k WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN.
ImIMM.
LEVENS - STRIJD,
8e jaargang.
Dinsdag 3f Juli 1917.
No.5 7.
f f$É
WIERINGER COURANT
WAARIN OPGENOMEN „DE POLDERBODE."
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
Abonnementsprijs
per 3 maanden f 0.60.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER. WIERINGEN.
ADVERTENTIËN:
van 1-5 regelsf O.LO
Iedere regel meer0.06
BEKENDMAKING.
De Burgemeester van Wieringen brengt ter
kennis van de ingezetenen dat door Zijne Exce-
lentie den Minister van Landbouw Nijverheid en
Handel, bij Zijne beschikking van 21 Juli 1917 de
maximumprijs van vroege aardappelen is vastge
steld op 9 cent per Kg. voor groote en van 6 cent
per Kg. voor pooters of drielingen.
De Burgemeester van Wieringen
A.PEEREBOOM.
In verband met den aanwezigen voorraad rijst
en met de moeilijkheden, bij den aanvoer onder
vonden, heeft Zijne Excellentie de Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel zich verplicht
gezien het bestaande rantsoen van 0.7Kg. per
4 weken en per hoofd te verminderen tot 0.4 Kg.
per hoofd per 4 weken.
De voorraad bruine boonen is opgebruikt; acht
H.L. groene erwten (de laatste bezending) zullen
alsnog op de loopende bons gedistribueerd wor
den.
Met verzwijging naar het bovenstaande zie ik
mij verplicht bij de ingezetenen nogmaals aan te
dringen op het betrachten van de grootst mogelij
ke zuinigheid.
De Burgemeester van Wieringen
A. PEEREBOOM.
GEMENGD NIEUWS.
OORLOGSALPHABET
A is de Aanvang van 't huidig bloedig strijden,
B is de Baatzucht, de oorzaak van al 't lijden,
C de Centralen, door eendracht saam verbon
den
D zijn de Drommen, als vee ter slacht gezon-
mïv- j den
E is Ellende, 't gevolg van hongersnood.
F 't Fanatisme, diens beste bondgenoot.
G de Gevloekte die dezen ramp bedreven.
H zijn de Helden, die on het slagveld bleven.
I is Jskrioth, de eenling vroeger stonden.
J dat is Judas thans overal gevonden.
K is de Kaffer die met de zeden lacht.
L is het Luchtschip, dat de beschaving bracht.
M is Mercurius, thans overal vertreden
N is Nasleep, die volgt op tdroevig heden
O is de Oorlog, het vreeselijkst kwaad op aarde
P de Partijzucht die d' oorlog heeft gebaard.
Q is Quo-vadis, een vraag van angstig beven,
R dat is Rusland, wiens keizer werd verdre-
„Die mooie oude boomen," riep baas Timpe op
treurigen toon uit, bij de gedachte, dat hij op ze
keren dag op de plaats, die nu door het schoone
geboomte werd ingenomen, kale steenen muren
en hooge schoorsteenen zou zien verrijzen.
„Dus je patroon wil zelf fabrikant worden," zei
de hij vervolgens, terwijl hij met gekruiste armen
op den knop van zijn schop rustte en voor zich
uit keek. In zijn verbeelding hoorde hij reeds het
zuchten van den stoom, het snorren en gonzen der
drijfriemen, dat eigenaardige gedruisch, dat de aar
dg beven gn dat steeds in de nabijheid van groote
in gang zijnde machines vernomen wordt.
Als hij maar nauwkeurig wist, wanneer men
daarginds met bouwen een begin zou maken I Hij
was niet zonder reden zoo stil geworden. Zijn ou
de plannen betreffende de uitbreiding zijner eigen
zaak kwamen hem weer in de gedachte. Wanneer
in plaats van dezen muur er eens een werd ge
bouwd van duizelingwekkende hoogte, wanneer
men zijn grond 'van alle kanten eens steeds meer
en meer insloot, om hem het licht des hemels te
benemen Hij had er nooit over gedacht, dat de
toestand aan den anderen kant van den muur ooit
zou kunnen veranderen. Een gevoel van treurig
heid maakte van hem moester, toen hij aan de mo
gelijkheid dacht, dat zijn tuintje eens zou gaan
gelijken op een van die donkere binnenplaatsjes
waarover de rnnestralen slechts voor enkele mi
nuten heen glijden, zonder ooit tot op den grond
toe te dringen
Toen hij zich omwendde, om nog een vraag tot
zijn zoon te richten, was deze reeds verdwenen;
zijn moeder had hem uit de gang gewenkt en hij
was naar haar toegegaan.
Het was bijna één uur. De knechts waren de
een na den ander weer in de werkplaats gekomen
S is 't Saluut, onze overheid gebracht.
T is de Toekomst met hoop en vrees verwacht
U is de Uuiting van walging voor dit strijden.
V is de Vrede, miskend, verafgood beide.
W is het Wachtwoord door iedereen verbeid.
X is Xantippe, de moeder van den strijd.
IJ is de IJver voor 't goede gebracht.
Z is de Zegen, die 't vredestijdperk wacht.
H.H.Dr.
Waar de dubbeltjes blijven
In het driemaandelijksche statistieke overzicht
van de gemeente Amsterdam, trof ons deze zin:
„Van de openbare vermakelijkheden verkoch
ten in het afgeloopen kwartaal de schouwburgen
en vari'été's 686.315 toegangs bewijzen, ter waar
de van 617.153.80 (in 1916 544.711.30). de bi
oscopen 1.078717 ten bedrage van 296.546.78
(in 1916 216.590.62)."
Dus in 3 maanden tijds bijna 3 ton gouds naar
de bioscoop in één stad en 80 duizend gulden
meer dan het vorige jaar.
Veevoeder
Te Zirikzee heerscht sedert eenige dagen aan
de haven een buitengewone drukte,. Tal van vis-
schersscheepjes uit Arnemuiden, Veere en van
Zierikzee brengen groote hoeveelheden rauwe
garnalen aan, die op wagens geladen onmiddel
lijk vervoerd worden naar de cichoreifabriek „de
Kapel" onder Zierikzee, waar zij gedroogd en ge
malen worden. Daarbij worden gevoegd „zeeklap
pers", die daar eveneens worden aangevoerd en
too wordt het geheel bereid tot een goed vee
voeder.
Voor de garnalen wordt betaald acht cent per
kilo en voor de zeeklappers ^elf en een half cent
per kilo
Slapte aan de N. O. T.
Wegens het geringe aantal zaken, dat thans
door tussehenkomsjt van de N.O.T. wordt gedaai.
heeft deze uit zuinigheids maatregel een gedeel
te van haar personeel ontslagen. Alleen aan één
afdeeling moeten 150 man gedaan gekregen heb
ben.
Maar een gewoonte I
De Kölnische Zeitung neemt een veldpostbrief
op van een Duitscher, die al drie jaar aan het
front staat en de menschen thuis een riem onder
het hart wil steken. Ze hebben het met de voe
ding hard, maar laten ze denken aan de groo-
ter ontbering aan het front en niet klagen. „Wees
om hun arbeid te hervatten. Bij den openstaanden
vleugel van een der ramen zat Thomas Beier, Tim
pe's oudste knecht. Sedert vijftien jaar stond de
ze reeds aan een en dezelfde draaibank. Hij was
een magere, beenige man van ongeveer 40 jaar
en woonde samen met een zuster, die zijn huis
houding deed. Hij leefde zeer matig, bezocht dik
wijls volksvoordrachten en maakte van elke gele
genheid gebruik, om zijn belezenheid te toonen.
Daardoor was hij een soort van autoriteit gewor
den voor zijn makkers in de werkplaats, die hem
beschouwden als een levend informatiebureau,
dat Op alles antwoord geven moest. Daar hij bo
vendien volkomen op de hoogte was van alle huise
lijke omstandigheden van zijn patroon, en wan
neer deze afwezig was, diens zaken waarnam,
werd hij door hem meer als een kameraad dan als
een ondergeschikte beschouwd.
,Baas," riep hij dezen door het raam toe, „wij
hebben nog geenn schoorsteenen genoeg in de
buurt, er moeten nog eenige bij komen. Maar ik
heb het altijd gezegdde overproductie zal de
menschen te gronde richten. De groote fabrieken
erslinden het handwerk en ten laatste blijft er
anders niets over dan arbeiders en fabrikanten,
tweebeenige machines en stoomketels. Hoe zal
dat eindigen
„Ditmaal hebt gij gelijk, Beier," antwoordde Jo
hannes Timpe, terwijl men aan de achterdeur,
waar de duiven zich rondom grootvader verza
meld hadden, de oude litanie van den grijsaard
hoorde
,Ja, vroeger, dat waren nog andere tijden
Het handwerk was toen zoo goed als eigen land
.De schoorsteenen moeten omvergehaald wor
den, wast zij verpesten de lucht; maar de am
bachtslieden zijn daar zelf de schuld van. Zij
moesten hun zonen geen kooplieden laten wor
den, want die willen toch slechts speculeeren en
niet werken."
Hij had weer eens lucht gegeven aan zijn ver
kropte woede, draaide zich om, tastte naar den
muur en liep, op zijn stok steunende, met voor
overgebogen lichaam, hijgende en op zijn pantof
even onbuigzaam vastberaden als wij", zegt hij,
„en denk aan het woord Als er iets is geweldi
ger dan het noodlot, dan is het de moed, die het
onwrikbaar draagt."
In zijn brief vertelt hij ook iets, dat enkele we
ken geleden in Champagne is gebeurd. „We la
gen al twintig dagen in het vuur. In den avond
drong de vijand op een punt door. Het bataljon,
dat klaar moet staan, moet in allerijl tot eeu te
genval aantreden. Iedy grijpt gasmasker en ge
weer, en vooruit g^t het, den vijand tegemoet.
sNachts stroomt de regen. Geen man heeft er
een mantel of tentbaan Geen een stuk brood
Den volgenden dag giet het weer. De trechters
zijn vol modder, kniehoog Het vijandelijke vuur
neemt toe, elk oogenblik kan de Franschman ko
men. De compagnies - kommandant, zelf door en
door nat, springt van trechter naar trechter, om
zijn sedert 24 uur hongerige en bibberende man
nen op te monderen. Wel, jongens, hebben jullie
honger Och, luitenant, antwoordt er een met
stralende oogen, hier merkt men, dat het eten
maar een gewoonte is; -men kan er ook buiten I
Dien geest wensch ik u in het vaderland I"
Hoe lang nog
Een medewerker van de Vilag had een onder
houd met onzen oud-minister C o 1 ij n over ver
schillende onderwerpen van de algemeene poli
tiek.
Op de vraag Hoelang kan de oorlog nog duren
en wat kan het einde brengen antwoordde de
heer Colijn „Dat weet ik niet en ik geloof, dat
niemand dit weet. Geheel in het begin van den
oorlog dacht ik, dat de volken na een jaar wel
zoo verstandig zouden zijn om een einde te ma
ken aan den oorlog. Reeds in den zomer van 1915
was het zonneklaar, dat een beslissende, overwin
ning van de eene partij over de andere buitenge
sloten was. Reeds toen zag ik in en schreef ik,
dat er geen overwinnaars en geen overwonnenen
zouden zijn en dat de oorlog zou eindigen als een
partij „remise".
Men heeft het nu laten aankomen op een uit
puttingsoorlog en dientengevolge zal het einde
niet komene er de uitputting volkomen zal zijn.
Wanneer dat zal wezen weet de heer Colijn na-
tuurlijk niet. Wat kan dit einde brengen Er is
een bondgenoot gekomen de honger. De
heer Colijn voorziet een algemeene schaarschte
aan levensbehoeften niet in een enkel land, maar
overal, in Amerika ook. En deze algemeene nood
zal ten slotte den vrede brengen.
Bureau Hippolytushoef, Wieringen
Bijbureau: C. Slikker Cz.
Kleine Sluis—Anna-Paulowna
Agentschap A. Keuris Gz.
W
ieringerwaard
fels sloffende, de lange gang door.
Daar hun aandacht door het gevoerde gesprek
getrokken was, hadden alle knechts zich bij de
ramen verzameld. Daar aan den anderen kant
van den muur zou dus een fabriek verrijzen
Dat was een nieuwtje waarover men eens spre
ken moest. Johannes Timpe vond het zelf aangc
naam, daarover zijn knechts van meening te
kunnen wisselen; en daarom beijverden allen zich
hun opmerkingen daaromtrent ten beste te ge
ven.
Urban was een bijdehante kerel, meende Lei
neweber uit Brunswijk, een klein, nietig mannetje
dat zijn borst aan de draaibank bedorven had,
maar zich steeds verdiepte in droomerijen, wat
hij doen zou, wanneer hij eens een aardig stuiver
tje in de loterij won. Hij had gewerkt bij een
baas, die aan Urban leverde. Wanneer deze nu
zelf begon te fabriceeren, dan zou hij daarvoor
zeker wel een goede reden hebben. Dat was ze
ker, hij zou wel honderd kleine bazen dood ma
ken.
En Leitmann, een reeds bejaarde knecht met
een grijzen baard, die vroeger zelf baas geweest
was en zich door het langdurige trappen van dc
draaibank een hinkenden gang aangewend had,
kende hem reeds sedert den tijd, toen zijn ge-
heele zaak uit twee kleine kamertjes bestond,
en hij zelf, met een groote doos onder den arm.
voor zijn eigen rijziger speelde en hijgende door
de straten van Berlijn liep of boven op een om
nibus van de eene poort naar de andere reed.
Dat was twintig jaar geleden, toen de ovale schil
derijlijsten voor het eerst op de draaibank ver
vaardigd werden. Daardoor had hij fortuin ge
maakt.
Frils Weisel, een piepjonge Berlijner, was. toen
hij nog leerling was, zoo nu en dan bij Ferdinand
Friedrich Urban op het kantoor geweest. Zijn gie
righeid was spreekwoordelijk zeide hij. Eens had
hij bij vergissing een tienpenningstuk te veel aan
den koetsier van een vigelante gegeven en zich
dat zoo aangetrokken, alsof hij vreesde dienten
gevolge failliet te zullen gaan.
Kan men dus geen tijdstip aanwijzen, waarop
de oorlog vermoedelijk zal eindigen. aldus ein
digde de heer Colijn daartegenover staat het
te vreezen dat, indien hij niet in W17 afgeloopen
is. het einde ook in 1918 niet komen zal
Want in 1918 zal Amerika voor het eerst ingrij
pen, doch slechts met halve kracht, en als dan
met halve kracht geen beslissing wordt bereikt,
wat te vreezen is, dan zal het- weder de uitwer
king van de volle krachtsinspanning moeten af
wachten, en staat het te vreezen dat men tot
1919 zal doorvechtenbehoudens dan
het geval, dat de algemeene uitputting eerder zal
zijn gekomen en de volken zelf aan den oor
log «en einde maken."
In den Araerikaanschen Senaat verklaarde
King, dat het dwaasheid is, op dit oogenblik over
vrede te spreken. Wij moeten dezen oorlog win
nen en niet over vrede spreken tot Duitschland
om vergiffenis smeekt voor zijn misdaden. Zóó
wordt gesproken in 't land, dat voor enkele maan
den nog als de kampioen gold voor de volkeren-
verbroedering,
KORTEBERICHTEN.
Bij Boedapest heelt een botsing plaats gehad
tusschen twee treinen, waarvan de een bestond
uit wagens met petroleum, olie en benzine uit
Roemenië. Alle wagens vlogen in brand cn hevi
ge ontploffingen volgden.' De vlammen sloegen
ook over naar de naburige gebouwen. In het ge
heel werden 20 petroleum wagens en dertig wa
gons met andere goederen vernietigd.
Inkrimping.
Wegens kolenschaarschte zal de dienst op de
lijnen der H. IJ. S. M. wederom ingekrompen.
Zooveel mogelijk ~zal worden getracht de reizi
gerstreinen hierin niet te betrekken, maar het te
vinden door het geheel of gedeeltelijk opheffen
van goederentreinen.
Strijken verboden
Naar wij vernemen wordt in Den Haag ernstig
overwogen voor het strijken van waschgoed over
het geheele land, geen kolen meer te verstrek
ken.
Loon naar werk
De Amsterdarasche Rechtbank veroordeelde
een persoon wegens diefstal van een vaatje zeep
op Kattenburg tijdens de aardappelrelletjes tot
3 maanden gevangeniesstraf onder aftrek van de
preventieve hechtenis.
Oude kanonnen I
Als een navolgenswaardig voorbeeld van va
derlandsliefde wordt ons gemeld, dat baron
Schimmelpenninck van der Oye, kamerjonker van
Baas Timpe werd ook meegesleept door de
vroolijkheid, die op deze woorden volgde, totdat
hij eindelijk zeide
„Gij maakt hem slechter dan hij in werkelijk
heid is, vrienden. Ik heb hem leeren kennen, toen
ik met hem over mijn zoon moest spreken, en ik
kan zeggen, dat hij mij toescheen iemand te ziju,
die de wereld en de menschen kent.
„En ze daarom behoorlijk exploiteert," viel
Thomas Beier brommend in.
Baas Timpe haalde de schouders óp en ant
woordde
„Een koopman moet rekenen, anders gaat hij
er onder," zegt mijn Frans. „Dat is nu eenmaal zoo
op de wereld, beste Beier, een ieder zoekt zijn
voordeel."
„Maar onze Lieve Heer heeft de aarde niet ge
schapen, baas, opdat de een alles en de ander
niets zou hebben," hernam dc welbespraakte
meesterknecht. „Onlangs heb ik een voordracht
gehoord
Johannes Timpe legde hem door een bewe
ging zijner hand het zwijgen op.
,Ik weet het al, ik weet het al, Beier Jij be
roept je altijd op voordrachtenBovendien
schijnt het mij toe, dat gij gedurende den laatsten
tijd gevaarlijke denkbeelden gekregen hebt.
Baas Timpe dreigde glimlachend met zijn vin
ger en ging toen voort
„Laat ieder doen en ieder hebben, wat hij wil.
De waarde van het leven ligt niet daarin, dat men
zegt, ik ben dit of dat en ik bezit dat, maar daar
in, dat de mensch zegt Ik ben tevreden Pleziei
hebben in zijn werk, niet afgunstig zijn op zijn
naaste en het geloof aan een ecnuwigen God
dat zijn drie dingen, waarnaar wij in dc eerste
plaats - moeten streven, waaraan wij ons moeten
houden, wanneer wij ons in een werkelijk, inner
lijk geluk willen verheugen. Want dat het geluk
vanvan buiten komt, zeggen slechts zij, die het in
hun binnenste nooit gevoeld hebben."
(Wordt vervolgd.)