Een Greep uit hei Leven. WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN. 3e Jaargang. DAG !3 September 1912. No. III. COURANT VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG. Abonnementsprijs f 0.25 per 3 maanden UITGEVER: CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. ADVERTENTIEN: van 1-5 regelsf0.30 Iedere regel meer„0.06 IN DEN TREIN. Een ruim vijftigjarig boertje in een hoek van den coupé. Wat krom gewerk en met stevige werkhanden, de pet diep over 't voor hoofd. Onder de keep gluren een paar glim mende oogjes. Blijkbaar leep boertje. Stappen binnen een drietal ongeveer twin tig a tweeentwintigjarïge handelsreizigers met veel lawaai, Een van hen, de' grootste druktemaker, besluit het boertje in 't ootje te nemen. Wel baas, hoe oud ben je al? Nou, dat muf meneer mar ies roaden Wat denkt meueer. Laat 'k eens kijken. Nou dertig! Nee, dat hef meueer mis. Ik bin al vier en vieftig ewest, van 't veurjaor. Nou, daar zie je niet naar uit. Je ziet er uit of je hoogstens derti g bent, hoor. Vriendjes grinneken. NOVELLE aan W. R. W1LHELMI. 4. Plotseling begon haar heerlijk lichaam stuip trekkend te beven; in het eerstvolgend oo- genblik hield ik een lijk in mijne armen. Ik wierp mij bij haar neer; ik poogde haar met vleiende woorden in het leven terug te roepen, ik overdekte haar met kussen. Ik weet niet, hoe ik den slag heb kunnen ver dragen, zonder dat ik er krar kzinnig onder werd. Toen drie dagen later Williamook stierf, gevoelde ik geen smart; mijn hart was meer dan vol van droefheid over den dood mijner Mercedes. Alles stond mij tegen. Weg uit dit land waar ik zoo onuitsprekelijk veel verdriet gehad hebriep ik. Ja, ga heen, mijn zoon, zeide de waardi ge Diego de Castranos; maar kom bij ons terug, als uwe wonde genezen zal zijn. Dan zullen wij bij het graf van mijne ongeluk kige dochter weenen en bidden. Op den avond vóór mijn terugkeer naar de oude wereld zat ik alleen in de kamer, waar ik kort te voren in zoet gekoos de we reld vergeten had. Ik keek somber voor mij, en met onuitsprekelijke smart dacht ik aan haar, die mij ontnomen was, die zoo schoon was en die mij zoo innig had liefgehad. Daar legde iemand zijn hand op mijn schou der. Clara stond in rouwgewaad voor mij- Sinds mij die akelige nacht onthuld had, dat zij mij beminde en mijne vrouw om mij En hoe oud is meneer, a'k mag vroagen? Ja, man, dat moet je nu ook maar eens raden. Wat denk je? Nou dartiene of veertien. Older niet. Maar man, daar zie 'k toch niet naar uit. Ik ben toch volwassen. Jawel, mar 'k lette niet op de groote van 't lichaam. Ik lette meer op de groote van 't verstaand. Onbedaarlijk gelach, heel de coupé dooi. (Tijd.) WIERINGEN. Voor de vacante betrekkingen van ker kelijk ontvanger bij de Ned. flerv. Kerk van Hippolytushoef c.a. hebben zich 7. sollicitan ten aangemeld en voor koster 4, terwijl voor koster in de Westerlandsche kerk zich nog 2 sollicitanten aanmeldden. HET HOOGSTE HUIS DER WERELD. De hoogste wolkenkrabber der wereld is benijd had, schrikte ik voor haar terug als voor eene zondares, die nooit vergiffenis zou kunnen erlangen. Ik moest mij bedwingen, om haar niet te beschuldigen van huiche larij bij het storten der tranen om haar man, mijn viiend; ik wist immers, dat haar hart een ander, den echtgenoot harer zuster, toe behoorde. Mijn afkeer voor haar werd echter nog grooter op dien avond, van welken ik spreek. Zij was gekomen, om mij te troosten, mis schien om mijn hart te veroveren, dat mijne heilige, mijne overledene Mercedes toebe hoorde. Ik hoorde, al wat zij sprak, met de grootste koelheid aan. O, zij was nws niet waard, riep zij, noch uw droefheidwant gij moet weten, dat zij mijn echtgenoot beminde. Bij deze woorden wist ik niet, wat te zeg gen ik was verstomdze hielden een gods lastering in. Rudolt, ging zij voort, en legde, als ter bevestiging de handen kruiselings over haar borst, nooit zouden deze woorden over mijne lippen zijn gekomen, als ik niet gezien had, hoe gij door uw smart verteerd wordt. Zij heeft u misleid. Zij, nooit! antwoordde ik ontevréden. Meen niet, dat ik u niet door en door ken. In het eerste oogenblik scheen zij door het overweldigende van mijne woorden en verwijten verpletterd te zijnmaar toen stond zij onbeschaamd op. Nu dan, luidde haar antwoord, als ge het weet, behoef ik her niet langer als een ge heirn in mijn binnenste met mij om te dra gen. Ja, ik bemin u, Rudolf, zooals slechts eene vrouw beminnen kan. Gij zijt mijn ide aal geweest \an het oogenblik af dat ik u thans te Nieuw-York voltooid 50 verdiepin gen, ieder met 400 vertrekken. In het ge bouw zijn een brandweerpost, twee apothe ken, drie restaurants, twee bars enz. HET JAAR 1913, Het jaar 1913, zal rijk aan kalender-merk waardigheden zijn. De vasten beginnen reeds op 4 Februari, dat is de vroegste vasten- termijn in de geheele 20ste eeuw. Witte Don- deraag valt op 20 Maart, Goede Vrijdag op 21 Maart en Paschen op 23 en 24 Maart Hemelvaartsdag valt op 1 Mei en Pinkste- ïen op 11 en 12 Mei. Voor eenige dagen vervoegde zich een Duitscher bij een bewoner der Cronjèsstraat te Haarlem, om daar als commensaal zijn intrek te nemen. Hij liet zich alles goed smaken en vertrok na drie dagen aldaar ver toefd te hebben, zonder iets meer van zich te laten hooren. zag. In William's armen dacht ik alleen aan u. Ik liet haar niet verder spieken; ik ver weet haar schaamteloosheid, ik riep haar toe, dat ze een slavin van haar hartstocht was. Hoe geheel anders was mijn Mercedes. O, hemel! ik verbeeld me, haar nog voor mij te zien. Ik smachte er na, spoedig weer met haar verteuigd te worden O, een schoo- ner, een heiliger wezen heeft de aarde niet gedragen, een wezen, wier eenige hartstocht haar plicht was. Wat zijn de andere vrou wen bij haar? Het tooneel met Clare eindigde daarmede, dat de jonge vrouw in onmacht viel. Ik liet haar liggen en vloog het huis uit, waar ik vroeger zoo gelukkig geweest was. Den volgenden dag bevond ik uiij aan boord van een schip, dat zijne ankers lichtte. Ik kwam in Europa; ik vond mijn vader stervende. Ik had geen tranen bij zijn dood; ik benijdde hem zelts zijn stervensure. Want, och, al mijn vreugde is weg, en nog slechts een somber, kwijnend leven hier op aarde is mijn eenig vooruitzicht. Zij was de zon nestraal, die mijn leven in goud deed schit teren, en die nu voor altoos aan mij ontrukt is. Wee mij, ongelukaige! Jacob Bergman had met aandacht naar het verhaal van den vriend zijner jeugd geluis terd, Gij hebt werkelijk veel geleden, en het lot heeft u hard getroffenmaar het komt mij toch voor, dat de smart gelenigd zal worden en eindelijk ophouden, voegde hij er luide bij. Gij hebt mij eene geschiedenis medegedeeld, vergun mij, dat ik u met dezelfde munt be taal. Het is slechts een uur uit mijn leven, maar dat mij heel wat geleerd heeft, ant woordde hij. (Wordt veivolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1912 | | pagina 1