KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wieringen en Anne Paulewnam No. 4248 Woensdag 29 October 1918. 41ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p.Jm.W ct.,[fr.jp. poit|75 ct., buitenland 11.25 Pre- Zondagsblad 37$ 45 f 0.75 miën J Modeblad 65 j> g» g75 ff.— (Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentién van 1 tot 5 regels (bq vooruitbetaling) 30 cent. Elke regel Meer6 Bewijs-exemplaar 2$ Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend Waraohijat Dlml«|- Vrijdagmiddag. i Uit|mri O. DE BOER Jr.p Htlitr. Iipiiii KoninfNtraat 29. intsre. Tiiaf. 60 Opgave van de alhier geveetlgde en vertrokken pereonen. Qevestigd. Naam: Beroep: Woonplaats: Van: Oei. J. Dekker, verpleegster, Ziekenhuis, Middelsturn. Oer. J. Meijers, arbeider, Koegras, Zevenhuizen. N.H. 6. Baasden Duik, zonder, Voistr. 12, 's-Hage. Oer. P. G. Eekman, gepBassingr. 14, Vlissingen. C. A. van Beugen Bik, offic,, Langestr. 24, Venlo. Rem. J. W.v.d.Weg, sgt.-four.inf., Middenstr. 40, A'dam. N.H. F. J. Hesiler, gep. Parallelweg 69, Utrecht. A. van Kooten, zonder, Basstr. 20, A.-Paulowna. R.C, G. Groot, verpleegster, Spoorstr. 6, Berlijn. N.H. J. van Groningen, stoker, Gasstraat 17, A'dam. E.L. R. v. d. Steen, Vwm., Jan in 't Veldstr. 90, A'dam. N.H. l'.Lamarcq.sgt.-maj raars,, Sluisd.str.l00,R'dam. Th. M. van de Putte, zond., P. Heinstr. 9, A'dam. C.v.d.Voorde, lichtw., 2e Vroonstr.8'2, Vlissingen, R.Simdorn, korp.mars., Brakke v8ldstr.l6,R'dam. Wed.T.J.Pluymers.zond ,Californiestr.l2, R. Wicherink, verpleegster, Ziekenhuis, Zwolle. Ger. G.v,d,Beig—Thijsmeyer, Achterstr.l6a,Durban. H.L. P.J.Bromlewe,korp.marins,,Molenstr.206,A'dam. R.C. Vertrokken. Naam: Beroep: Van: Naar: Oei. A. deGraatT,kwartieriu Parallelw. 10,Haarlem. N.H. Wed. J. P. Nielsen, zond,, Keizerstr. 44, A'dam. J.H.Meinderink,sgt-st.,2eSchagendw.str.l2,Vliss.R.C. JJ.deVrijer,kwm.,Koningstr.55t>,Hellevoetsluis. N.H. H.A.Crommelin,luit.t/z,2ekl.,'s-Hage,Hoofdgr.52. M. Drijver,scheikundige, Janz.str.86, Eindhoven. N.H. Lammerts-Smeets G. H., Stationstr. 15, Zwijndr. R.C. J. Schenkel, sgt.-maj.inf., Smidstraatö, Haarlem. N H. S. Ochel, gep., Koningstr. 45, Amsterdam. L.P.A.M.Stam-Wagemaker, Stationsw.la, Venlo. R.C, EC. de Min-Olofsen1 e Goversdw.str. 2's-Hage. Wed.J.Daleboudt1zonil.,'2eVrnonstr1'26( Haarlem N.H, RIEUW8BERIGHTEH. HELDER, 28 October. Door den Majoor, eerstaanwezend ingenienr der Genie alhier, werd Vrijdag aanbesteed: Het wysigen van geschat-empla cementen op de tegemoetkomende batterij van het fort Erfprins als tijdelijke voorziening in de bewapening, in verbond met het ver beteren van het fort „Kijkduin". Raming f27.100.—. A. Krijnen, Holder f 34878.—G. de Groot, Alkmaar f 84000.—J. J. de Groot, Barainger- horn f33200.T. H. Swets, Hardioxveld f32860.— D. Stny, Utrecht f32269.— P. C. Stny, Alkmaar f32000.I. L. van Os, Helder f 30200.J. J. Schoefielenberger, id. f29300.-; Th. v. d. Sterre, id. f29200.- J. Sprnit, id. f28980.firma Gebr. v. Pelt, id. f28970.-; H. Wijkeir, id. f28648.-; W. Lastdrager, id. f27860.J. de Vries, id. f 26980.N. V. Indnstrieole Maatschappij van F. J. Stnlemeijer Co. te Amsterdam f 24970.—. Diplom* voor Ploegers. Evenals in het vorige jaar zal vanwege de Ver. tot Ontwikkeling van den Landbouw in H. N. Kw. dozen herfst voor ploegers de gelegenheid worden opengesteld, proeven van hunne bekwaamheid af te leggen. De mede dinging staat open voor personen, woonachtig in Noordholland, boven het Noordzeekanaal, van minstens 18-jarigen leeflijd. Indien de aangifte te groot mocht zijn, worden de ondsten van de mededinging uitgesloten. Iedere deel nemer moet zelf een «ttuk land aanwijzen dat door hem zal kannen worden geploegd en hij is tot op zekere hoogte vrij in de keuze van den te gebruiken ploeg. De diepte van ploegen zal nader door de commissie worden vastgesteld. Het stuk land moet pl- m. 2 k 8 H.A. groot zijn. De commissie voor de regeling van dezen wedstrijd bestaat uit de heeren H. Waiboer te Winkel, W. Metselaar te Wieringerwaard, K. A. Kaan (e Anna Pamlowna (Veerweg), C. Nobel te Schagen en G. W. Waiboer te Anna Panlowna- Aangiften van deelnemers worden tot 29 October aangenomen door de leden der commissie. Aan degenen, die ia bekwaamheid uitmunten wordt een diploma uitgereikt. De brievengaarder te C'astrlcum. De officier van justitie te Alkmaar heeft den brievengaarder Res te Castricum een dag vaarding doen beteekenen, waarbij deze wordt beklaagd van overtreding van art. 201 Wet boek van Strafrecht. (Hü die opzettelijk brieven of andere stukken, aan een post- of telegraaf kantoor bezorgd of in een postbus gestoken, aan hun bestemming onttrekt, opent of be schadigt, wordt gestraft met; gevangenisstraf van ten hoogste dén jaar). Ter aanvulling van dit bericht, dat we in de »Alkm. Ct." vonden, schrijft de corres pondent van het Alg. Hdbl. Van den beginne af is Res verdacht van I en het h postdiefstal n ten laste gelegde om FEUILLETOB. HET PLEEGKIND. 15) Hy moet de meest verscheiden zaken ver- koopen en de meest verscheiden klanten van dat voorzien, wat zjj noodig hebben. Mjjn klanten zijn allen aan elkaar gelijk, mijn waren zijn steeds dezelfde. Ik verzeker u, juffrouw Clayton,, de stompe, botte domheid der studenten is dikwijls ontzettend." „Dan heeft me n knappe menschen noodig, om die op te voe den," zei Beatrice. Het kan zyn maar knap in wat? Niet in geleerdheid, maar slechts in die kennis, die het examen vraagt. Zag u ooit een vuurwerk-fabriek Hij had die vraag lot Beatrice gericht, die natuurlijk nooit een gezien had. „Nu, men stopt daar, evenals ik, allerlei in ledige hulzen Salpeter Latijnsch zwavel Griel ach houtskool ge schiedenis en zo o verder. Ik stop en stop de huls is vol en op de juiste plaats; de examinator doet haai- ontbranden „En jlaar barst zjj uiteen voor haar tijd, zei Beatrice vrooilyk. „Ja, velen ontploffen en verstrooien hi onverbrande matei riaal naar alle windstreken velen vliegen ech ter ook juist op en vallen na volbracht werk als stokken weer omlaag." „Maar velen he. bben geluk, zooals gij zelf,' bracht Horace in het raidden. „Mjjn waarde H orace" Frank gewende suel aan die vert rouwelijke aanspraak „hoe meer ik vat t studenten zie, hoe trent het wegraken van een postformulier. Toen hij van rechtsvervolging werd ontslagen voor postdiefstal, bleef een ander verdacht feit bestaan, waarvoor reeds maatregelen, in openbare zitting te behandelen, waren genomen, Door het O. M. is nu deze zaak te gelijk met de zaak-Koppenol op de rol gebracht, opdat het volle licht bij de behandeling voor de Rechtbank kan opgaan. Bijgeloof. Katwijk, 25 Oct. Wjj meldden reeds, dat zeer veel" haring werd aangevoerd. In zulke dagen zijn er velen, die ook graag veel ragen. Men tracht dit te bevorderen door it volgende: Schippers van te IJmniden thuisbehoorende trawlers en loggers spijkeren in hun mast een op straat gevonden hooftjzer. Zij zgn dan overtuigd een goede vangst te hebben. Het mag geen nieuw ijzer zijn, daar men dan hot geluk zou kunnen koopen. Dezer dagen vaartuigen te IJmniden uit met zulk ijzer in den maBt. Het bijgeloof ia dus in onze twintigste eeuw nog niet verdreven. („Alkm. Ct."). Een aanranding? In „De Tol", lezen w(j een uitvoerig relaas van een 10-jarig meisje uit de Balist'raat te Amsterdam, dat Zaterdagmiddag (het moet omstreeks half een geweest zijn) op den Zeeburgerdyk (volgens haar eigen mededoe- lingon) zou zijn aangerand door een maD, die r appelen en peren beloofd had als zg hem meeging. Toen z(J weigerde, zou de haar met een mes hebben bedreigd en r in de rechterhand hebben gebeten. Op r gillen waren voorbijgangers toegeschoten, waarop de man er vandoor ging. Zy kon van haren aanrander bg de politie een nit- lerig signalement opgeven. De man had haar, volgens haar opgave, eds gevolgd toen zy kort te voren een be ek aan een tante had gebracht in de Groote Kattenburgerstraat en haar buiten opgewacht en opnieuw gevolgd, toen zij bij die tante van daan kwam. Wy kunnen hieraan het volgende toevoegen Het meisje werd Zaterdagmiddag ondervraagd door den hoofdinspecteur-ufdeelingschef van het politiebureau Kattenburgergracht, den heer H. Beets. Zij deed er het relaas, onge veer als boven vermeld. Echter zon, volgens onze inlichtingen, de aanranding hebben plaats gehad in de Zeeburgerstraat. Is de door het meisje opgegeven tijd, half een, juist, dan wint haar verhaal niet aan waarschijnlijkheid, t op dat uur is het in die straat zeer drnk door het affoopen der fabrieken op de Eilanden. De aanrander had dan al geen ongeschikter plaats kunnen uitkiezen Is het later gebenrd, dan moet toch in elk geval in aanmerking genomen worden dat in de Zee burgerstraat overdag steeds voorbijgangers zijn. Het meisje zegt zoo geschrokken te zijn, ze niet wist of er menschen in de om geving waren. De verwonding is in hot bovenvermelde bericht wat overdreven voorgesteld. Hot is slechts een wondje aan den pink. Een en andermaal ondervraagd, bleef het meisje bi) haar opgave, die ze te voren ook eds, in gezelschap van een bunrvrouw, ge ian had aan het politieposthuiB Javaatraat. Ofschoon geen overdreven waarde hechtend aan het verhaal van hot kind, heeft de politie tooh het door haar opgegeven signalement den aanrander naar alle politie-bnreanx posthuizen geseind en een onderzoek in gesteld. (H.blad.) Verduistering. 19-jarige boekhouder i door zijn patroon, den drogist P., aan het Spui 's-Gravenhage, belast met het overbrengen van een som gelds groot f 650 naar het bureau van de Coöp. Üredietbank van den Handeldryvenden en Indnstrieelen Midden stand aan de Do Riemerstraat aldaar. Hij deponeerde daar echter slechts f 500 en ging de overige f 150 later en in zyn vacantie goede sier maken met zyn meisje, voor wie hg mooie geschenken kocht en met wie hg reisjes maakte. H$ gaf zich als een heel heer nit, liet visitekaartjes bedrukken len naam van een aanzienlijk persoon en presenteerde die kaartjes bij verschillende menschen met wie hij in aanraking kwam. zgn meisje zon hfj verteld hebben dat hij f 16 per week verdiende en veel provisie genoot, terwijl hij slechts f8 per week aan loon genoot. Zijn patroon had nog ontdekt dat hij ook verschillende valschheden in de boeken had gepleegd. In 't geheel was de patroon f 1180 aan hem te kort gekomen. Tegen beklaagde, die aanvankelijk in ver- ■ekerde bewaring werd gesteld, doch na vier dagen daaruit weder werd ontslagen, eischte het Openbaar Ministerie b$ de Rechtbank zes maanden gevangenisstraf. Het gewezen meisje van bekl., als getuige gehoord, werd door den president er op ge wezen dat zjj, door ongelooflijke mededeelin- gen van bekl. voor waar aan te nemen en van zgn mildheid te profileeron, z. i. voor een deel ook schuld had in deze zaak. Uitspraak over 8- dagen. Stuurlieden-examens. 's-Gravenhage, 24 Oct. Geslaagd groote stoomvaart derde stuurman H. A. van der Schoor de Boer, C. Stapel en A. M. Morgen- stam. 0ud-Mlnlster A. S. Talma. Naar „De Ned." meldt, heeft Zondag te 6$ our in de Regentessekerk te 's-Gravenhage, voor het eerst na zgn ministerschap, ds. A. S. Talma een predikbeurt vervult. Veroordeeld. Madrid, 24 Oct. Het Hoog Militair Gerechts hof veroordeelde kapitein Sanchez, wegens moord op den minnaar zyner dochter en andere misdaden, ter dood en zgn dochtor Lonise tot levenslange gevangenisstraf. Paviljoen in brand gettoken. Het twee jaar geleden, ten koste van on geveer J5 2000, gebouwd paviljoen voor de athletische spelen van de studenten te Bristol is afgebrand. Blijkens gevonden schrifturen het werk van kiesrecht vrouwen. De Russische spoorwegcontróle. Volgens het dezer dageD verschenen rap port van het Russische ministerie van verkeer werden in het laatste dienstjaar niet minder dan 904,120 reizigers zonder biljet of met een vervalscht biljet in den trein aange troffen. In verband daarmede z(jn 18,000 ambtenaren en spoorwegarbeiders ontslagen, gedegradeerd of op andere wjjze gestraft. Er is nu besloten een contróle naar Duit- schen trant in te voeren. Het testament van Altman. In de New-Torksche en Londensche pors zijn thans de hoofdzaken gepubliceerd uit het testament van Altman, den New-York - schen multi-millionair, die z(jn prachtige schilderijenverzameling heeft gelegateerd aan het Metropolitan Museum te New-York. Hierdoor wordt dat museum uitermate ver rijkt. Ook van Pierpont Morgan's kunst schatten zal daar veel schoon lang niet alles een blijvende plaats vinden. Want een aanzienlijk deel van die knnstschatten van Pierpont Morgan scbynt bestemd om te worden geplaatst in de tMorgan Memorial Athenaenm" te Hartford, een stichting van Pierpont Morgan, gewijd aan de nagedach tenis van zijn vader, Spencer Jnnins Morgan, die daar in Hartford zijn zaken was begonnen. Altman heeft bepaald, dat in het New- Yorksche museum zgn collectie bijeen moet blijven en natuurlijk wordt aan dien wensch het geldt hier een legaat tor geschatte waarde van 30 k 40 millioon gulden door de mnseumautoriteiten voldaan. Voor nabestaanden en vrienden heeft Altman 1.700.000 guldon bestemd, terwijl 500 employé's in hot warenhuis, dat door Altman tot zoo grooteu bloei was gebracht, samen 1.750.000 krijgen. Dan geeft Altman een fonds van 19.200.000 gulden gecrëerd, waaruit af en toe gratificaties zullen worden uitgereikt aan employé's der firma, die zich bijzonderlijk onderscheiden. Het totaal der nalatenschap wordt op 70 k 80 millioen gulden geraamd. Ongeveer de helft daarvan is vastgelegd in schilderijen en andere kunstwerken. Altman was ongehuwd. In bat teeken dar algameena bewapening. Omdat alle landen der wereld op hnn be grootingen met steeds duurder en omvang rijker aankoopen van nieuw krijgstuig brengen heeft de republiek San Marino niet achter willen blijven. De republikeinBche regeering had tot dus ver de beschikking over slechts één kanon. Daar komt een handige handelsreiziger van de firma Creuzot, en praat zoo lang en zoo goed, dat hg de regeering van San Marino vier moderne kanonnen aanpraat. De leve rantie heeft plaats en de vier splinternieuwe Creuzotkanonnen worden bezorgd en uitgepakt. I snellen blik scheidener ik word. Ik heb evenwel geluk; Beatrice kalm. Frank wiei maar wanneer mijn mededingers de jonge-op haar. lieden gelijken, die ik africht, heb ik geen „Weet u dat zeker?" vroeg Frank, reden, mij daarop te beroemen." j „Zeer zeker; het is „heiligheid", niet „Maar je kennis voert je veel leerlingen „strengheid" ik sloeg het eerst de vorige toe." I week na." „Gewoonlijk nietIk bezit alleen een zekere „Ik wilde die plaats voor eenige maanden geschiktheid, trage liedeD vooruit te brengen nazien," zei Frank, „ik vond echter hel boek dat is alles." niet en vertrouwde toen op tnyn geheugen, „En misschien ligt daarin ook de reden, waarin ik, zoo het schijnt, ongelijk had," waarom u alle trage lui bekomt," zei I „Waartoe had u dan die plaats noodig?" Beatrice. „Och, dat weet ik niet meer ik zal er „Daar is iets van aan," antwoordde Frank 1 my echter op bedenken, zoodra ik mijn .hoofd lachend. j weer inspanuen mag, en dan zal ik het u Plotseling wendde hy zich tot Beatrice en meedeelen." zei: „U studeert Latijn?" I „Geef u geen ïnoeito ik weet het. Ik „Ja, Hoe kau u dat weten?" zag het valsche citaat de vorige week." Hij lachte en wierp baar een snellen blik Frank haalde de schouders op. toe. „U heeft een kleine, zeer kleine rimpel „Natuurlyk is u de schrijver van die ver- tusschen de wenkbrauwen, die slechts van bundeling," vervolgde Beatrice. zware studie kan komen, en Latijn is een 1 „U is verbazend scherpzinnig, juffrouw zware studie voor een dame." Clayton. „Zulke lynen kunnen ook door andere oor- „Wat heeft Frank geschreven?" vroeg zaken ontstaan," zei Beatrice schier afwerend. Horace. „Ja, door leed, maar u kan geen leed j Beatrice lachte; zy wilde thans wraak hebben. Ook de trots kan zulke lynen trekken. nemen voor Franks aanmerking over haar U is wel trotscli, maar niet bovenmate. Dus Latijn. „Het hoofdartikel in de Engelsche heb ik gelijk." Revicw, „Over de verantwoordelijkheid der Blijkbaar was de jonge man aanmatigend. j Grondbezitters," zei Beatrice met een ernstig Beatrice zweeg onaangenaam geBtemd. 1 gebaar. „Drink je geen champagne meer, Fraus?" „Onzin, Beatrice. Frank kun dut niet ge vroeg Horace, toen hy zag, dat deze Whït- schreven hebben! Niet waar, Frank?" vroej: taker terugwees, die zyn glas weer wilde 1 hy twijfelend, toen hy zag, dat zijn gast bij vullen. de beschuldiging in 't geheel geen schrik „Neen, dank u. Ik drink weinig, ofschoon toonde, uw wyn goed genoeg is om de strengheid „Jonge dames moesten de Engelsche Review van een kluizenaar aan 't wankelen te j niet lezen," zei Frank, brengen." „Anonyme briefschrijvers moesten tenminste „Dat is Byron, niet waar?" vroeg Herbert. juist citeeren," wierp Beatrice terug. „Byron, ja, maar valsch geciteerd," zei „Maai- heb je het werkelijk geschreven. Daarop zal de artillerie van San Marino tot de eerste oefening overgaan. Maar ge lukkig is er een snuggere luitenant der San Marineesche artillerie bij tegenwoordig, die eerst aan het berekenen gaat. Wat rekende hij uit? Wanneer men met de nieuwe kanonnen ging schieten, zon de kogel veertien kilometer verder vliegen. Maar dit kon on mocht niet, aangezien dit de dubbele lengte bedraagt van den grootston afstand van de republiek San Marino, welker grootste lengte zeven kilometer meet. Het eerste schot in San Marino is dns niet gelost. Ka de Earopeesche oorlog zul duur niet ontbranden, omdat elke vreemde en eigen kanonnier liier steeds het doel moet voorby schieten. Slapende gezichten. Nietzsche heeft het eens aldns gevraagd: „Hobt ge nw vriend wel eens slapende ge zien Zgt gij daar niet van geschrikt. Op dit Nietzschiaanschethoms doorgaande, schrijft Frits Zürïchor, een Dnitsche essayist, an schetsje, waarin juiste en gevoelige op- lerkingon voorkomen. Wjj vertellen iets ervan. Ik heb eens gewaakt aan het siekbod van een vriend. Ik zag hem na lange pijnen in slapen. Tot ver in het droomenland volgde ik do uitdrukking van zjjn gelaat. Alle uitdruk kingen zag ik achtereenvolgens over zjjn gelaat trekken. Ik was ontBtold: het jaren lang zien van wakenden hadden mg niet zooveel van oen gelaat laten lezen, als dit ééno uur, ter wijl mjjn vriend sliep. De slaap komt de voorhang dor wim- irs valt het stuk is nit. Neen, integen deel, het stuk vangt eerst aan, wanneer de voorhaog der wimpers valt. Het is het andere stuk. De oogen, de glinsterende komedianten, die overdag het tooneel, dat is het gelaat beheerschten, ze zjjn echter verdwenen. En wfl ky'ken nu zeiven achter do coulissen van een mensch. Wat nu, na het uitdooven van het voetlicht, nog over het tooneel van zgn gelaat trekt, dat is de waarheid en draagt schmink. Afgevallen is de toga der groote ren, het aangewende lachje is verdwenen, versmolten is de trotsch aangeleerde gesloton- de ziel ligt bloot. Al het terugge- e gaat nn over het gelaat. Mild on dnister en heldhaftig, vlak en ledig, de een zoo, een ander weer anders. De slaap heeft liet masker van hot gelaat genomen. Ik reisde eens door Italië. Een kunstenaar zat tegen over me, en zjjn vrouw was naast hem gezeten. Hjj ging druk tekeer over de heiligheid der knust en de eeuwige frisch- heid van haar jeugd. Zjjn oogen glansden daarbij, en schonen zjjn gelaat to verhelderen. Zjjn vrouw bleef zwjjgen. Ik gevoelde mede lijden voor den kunstenaar, die verbonden was aan zulke een zwjjgende en gesloten levensgezellin. Daarna treinden we door de Campagne. Het was warm, en het tweetal tegenover me sliep in. De slaap nam debe- driegeljjke dagsluiers van beider gelaat weg. Het gelaat van den kunstenaar vertoonde zich nn met een breeden mond, waarin de groote gele tandon staken, do wangen hingen slap, en heel het gelaat droeg het karakter van leegheid. Ik schrikte: Welk een verwoest gelaut 1 Het gelaat van zjjue vrouw echter kwam mij lieftallig voor, en langzaam ving hetge- vool, dat zij niet geuit had bjj haar waken, uan zich daarop te woerspiogelen. Slapende gezichten zjjn openbaringen. Tracht niet des daags het gelaat van uw vriend te begrjjpen. Een blik daarop terwjjl hjj slaapt, de voorhang des levens is weggenomen. (H.bld.). M'n auto stond dezer dagen plotseling stil aan den kant van den weg. Ik weet niet, of ge bjj ervaring dit gevoel kont; maar gewoonlijk werkt het op iemands goede humeur, vooral wanneer men het mankement dadeljjk kan vinden en er bovendien de traditioneele boerejongen met x'n neus op je handen komt staan koekeloeren. Terwjjl ik ijverig bezig ben, den motor na te kjjken, of er weer wat beweging in hot ding te krjjgen is, begint m'n toeschouwer belangstelling to toonen. „Hoeveel paards vraagt bg, wer kelijk technisch. Ik antwoord kortaf„Twintig". En wat zegt die kinkel „Dan mot je maar vast rekenen, dat d'r nogentien op do loop binne, baas I", en bjj klotst op z'n klompen naar het melk- 'eidjo. (H.blad). DE WEEK. 25 October. Om dfct te volbrengen moet men iemand fijn met zeer buitengewone gaven. Van wonderbaar-scherp opmerkings-instinct, van schatrijke ervaring, van diepe menschen- kennis, van nniversoele ontwikkeling. Om maar iets te noemen. Want, er wordt nog veel meer toe vereischt. Namelijk, tot het schrijven eener goede „psychologien van Jan Publiek." Wie dezen zonderlingen en vaak onnaspenrbaron„meneer" in de gaten heeft, zooals de frissche volksterm 't noemt, mag zich gelukkig prjjzec. Is hjj uitgever van krant of tijd schrift: z'n kapitaal werpt reuzewinst af. Is bg ondernemer van eene „publieke vermake lijkheid" zelfs do gramstorigste kritiek kun hem koud laten. Zijne zaken floreeren toch Begeeft hjj zich op het wjjde gebied der politiekargz'n carrière is gemaaktMaar: slechts weinigen brengen 't zóóver!... Om meneer Jan te behagen, te bekoren; bjj hom „in de pas te raken" moet men, bjj voorbeeld, precies -'t tegenovergestelde zjjn van don tbans zeventigjarigen heer Victor do Stuers. Menschen, die zooals hg „met tanden goboren werden" (gelijk de onde Romeinen 't noemden) vallen niet in zjjn smaak. Heer Jan glimlacht bovendien schok schouderend over geestdrift voor oude monu menten, en het dweepen met kunst. Meneer Jan zal, op z'n jsarljjksch uitstapje, niet verzuimen, met of zonder gade en kroost, een bezoek te brengen aan de musea, even- good als aan collectiën curiosa en folter- werktnigen nit ver-verslagen eenwen. Wèt hjj nu eigenljjk 't meest interessant vindt, ik zou 't niet dnrven beslissen. De Nederlandsche heer Jan Pabliek (over hém heb ik 't hier natuurlijk) is eigenlek slechts voor eon teer beperkt aantal onder werpen en gebeurtenissen van den dag echt- ontvankeljjk van belangstelling. Dat zaakje van den boer Doude van Trooatwjjk, van den man, die wellicht een ton-gouds zal krjjgen voor zjjn servituut bg Nieuwersluis ziedaar een heerljjk pnnt van genoegoljjk discours Dat idee, de macht te hebben, om alle treintjes bg je terrein te laten stoppen, en dan op de smeekbede der machtigo heeren, in vredesnaam een stuk of wat treinen te laten doorstoomen, togen vergoeding van honderd „roode lapjes" 't Is om te watertanden. Het naderend dreadnonght-onweér in de Vertegenwoordiging zal heer Jan's attentie slechts prikkelen wanneer er henscheljjke kans op echte en formeele herrie bestaat. Do noodkreet van „Onze Vloot", bejammerend dat ,,'slanda welvaart" in gevaar verkeert bjj aJdien we niet ijlings aan bet dread- ghts-bouwen gaanvindt die weerklank in Jan's ziel? Wie durft deze vraag beves tigend beantwoorden „Onze Vloot" wil oene rilling door den lande doen gaan en wacht millioenen Totdusver kwamen 'n paar duizend blanke Hollandsche guldentjes in Misschien net-gonoeg om een paar van die kostbare moderne schoten uit het momenteel- nieuwste en zwaarste geschut te lossen Meneer Jan denkt aan het cijfer op zjjn pas- ontvangen belastingbiljet. Hjj berust zuch tend in het onvormjjdeljjke wanneer straks wellicht de heeren op het Binnenhof toeh voldoen aan Exc. Rambonnet's vurige wen- schen Maar wanneer 't misloopt, wanneer een stormgang van Rechtsche en Linksohe elementen oen leeljjke bres subiet in het splinternieuwe Kabinet: heer Jan Pabliek zal er geen traan om laten Wanneer hjj hoort of leest over de span ning thans in de hoogste militaire gelederen heerschend, van het antagonisme tnsschen den pas-opgetreden minister van Oorlog Bosboom en ,de generaals", speciaal gen. Snijders. Onderwerp, dat de atmosfeer om en b(j officieren-babbeltsfels tot kookhitte doet stijgen Onze Jan interesseert er zich maar zeer flauwtjes voor. Hg is gewoon militaire minis ters en opperofficieren e. t. q. over óén kam te scheren, 't Z^n voor hem stugge menschen, die een respectabelen afstand bewaren tns schen al wat valt buiten hun kring van goudgefionker en sabelgerinkel. Wier plannon en liefhebberijen de burgerij jaarlijks teen' boop duiten" kosten, en die straks verzekeren, dat toch nog geen honderdste part wordt geofferd van hetgeen eigenlijk en feitelijk voor «'stands weerbaarheid" noodig is. Menoer Jan Pabliek gevoelt iets angstig- schuchters in hunne nabgbeid en houdt se vroeg Herbert. De beide broeders zaten daar als de vleescli geworden angst. Frank lachte. .Juffrouw Clayton is ontzettend scherp zinnig." De broeders begrepen, dat Frank werkelijk i schrijver van het bedoelde artikel was, dat door de stoute en oorspronkelijke denk beelden, die er in voorkwamen, algemeen op zien had gewekt. .Frank," zei Horace op deftigen toon, „je bent zeker een radikaal." „Een radikaal 1 herhaalde Herhert be kommerd. „De hemel beware my ik ben geen radikaal! Ben jij er een, Horaco?" Allen moesten om de ongerijmdheid dezer vraag lachen. Neen, de broeders dankten God, dat zij niet radikaal waren. Maar er zijn toch ook radikale» van aanzien en stand?" vroeg Frank, schijnbaar onschuldig. „Een paar," zei Horace. Hoe treurig deze waarheid ook mocht zyn, toch gevoelde hij zich verplicht te erkennen, dat er onderzijn bekenden twee radikalen waren, wier maat- j schappelijke positie zoodanig was, dat men zich over hun politieke geloofsbelijdenis moest heenzetten. Het was een gebrek in de anders I zoo goed geordende wereld. Voor 't overige 1 was het zeer bevredigend, dat men Franks verzekering had, dat bjj geen radikaal wa9. De broeders zeiden hem dat dan ook zeer ernstig. „Ik vermoed, dat mjjnheer Carrot een communist is," zei Beatrice scliaks. „Dat brengt mjjn even uitgesproken meoning over uw scherpzinnigheid weer aan 't wan- kelen." „Maar wat zjjn uw werkelijke ideeën, Frank?" vroeg Horace. „Ik heb eigenljjk geen bijzondere ideeën, maar liefst in goed hnmeur, opdat ze niet nog //duurder" zullen worden. Zulke gevoelens en indrukken zjjn onge twijfeld zeer dikwjjls te persoonlijk, te sub jectief van aard om zDiver weer te geven wat er «bjj de massa" omgaat en toch meen ik 't zoo sterk waar te nemen, het apathische, lauw-onverschillige der publieke belangstelling voor wat dan nog het meest- interessante in de zaken van den dag mag heeten. Voor de steeds grooter wordende rubriek er criminaliteit raken wjj gaandeweg op 't riespnntDe St. Jan in Den Bosch moge 'orden uitgeplunderd, de allerlei-redactenron mogeo ons op de fijnste en sluwat-aange- legde in- en uitbraakjes vergasten; wjj achten 't haast de moeite van het lezen niet waard. Wat vroeger eene gansche stad in rep en roer zou hebben gebracht lijkt ons thans even «gewoon* als de gebruikelijke- mjj- en ■teekpartytjes op de vaderlandsche najaars kermissen. Voor standbeeldon en monumenten ik wees er zooeven reeds op voeleD we bittor weinig. Dat er bijzondere, feestelijke aan leiding noodig is om de standbeelden die er zgn te doen reinigen en toonbaar-maken („voor den vreemdeling") 't verbaast ol ergert ons absoluut niet, of de oproep om de ge broeders De Witt in „monumentalen vorm" te gaan eeron snccès zal hebben: ik ben er benieuwd naar! Dat 't een krachttoer, ook van jobsgeduld, sal worden voor de mannen van 't initiatief in deze't staat voor mjj vast. De tjjden zjjn er nn eenmaal niet naar om zich scheutig te betoonen voor het „niet strikt- noodige". Do menschen van onze dagen hebben nu oenmaal verleerd, zich te verge- gen mot avondjes ia haisoljjken kring, .r een glaasje pnnch of een kopje warme meik; een spelletje kien of klok-en-hamer, een genoeglijk praatje, de portefeuille van leesgezelschap en een beetje piano van de oudste dochter des huizes voldoende afwis seling en „verstrooiing" na de dagtaak schonk.. De kinema is het aller-bescheidenste pnnt van 't „menu-plaisier". De Ijjst is vrjj uitgebreid, zonder dat nog van „overdaad" sprake kan wezen. De tijden zjjn duur. In tal van gesinnen niet slechts in de sfeer der kleine-luyden 1, worden wekelijks meer of minder vreedzame gesprekken gehouden tnsschen mannen en vrouwen des huizes, tot onderwerp hebbend 't eindcijfer van het huishoudboekje. Wie ouder zulke omstandighoden bg de menschen aanklopt om bijdrage voor nieuwe monumenten, moet wel een toovenaar van wel sprekendheid sgn om ig'ne bede te zien in gewilligd I De levensstandaard is stijgende, in alle kringen der maatschappij. Er moet iemand zijn van den frisachen, on bevangen k(jk op menschen en dingen, als bijvoorbeeld toont t« bezitten de heer Altiag van Geusau, de nienwe directeur-generaal, P. en T. Hf is er de man niet naar om zich te laten foppen door overdreven, opgeschroefde klachten en grieven. En tevens weel hij doze te schiften van rechtmatige, billijke vragen om lotsverbetering. Tnsschen autoritair-hoog- hartig negeeren en 't laten overrompelen door kabaal en gedruisoh van zekere soort „gang- ";era" voor nooit te bevredigen of to vor- igen onvoldaanheid ligt een scherpe grens- lgn.En de nieuwe directeur-generaal houdt die blijkbaar in het oog. Dat is een zeer gelukkig en verblijdend verschijnsel. Menschen, met zorgen beladen, kunnen geen last in ban arbeid hebben. Eo de pien terste zakenman zal grif erkennen, dat de schrielheid, welke op vergoeding voor ge schonken werkkracht poogt te beknibbelen, in hare indirecte gevolgen zoo dikwijls ge vaarlijker, nog blijkt te wezen dan „de losse hand". Zeker is er op menig badget van den measch- up to date, in onze „beschaafde maatschappij" met wat goeden wil 't een en ander te schrappen. Maar wie beseft, dat er ook achter zoo menige burgermans-huisgevel wonderen van beleid, spaarzaamheid, inspanning, ijver wor den gebracht, terwijl 't toch nog steeds eon moeizaam worstelen blijft om „er te komen," hy zal toegeven, dat de Staat zoowol als elke andere werkgevers met de gewy«igde tijds-omstandigheden dient rekening te honden. Zulk-een is geleof ik, de nieuwe directeur-generaal. En zoo-een is een man naar Jan Publiek's hart iMe Antonio, en wil mg gaarne door u laten leiden. Maar waarom haal gy do radikalen 7.00, Horace?" „Zy zyn zoo zoo weinig Engelsch." „Dan haat ik zo ook. Ik ben zeer Engelsch zijt gij het ook Zij verzekerden "liem plechtig, dat zij hoop ten in merg en been Engelsch te zijn; zich zelf cuhter bekenden zij, dat zy wel Engelsch waren, maar door hun reizen in het buiten land geheel het uiterlyke van die eilandbe woners verloren hadden. „Ja, het is een groote zaak, een Engelsch- man te zyu. Weinigen zyn 111 staat de groote waarde daarvan to schattenik kan het geheel." „Dat is juist," zei Horace. Ondanks het artikel over de grondbezitters, stelde hy zich omtrent zyu gast volkomen gerust. „Wanneer het van mij afhing," vervolgde Frank ernstig, „zou ik een wet uitvaardigen, die eiken Engelscliman verbood, een andere dan zijn moedertaal te leeren. Zoo dikwyls een Engelsch kind Fransch of Duitsche werk woorden vervoegt, wordt de komst van het duizendjarig ryk verschoven." „De komst van het dnizendjarig ryk!" herhaalde Beatrice. „Ja, ik stel mg voor, dat het duizendjarig rijk daar is als de gansche woreld Engelsch spreekt. Wanneer wy slechts onze taal willen spreken, ruocten andere naties die ook leeren en zoo zal de gelukkige dag vroeger aan breken. Waar liet Engelsch eenmaal vasten voet heeft, overwint het ook." „U spreekt dus slechts Engelsch?" vroeg Beatrice. „In mgn onverstand heb ik nog een paar andere talen geleerd, maar ik geef mij gelukt." te vergeten, koewei mij dat i „Op welke wyze wil je je vaderlandsliefde nog meer toonen?" vroeg Horace vroolyk. „Ik wilde iedere 'voetbreedte vreemd land vasthouden, onverschillig of het door geweld, bedrog, koop of ontdekking aan ons gekomen is, of- het inkomsten afwerpt of uitgaven vordert. Het moet een geluk voor de be woners zyn, verongelscht te worden, en welk land het ook zy, liet zal toch zeker eenmaal voordeel aanbrengen." „Geen wonder, dat je niet van dc radikalen houdt," zei Herbert met welgevallen. „Nu, en wat'meer nog?" vroeg Beatrice, tot wie hy zijn woorden gericht had on die alzoo gerechtigd was tot deze vraag. „Wel, «en menigte meer maar ver oorloof mg eon vraag. Krenkt het uw trots niet nu en dan, dat wij alB Engelsehon oen volbloed Duitsche als koning en koningin erkennen mosten Hoeveel droppels Engelsch bloed vloeien wol in de aderen der prinsen Dat was een zeer verontrustende vraag. De T&lberte begonnen zich terstond met den koninklijken stamboom bozig te houden. „Ik wil het u met een beeld toonen," zei Frank en greep een stuk brood. „Gy zult schrikken." Hy brak het brood in tweeën en bij eiken nieuwen naam, dien hij van Jaco bus I tot Koningiu Victoria noemde, brak hij er telkens een nieuw stuk af en .hield ten laatste slechts een klein stnkje over, dat hij Beatrice op een vork toereikte, met de woorden: „Zie dat is Albert Eduard, God behoede hemIs dat niet een treurige toestand voor ons Engolschen? Heeft u geen sympathie voor de Jacobiot.cn, juffrouw Clayton?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1