KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder7eicel, Weeringen en Annm Paulewna. 'No. 4353. Woensdag 13 November 1913. 4lete*Jurgang. Vliegend BlMdje p. 3 m. 60 ct,, Ir. p.,po»t 75 ct., buitenland 11.25 idagsblai ieblad (Voor bet buitenland bg rsoruitbatsling.) AdTertentiên 1 tot 5 regels (bg vooruitbetaling) JO cent. Elke regel meer6 Ce wijs-exemplaar Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend Varsohijnl Dinsdag- sa Vrijdagmiddag. Uitgaaar i C. DE OER Jr„ Haldar. Karsaai Kaaiagstraat SI. Intarc. Ttlaf. 60 NIEUWSKERICHTEI. HELDER, 11 November. Vereeniging „De Dageraad". Deze vereeniging, afdeeling Helder, hield Vrijdagavond voor een vrij talrijk pnbliek haar aangekondigde vergadering, waar de heer Havers van Den Haag aou spreken over „De individaeele en sociale waarde van het vrije denken". Deze vergadering brengt ons in een ietwat lastig parket. Indertijd is door ons het priucipieele besluit genomen om van geene vergadering op kerkelijk gebied molding te maken. Nu is weliswaar do vereeniging „De Dageraad" een anti-kerkelijke vereeniging, maar ij) beweegt zich toch op hetzelfde terrein als de kerkethische verheffing van den menscb. Op zichzelf ware dit misschien govn reden om haar te passeeren, daar dit zelfde b.v. ook met geheel-onthouding e.a. het geval is, waarvan wij wel verslag maken. Waar ons hier echter, in deze rode van den heer Havers, een geloofsbelijdenis word aan geboden, die nn ja, bjjna geheel door een kerkgenootschap zou kannen worden onder schreven, daar meencn wjj ons billijksheids- halve van een teruggeven der rede te moeten onthouden. We zullen er alleen dit van zeggen, dat do spr. uiteenzette wat onder „vrQ denkon" wordt verstaan, dat weliswaar eens menschen gedachten vrij z{jn, maar dat hij daardoor nog niet eon „vrijdenker" wordt. Dat het groote principieele verschil tnsschen vrijdenken en gelooven dit is, dat de geloovige dualistisch is, en gelooft, dat de wereld be staat uit twee afgescheiden gedeeltende stoffelijke wereld en het gebied der zielen, en dat de vrijdenker daarentegen het monisme aanhangt, dat leert, dat de werold is één enkel ondeelbaar gebied, waarin de beide onbegrensde gebiodon kracht en stof. Welke dan in die wereld de plichten eens vrij denkers zijn, leerde ods de redevoering van den heer Havers. Aan het einde releveerde de spr. in het kort, na deze individneole waarde, de sociale waarde, dus de waarde van het vrijdenken in de maatschappij. Wanneer het individu door de vrije gedachte beter is geworden, volgt daaruit noodwendig, dat dit de maatschappij boter zal maken. Ook het omgekeerde is waar: wanneer men de maatschappij beter maakt, verbetert men ook hot individu, maar spr. vindt beter van het individn uittegaan. Resumeerende is spr. conclusie deze: bij de vrije gedachte komt het er niet op aan tot welko oplossing men is gekomen, ïuder vrijdenker heeft deu plicht eigen gedachte aaa kritiek te onderwerpen, en zoo hoog mogelijk te ontwikkelen, dit zal ten goede komen aan individn en maat schappij. Na de pauze behandelde spr. eon geheel ander, ook voor den Helder actueel onder werp De afscheiding van de kerk. 't Heeft lang geduurd, zei de spr., eer we do kerk op 't terrein gekregen hebben, waar we haar wilden hebben. Merkwaardig is, dat de kerk overal op elke ontwikkeling van do „vrije" gedachte den domper heeft gezet. Gemengde huwelijken zijn bij pauselijken bul verboden op straffe van doodzonde (en men weet, wat dit in de katholieke kerk beteekent). „De Dageraad" hoeft zich daar aanstonds tegen geweerd. In een twoede motu proprio van dezen paus werd de wetenschap ondergeschikt gemaakt aan de kerk, men mocht de wetenschap slechts in zoover aan vaarden, als zü niet in strijd was met wat do kerk leerde. De katholieke kerk heeft nooit het goed recht aangetoond van haar bewe ringen, hoewel daartoe meermalen in de gelegenheid was op vergaderingen van de „Dageraad". De eedskwestie is, dank zij de agitatie door de „Dageraad" gewekt, zelfs thans in de Troonrede naar voren gebracht, en de tijd zal niet ver meer zijn, dat deze manerie door de wet geregeld wordt. Kokende op het terrein der kerkelijke be lasting verhaalde spr., hoe doze kwestie in 1911 begonnen is, en oerst in den laatsten tijd meer naar voren komt. Zoolang wij ons alleen bemoeiden met de nel van den mensch, liet de kerk ons onzen gang gaan, doch wanr wij thans op het gebied der dubbeltjes-kwestie komen, daar komt zij in vorweer. Eigenaardig is de beslissing van den Hoogen Raad in de zaak-Boele van Hensbroek. De H. R. nl. beslisteiemand die gedoopt is, behoort tot een kerkgenootschap. Ook iemand die aangenomen is natuurlijk. Maar daardoor alleen heeft de kerk, volgons dese beslissing van den H. R., nog geen recht u tot betalen van belaBting te dwingen. Zjj heeft dat niet, omdat gij jong zjjt gedoopt, zonder nw wil, enkel krachtens den wil uwer ouders, en omdat van het oogenblik uwer meerderjarig heid af een andere toestand is ingetreden toen hield die verbintenis met de kerk op. Alons de conclusie van den Hoogen Raad in het geval Boele van Hensbroek. Hoewel dus de Hooge Baad in duidelijke en onom wonden woorden heeft uitgemaakt want hot staat letterlijk aldus in haar conclusie dat kerkelijke wetten hebben te wijken voor d« aïgemeene wet, m.a.w., datdekerkinforieur, ondergeschikt is aan de landswetten, zijn er toob kantongerechten, die tot veroordeeldg overgaan. De eerlijkheid gebiedt te erkennen, dat do kerk niet aanstonds tot vervolging is over gegaan. Eerst werd een andere weg gevolgd. Men trachtte de menschen tot de kerk terug te brengen. Spr. leest oen desbetreffend schrijven voor, dat door den kerkeraad van Amsterdam aan de vroegere leden werd ver zonden. Maar toen dit niet hielp, sloeg tg een andere weg in en dreigde notabene met boedelverkoop bjj non-betaling I Spr. citeert een schreven, waaruit blijkt, dat een kerk bestuur zich niet ontzien heeft om voor eer bedrag van fl.60 aan kerkelijke belasting □aar den patroon van den belastingschuldige te gaan, zondor te vragen welke gevolgen dit voor hem zon kunnen hebben. Ook in den Helder is de kwestie naar voren gebracht door een schrijven in het „Vliegend Blaadje". Het antwoord, dat de kerk hierop gegeven heeft, is van groote beteekesis. Het zal de vereeniging „De Dageraad" aangenaam zijn de kwestie, door do kerk ter sprake gobracht, mot haar uitte- vechten. Wjj hopen, dat de kerk moed ge noeg daarvoor heeft, opdat het uitgemaakt worde, wie in ons land de opperheerschappij heeftde kerk of de wet. De Vereeniging stelt gratis formulieren ter besohikking, op gemaakt door bekwame juristen, die rechtens voldoende zjjn om zich de afscheiding van de kerk te verzekeren. De Vereeniging ver klaart zich bereid, wanneer men van deze formulieren gebruik maakt en toch tot be taling wordt genoodzaakt, de zaak tot voor den Hoogen Raad uittevëchten. Van de gelegenheid tot debat werd gebruik gemaakt door verschillende aanwezigen tot het stellen van vragen, voornamelijk in ver band mot het laatste gedeelte der rede. Zoo vroeg men inlichtingen omtrent de zaak J. S(prnit), waarover in de kerkelijke waar- schnwiDg van den Helder gesproken was. Deze heeft toch moeten betalen. Spr. zon niet gaarne moeilijkheden krijgen en heeft toch ook niet veel lust te betalen waar bjj Luthersch is gedoopt en later door een zendeling is aangenomen. Uit inlichtingen van het bestnur blijkt, dat de kwestie Spruit hier betrof hot over gaan van de Ned. Herv. Kerk naar een ander genootschap, doch slechts de bestaande ge nootschappen worden wettelijk erkend en zoodoende was er voor den heer S. geen pardon. Spreker echter zal moeten betalen zoolang hij geen geld genoeg heeft de zaak tot voor den Hoogen Raad te brengen. Te bijna half twaalf werd de geanimeerde vergadering gesloten. - In het voorloopig Verslag betreffende de Begrooting van Waterstaat, enz. komt de volgonde opmerking voor omtrent het Centraal-Station te Amsterdam. Ten behoeve van de reizigers, die van Amsterdam naar het Noorden reizen, werd op verbetering van den bestaanden toestand het Centraal-Station te Amsterdam aan gedrongen. Op het derde perron zijn geen loketten voor het nemen van plaatBkaarten, i wachtlokalen en geen nrinoirs. Ook werd geklaagd over de slechte inrichting van het vierde perron, dat men daar hoeft aan gelegd. De torpedoot G 14. De torpedoboot G 14, in aanbouw op de werf' der Kon. Maatschappij Scholde" te Vlissingen, zal op 15 dezer te water worden gelaten. De ouderdomsrente. Het Noderl. Correspondontiebureau in Den Haag bericht ons In verband met de tegenstrijdige berichten omtrent de voornemens van minister Treub in zak o do uit keering op 9 December aan de 70-jarige psnsioenBgerechtigden, kan mot de meeste stelligheid worden medegedeeld, dat do te dezer zake genomen beslissing ge heel in overeenstemming is met de voor- loopigo maatregelen, genomen door minister Talm», on hierop neerkomt, dat de pensioen gerechtigden op 9 December f 2 zullen ont vangen. De Burgemeester van Zaandam. Jhr. mr. C. A. Elias, burgemeester van Zaandam, heeft met ingang van 1 Januari eervol ontslag gevraagd. Een slachting. Door den laatsten trein van Amsterdam «ijn Zaterdagavond bij het station Hoorn dertien koeien, die de lijn bij den overweg waren opgoloopen, aangereden en gedood, •t Was een wondor, dat de tTein niet uit de rails is geloopen. Op heeterdaad betrapt. e „Tel." meldt, dat Zaterdagavond in den trein tusschen Amsterdam en Dordrecht twee rechercheurs der AmsterdamBche politie denhoofdcondncteur v. d. S., van de H.IJ.S.M., op heeterdaad betrapt hebben, terwijl hjj bezig was, in een goederenwagen verschillende koffers te openen. Hij deed dienst als pakmeester. Gearresteerd, is hij naar Utrecht vervoerd, waar een onderzoek werd ingesteld in zjjn woning. Daar werden nog verschillende, van treindiefstallen afkomstige voorwerpen ge vonden, alsmede een ring met verschillende sleutels van kofiers. Veerdienst Enkhuizen-Stavoren. Naar wjj vernemen, zullen, zoodra de nieuwe voerbooten tuaschen Enkhuïsen en Stavoren in do vaart komen, de tarieven over dit traject eenigsains worden verhoogd. (Telegr.). Onbetaalde rekeningen. In „De Middenstandsbond" schrijft de heer J. S. Meuwsen over onbetaalde reke ningen. Hjj haalt de ook door ons vermelde advertentie in een Haagsch blad aan, waarin een zaakwaarnemer de klanten van een dameshoedenzaak verzocht hare rekeningen te betalen opdat zjjn cliënteele niet failliet verklaard zou worden. Dan vervolgt de heer M. aldus „Beeoft men wel, wat het zeggen wil, voor een eerljjk man (of vrouw) aan het hoofd van een zaak staande, met onmiddellijke failliet verklaring bedreigd te worden, wegens niet- betaling van eeu luttel bedrag sis f 125, terwjjl vorderingen op gegoede cliënteele, moor dan twintigvoud daarvan bedragende, jarenlang in de boeken open staan, zonder dat men het wagen durft die klanten om betaling hunner schulden aan te spreken." En verder „Hier behoeft de middenstand niet ootmoe dig aan de Regeering om tnsschenkomst te verzoeken, hier kan de middenstand zelf ingrijpen. Daartoe is echter noodig, dat de lanwe en dikwjjls bange lakschheid worde afgelegd. Hier moeten de kapitaalkrachtige middenstanders hand aan hand gaan met bnnne zwakkere collega's en deze laatste op hun bonrt ook toetreden tot de organisaties van hunne collega's. „Aan de middenstandsvereenigingen zjj dan verder de taak toebedeeld, om op de wjj te zooals reeds verschillende middenstands vereenigingen dit deden, den handschoen op te nemen voor het goed recht van den midden stand en op behoorlijken korten termijn be taling van zjjD geleverde waren of sjjn ver richte werkzaamheden te verkrijgen. „En ten slotte de plicht van het kooponde publiek. Meer en meer moet de overtuiging tooh veld winnen, dat er iets onbehoorlijks is, wanneer men ists gekocht heeft of werk zaamheden heeft laten verrichten en door de betaling daarvan jaren uit te stellen tegelijker tijd het genot van het bosit van het artikel en van het gsld heeft. Laat de annonce uit de „Haagscho Courant" bij velen de oogen doen opengaan, van onwillens gepleegd onrecht en de oude rekeningen, welke nog onbetaald liggen, onverwijld doen betalen." Voor de Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam. Och edelachtparrc, daat meissie, die Greetje is frindin met me dochtertje Dora geweist. Maar me dochtertje is een net meissie edelachtparre en me dochtertjo had kwestie gekregen met die Greetje, siet-u de frindin van mo dochtertje. Nou en toen is er ruzie met mjjn dochtertje gèkomme en toon seit ze tegen mjjn dochtertje, dat se niet eindelik was. Toen zeg 'k wht zeg 'k, leeljjke slons haal jjj je lintje maar van je klierkop. Wat sog ze, ik een klierkop- Ja, seit m'n dochtertje, viezirik, ik heb op de zaak geen recept voor klieren gevraagd, kleekop. En mensch odelachtbare, toen staat mjjn dochtertje nog te pesten en mjjn dochtertje gut is zoo net, mjjn dochtertjo edelachtbare en toen pak 'k m'n tofiel en toen heb 'k ze gedreigd - Nee geslagenzei de president. - Etelachtparre, ten slotte, omdat ze mjjn tochtertje zoo vuil neerzette. Se seit tegen ons, bij ons moet de gomeentereiniging niet voor de denr komme, om de stinkrommel te halen Etelachtparre, dat seit Be, omdat me dochtertje drie jaren geleden knrveriti» heit gehad. En jij, weersprak Greetje, het gezeit, dat bjj ons de gordijnen hingen te stinken voor de glazen. Ze heit me met een pantoffel geslagen en zoo me pen van me hoed in me kop gedauwd, dat 't bloed over me gezicht tafereel bleek zich in de Aert Van j Nesstraat te Rotterdam te hebben afgespeeld, door verbreking van den vriendinnenband tusschen „mijn dochtertjo Dora" en het zid- deljjke Greetje, nudat de gewisselde portretten teruggegeven werden. Do officier vroeg f 30 boete of 30 dagen brommen. Etelachtbare, dat is veel hoor. Kan 'k het soms in hooger beroep gooien Wacht maar, tot de reohtbank uitspraak gedaan heeft. O goed etelachtpaare, dag etelacht- puare dag („Rott. Nbl".) Het spoorwegongeluk te Melun. Veertig doodoc heeft men thans, Donder dagmorgen, gevonden, en men weet nóg niet of men ér niet nog meer vinden zal. Welk een vreeslijke ramp! Van de verschillende tooneelen die het op ruimen van de overblijfselen dor verbrijzelde wagons opleverden, geeft het volgende stukje van eon der „Figaro"-correspondenten een denkbeeld. ,Om zeven uur (Woensdagavond) worden de acetyleen-zoeklichten in werking gebracht valt het felle licht op de enorme massa ijzer en hout die de locomotief, de tender en do gemengde le en 2e klasse-wagon vau den sneltrein, alles verbrijzeld en door elkaar op den weg liggend, vormen. De locomotief schijnt te pletter gevallen te zjjn op den gemengden wagon, na eerst over eind te zijn gaan staan; daarna is ze voor uit-geschoten en vóór den wagon neergevallen, waarbij diep 'n den grond gedrongen is. Do tender, nog vol water maar zonder de steenkolen, ligt op den eersten wagon, die letterlijk tot stof vergrnisd is. En onder dit alles ziet men de lijken liggen. Men licht de zware massa op, met hulp van een kolossale kraan, die uit Dijon gekomen en met oneindige voorzorgen kruipen de soldaten er ondor en maken de lichamen los die verward zitten tusschen de overblijfselen van allerlei soort. Een draagbaar!" vraagt oen soldaat, en het lijk van een verschrikkelijk verminkten i wordt zichtbaarzjjn gelaat ïb een en al bloed en zjjn kleeren zjju verkoold. ~en lange reeks lijken wordt thans langs de ontzette toeschouwers gedragen. Eerst het lijk van een vrouw, zoo onherkenbaar, dat men niet zien kan of ze jong of oud is. Daarna mevrouw Amic (de ongelukkige vrouw, die acht uur lang onder de locomotief heeft liggen sterven), het bovenlijf naakt, de haren verward. Ze schijnt te zlapen, zoo kalm is haar gelaat, dank zij den morphine-inspuitingen die het lijden van haar doodstrijd hebben verzacht. Het Kamerlid Pourquery de Boisserin, een vriend van de familie, doet het ljjk onmid dellijk in de kist leggen, en volgt het gedu rende het transport naar het hospitaal. Dan komt er een verkoolde romp, zonder hoofd, zonder armen, zonder beenen. Een aodere, zoodanig verminkt dat men niet kan uitmaken om hot een man of vrouw is. Drie andere, eveneens onkenbaar, waarvan de eene een gouden manchetknoop, de andere een gonden halsketting aa i heeft.De kapitein van de gendarmerie neemt deze voorwerpen op, die voor de herkenning dienst kun doen, evenals een handtaschje, flacons, een reiswekker, een aantal geïllustreerde brief kaarten en een heel klein vrouwocsohoentje. Mon hoopt dat het thans het eind is, on dat zich onder de enorme lap plaatijzer die over de rails ligt geen lijken meer bevinden.. Welk een fataliteit tot deze ontzettende ramp aanleiding heeft gegeven moge blijken nit de omstandigheden die ze veroorzi hebben. De posttrein volgt tusschen Parijs en Meina een zjjweg, indertijd aangelegd om de hoofd lijn, waarlangs sich een groot aantal treice: beweegt, wat te ontlasten. Op honderd meter van het station Melnn kruist deze zjjljjn den hoofdweg. Volgens de dienstregeling verloopen er zes minuten tusschen de passage van den posttrein cn het voorbijsnellen, op datselfde punt, van den sneltrein uit Marseillo. Juist Dinsdagavond was de posttrein twee minuten te vroeg, en de sneltrein vier minnten te laat! De seinwachters in het station blijken zich volkomen aan de voorschriften gehouden te hebben en de signalen voor den sneltrein op onveilig te hebben geset. Eerst ontkende de machinist, maar uit een onderzoek bleek dat het tooh waar was. En nu bekende do dan ook: dat hij niet meer zeggen kon het eerste signaal, een kilometer vóór liet station geplaatst, gestaan had, en dat hij het tweede niet gezien had, 't zij doordat hij zich op dat oogenblik met z{jn tosstellen bezighield, 'i rjj om oen andere reden. Zoodoende zag hjj don posttrein eerst op het laatste oogenblik, torn do botsing onvermijdelijk geworden was. De maD, een 46 jarige huisvader, die voor een van de bekwaamste machinisten der maatschappij gehouden werd, is in hechtenis genomen en zal terechtstaan wegens het ver oorzaken van dood door schuld. lotusscheu heeft de vakveroenigiug der machinisten zich echter tot de justitie gewend en meegedeeld dat zjj reeds herhaaldelijk bjj de P. L. M.- maatschappij geklaagd heeft over de inrichting der signalen bjj het station Melun, die aan duidoljjkheid veol te wenschen laten, en zoodra het maar een beetje mistig is of de rook van do machine neerslaat baast niet te zien zijn. De fout van den machinist behoeft dos heelemasl niet zoo groot te zjjn als ze lijkt,in weerwil van haar ontzettonde gevolgen. Van do veertig gevonden lijkon zjjn er thans veertien herkend, waaronder dat van den Hollander Van Kervel, passagier van de „Wilis". De meeste van de overige zijn zóó verschrikkelijk vermickt en verkoold dat her kenning waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn. Melun, 8 Novomber. Men heeft nog oen verminkt kinderlijk gevonden. Er zjjn nn in het geheel 41 dooden. Te Parijs zijn drie jongelui gevangen ge nomen, die na het spoorwegongeluk naar Melun zijn gereisd om lijken van slachtoffers te berooven. Hun buit bestond iu postwissels en obligaties, in een aangeteekesden brief door de Banque de France naar Cbambéty gezon den. Die obligaties hebben zij te Parjjs trachten te verkoopon, doch men kreeg argwaan door dat de papieren min of meer geschroeid waren en waarschuwde de politie, die de dieven spoedig tot bekentenis bracht. Hult ingestort. Victoria (Spanje), 7 Nov. Eon in aan bouw zjjnd huis is ingestort, waardoor 7 arbeiders bedolven werden en alle anderen gewond zijn. Een nieuwe (Hm. Tengevolge van hot initiatief der New- castle en Gateshoad Gasmaatschappij, zal weldra eon nieuwe film, die zeker de aan dacht zal trekken, in het roportoire van de bioscopen worden opgenomen. Deze film zal oene juiste voorstelling van het goheelo gas bedrijf geven, te boginnen met de delving van de steenkool tot de aflevering van hot gas en als vervolg daarop van de toepassing van het gas voor industrieele en huishoude lijke doeleinden. Aan het begin van do film ziet mon den porder, die zjjne vroege morgen wandeling door hot myndorp doet, de film eindigt met de verschillende toepassingen van het gas voor verwarming, verlichting en voor drijfkracht. Het resultaat is niet zonder moeite ver kregen. Zoo bleek b.v. bjj de poging om de delving der steenkool ter plaatse te pboto- grspheeren, dat de omringende kool het licht geheel opslorpte on dat een lamp van 1000 kaarsen lichtsterkte nanweljjks het nut deed van een lamp van een enkele kaars. Maar behulp der möndirectie en de mede- king van een klein aantal arbeiders werd dit deel aan den ingang van de mjjn in scène gebracht en kon ook hiervan eon natuur getrouwe afbeelding worden genomen. Verdero photo'e laten zien, hoe de kolen bjj hoeveelheden van 800 ton in ééo uur aan de havens worden ingeladen on hoe zjj later aan de Beckton works door grijpers, die één ton in één greep opvoeren, worden ontladen en door treinen in de stokerijen worden ge voerd. Men ziet het ruwe gas de achtereen volgende reinigingsprocessen doorloopen. Van bet ontstaan cn het verwerken der bjjprodncten geeft de film een duidelijke voorstolling. Vervolgens komen de toepassingen van het gas aan do beurt, men ziet hoe in de fabriek te Elswich om een zwaar kanon oen om hulsel wordt gelegd en hoe het metaal voor do kanonnen door gas wordt vloeibaar ge- liedea houden dus 312 galden over! Het is weinig bekend. Waarom dit niet te adver- teeren om bet noodige aantal soldaten onder de vlag te krijgen? Lord Northcliffe wees er op hoe in elk bedrijf verstandig en duidelijk adverteeren onontbeerlijk geworden is. Wjj zijn het met hem eens en zjjn volkomen overtuigd, dat de ervaring dit bewijst. Hoedentpelden. Een tram in een volksbuurt. Aan een der vele haltes stapt een vrouw uit het volk op. Met de eene hand wordt de schort tot een bundeltje samengeknoopt vastgehouden, de andere hand omslnit den ring van een draag- net, waarin aardappelen. Een groote hoed dekt het hoofd, terwijl reuten-hoedenspelden ter weerszijden nit den hoed steken. De vrouw stapt parmantig naar binnen, zoekt plaats. De conducteur belt af; de tram schokt in beweging. „Juffie", zegt de conducteur, ,,'k mag u niet meenemen, n hebt geen beschermers aan uw hoedenspelden". „Hjj zeic wat", grinnikt de vrouw. „Juffie bjj de A. P. V. is het verboden en daarom moet ik u waarschuwen; gerust, ik mag u niet meenemen, aan de eerste halte moet a de tram verlaten". ,Wat mot jij met main, man, 'k betaal emmers". „Ja juffrouw goed on wel, maar als een controleur komt, krijg ik boete en dat kan niet, bovendien de politie wil het niet." „En ik het, 'k gao dor niet uit. 'kGa me voor z'n vent loaten natregeneu". Conducteur belt. „Juffrouw deze halte ga u d'r uit." „Eu ik het! 'k Doe het niet." Resolunt blijft de juffrouw zitten; doet het draagnet open, neemt twee aardappelen er uit, steekt die aan de peneinden en kijkt triomfantelijk rond. 't Publiek glimlacht; conducteur, goed moedige kerel, ook, en zegt: „Non mag je blijven zitten!" („Stand."). Het glasblazen in een fabriek te Birming- im en het smelten van aluminium in een tdere fabriek in dezelfde stad wordt ten tooneele gebracht. Aan het einde geeft de "m de toepassing van het gas in de kenken. (Het Gas.) „0e w&tenscbap van adverteeren". Dit is een eigenaardige uitdrukking, welke lord Northcliffe van de week in Londen ge bruikte op een vergadering gehouden in het Hotel Cecil. Hjj wees op de groote beteekenis van verstandig en doelmatig adverteeren en bracht in herinnering, dat een der eerste advertenties, opgenomen in Engolsche dag bladen, die was, welke Koning Karei I in de „Londone Gasette" plaatste om mede te aeeleu dat zjjn hond was weggeloopen of gestolen. Sinds was het een kunst geworden om w ed te adverteeren on naarmate ieder, die wat noodig had of wat aanbood was begonnen tijn wenschen in een dagblad bekend te maken, was ook het vooroordeel verdweni dat alleen geadverteerd werd om minder waardige artikelen aan den man te brengen. Lord Northolifie toonde aan, dat juist het tegenovergestelde waar was. Alleen de best« denkbelden, de beste waar, de beste fabri kanten konden de proef van adverteerer doorstaan. Hoe beter hel artikel was on hoe r adverteeren, d. i. bekend maken, des te beter was het succes. Hjj noemde als voorbeeld op het voort- durerd adverteeren der regeering vau Canada en Australië in de groote dagbladen wjjzen op al de goede kansen, welke in hun rjjkun aan landverhaizers werden aangeboden. Die advertenties zjjn de beweegkracht voor Canada en Australië geworden. Hjj kon zich dan ook niet voorstellen waarom de BritBche regeering nog zoo consorvatief en deftig was dat ze niet per advertentie aandacht vroeg als ze iets bijzonders noodig had. Waarom b. v. deelt het ministerie van oorlog niet mede, dat het voor het leger roeraten noodig heeft en maakt hel niet duideljjk welke goede voorwaarden den soldaten wordt aange boden? Een Britsch soldaat ontvangt behalve kost, inwoning en kleeding 312 galden por jaar en is bovendien in do gelegenheid zjjn in komsten te vermeerderen. Hoerele werk- INGEZONDEN. bediende (mannelijke zoowel als vrouwelijke) dringend hersiening eischt. Waar op ateliers en werkplaatsen de dagen korter en de loonen hooger, ja veelal zelfs aan de wet onderhevig zjjn, staat de winkelbediende, geheel onbe schermd (particnlier zoowol als wotteljjkj aan grove uitbuiting bloot. Se arbeidsdag is bjj slechts weinige zaken korter dan 12 uur, bjj verreweg do meeste varieerend tusschen de 12 en 13 uur, bjj enkele nog hooger, terwjjl jeugdige persoDo:. van maar even 16 jaar aan dienzelfden eisch moeten voldoen. Daarbij genomen, dat de arbeid vooral in tjjden van aeizoendrokte afmattend is en de loonen in bjjna alle zaken veel te wenschen overlaten, meenen wjj met gerustheid te kunnen zeggen, dat eene organisatie van winkelbedienden alle recht van bestaan heeft. De bediende late zich dus niet van de wjjs brengen, door bedreiging of anderszins. Wjj spreken den wensch uit dat do tot nu toe onaaDgesloten bedienden hunnen plicht zullen begrjjpen, door tegen alle oppositie van fMjjnheer" in, zich aan te sluiten bjj onze organisatie, teneinde mede te werken aan ons streven de wantoestanden te be- •trjjden. De kleine opoffering aan contributie weerhoude u daarvan niet! Tevens doen wjj op onders, voogden of wie ook op den blooi onzer vereeniging eenigen invloed zou kunnen uitoefenen, eon beroep, ons hunne mede werking niet te onthouden. Ter geruststelling van H. H. patroons diene 't volgende: ,Ons streven is niet revolutionnair, wel hervormingsgezind. Io kalm overleg met onze organisatie zullen weldra verbeteringen kannen worden aange bracht, zonder dat de goede verstandhouding tusschen U en uw personeel ook in 't minst behoeft te worden geschaad. Weerhoudt nw personeel echter niet lid worden onser organisatiedit is toch alleszins onrechtvaardig en in strjjd met onze heden daagsohe in 't teeken der democratie staande begrippen." Met beleefden dank voor de plaatsruimte. Het bestuur der V. V. H. W. Geachte Redactie! jj dezen verzoek ik beleefd Uwe gast vrijheid voor het volgende. Zooals U bekend is, bevindt de Volks bibliotheek van het departement Helder der Maatschappij tot Nat van 't Algemeen zich tegenwoordig in de Openbare Leeszaal en worden de boeken daar uitgeleend. Van deze gelegenheid wordt druk gebrnik gemaakt. Er zjjn thans 550 lezers ingeschreven, die rjj geregeld iedere week een boek komen lalen. Een groot deel dezer lezers zjjn angens en meisjes, wier oaders niet instaat zjjn, boeken voor hen te koopan. Eon ge volg van deze groote belangstelling is echter, dat de afdeeling „jongens- en meisjesboeken" uigeput raakt. De beschikbare gelden laten ien groote aankoopen toe. Vandaar dat ik een verzoek wenschte te richten tot diegenen onder Uwe lezers, die boeken voor de jeugd (boven 12 jaar) be zitten, die door hen of door hnnne kinderen niet meer worden gelezen. Indien deze boeken nog in goeden staat verkeeren, dan iaden z(j er een goed werk mede doen, >or ze aan bovengenoemde bibliotheek af i staan. Met dank voor de plaatsing. Hoogachtend, C. H. Kir aaa. Een lafe houding. M. de Redacteur, Zooals velen uwer lezers bekend zal zjjn, i* hier ter plaatse opgericht een organisatie van winkelpetBoneel ter behartiging hunner belangen. Op zich zelf genomen is dit niets ongewoons; in meerdere plaatsen bestaat een dergeljjke vereeniging en nooit is, zoover ons bekend, daarin iets revolutionnairs gevonden. Eenige hoeren patroons nit het winkelbe drijf alhier schenen zulk een beweging abso luut uit den booze te beschouwen, tenminste het personeel uit die zaken werd op onom wonden wjj ze te kennen gegeven, dat, zoo zjj zich bjj die vereeniging wilden aanslniten, zjj dit binnenkort aan den Ijjve zouden voelen, daar hen dan Tan af 1 Januari den tot nn toe genoten vrijen tjjd niet meer zou worden verleend, een en ander op grond van even- tneele eischen der organisatie om 't fini van den bediende te vervroegen. Ofschoon de heeren absoluut het slachtoffer waren hunner verbeelding, daar hen van het streven der organisatie in welke richting ook, geen syllabe bekend kon zjjn, eenvoudig om dat omtrent de te volgen Ijjn der verrich tingen nog geen definitief plan bestond, b men toch alvorens de beweging tot gekomon mocht zjjn, haar den kop te moeten indrukken. Dat eeu dergeljjke dom perstactiek door alle eeuwen heen schipbreuk moest ljjden, ja dat zulk een optreden zelfs de schoonste propaganda is, die de organisatie sich maar wenschen kan, daaraan dachten de heeren bljjkbaar niet. Immers hieruit bl|jkt ten duidelijkste boeseer de vorming var. zulk een organisatie van patroonszjjde gevreesd wordt. Bjj ons bestaat dan ook niet de minste vr--cs voor zulke bedreigingen. Wjj kunnen ons best voorstellen dat de gedachte een sportende winkelbediende, terwjjl Mijnheer zich zelf al achter de toonbank ziet staan, een mensch van streek maakt. Dat iemand zich echter als gevolg van soo'n illusie 't recht durft aanmatigen zondor meer de rechten zjjner ondergeschikten te vertrappen, ljjkt ons wel wat al te bar. Dit is dan ook oorzaak dat we ons hiermede tot de publieke opinie wenden. De namen dier patroons te pnbliceeren ligt niet op onsen weg. Een herhaling van zulk een laffe houding zon er echter wel eens toe kunnen leiden, en dan, aan U, geachte mede burgers 't oordeel of eene zaak, waar op die manier met de rechten der ondergeschikten wordt omgesprongen langer uwe gunst dient. Een vluohtig onderzoek onzerzijds heeft uitgewezen dat inderdaad de positie van den Geachte Redaolie Door den heer van Maanen is het adres van de heeren v. Hoaten, v. Holthe tot Echten en prof. van Hamel, dat reeds in tijdschriften en dagbladen aanleiding beeft gegeven tot veel geschrijf, ook in uw blad ter sprake gebraoht. Ik meen niet in eon nitternard kort artikel al de argumenten van voor- en tegenstanders te kunnen bespreken, en hen, die op die ljjsten willen-teekenen, tot andere inrichten te kunnen brengen. Maar ik zou aau hen, die daartoe neiging gevoelen, toch toe willen roepen„Bezint, eer gjj begint". Ik zon hen willen aanraden lezen, wat door mannen als prof. van Rjjnberk in het Tijdschrift van Geneeskunde, dr. Bles in Moleachott, dr. Feenatra in de Telegraaf, mr. de Koning (opening der jaar vergadering der vereeniging tegen de kwak zalverij) en vele andoren is geschreven om met kennis van zaken te kunnen oordeelen. Het is dan de tneening van deze, tot oor- elen bevoegde mannen, dat wijziging dor st op dit pnnt niet is in het belang dor sociale bygiene, dat het zou zjjn een stap achteruit, dat het sou zjjn nog meer in de hand werken van de nu reeds welig tierende kwakzalverij. wil ik nog iets over het adres zelf en dan de argumenten vaa boven- tegenstanders kort weergeven. Er wordt in het adres gezegd „dat de wet van andere behandel- of ge- dan de door haar erkende ver biedt". Dit is geheel onjuist. De wet verbiedt geen geneesmethoden. Wat zjj wel verbiedt, is de uitoefening der geneeskunst als beroep door onbevoegden, door niet-artaen. Verder adressanten dan een aantal ge neesmethoden op, die volgens hen buiten het gebied der „officieel*'' wetenschap liggen, «n o.a. het voorschrijven van geneesmiddelen die „buiten de Ijjst der pharmacopee" liggen. Deze twee dingen zjjn al voldoende, om ge- emde heeren te stempelen tot op dit bied tot oordeelen onbevoegden. De arte is niet gebonden, en bindt sich niet aan een ljjst van geneesmiddelen. En onbe voegde uitoefenaren dei' geneeskunst hebben volstrekt niet het monopolie van bjjzondere medicijnen, die aan de wetenschap onbekend zouden zjjnl De tegenatanders van dit adres meenen, dat men de genezing van rieken niet mag toe vertrouwen aan menschen, die onbekend zjjn zelfs met de grondbeginselen van natuurweten schappelijk en medisch ondersoek. Zjj meenen, dat men een waarborg moet hebben, dat per sonen, die rieb op genezing van zieken willen toeleggen, een behoorljjke voorstudie hebben gemaakt. Evenali bjj ieder ander beroep! En nu zou bjj een van de moei lijkste beroepen, eec dergeljjke voorbereiding niet meer noodig zjjn? Dat wel eens door anderen dan medici ge neringen zjjn tot stand gebracht, wil ik in het midden laten. Maar is ook wel eens op- geteekend, hoeveel personen zjjn geschaad door niet tjjdig bevoegde medische hulp in te roepen, maar zich eerst te wpnden tot onbe voegden Ik geloof, dat de voorstanders van de in het adres genoemde geneesmethoden de taak verkeerd hebben aangepakt, en de gevolgen niet overzien. Indien zjj eens pogingen deden, om te maken, dat de geneesmethoden, waar van ze zulke vurige voorstanders zijn, aan de universiteiten werden gedoceerd aan de aan staande artsen, of, indien zjj personen, die 2jj in het bezit van bjjzondere gaven achten, in de gelegenheid atelden, eerst de modische studie te maken uit een fonds b.v.? Neen, wjj hopen in vertrouwen, dat de regeering niet, zjj het indirect, de kwaksal verjj in de hand zal werken. Geen in de hand werken van domheid en bjjgeloovigheid van bet grooto publiek, maar geneeskunde in de eerste plaats gebaseerd op grondige weten- Met dank voor de plaatsing, Hoogachtend Uw leser, V.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1