KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder7eicel, Weeringen en Annm Paulewna.
'No. 4353.
Woensdag 13 November 1913.
4lete*Jurgang.
Vliegend BlMdje p. 3 m. 60 ct,, Ir. p.,po»t 75 ct., buitenland 11.25
idagsblai
ieblad
(Voor bet buitenland bg rsoruitbatsling.)
AdTertentiên 1 tot 5 regels (bg vooruitbetaling) JO cent.
Elke regel meer6
Ce wijs-exemplaar
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Varsohijnl Dinsdag- sa Vrijdagmiddag.
Uitgaaar i C. DE OER Jr„ Haldar.
Karsaai Kaaiagstraat SI. Intarc. Ttlaf. 60
NIEUWSKERICHTEI.
HELDER, 11 November.
Vereeniging „De Dageraad".
Deze vereeniging, afdeeling Helder, hield
Vrijdagavond voor een vrij talrijk pnbliek
haar aangekondigde vergadering, waar de
heer Havers van Den Haag aou spreken
over „De individaeele en sociale waarde van
het vrije denken".
Deze vergadering brengt ons in een ietwat
lastig parket. Indertijd is door ons het
priucipieele besluit genomen om van geene
vergadering op kerkelijk gebied molding te
maken. Nu is weliswaar do vereeniging „De
Dageraad" een anti-kerkelijke vereeniging,
maar ij) beweegt zich toch op hetzelfde
terrein als de kerkethische verheffing van
den menscb. Op zichzelf ware dit misschien
govn reden om haar te passeeren, daar dit
zelfde b.v. ook met geheel-onthouding e.a.
het geval is, waarvan wij wel verslag maken.
Waar ons hier echter, in deze rode van den
heer Havers, een geloofsbelijdenis word aan
geboden, die nn ja, bjjna geheel door een
kerkgenootschap zou kannen worden onder
schreven, daar meencn wjj ons billijksheids-
halve van een teruggeven der rede te moeten
onthouden. We zullen er alleen dit van
zeggen, dat do spr. uiteenzette wat onder
„vrQ denkon" wordt verstaan, dat weliswaar
eens menschen gedachten vrij z{jn, maar dat
hij daardoor nog niet eon „vrijdenker" wordt.
Dat het groote principieele verschil tnsschen
vrijdenken en gelooven dit is, dat de geloovige
dualistisch is, en gelooft, dat de wereld be
staat uit twee afgescheiden gedeeltende
stoffelijke wereld en het gebied der zielen,
en dat de vrijdenker daarentegen het monisme
aanhangt, dat leert, dat de werold is één
enkel ondeelbaar gebied, waarin de beide
onbegrensde gebiodon kracht en stof. Welke
dan in die wereld de plichten eens vrij
denkers zijn, leerde ods de redevoering van
den heer Havers. Aan het einde releveerde
de spr. in het kort, na deze individneole
waarde, de sociale waarde, dus de waarde
van het vrijdenken in de maatschappij.
Wanneer het individu door de vrije gedachte
beter is geworden, volgt daaruit noodwendig,
dat dit de maatschappij boter zal maken.
Ook het omgekeerde is waar: wanneer men
de maatschappij beter maakt, verbetert men
ook hot individu, maar spr. vindt beter van
het individn uittegaan. Resumeerende is spr.
conclusie deze: bij de vrije gedachte komt
het er niet op aan tot welko oplossing men
is gekomen, ïuder vrijdenker heeft deu plicht
eigen gedachte aaa kritiek te onderwerpen,
en zoo hoog mogelijk te ontwikkelen, dit zal
ten goede komen aan individn en maat
schappij.
Na de pauze behandelde spr. eon geheel
ander, ook voor den Helder actueel onder
werp De afscheiding van de kerk.
't Heeft lang geduurd, zei de spr., eer we do
kerk op 't terrein gekregen hebben, waar we
haar wilden hebben. Merkwaardig is, dat de
kerk overal op elke ontwikkeling van do
„vrije" gedachte den domper heeft gezet.
Gemengde huwelijken zijn bij pauselijken
bul verboden op straffe van doodzonde (en
men weet, wat dit in de katholieke kerk
beteekent). „De Dageraad" hoeft zich daar
aanstonds tegen geweerd. In een twoede motu
proprio van dezen paus werd de wetenschap
ondergeschikt gemaakt aan de kerk, men
mocht de wetenschap slechts in zoover aan
vaarden, als zü niet in strijd was met wat do
kerk leerde. De katholieke kerk heeft nooit
het goed recht aangetoond van haar bewe
ringen, hoewel daartoe meermalen in de
gelegenheid was op vergaderingen van de
„Dageraad". De eedskwestie is, dank zij de
agitatie door de „Dageraad" gewekt, zelfs
thans in de Troonrede naar voren gebracht,
en de tijd zal niet ver meer zijn, dat deze
manerie door de wet geregeld wordt.
Kokende op het terrein der kerkelijke be
lasting verhaalde spr., hoe doze kwestie in
1911 begonnen is, en oerst in den laatsten
tijd meer naar voren komt. Zoolang wij ons
alleen bemoeiden met de nel van den mensch,
liet de kerk ons onzen gang gaan, doch wanr
wij thans op het gebied der dubbeltjes-kwestie
komen, daar komt zij in vorweer.
Eigenaardig is de beslissing van den Hoogen
Raad in de zaak-Boele van Hensbroek. De
H. R. nl. beslisteiemand die gedoopt is,
behoort tot een kerkgenootschap. Ook iemand
die aangenomen is natuurlijk. Maar daardoor
alleen heeft de kerk, volgons dese beslissing
van den H. R., nog geen recht u tot betalen
van belaBting te dwingen. Zjj heeft dat niet,
omdat gij jong zjjt gedoopt, zonder nw wil,
enkel krachtens den wil uwer ouders, en
omdat van het oogenblik uwer meerderjarig
heid af een andere toestand is ingetreden
toen hield die verbintenis met de kerk op.
Alons de conclusie van den Hoogen Raad
in het geval Boele van Hensbroek. Hoewel
dus de Hooge Baad in duidelijke en onom
wonden woorden heeft uitgemaakt want
hot staat letterlijk aldus in haar conclusie
dat kerkelijke wetten hebben te wijken voor
d« aïgemeene wet, m.a.w., datdekerkinforieur,
ondergeschikt is aan de landswetten, zijn
er toob kantongerechten, die tot veroordeeldg
overgaan.
De eerlijkheid gebiedt te erkennen, dat do
kerk niet aanstonds tot vervolging is over
gegaan. Eerst werd een andere weg gevolgd.
Men trachtte de menschen tot de kerk terug
te brengen. Spr. leest oen desbetreffend
schrijven voor, dat door den kerkeraad van
Amsterdam aan de vroegere leden werd ver
zonden. Maar toen dit niet hielp, sloeg tg
een andere weg in en dreigde notabene met
boedelverkoop bjj non-betaling I Spr. citeert
een schreven, waaruit blijkt, dat een kerk
bestuur zich niet ontzien heeft om voor eer
bedrag van fl.60 aan kerkelijke belasting
□aar den patroon van den belastingschuldige
te gaan, zondor te vragen welke gevolgen
dit voor hem zon kunnen hebben.
Ook in den Helder is de kwestie naar
voren gebracht door een schrijven in het
„Vliegend Blaadje". Het antwoord, dat de
kerk hierop gegeven heeft, is van groote
beteekesis. Het zal de vereeniging „De
Dageraad" aangenaam zijn de kwestie, door
do kerk ter sprake gobracht, mot haar uitte-
vechten. Wjj hopen, dat de kerk moed ge
noeg daarvoor heeft, opdat het uitgemaakt
worde, wie in ons land de opperheerschappij
heeftde kerk of de wet. De Vereeniging
stelt gratis formulieren ter besohikking, op
gemaakt door bekwame juristen, die rechtens
voldoende zjjn om zich de afscheiding van
de kerk te verzekeren. De Vereeniging ver
klaart zich bereid, wanneer men van deze
formulieren gebruik maakt en toch tot be
taling wordt genoodzaakt, de zaak tot voor
den Hoogen Raad uittevëchten.
Van de gelegenheid tot debat werd gebruik
gemaakt door verschillende aanwezigen tot
het stellen van vragen, voornamelijk in ver
band mot het laatste gedeelte der rede. Zoo
vroeg men inlichtingen omtrent de zaak
J. S(prnit), waarover in de kerkelijke waar-
schnwiDg van den Helder gesproken was.
Deze heeft toch moeten betalen. Spr. zon
niet gaarne moeilijkheden krijgen en heeft
toch ook niet veel lust te betalen waar bjj
Luthersch is gedoopt en later door een
zendeling is aangenomen.
Uit inlichtingen van het bestnur blijkt,
dat de kwestie Spruit hier betrof hot over
gaan van de Ned. Herv. Kerk naar een ander
genootschap, doch slechts de bestaande ge
nootschappen worden wettelijk erkend en
zoodoende was er voor den heer S. geen
pardon. Spreker echter zal moeten betalen
zoolang hij geen geld genoeg heeft de zaak
tot voor den Hoogen Raad te brengen.
Te bijna half twaalf werd de geanimeerde
vergadering gesloten.
- In het voorloopig Verslag betreffende
de Begrooting van Waterstaat, enz. komt de
volgonde opmerking voor omtrent het
Centraal-Station te Amsterdam.
Ten behoeve van de reizigers, die van
Amsterdam naar het Noorden reizen, werd
op verbetering van den bestaanden toestand
het Centraal-Station te Amsterdam aan
gedrongen. Op het derde perron zijn geen
loketten voor het nemen van plaatBkaarten,
i wachtlokalen en geen nrinoirs. Ook
werd geklaagd over de slechte inrichting van
het vierde perron, dat men daar hoeft aan
gelegd.
De torpedoot G 14.
De torpedoboot G 14, in aanbouw op de
werf' der Kon. Maatschappij Scholde"
te Vlissingen, zal op 15 dezer te water
worden gelaten.
De ouderdomsrente.
Het Noderl. Correspondontiebureau in Den
Haag bericht ons
In verband met de tegenstrijdige berichten
omtrent de voornemens van minister Treub
in zak o do uit keering op 9 December aan
de 70-jarige psnsioenBgerechtigden, kan mot
de meeste stelligheid worden medegedeeld,
dat do te dezer zake genomen beslissing ge
heel in overeenstemming is met de voor-
loopigo maatregelen, genomen door minister
Talm», on hierop neerkomt, dat de pensioen
gerechtigden op 9 December f 2 zullen ont
vangen.
De Burgemeester van Zaandam.
Jhr. mr. C. A. Elias, burgemeester van
Zaandam, heeft met ingang van 1 Januari
eervol ontslag gevraagd.
Een slachting.
Door den laatsten trein van Amsterdam
«ijn Zaterdagavond bij het station Hoorn
dertien koeien, die de lijn bij den overweg
waren opgoloopen, aangereden en gedood,
•t Was een wondor, dat de tTein niet uit de
rails is geloopen.
Op heeterdaad betrapt.
e „Tel." meldt, dat Zaterdagavond in
den trein tusschen Amsterdam en Dordrecht
twee rechercheurs der AmsterdamBche politie
denhoofdcondncteur v. d. S., van de H.IJ.S.M.,
op heeterdaad betrapt hebben, terwijl hjj
bezig was, in een goederenwagen verschillende
koffers te openen.
Hij deed dienst als pakmeester.
Gearresteerd, is hij naar Utrecht vervoerd,
waar een onderzoek werd ingesteld in zjjn
woning. Daar werden nog verschillende, van
treindiefstallen afkomstige voorwerpen ge
vonden, alsmede een ring met verschillende
sleutels van kofiers.
Veerdienst Enkhuizen-Stavoren.
Naar wjj vernemen, zullen, zoodra de nieuwe
voerbooten tuaschen Enkhuïsen en Stavoren
in do vaart komen, de tarieven over dit
traject eenigsains worden verhoogd.
(Telegr.).
Onbetaalde rekeningen.
In „De Middenstandsbond" schrijft de
heer J. S. Meuwsen over onbetaalde reke
ningen. Hjj haalt de ook door ons vermelde
advertentie in een Haagsch blad aan, waarin
een zaakwaarnemer de klanten van een
dameshoedenzaak verzocht hare rekeningen
te betalen opdat zjjn cliënteele niet failliet
verklaard zou worden. Dan vervolgt de heer
M. aldus
„Beeoft men wel, wat het zeggen wil, voor
een eerljjk man (of vrouw) aan het hoofd van
een zaak staande, met onmiddellijke failliet
verklaring bedreigd te worden, wegens niet-
betaling van eeu luttel bedrag sis f 125,
terwjjl vorderingen op gegoede cliënteele,
moor dan twintigvoud daarvan bedragende,
jarenlang in de boeken open staan, zonder
dat men het wagen durft die klanten om
betaling hunner schulden aan te spreken."
En verder
„Hier behoeft de middenstand niet ootmoe
dig aan de Regeering om tnsschenkomst te
verzoeken, hier kan de middenstand zelf
ingrijpen. Daartoe is echter noodig, dat de
lanwe en dikwjjls bange lakschheid worde
afgelegd. Hier moeten de kapitaalkrachtige
middenstanders hand aan hand gaan met
bnnne zwakkere collega's en deze laatste op
hun bonrt ook toetreden tot de organisaties
van hunne collega's.
„Aan de middenstandsvereenigingen zjj
dan verder de taak toebedeeld, om op de
wjj te zooals reeds verschillende middenstands
vereenigingen dit deden, den handschoen op
te nemen voor het goed recht van den midden
stand en op behoorlijken korten termijn be
taling van zjjD geleverde waren of sjjn ver
richte werkzaamheden te verkrijgen.
„En ten slotte de plicht van het kooponde
publiek. Meer en meer moet de overtuiging
tooh veld winnen, dat er iets onbehoorlijks
is, wanneer men ists gekocht heeft of werk
zaamheden heeft laten verrichten en door de
betaling daarvan jaren uit te stellen tegelijker
tijd het genot van het bosit van het artikel
en van het gsld heeft. Laat de annonce uit
de „Haagscho Courant" bij velen de oogen
doen opengaan, van onwillens gepleegd
onrecht en de oude rekeningen, welke nog
onbetaald liggen, onverwijld doen betalen."
Voor de Arrondissements-Rechtbank
te Rotterdam.
Och edelachtparrc, daat meissie, die
Greetje is frindin met me dochtertje Dora
geweist. Maar me dochtertje is een net
meissie edelachtparre en me dochtertjo had
kwestie gekregen met die Greetje, siet-u
de frindin van mo dochtertje. Nou en toen
is er ruzie met mjjn dochtertje gèkomme
en toon seit ze tegen mjjn dochtertje, dat
se niet eindelik was. Toen zeg 'k wht zeg 'k,
leeljjke slons haal jjj je lintje maar van je
klierkop. Wat sog ze, ik een klierkop- Ja,
seit m'n dochtertje, viezirik, ik heb op de
zaak geen recept voor klieren gevraagd,
kleekop. En mensch odelachtbare, toen staat
mjjn dochtertje nog te pesten en mjjn
dochtertje gut is zoo net, mjjn dochtertjo
edelachtbare en toen pak 'k m'n tofiel en
toen heb 'k ze gedreigd
- Nee geslagenzei de president.
- Etelachtparre, ten slotte, omdat ze mjjn
tochtertje zoo vuil neerzette. Se seit tegen
ons, bij ons moet de gomeentereiniging niet
voor de denr komme, om de stinkrommel te
halen Etelachtparre, dat seit Be, omdat
me dochtertje drie jaren geleden knrveriti»
heit gehad.
En jij, weersprak Greetje, het gezeit,
dat bjj ons de gordijnen hingen te stinken
voor de glazen. Ze heit me met een pantoffel
geslagen en zoo me pen van me hoed in me
kop gedauwd, dat 't bloed over me gezicht
tafereel bleek zich in de Aert Van j
Nesstraat te Rotterdam te hebben afgespeeld,
door verbreking van den vriendinnenband
tusschen „mijn dochtertjo Dora" en het zid-
deljjke Greetje, nudat de gewisselde portretten
teruggegeven werden.
Do officier vroeg f 30 boete of 30 dagen
brommen.
Etelachtbare, dat is veel hoor. Kan 'k
het soms in hooger beroep gooien
Wacht maar, tot de reohtbank uitspraak
gedaan heeft.
O goed etelachtpaare, dag etelacht-
puare dag („Rott. Nbl".)
Het spoorwegongeluk te Melun.
Veertig doodoc heeft men thans, Donder
dagmorgen, gevonden, en men weet nóg niet
of men ér niet nog meer vinden zal. Welk
een vreeslijke ramp!
Van de verschillende tooneelen die het op
ruimen van de overblijfselen dor verbrijzelde
wagons opleverden, geeft het volgende stukje
van eon der „Figaro"-correspondenten een
denkbeeld.
,Om zeven uur (Woensdagavond) worden
de acetyleen-zoeklichten in werking gebracht
valt het felle licht op de enorme massa
ijzer en hout die de locomotief, de tender en
do gemengde le en 2e klasse-wagon vau den
sneltrein, alles verbrijzeld en door elkaar op
den weg liggend, vormen.
De locomotief schijnt te pletter gevallen te
zjjn op den gemengden wagon, na eerst over
eind te zijn gaan staan; daarna is ze voor
uit-geschoten en vóór den wagon neergevallen,
waarbij diep 'n den grond gedrongen is.
Do tender, nog vol water maar zonder de
steenkolen, ligt op den eersten wagon, die
letterlijk tot stof vergrnisd is. En onder dit
alles ziet men de lijken liggen.
Men licht de zware massa op, met hulp van
een kolossale kraan, die uit Dijon gekomen
en met oneindige voorzorgen kruipen de
soldaten er ondor en maken de lichamen los
die verward zitten tusschen de overblijfselen
van allerlei soort.
Een draagbaar!" vraagt oen soldaat, en
het lijk van een verschrikkelijk verminkten
i wordt zichtbaarzjjn gelaat ïb een en al
bloed en zjjn kleeren zjju verkoold.
~en lange reeks lijken wordt thans langs
de ontzette toeschouwers gedragen. Eerst het
lijk van een vrouw, zoo onherkenbaar, dat men
niet zien kan of ze jong of oud is. Daarna
mevrouw Amic (de ongelukkige vrouw, die
acht uur lang onder de locomotief heeft liggen
sterven), het bovenlijf naakt, de haren verward.
Ze schijnt te zlapen, zoo kalm is haar gelaat,
dank zij den morphine-inspuitingen die het
lijden van haar doodstrijd hebben verzacht.
Het Kamerlid Pourquery de Boisserin, een
vriend van de familie, doet het ljjk onmid
dellijk in de kist leggen, en volgt het gedu
rende het transport naar het hospitaal.
Dan komt er een verkoolde romp, zonder
hoofd, zonder armen, zonder beenen. Een
aodere, zoodanig verminkt dat men niet kan
uitmaken om hot een man of vrouw is. Drie
andere, eveneens onkenbaar, waarvan de eene
een gouden manchetknoop, de andere een
gonden halsketting aa i heeft.De kapitein
van de gendarmerie neemt deze voorwerpen
op, die voor de herkenning dienst kun
doen, evenals een handtaschje, flacons, een
reiswekker, een aantal geïllustreerde brief
kaarten en een heel klein vrouwocsohoentje.
Mon hoopt dat het thans het eind is, on
dat zich onder de enorme lap plaatijzer die
over de rails ligt geen lijken meer bevinden..
Welk een fataliteit tot deze ontzettende
ramp aanleiding heeft gegeven moge blijken
nit de omstandigheden die ze veroorzi
hebben.
De posttrein volgt tusschen Parijs en Meina
een zjjweg, indertijd aangelegd om de hoofd
lijn, waarlangs sich een groot aantal treice:
beweegt, wat te ontlasten. Op honderd meter
van het station Melnn kruist deze zjjljjn den
hoofdweg. Volgens de dienstregeling verloopen
er zes minuten tusschen de passage van den
posttrein cn het voorbijsnellen, op datselfde
punt, van den sneltrein uit Marseillo. Juist
Dinsdagavond was de posttrein twee minuten
te vroeg, en de sneltrein vier minnten te laat!
De seinwachters in het station blijken zich
volkomen aan de voorschriften gehouden te
hebben en de signalen voor den sneltrein op
onveilig te hebben geset. Eerst ontkende de
machinist, maar uit een onderzoek bleek dat
het tooh waar was. En nu bekende do
dan ook: dat hij niet meer zeggen kon
het eerste signaal, een kilometer vóór liet
station geplaatst, gestaan had, en dat hij het
tweede niet gezien had, 't zij doordat hij zich
op dat oogenblik met z{jn tosstellen bezighield,
'i rjj om oen andere reden. Zoodoende zag hjj
don posttrein eerst op het laatste oogenblik,
torn do botsing onvermijdelijk geworden was.
De maD, een 46 jarige huisvader, die voor
een van de bekwaamste machinisten der
maatschappij gehouden werd, is in hechtenis
genomen en zal terechtstaan wegens het ver
oorzaken van dood door schuld.
lotusscheu heeft de vakveroenigiug der
machinisten zich echter tot de justitie gewend
en meegedeeld dat zjj reeds herhaaldelijk bjj
de P. L. M.- maatschappij geklaagd heeft over
de inrichting der signalen bjj het station Melun,
die aan duidoljjkheid veol te wenschen laten,
en zoodra het maar een beetje mistig is of
de rook van do machine neerslaat baast niet
te zien zijn. De fout van den machinist behoeft
dos heelemasl niet zoo groot te zjjn als ze
lijkt,in weerwil van haar ontzettonde gevolgen.
Van do veertig gevonden lijkon zjjn er
thans veertien herkend, waaronder dat van
den Hollander Van Kervel, passagier van de
„Wilis". De meeste van de overige zijn zóó
verschrikkelijk vermickt en verkoold dat her
kenning waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn.
Melun, 8 Novomber. Men heeft nog oen
verminkt kinderlijk gevonden. Er zjjn nn in
het geheel 41 dooden.
Te Parijs zijn drie jongelui gevangen ge
nomen, die na het spoorwegongeluk naar Melun
zijn gereisd om lijken van slachtoffers te
berooven. Hun buit bestond iu postwissels en
obligaties, in een aangeteekesden brief door
de Banque de France naar Cbambéty gezon
den. Die obligaties hebben zij te Parjjs trachten
te verkoopon, doch men kreeg argwaan door
dat de papieren min of meer geschroeid waren
en waarschuwde de politie, die de dieven
spoedig tot bekentenis bracht.
Hult ingestort.
Victoria (Spanje), 7 Nov. Eon in aan
bouw zjjnd huis is ingestort, waardoor 7
arbeiders bedolven werden en alle anderen
gewond zijn.
Een nieuwe (Hm.
Tengevolge van hot initiatief der New-
castle en Gateshoad Gasmaatschappij, zal
weldra eon nieuwe film, die zeker de aan
dacht zal trekken, in het roportoire van de
bioscopen worden opgenomen. Deze film zal
oene juiste voorstelling van het goheelo gas
bedrijf geven, te boginnen met de delving
van de steenkool tot de aflevering van hot
gas en als vervolg daarop van de toepassing
van het gas voor industrieele en huishoude
lijke doeleinden. Aan het begin van do film
ziet mon den porder, die zjjne vroege morgen
wandeling door hot myndorp doet, de film
eindigt met de verschillende toepassingen
van het gas voor verwarming, verlichting en
voor drijfkracht.
Het resultaat is niet zonder moeite ver
kregen. Zoo bleek b.v. bjj de poging om de
delving der steenkool ter plaatse te pboto-
grspheeren, dat de omringende kool het licht
geheel opslorpte on dat een lamp van 1000
kaarsen lichtsterkte nanweljjks het nut deed
van een lamp van een enkele kaars. Maar
behulp der möndirectie en de mede-
king van een klein aantal arbeiders werd
dit deel aan den ingang van de mjjn in scène
gebracht en kon ook hiervan eon natuur
getrouwe afbeelding worden genomen.
Verdero photo'e laten zien, hoe de kolen
bjj hoeveelheden van 800 ton in ééo uur aan
de havens worden ingeladen on hoe zjj later
aan de Beckton works door grijpers, die één
ton in één greep opvoeren, worden ontladen
en door treinen in de stokerijen worden ge
voerd. Men ziet het ruwe gas de achtereen
volgende reinigingsprocessen doorloopen. Van
bet ontstaan cn het verwerken der bjjprodncten
geeft de film een duidelijke voorstolling.
Vervolgens komen de toepassingen van het
gas aan do beurt, men ziet hoe in de fabriek
te Elswich om een zwaar kanon oen om
hulsel wordt gelegd en hoe het metaal voor
do kanonnen door gas wordt vloeibaar ge-
liedea houden dus 312 galden over! Het is
weinig bekend. Waarom dit niet te adver-
teeren om bet noodige aantal soldaten onder
de vlag te krijgen?
Lord Northcliffe wees er op hoe in elk
bedrijf verstandig en duidelijk adverteeren
onontbeerlijk geworden is.
Wjj zijn het met hem eens en zjjn volkomen
overtuigd, dat de ervaring dit bewijst.
Hoedentpelden.
Een tram in een volksbuurt. Aan een der
vele haltes stapt een vrouw uit het volk op.
Met de eene hand wordt de schort tot een
bundeltje samengeknoopt vastgehouden, de
andere hand omslnit den ring van een draag-
net, waarin aardappelen. Een groote hoed
dekt het hoofd, terwijl reuten-hoedenspelden
ter weerszijden nit den hoed steken.
De vrouw stapt parmantig naar binnen,
zoekt plaats. De conducteur belt af; de tram
schokt in beweging.
„Juffie", zegt de conducteur, ,,'k mag u
niet meenemen, n hebt geen beschermers
aan uw hoedenspelden".
„Hjj zeic wat", grinnikt de vrouw.
„Juffie bjj de A. P. V. is het verboden
en daarom moet ik u waarschuwen; gerust,
ik mag u niet meenemen, aan de eerste halte
moet a de tram verlaten".
,Wat mot jij met main, man, 'k betaal
emmers".
„Ja juffrouw goed on wel, maar als een
controleur komt, krijg ik boete en dat kan
niet, bovendien de politie wil het niet."
„En ik het, 'k gao dor niet uit. 'kGa
me voor z'n vent loaten natregeneu".
Conducteur belt. „Juffrouw deze halte ga
u d'r uit."
„Eu ik het! 'k Doe het niet."
Resolunt blijft de juffrouw zitten; doet
het draagnet open, neemt twee aardappelen
er uit, steekt die aan de peneinden en kijkt
triomfantelijk rond.
't Publiek glimlacht; conducteur, goed
moedige kerel, ook, en zegt: „Non mag je
blijven zitten!" („Stand.").
Het glasblazen in een fabriek te Birming-
im en het smelten van aluminium in een
tdere fabriek in dezelfde stad wordt ten
tooneele gebracht. Aan het einde geeft de
"m de toepassing van het gas in de kenken.
(Het Gas.)
„0e w&tenscbap van adverteeren".
Dit is een eigenaardige uitdrukking, welke
lord Northcliffe van de week in Londen ge
bruikte op een vergadering gehouden in het
Hotel Cecil. Hjj wees op de groote beteekenis
van verstandig en doelmatig adverteeren en
bracht in herinnering, dat een der eerste
advertenties, opgenomen in Engolsche dag
bladen, die was, welke Koning Karei I in de
„Londone Gasette" plaatste om mede te aeeleu
dat zjjn hond was weggeloopen of gestolen.
Sinds was het een kunst geworden om
w ed te adverteeren on naarmate ieder, die
wat noodig had of wat aanbood was begonnen
tijn wenschen in een dagblad bekend te
maken, was ook het vooroordeel verdweni
dat alleen geadverteerd werd om minder
waardige artikelen aan den man te brengen.
Lord Northolifie toonde aan, dat juist het
tegenovergestelde waar was. Alleen de best«
denkbelden, de beste waar, de beste fabri
kanten konden de proef van adverteerer
doorstaan. Hoe beter hel artikel was on hoe
r adverteeren, d. i. bekend maken, des te
beter was het succes.
Hjj noemde als voorbeeld op het voort-
durerd adverteeren der regeering vau Canada
en Australië in de groote dagbladen
wjjzen op al de goede kansen, welke in hun
rjjkun aan landverhaizers werden aangeboden.
Die advertenties zjjn de beweegkracht voor
Canada en Australië geworden. Hjj kon zich
dan ook niet voorstellen waarom de BritBche
regeering nog zoo consorvatief en deftig was
dat ze niet per advertentie aandacht vroeg
als ze iets bijzonders noodig had. Waarom
b. v. deelt het ministerie van oorlog niet
mede, dat het voor het leger roeraten noodig
heeft en maakt hel niet duideljjk welke goede
voorwaarden den soldaten wordt aange
boden?
Een Britsch soldaat ontvangt behalve kost,
inwoning en kleeding 312 galden por jaar
en is bovendien in do gelegenheid zjjn in
komsten te vermeerderen. Hoerele werk-
INGEZONDEN.
bediende (mannelijke zoowel als vrouwelijke)
dringend hersiening eischt. Waar op ateliers
en werkplaatsen de dagen korter en de loonen
hooger, ja veelal zelfs aan de wet onderhevig
zjjn, staat de winkelbediende, geheel onbe
schermd (particnlier zoowol als wotteljjkj aan
grove uitbuiting bloot.
Se arbeidsdag is bjj slechts weinige zaken
korter dan 12 uur, bjj verreweg do meeste
varieerend tusschen de 12 en 13 uur, bjj
enkele nog hooger, terwjjl jeugdige persoDo:.
van maar even 16 jaar aan dienzelfden eisch
moeten voldoen. Daarbij genomen, dat de
arbeid vooral in tjjden van aeizoendrokte
afmattend is en de loonen in bjjna alle
zaken veel te wenschen overlaten, meenen
wjj met gerustheid te kunnen zeggen, dat
eene organisatie van winkelbedienden alle
recht van bestaan heeft.
De bediende late zich dus niet van de
wjjs brengen, door bedreiging of anderszins.
Wjj spreken den wensch uit dat do tot nu
toe onaaDgesloten bedienden hunnen plicht
zullen begrjjpen, door tegen alle oppositie
van fMjjnheer" in, zich aan te sluiten bjj
onze organisatie, teneinde mede te werken
aan ons streven de wantoestanden te be-
•trjjden. De kleine opoffering aan contributie
weerhoude u daarvan niet! Tevens doen wjj
op onders, voogden of wie ook op den blooi
onzer vereeniging eenigen invloed zou kunnen
uitoefenen, eon beroep, ons hunne mede
werking niet te onthouden.
Ter geruststelling van H. H. patroons
diene 't volgende: ,Ons streven is niet
revolutionnair, wel hervormingsgezind. Io
kalm overleg met onze organisatie zullen
weldra verbeteringen kannen worden aange
bracht, zonder dat de goede verstandhouding
tusschen U en uw personeel ook in 't minst
behoeft te worden geschaad.
Weerhoudt nw personeel echter niet lid
worden onser organisatiedit is toch
alleszins onrechtvaardig en in strjjd met onze
heden daagsohe in 't teeken der democratie
staande begrippen."
Met beleefden dank voor de plaatsruimte.
Het bestuur der
V. V. H. W.
Geachte Redactie!
jj dezen verzoek ik beleefd Uwe gast
vrijheid voor het volgende.
Zooals U bekend is, bevindt de Volks
bibliotheek van het departement Helder der
Maatschappij tot Nat van 't Algemeen zich
tegenwoordig in de Openbare Leeszaal en
worden de boeken daar uitgeleend. Van deze
gelegenheid wordt druk gebrnik gemaakt.
Er zjjn thans 550 lezers ingeschreven, die
rjj geregeld iedere week een boek komen
lalen. Een groot deel dezer lezers zjjn
angens en meisjes, wier oaders niet instaat
zjjn, boeken voor hen te koopan. Eon ge
volg van deze groote belangstelling is echter,
dat de afdeeling „jongens- en meisjesboeken"
uigeput raakt. De beschikbare gelden laten
ien groote aankoopen toe.
Vandaar dat ik een verzoek wenschte te
richten tot diegenen onder Uwe lezers, die
boeken voor de jeugd (boven 12 jaar) be
zitten, die door hen of door hnnne kinderen
niet meer worden gelezen. Indien deze
boeken nog in goeden staat verkeeren, dan
iaden z(j er een goed werk mede doen,
>or ze aan bovengenoemde bibliotheek af
i staan.
Met dank voor de plaatsing.
Hoogachtend,
C. H. Kir aaa.
Een lafe houding.
M. de Redacteur,
Zooals velen uwer lezers bekend zal zjjn,
i* hier ter plaatse opgericht een organisatie
van winkelpetBoneel ter behartiging hunner
belangen. Op zich zelf genomen is dit niets
ongewoons; in meerdere plaatsen bestaat een
dergeljjke vereeniging en nooit is, zoover ons
bekend, daarin iets revolutionnairs gevonden.
Eenige hoeren patroons nit het winkelbe
drijf alhier schenen zulk een beweging abso
luut uit den booze te beschouwen, tenminste
het personeel uit die zaken werd op onom
wonden wjj ze te kennen gegeven, dat, zoo
zjj zich bjj die vereeniging wilden aanslniten,
zjj dit binnenkort aan den Ijjve zouden voelen,
daar hen dan Tan af 1 Januari den tot nn
toe genoten vrijen tjjd niet meer zou worden
verleend, een en ander op grond van even-
tneele eischen der organisatie om 't fini van
den bediende te vervroegen.
Ofschoon de heeren absoluut het slachtoffer
waren hunner verbeelding, daar hen van het
streven der organisatie in welke richting ook,
geen syllabe bekend kon zjjn, eenvoudig om
dat omtrent de te volgen Ijjn der verrich
tingen nog geen definitief plan bestond,
b men toch alvorens de beweging tot
gekomon mocht zjjn, haar den kop te
moeten indrukken. Dat eeu dergeljjke dom
perstactiek door alle eeuwen heen schipbreuk
moest ljjden, ja dat zulk een optreden zelfs
de schoonste propaganda is, die de organisatie
sich maar wenschen kan, daaraan dachten
de heeren bljjkbaar niet. Immers hieruit
bl|jkt ten duidelijkste boeseer de vorming
var. zulk een organisatie van patroonszjjde
gevreesd wordt.
Bjj ons bestaat dan ook niet de minste
vr--cs voor zulke bedreigingen. Wjj kunnen
ons best voorstellen dat de gedachte
een sportende winkelbediende, terwjjl Mijnheer
zich zelf al achter de toonbank ziet staan,
een mensch van streek maakt. Dat iemand
zich echter als gevolg van soo'n illusie
't recht durft aanmatigen zondor meer de
rechten zjjner ondergeschikten te vertrappen,
ljjkt ons wel wat al te bar.
Dit is dan ook oorzaak dat we ons hiermede
tot de publieke opinie wenden. De namen
dier patroons te pnbliceeren ligt niet op
onsen weg. Een herhaling van zulk een
laffe houding zon er echter wel eens toe
kunnen leiden, en dan, aan U, geachte mede
burgers 't oordeel of eene zaak, waar op die
manier met de rechten der ondergeschikten
wordt omgesprongen langer uwe gunst
dient.
Een vluohtig onderzoek onzerzijds heeft
uitgewezen dat inderdaad de positie van den
Geachte Redaolie
Door den heer van Maanen is het adres
van de heeren v. Hoaten, v. Holthe tot
Echten en prof. van Hamel, dat reeds in
tijdschriften en dagbladen aanleiding beeft
gegeven tot veel geschrijf, ook in uw blad
ter sprake gebraoht. Ik meen niet in eon
nitternard kort artikel al de argumenten van
voor- en tegenstanders te kunnen bespreken,
en hen, die op die ljjsten willen-teekenen,
tot andere inrichten te kunnen brengen.
Maar ik zou aau hen, die daartoe neiging
gevoelen, toch toe willen roepen„Bezint,
eer gjj begint". Ik zon hen willen aanraden
lezen, wat door mannen als prof. van
Rjjnberk in het Tijdschrift van Geneeskunde,
dr. Bles in Moleachott, dr. Feenatra in de
Telegraaf, mr. de Koning (opening der jaar
vergadering der vereeniging tegen de kwak
zalverij) en vele andoren is geschreven om
met kennis van zaken te kunnen oordeelen.
Het is dan de tneening van deze, tot oor-
elen bevoegde mannen, dat wijziging dor
st op dit pnnt niet is in het belang dor
sociale bygiene, dat het zou zjjn een stap
achteruit, dat het sou zjjn nog meer in de
hand werken van de nu reeds welig tierende
kwakzalverij.
wil ik nog iets over het adres zelf
en dan de argumenten vaa boven-
tegenstanders kort weergeven.
Er wordt in het adres gezegd „dat de wet
van andere behandel- of ge-
dan de door haar erkende ver
biedt". Dit is geheel onjuist. De wet verbiedt
geen geneesmethoden. Wat zjj wel verbiedt,
is de uitoefening der geneeskunst als beroep
door onbevoegden, door niet-artaen. Verder
adressanten dan een aantal ge
neesmethoden op, die volgens hen buiten het
gebied der „officieel*'' wetenschap liggen, «n
o.a. het voorschrijven van geneesmiddelen die
„buiten de Ijjst der pharmacopee" liggen.
Deze twee dingen zjjn al voldoende, om ge-
emde heeren te stempelen tot op dit
bied tot oordeelen onbevoegden.
De arte is niet gebonden, en bindt sich niet
aan een ljjst van geneesmiddelen. En onbe
voegde uitoefenaren dei' geneeskunst hebben
volstrekt niet het monopolie van bjjzondere
medicijnen, die aan de wetenschap onbekend
zouden zjjnl
De tegenatanders van dit adres meenen, dat
men de genezing van rieken niet mag toe
vertrouwen aan menschen, die onbekend zjjn
zelfs met de grondbeginselen van natuurweten
schappelijk en medisch ondersoek. Zjj meenen,
dat men een waarborg moet hebben, dat per
sonen, die rieb op genezing van zieken willen
toeleggen, een behoorljjke voorstudie hebben
gemaakt. Evenali bjj ieder ander
beroep! En nu zou bjj een van de moei
lijkste beroepen, eec dergeljjke voorbereiding
niet meer noodig zjjn?
Dat wel eens door anderen dan medici ge
neringen zjjn tot stand gebracht, wil ik in
het midden laten. Maar is ook wel eens op-
geteekend, hoeveel personen zjjn geschaad
door niet tjjdig bevoegde medische hulp in te
roepen, maar zich eerst te wpnden tot onbe
voegden
Ik geloof, dat de voorstanders van de in
het adres genoemde geneesmethoden de taak
verkeerd hebben aangepakt, en de gevolgen
niet overzien. Indien zjj eens pogingen deden,
om te maken, dat de geneesmethoden, waar
van ze zulke vurige voorstanders zijn, aan de
universiteiten werden gedoceerd aan de aan
staande artsen, of, indien zjj personen, die 2jj
in het bezit van bjjzondere gaven achten, in
de gelegenheid atelden, eerst de modische
studie te maken uit een fonds b.v.?
Neen, wjj hopen in vertrouwen, dat de
regeering niet, zjj het indirect, de kwaksal
verjj in de hand zal werken. Geen in de
hand werken van domheid en bjjgeloovigheid
van bet grooto publiek, maar geneeskunde in
de eerste plaats gebaseerd op grondige weten-
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend
Uw leser,
V.