een drijven geworden, het is gebleven
een humanitair werk. Iedereen is volkomen
vrjj, niemand wordt gedwongen de godsdienst
oefeningen bjj te wonen, maar wel moeten
de bezoekers zich onderwerpen aan de regels
van het huis.
Een enkel woord rieht spr. vervolgens tot
de militairen. Spr. roept hen toe, dat, het
geen hun thans aangeboden wordt, hen tot
zegen moge zijn. Zeker zal daartoe ook
medehelpen het voorbeeld hun door de zee
helden van vroeger gegeven. Het is goed
gedacht om in het Instituut de beeldtenissen
van Do Ruytor en Tromp optehangen. Moge
hun geest ook in onze tehuizen worden aan
gekweekt en tot voorbeeld strekken!
Na deze toespraak klonken fanfares, on
hierna nam de heer L. Bumpl, Voorzitter
der Aid. Helder van den Mil. Bond het woord
en gaf eene korte uiteeczetting van de geschie
denis van het gebouw. Spr. wenschte niet van
meet af te beginnen, van 1877, het jaar der
oprichting af, dat zou to uitvoerig worden.
Alleen moet herdacht worden en het welkom
toegeroepen aan den heer Van Marmelsteijn,
den eenig-overlevende van de oprichters, op
het oogenblik hier aanwezig. Spr. schetst,
hoe hij in 1889 de moeieljjkheden leerde
kennen, die van dien aard waren, dat het
toenmalige Bestuur er het bijltje bjj neer
FEUILLETOB.
HET PLEEGKIND.
De donkere oogeu van de vrouw sprank
ten vuur. Zjj drukte haar gelaat tegen d<
tralies en staarde op het geschoren gezicht
voor haar. „Hoeveel geld wilt ge hebben
fluisterde zjj. I
De gevangene haalde de schouders op.
„Gold komt eerst in de tweede plaats in
aanmerking. Ik verlang naar echtelijke
teederheid.
Zjj wendde zich af en mat haar eigen ruimte
met groote stappen. De opzichter begon
lang te stellen in deze ongewone samenkomst.
De {vrouw scheen intusschen zjjn aanwezig
heid vergeten te hebben. Zij stampte mei
den voet en voegde don gevangene heftig
toe: „Wilt ge naar Amerika of Australië
gaan? Geld zal verschaft worden."
„In geen geval," antwoordde de gevangene
hoffelijk. jBuitendien," hij keerde zich
gemaakten eerbied tot den opzichter, „is het,
geloof ik noodig, mjj eenmaal per maand bij
de politie aan te melden?"
De opzichter knikte.
„God helpe ons!" steunde de vrouw. Dan
zei ze tot den gevangene: „Gjj zult het mij
laten weten, als ge vrjj zjjt?"
„O, ja, gjj zult spoedig genoeg van
hooren! Gjj zult een der eersten zijn, die ik
opzoek. Zoo ge voor heden niets meer te
zeggen hebt, mocht ik verzoeken, naar
ten teruggebracht te werden. Goed en rjjke-
moest leggen. De toestand was desolaat, en
men meende, dat het plantje, van hetwelk
men hoopte, dat het krachtig zou opgroeien,
verdwijnen moest. Toen trad spr. en de oude
heer Bakker eveneens aanwezig in
het Bestuur, en achter ons den krachtigen
steun van don Militairen Bond, was het moge
lijk reeds in '92 eene uitbreiding aan het
gebouw to geven en bjj de huur uit eigen
middelen al f 150.— bij te loggen. We
ons toen al wonder rjjk, maar eenige
jaren later bleek het gebouw al reeds te klein.
Zeer veel heeft minister Ellis gedaan, zjjn
liefde voor de matrozen was groot en hoofd
zakelijk door diens bemiddeling ontstond een
krachtige actie in het geheele land, waardoor
het mogolyk was de f 50000.voor dit ge
bouw bjjeen to brengen. Of het mogelyk zal
zjjn ons in de toekomst te redden, weten we
natuurlijk niet.
Spr. releveerde hierop hetgeen door de
uitvoerders van het werk gedaan is. In pl.m.
15 mdn. is het gebouw gereedgekomen; aan
den ingenieur-ontwerper, den heer W. M.
Dudok komt een woord van hulde, eveneens
aan den heer L. H. Vinkenborg die het uit
voerde, en veel kwesties had op te lossen,
dikwjjls veel details had te ontwerpen. De
heeren Gebr. Smit (aannemers), Gebr. Hooger-
dujjn 'schilderwerk), de onder-aannemer
Bischofi eu de heer Jac. Bakker, zjj
allen hebben tot volle tevredenheid van het
Bestuur gewerkt. Spr. brengt ze unaniem
hartelijk dank. Ook alle aanwezigen brengt
spr. dank, den vertegenwoordigers van H. E.
de Ministers van Marine (den heer Koster),
en van Oorlog (den heer Ophorot), het Bestuur
hier aanwezig, het gemeentebestuur, den heer
v. d. Voort v. Zijp, de verschillende Kerk
besturen, de heeron Schoch, v. d. Hegge Spies,
kortom allen. Ook de Chr. Onderoff. Ver.
is vertegenwoordigd. Zeer velen moesten
worden afgewezen, daar er voor de sollici
tanten geen plaats was, maar hedenavond
zullen zjj de gelegonheid hebben het gebouw te
bezichtigen. Spr. wenscht den huisvader
Teitsma cn zijn echtgenoote toe, dat Gods
zegen hen ook verder ondersteunen mag.
Weer klonken fanfares, en nu nam de beer
C. van der Voort van Zijp het woord.
Echter niet als Lid der Tweede Kamer, zelfs
niet als vertegenwoordigend eene hoedanigheid,
slechts als vriend van het Militair Tehuis.
Spreker wenscht drie gelukwenschen uit-
tespreken: lo. aan de militaire Autoriteiten,
dit Tehuis, dat geheel beantwoordt aan
de eiachen die aan militaire Tehuizen gesteld
worden, gereed is gekomen. Spr. was steeds
jaloersch op wat het buitenland in deze deed en
doet. Het was duideljjk, dat dit Tehuis er komen
moést, waar autoriteiten don last, neen, waut
een last mag de uitoefening der militaire plich
ten niet zjjo, den plicht, dio soms zwaar is,
verlichten kunnen. Ia do tweede plaats wenscht
opr. het Bestuur vau het Tehuis geluk. Zeer
vele zjjn do mooieljjkhoden geweest bjj het
tot standkomen, die moesten ovorwonnen. In
de derde plaats den vader en de moeder, wier
werkzaamheden beduidend toenemen zullen.
In de laatste jaren is de beteekenis van
leger eu vloot bjj ons volk meer en meer ge
voeld; het is niet bjj toeval, dat door goed
en kwaad gerucht leger en vloot meer dan
ooit de aandacht trekt. Daardoor wordt steeds
van de mannen geëischt, hooger ont
wikkeling en plichtsgevoel e» het Tehuis wil
dit aapkweeken. Niot, zooals een andere kring
dat wildoor het aanbrengen van het klaise-
bewustzjjn, maar door het aankweeken van
drie zakenwaakzaamheid, trouw en het vor
men van goede dienaars van het vaderland.
Waakzaamheidkjjk uit in donkere nachten,
weest waakzaam, opdat we weten wat we zjjn.
Trouwer is niets vreeselyker dan dat een
militair dient omdat bjj nu eenmaal dienen
o et.
Goede dienaars van het vaderland opdat
zjj tevens zjjn dienaars van God.
Spr. heeft geloof in dit werk: tot hiertoe
hielp ons God, hjj zal ons ook verder helpen.
Weder klonken fanfares, en admiraal
Koster nam het woord, om in het kort
niteen te zetten het doel der Militaire Tehnizen.
gaat een opvoedende kracht van nit, de
joDge schepeling, die hier komt moet een
Tehuis hebben, waar hjj vrjj is van de strenge
tucht aan boord. Spr. wees op de symbolische
beteekenis van de attributen, die m.m bjj het
binnenkomen aantreft, en die spreken van
leger en vloot. Onder het uitspreken van den
wensch, dat het bezoek mocht toenemeD, ver
klaarde spr het gebouw voor geopend.
Onder het spelen van het volkslied werd
op het balkon de vlag geheschen, waarna
allen instemden met een hiep hiep hoera!
Bloemstukkon werden aangeboden door den
lijk als de kost is, eet ik die toch liever
warm dan koud."
De ernstige opzichter kon een lachen niet
onderdrukken. De voor een bezoek gewoon
lijk gestelde tijd was nog lang niet ten eind
en het was voor hem nieuw, dat een ge
vangene die vrijwillig verkortte. Hij vroeg
juffrouw Miller„Heeft u nog iets te zeggen
„Neen," antwoordde zij somber.
De gevangene boog hoffeljjk voor haar,
als zjj de deur opende om weg te gaan. Zij
bleef een oogenblik op den drempel staan eu
zag nr. 1080 na, als hij weer naar zijn cel
terruggebracht werd. Dan ging zij naar de
wachtkamer terug, waar zij den Uoffelyken
beambte trol', die het eerst met haar gesproken
had. Van hem vernam zij, bjj wien zij nader
naar nr. 1080 inforraeeren kon. Zjj hoorde,
dat de gevangene, indien hij voortgiug zich
zoo goed alB nu te gedragen, ongeveer met
een half jaar zou vrijkomen.
„Wat wordt er dan van hem?" vroeg zij
verder. „Plaatst ge hem eenvoudig voor de deur
en zegt, dat hjj maken moet, weg te komen
„O, neen," lachte de beambte; „cr w>
gevraagd, of bjj familie heeft, waarheen hjj
kan gaan, of waar hij anders heen wil.
Daarheen wordt hem de reis betaald; hij be
komt ook kleeren en wat geld, dan moet hij
zelf zien, hoe hij verder komt."
Juffrouw Miller overlegde een oogenblik,
dan vroeg zjj„Is er niemand aan wien ik
schrjjven kan, om te verzoeken, mjj den dag
mede te deeleu waarop hjj vrij komt?"
als gjj met hem bevrind of ver
on zich zyner wilt aantrekken eu
direoteur schryft, zal deze
het u zonder twjjfel berichten."
„Ik dank u ten zeerste," zei juffrouw Mil
ler, streok haar zwarte kloederen terecht,
zjjt
ontwerper en de uitvoerders van het werk en
het Bes'.uur der Middernachtzending, waarna
de heer J. J. Adriaanse, namens een comité
van jonge mannen het woord kreeg tot het
aanbieden van een vereenigingsvlag.
Omstreeks twee jaar geleden, zoo vertelde
de heer Adriaanse, werd een commissie
gevormd die zich ten doel stelde het aanbieden
van een huldeblijk. Dank zjj veler mede
werking zelfs uit Indië kwamen bijdragen
was het spr. vergund eene gift aan het
BeBtuur to doen toekomen. Behalve dit bood
het comité een vlag aanhet symbool van
he' verbond tusschen Oranje en Nederland.
Onder het zingen van het Wilhelmus wordt
bedoelde vlag oranje, met het beeld van
de vrijheid, den Nederlandschen leeuw,
geheschen. De envelop, die spr. overhandigde
en welks inhoud bostemd was voor aankoop
van meubilair, bleek f 1000.— te bevatten,
een bedrag, dat, zookIb de heer Bumpff ver
klaarde, in goede aarde viel.
Verschillende andere geschenken volgden.
Namens de familie van wijlen vice-admiraal
Baren Sweerts de Landas Wyborgh werden,
met gelukwenschen, twee schilderyen aange
boden. Ex-minister Ellis sond insgelijks een
telegram met eenige geschenken, terwijl geD.
van Marle schriftelijk zijn leedwezen had
uitgedrukt door ziekte verhinderd to zijn aan
wezig te zyo. (Aud het slot van dit verslag
komen wjj uitvoeriger op die geschenken terug).
Telegrammen werden verzonden aan H. M.
de Koningin, aan generaal-majoor Van Marle
i minister Ellis.
Namens bezoekers van het Tehuis werd
vervolgens aangeboden de portretten van het
Kon. Echtpaarde hoer Van Marmel-
s t e i n gaf namens verschillende vrienden
eene bijdrage in geld en in inschrijvingen op
de obligatieleening, tezamen ruim f 800.
n en ander onder toepasselijke bewoordingen.
Kapt. t. z. C. J. v. d. H e g g e S p i e b
sprak namenB de Chr. Offlcieren-Vereeniging.
Gelukkig, dat hier de solidariteit wordt aan
gekweekt, spr. zou wenschen, dat ook do
officieren meer de Tehuizen bezochten, opdat
de camaraderie grooter worde.
Namens de Chr. Onderofficieren-Vereeni
ging sprak serg.-maj. Wier da. De heer
Bumpff deelde, in zjjn woord van dank mede,
dat uit Haarlem, waar deze spreker in gar
nizoen ligt, een bijdrage van f50.in geld
is gezonden voor aankoop van een klokje.
Ds. Stadig bood namens den Kerkersad
der Geref. Gemeente een barometer aan,
terwyl, uit naam van hot Nederl. Israëlitisch
Kerkbestuur b,i monde van den voorganger,
den heer Kleerekopor, gelukwenschen
werden aangeboden.
De heer R u m p ff dankte alle sprekers,
waarna de hoer v. d. Voort v. Zjjp, nadat
een koraal gezongen was, een dankgebed
uitsprak.
Na afloop bestond gelegenheid het gebouw
te bezichtigen, waarbij tevons ververachingen
worden aangeboden.
Hot gebouw, ontworpen door den ingenieur
W. M. Dudok (Leiden) en uitgevoerd door
den architect L. Vinkenborg D. Jzn. alhier,
is in alle opzichten naar do cischen des tjjds
ingericht. In de fraaie ontrés, welks vestibule
smaakvol betegeld is, vindt men, evenals
aan den voorgevol, een gedenkplaat, de namen
bevattend der oprichters van het oorspronke
lijke gebouw, dat in 1877 werd opgericht,
i der uitvoerders van het huidige.
Een naar beido zijden draaiende deur geeft
toegang tot een binnenhal, waarop de trap
naar do bovenverdiepingen en verschillende
vertrekken uitkomen. Allereorst komt men
in de conversatiesaal, een ruime zaal,
die door een glazen beschot in tweeën is
vordeeld. Het eene gedeelte kan voor sebrjjf-
saal worden gebruikt, doch ook, door de
glazen deuren open te zetten, bjj de con
versatietaal worden aangetrokken. Aan de
zyde van deze zaal is nog een apart
Het buffet, dat zich in de groote
zaal bevindt, is aan de zyde van dit zaaltje
geheel afgesloten, zoodat mou daar rustig
kan zitten lezen of praten. Achter het buffet
langs krijgt men toegang tot de woning van
conciërge, die oen aparte trap heeft
de op de bovenverdieping gelegen
slaapkamers (8 in aantal).
Nog vindt men gelijkvloers toilet- enbad-
amers, w.c. en een klein binnenplaatsje.
Op de eigenlijke binnenplaats is ruimte
voor een fiinken tuin, die stellig het volgend
voorjaar met tal van bloemen pryken zal.
Behalve de noodige bergplaatsen (o.a. voor
i) vindt men daar een fraaie kegelbaan,
sen practisch ingeriche goot voor de
die geruischloos terugloopeo. Deze
kegelbaan is tevens ingericht als schietbaan
met schijf. Ook een prieeltje bevindt zich
in den tuin.
De lees- en schryfzaal bevat fraaie platen
en schilderijen, de beide laatste zet
zichten van Ten Kate en Siorck ge
schenken van de familie van wjjlen don
Vico-Admiraal J. H. L. J. Baron Sweerts
de Landas Wyborgh, adjudant iu buitenge
wonen dienst van H. M. de Koningin. In de
zijzaal (conversatietaal) hangen verschillende
photos. Boven de schoorsteenen van beide
zalen vindt men tegoltableaux, gezichten vau
verschillende zeeslagen.
De vloeren in do benedenzalen zjjn van
houtgraniet, de entrée heeft ee% granieten
bevloering. Ook de bovengangen zjjn van
graniet.
W(j bestjjgen nu de brandvrije trap van
beton, en hebben, al opstijgende, gelegenheid
het smaakvol afgewerkte trappenhuis re be
wonderen, en komen zoo op do bovengaDg.
Boven vinden we allereerst de „Julianazaal",
een gezellig-ingericbte bestuurskamer, zoo
genoemd, omdat zy tooit mot een fraai portret
in lyst van H. K. H. Prinses Juliana, welk
portret is aangeboden door den gep. vice-
admiraal A. G. Ellis, Oud-Minister van Marine,
adjudant i. b. d. van H. M. de Koningin.
Verder vindt men er verschillende portretten,
van minister Ellis, van gen.-maj. H. W. van
Marle on wijlen den luiteoant-generaal Von
Wrangel anf Lindenberg, Voorzitter van het
Militair Gerechtshof, benevens nog andere
wandversieringen.
De groote „Oranjezaal" is versierd met
verschillende tropheeën, vlaggen en wapens,
o.a. hangt daar een zyden vlag met hot jaartal
1815, horinnoring aan de vrijwording, op
verzoek vau het Bestuur door het Departement
van Marino aangeboden. Deze zaal geeft aan
de voorzyde toegang tot twoe balkons.
De „Prins Hendrikzaal" is onmiddellijk
naast de Oranjezaal gelegen en kan daarmede,
zoo noodig, één geheel vormen door een
practiBChe inrichting, die men heeft range-
bracht. Men kan n.1. door middel van Wiison-
takels de schotten, die de beide zalen scheiden,
omhooghalen, waardoor men één groote
ruimte krjjgt. Deze Prins Hendriksaal, in
hoofdzaak gewijd aan de zeehelden, is ver
sierd met verschillende schilderijen, hierop
betrekking hebbende, aangeboden door het
hoofdbestuur van „Onze Vloot".
Evenals in de benedenzalen zjjn in de
bovenzalen overal tegeltableau boven den
schoorsteenmantel aangebracht, In het geheel
zjjn er zeven zulke tableaux, alle geschenken.
Het Departement van Oorlog heeft zich
>k niet onbetuigd gelaten, en zond een
atal schilderyen ter versiering.
Eon zeer ruime zolder bevat nooduitgangen
Ktx is zoo ïd gericht, dat, door het plaatsen
van eeDige schotten, men een aantal logeer
kamertjes verkrijgen kan, een noodmaatregel
in tyden van drukte. Op het oogenblik heeft
het gebouw 8 logeer- en studeerkamers.
klein, gezellig „vlaggezaaltjo", be
stemd voor vergaderingen van militairen
onderling, jongelmgsvereenigingen, etc. be
vindt zich op de eerste bal van het trappenhuis.
Dit is keurig ingericht met uitstekende
ventilatie.
Alle vertrekken zyn telefonisch aangesloten.
Aannemers zjjn Gebr. J. Smit, schilders
gebr. Hoogerduijn, terwijl de heer Jac. Bakker
Dz. de verlichting, waterleiding, closetin-
richtingon, etc. installeerde.
De in den voorgevel aan gebrachte ge-,
denkplaat is van zwart marmer, met de
afbeeldingen van een matroos en een infanterist
in de nieuwe uniform. De matroos houdt zen
vlag in do hand, waarin de woorden „Noder-
landscho Militaire Bond", de plaat draagt
verder cono inscriptie.
De gedenkplaat in de vestibule draagt de
volgende inscriptie
1877 Gedenkplaat 1918
Vereeniging afdeeling Helder Ned. Mil. Bond
Goedgekeurd by Kon. Besluit dd. 9 Dec. 1907
Tehuis voor Militairen.
Opgericht in 1877 onder leiding van do
heeren J. C. de Buisonjé, Pres., J. H. J.
Smidt, Socrt., A. Klik, Pann., P. F. Mar-
melstein en 'J. Ph. Marmelstein, leden.
Het gebouw is vernieuwd en in gebruik
genomen in het eorste eeuwjaar van Neerland»
Onafhankelijkheid MCMXIII onder Bestuur
i Heeren
L. Bumpff, Voorzitter.
P. v. Dalen, Sscretaris.
J. Visser, Penn.
J. Bakker Azn.,
Th. v. d. Sterre, f
J. H. Staalman,
A. Dokter,
leden.
verliet het tuchthuis en reed naar het station i
g. Daar haar tot het vertrek van den
trein naar Weymouth nog eenigen tijd over-
d, ging zij naar de Beach en zag naar
aden op de zee. Haar lippen bewogen
zich zacht, terwyl zy daar roerloos neerzat.
Zy zond een hartstochtelijk gebed ten hemel,
welks vervulling een zekere gevangene, nog
voor het eindigen van zijn straftyd, aan de
aarde zou hebben ontrukt. Een zonderling j
gebed, maar ten slotte niot meer zonderling
dan het gebed van vorsten voor het begiu
van een veldslag.
De trein vertrok eindelijk en bracht haar
naar Weymouth terug, waar zy iets gebruikte,
waaraao ze veel behoefte had. Door een
toeval vergiste zy zich in den tjjd en miste
den namiddagtrein. Tengevolge daarvan belde
zy eerst des avonds elf uur aan de deur van
Hazlewood aan. Het was regel in het wel
geordende huis, dat geen dienstbode na half
tien buitenshuis en wanneer er geen be
zoek was na half elf buiten het bed
mocht zijn. Haar gebieders hadden baar op
gewacht en riepen haar terstond bij zich. Zij
verklaarde, dat zij den trein gemist had.
„Welken trein?" vroeg Horace.
„Den trein van Weymouth."
„Maar juffrouw Clayton zei ons, dat ge
naar Londen waart gegaan."
„Juffrouw Clayton vergist zich."
Horace ergerde zich. wanneer iemand
wie dan ook zich vergiste. Daarom zei
hij tamelijk scherp: „Dat moet niet weer ge
beuren, juffrouw Miller.
„En," voegde Herbert er aan toe „als u
weêr een vrijen dag wil hebben, wees dan
zoo goed, het ons zoo goed als miss Clayton
mede te deelen. Wy hebben in deze zaken
vaste regels."
Huisvader T. B. Teitsma.
Ontwerper de heer W. M. Dudok, Ingenieur.
Uitgevoerd door den heer L. Vinkenborg,
architect.
Aannemers Gebr. Smit.
Solisten-Concert In „Casino".
Om acht uur Dinsdagavond waren er een
twintig muziekliefhebbers in do zaal van
•Casino" gedruppeld. Zy maakten een droevig
figuur. Om tien minuten over acht, toen mej. Cato
Vletter, begeleid door mejuffrouw Mia Tibbe,
het eerste deel van d« C-moll sonate van
Grieg had gespeeld, kwamen er nog eenige,
die vermoedeljjk het beroemde Heldersche
kwartiertje in hun hoofd hadden, binnenge
druppeld. Totaal: vyfonveertig stuks (het
kunnen er ook vjjftig geweost zyn, op zoo'n
enkelen sulten we niet kjjken.) Voor het
Concert-bureau Van Ast te Amsterdam een
bankroelje, voor de concertgeefsters, die
naievelyk, in den Helder kunstzinnigheid ver
wacht hadden, eene desillusie. Inderdaad, er
behoort zelfoverwinning en zelfbeheersching
toe oin onder deze omstandigheid nog met
animo en verve te spelen. En waren nu dio
vijfenveertig of vyftig kunstzinnigen maar stil
geweest, maar ook dat liet nog wel eens te
wenschen over. In do inleiding van het tweede
deel der Grieg-sonate, waar de viool rust had,
saten eeoige heeren heel genoegelyk te praten...
Gelukkig vergoedde hartelijk en welge
meend applaus veel. Dat applaus moèit komen,
dat was onvermijdelijk na het zingen van
mevrouw LiemanBraak. Want behalve een
fraai geluid, heeft deze kunstenares ook voor
dracht. Eu, kan zy ook in lichtere stukjeB
echalkhoid in de voordracht leggen, vooral
de tragiek wist zy te doon uitkomen. Dit
kwam al goed uit in »Ihr Bild" van Sehubert
al was dit jammer genoog wel wat laag voor
haar stem, doch vooral in het prachtige »Ruhe,
meine Soele" van Straus» kwam zjj in haar
volle kraoht. Die sobere begeleiding, die aan
groeiende hartstocht, dat mystieke, lugubere
als de climax het toppunt heeft bereikt in den
satz fDiese Zeiten sind gewaltig, bringen Herz
und Hirn in Not", waarin de componist al zjjn
geweldigen hartstocht heeft uitgestort, en
onmiddelyk daarna, dat kalme terugkeeren
van het „Ruhe, ruhe, meine Seele", het
was overweldigend schoon en de wjjze, waarop
mevrouw Lieman het vertolkte, volmaakt.
Ieder kunstenaar heeft natuurlek zjjn per
soonlijke opvattingen over de kunst, die bjj
weergeeft, wjj voor ons vinden, dat mevrouw
Lieman in dit simpele liedje subliem was en
de mystiek, of, wil men, de pilosofle, van den
componist begreep. Later hoordon wjj haar in
dut glasheldere, als zilveron klokjes klinkende
Maanlicht" van Bouten», door Bernard Zweers
op muziek gezet, en al weer trof ons de wee
moed, die deze zangeres wist te vertolken.
De violiste, Cato Vletter, wist te boeien
door zuiver, gevoelvol spel, zjj werd begeleid
door mejuffrouw Min Tibbe, die oen pianiste
bleek te zjjn van beteekenis. De wjjze waarop
zjj Grieg's Bonate vertolkte, was schitterend,
de hierbjj te overwinnen moeieljjkheden zjjn
niet geriDg. Na de pauze gaven de beide dames
hot le en 2e deel van een concert in d-mol
van TartinL
Juffrouw Miller boog en verliet de kamer.
„Zij ziet er toch zeer zonderling uit," zei
Horace; „of het wel goed was haar zonder
getuigschriften in huis te nemen?"
HOOFDSTUK IX.
Mijnheer Mordle reisde de volgende week
af; hij nam zjjn leed met zich, maar was
van plan, het op den top van den Mont-
Blanc of Matterhoru achter te laten, het ii
het Lago Maggiore of Comomeer te verdrin
ken of het misschien reeds door do golven
van den Rjjn te laten wegspoelen. Hjj maakte
zich zelf met zooveol vrooilijkhetd, als hjj
maar verzamelen kon, wijs, dat hjj wel is
waar gevaarlijk gewond, maar niet gedood
was geworden.
Eer hij vertrok, vervulde hjj nog eeu
plicht dien zjjn eergevoel hem oplegde; hjj
bezocht de Talberts en deelde hun mee, wat
tusschen hem en Beatrice was voorgevallen.
Zij waren bezig met het aftappen van een
kwart-vat Sherry. Zjj meenden namelijk, dat
ze wie weet hoeveel uitspaarden, als zij den
wijn per vat kochten. Nu is dat wjjn tappen
een opgewekte, waardige en bovendien aan
gename bezigheid, waarbij zich zelfs
hertog, zonder blozen, mag laten zien. Vele
menschen zouden gaarne tien uur per dag
wjjn tappen, als zij ze slechts bezaten. Daarom
lieten dan ook de Talberts, toen zij vernamen
dat Mordle hen wilde spreken, de-zen
zoeken, bjj hen in den kelder te komen.
Hjj ging dus tot hen in deu kelder, die op
een zoo zoelen dag werkelyk geen slechte
verblijfplaats was. Hjj vond Horace in een
houding, een Bachus waardig; hjj zat opeen
lagen stoel, strekte zjjn lange boenen ter
weerzijden vau het vat uit en velde
Het slagscblp der Staatscommissie.
Wjj namen dezer dagen een uittreksel op
uit een tweetal artikelen in het „Handels
blad", onderteekend „Hastatus", waarin deze
het rapport der Staatscommissie voor Neder-
landscb-Indië aan een nogal scherpe kritiek
onderwierp. In hetzelfde blad van Maandag
avond wordt nu van andore xjjde het rapport
verdedigd.
Na een teohnische uiteenzetting van de
gevechtswaarde der „Espara", het Spaanache
schip, dat de oommissie ten voorbeeld koos,
meent de schrjjver, dat dit juist een zeer
slecht voorbeeld is. Wie denkt niet aan de
nederlagen van Spanje in den Spaansch-
Amerikaacschen oorlog En het soort schepen,
dat Spanje thans op stapel heeft gezet, is
voltooilDg al verouderd.
Wanneer wjj hot voorgestelde sohip van
n zuiver militair standpunt beschouwen,
dan kunnen wjj, aldus de „Hdbl-"-ichrjjver,
tot geen andere conclusie komen, dan dat
het tactisch geheel overeenkomt met de
,E*paim".
Het is een „Espana", maar een „Espana",
niet geprojecteerd in het jaar 1908 of 1909,
doch einde 1912 of begin 1918, en daardoor
zyn door den nood gedrongen de eitohen
veranderd.
Thans nog een „Espana" van
1909 op stapel te setten, die in
1917 in dienst zou komen, zon niet
tlesschen met de gouden vloeistof, terwjjl
Herbert naast hem stond en de kurken, nadat
hij ze in een met wjjn gevuld bekken had
gedoopt, er op deed. Voor elke fleach, die
gevuld, gekurkt en ter zijde gezet was,
maakte Herbert een krjjtstreep op een plank,
vier van zulke streepjes doorkruiste hjj met
een andere, zoodat het gezamenljjke aantal
gemakkelijk berekend kon worden. De ge
heele zaak werd vcrwonderljjk methodisch
behandeld eu deed de broeder ulle eer aan.
Met de hen aangeboren hoffelijkheid staakten
zjj, zoodra Mordle in den kelder kwam, hunne
bozigheden. Horace draaide de kraan toe
stond met een half gevulde flesch op. Her
bert liet een half ingedraaide kurk in den
steek.
Zjj begroetten hun gast en verontschul
digden zich, dat zjj hem in het heneden gedeelte
van het huis hadden laten afdalen. Ofschoon
ze beiden groote witte schorten hadden voor
gebonden, zagen zjj er toch uit als twee
fijne, voorname heeren.
„Ik geloofj" begon de predikant opgewonden,
„dat ge weet, dat ik morgen vertrek."
„Ja, wij wenschen n een zeer aangename
reis."
„Dank n. Ik moet u iets zeggen, voor ik ga."
Zij verzochten hem te spreken; zjj dachten,
dat een kleine gemeenteaangelegenheid zjjn
gemoed bezwaarde.
„Wilt ge zoo goed zjjn, uw schorten een
oogenblik af te leggen Mijn mededeeling
schjjnt mjj niet goed by dezelve te passen."
Mordle was een bevoorrecht persoon. Hjj
kon veel zeggen en doen, wat geen ander
zich vermeten zou. Bovendien drukte zjjn
i geheele voorkomen uit, dat hy iets van be-
j teekenis had mede te dooien.
I Zender een woord to zeggen, bonden zjj
Ulo
weinig vooruitziende marine-
politiek, erger nog, het zou ons
geheele marinebeheer en ook
o n z e s ch e e p s b o u w k u n d igen com
promitteeren in de oogen der
geheele wereld.
Woderom kunnen wjj een voorbeeld nemen
aan Spanje, dat bljjkens de oorspronkelijke
„Espana" zoo goed schepen weet te projec
teeren, voldoende aan de „minimum militaire
eischen", want ook dit land bouwt zjjn
nieuwe sohepen van 21000 ton.
AntlTarlefwet-comltle.
Het Anti-Tariefwet-Comité heeft Zaterdag
namiddag te Amsterdam zjjn slót-vergadering
gehouden, onder voorzitterschap van mr. Th
M. Verster, die een uitvoerig overzicht gaf
van het verloop der actie en dank bracht
aan de velen, die het bereikte sncces mee
hielpen verkrjjgen.
Uit de mededeolingen omtrent de advertentie
campagne bleek, dat er geadverteerd is in
427 bladen en dat geplaatst werden 43.000
advertenties, waaronder zjjn begrepen de
chicbé-advertenties naar vjjf teekeningen van
Hahn en Jordaan.
Uit het door den penningmeester gegeven
overzicht der ontvangsten en uitgaven bleek,
dat is ontvangen f 158.000, te weten aan
bjjdragen f 152.400 en aan gekweekte rente
f 5800.
Uitgegeven werd aan secretariaat f 17.000,
vergaderingen en sprekers f 7900, annonces
redactie f 49.000, drukwerk, boekuitgaven
teekeningen f 29.500, diverse propaganda
f 56,700, div. kleine kosten f 1200, totaal
f 161.400.
De rekening sluit alzoo met een tekort
van f 3200, welk bedrag gedekt wordt door
het inmiddels gevormde garantiefonds.
Aan het slot van de vergadering werd
m godaohten gewisseld over het stichten
van een permanente vereeniging.
0e stakers te Dublin.
Het oordeel van de behoudende Engelsche
bladen over de stakers te Dnblin is wel
veranderd. K„ig. weken geleden hadden de
patroons daar volkomen geljjk, dat zjj met
alle macht dat syndicalistische, dat anar
chistische Iersche verbond van transport
arbeiders met dien Larkin aan het hoofd
trachtten te vernietigen; dat de politie er
zoo onbarmhartig op los had geslagen, was
de eenige manier om met het Dubljjnache
janhagel klaar te komen. En nn schrjjft zelfs
de „Times", het groote Cityblad, al keurt
het het stelselmatige staken af en bljjft het
Larkin hekelen, dat de patroons het optredon
en den invloed van Larkin zich zelf te wjjten
hebben. Alleen door Larkin en diens optredon
zjjn zjj er toe gekomen, loonopslag te geven,
en hoe ellendig zjjn nog die loonenl Het
ambteljjke onderzoek heeft het aan het licht
gebracht.
Zoo spreekt er ook Gosling, de voorzitter
ui het Britsche Verbond van Transport
arbeiders, over. De loonen zjjn te Dublin
•barmeljjk, zeide hjj, meisjes van vjjftien
ar verdienen fl.50 in de week, getrouwde
vrouwen f 8, mannen f9.60 en f 10.20. Mannen
die f 12 verdienen zjjn een uitzondering. En
daarbjj is de huishuur hooger dan in Londen.
huis van f480 sou te Dublin f720 doen,
en zelfs in de achterbuurten, die volgen» de
„Times" onder de ergste van Europa tjjn,
is de buur een derde hooger dan in Londen.
Het voedsel is er ook duurder dan in eenige
andere stad, soover ik weet, zei Gosling.
Twee en drie gezinnen die samen op een
kamer wonen is niets bizonders in Dublin.
Eu ze hebben dasr groote gezinnen 1 Er
loopan troepen meisjes van vjjftien jaar op
straat, die onder hun oude jurk geeu stuk
goed meer aan hebben. En mooi dat dio
kinderen nit de achterbuurten van Dnblin
met dat al zjjn!
Larkin is oen man van beteekonis, volgens
Gosling. Hjj haalt de arbeiders te Dnblin uit
de modder, en zo vergelden hem dat door
een aandoenljjke genegenheid en trouw. Hjj
zal nog wel eens in het Iersche Parlement
leider van een sterke arbeiderspartij worden,
meende Gosling, en dan zal er een einde
komen aan de tegenwoordige party verdeeÜDg
en het staan van geloof tegen geloof in
Ierland.
Gelezen op de rekening van een rijwiel
hersteller:
„Mevrouw schoongemaakt in 't vet gezet
en opgehangen f0.50."
hun schorten al' en vouwden ze zorgvuldig
op, voor zjj ze Mwara over het sherry vat
legden.
„Zullen we niet naar boven gaan?" vroeg
Horace.
„O neen, dank u; zoo is het voldoende.
De vorige week heb ik om juffrouw Clayton»
hand gevraagd; ze wees mjj af. Ik dacht,
dat gjj dit weten moest."
Horace 0 zag Herbert, Herbert Horace aan,
Zjj streken een poos nadenkend door hun
baarden. Geen der beiden sprak.
„Zoo, dat is alles zei Mordle.
„Ik geloof, Mordle," zjj Horace treurig,
„dat ge eerst met ons bad moeten sprekon".
„Geheel mijn meening," zei Herbert.
„Dat kan ik niet vinden. Juffrouw Claylon
is meerderjarig, 't Is overigens hetzelfde; ik
zeg het u thans."
De broeders schudden zeer ernstig liet
hoofii.
„Ik deel het u mede", zei Sylvanus, „wjjl
ik vertrek, om mjj te genezen. Als ik terug
keer, wilde ik u als vroeger bezoeken. Go
hebt niets te vreezen."
„Juffrouw Clayton moet dit beslissen,'' zei
Horace.
„Zeker," bevestigde Herbert.
Zoo begaf de heer Mordle zich tenminste
met een goed geweten, zij het dan met een
zwaar hart, op zjjn zuur verdiend pleizier
reisje.
De broeders keerden tot hun aangenumc
j bezigheid terug en hadden zeker drie dozijn
flesschen gevuld en gekurkt, voor Horace
het woord uum; „Het is tijd, dat Beatrice
huwt."
(Wordt vervolgd.)