LEVENS. STRIJD.
WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN.
TABAK VAN J. R. KEUSS. I
8e Jaargang.
Vrijdag 24 Augustus 1917.
ALKMAARSCHE f
Overal verkrijgbaar.
fJWSERINGER COURANT 1
J J- J waarin opgenomen „de polderbod e." j J
UITGEVER:
CORN. J. BOSKBR, WIERINGEN.
ADVERTENTIËN:
van 1-5 regelsf 0.30
Iedere regel meer 0.04
o.a. het postkantoor en de gebouwen der Ionische
Bank. De aanwezige gelden, effecten en archie
ven zijn evenwel gered. Tot heden zijn nog geen
aanwijzingen gevonden, dat er kwaadwilligheid
in het spel zou zijn. Het aantal slachtoffers is
echter zeer gering.
Interneering krijgsgevangen.
De uitwisseling en interneering van gewonde
krijgsgevangenen is vertraagd, door dat de Duit-
sche regeering weigert toe te stemmen in de aas
wijzing van een geschikte haven in Engeland
voor de verscheping der gevangenen. De Britsche
regeering wenschtte Huil aan te wijzen als de ha
ven die het best geschikt was voor de versche
ping en landing van de invaliden, maar om „ma
ritieme" redenen weigerde de Duitsche regeering
veiligheid te waarborgen aan het, schip, dat de
gevangenen zou vervoeren tusschen deze haven
en Nederland.
Verloren windkracht
Het bestuur van den Algem. Nederl. Molenaars
bond heeft in een adres aan den Minister van
Landbouw, gewezen op de groote, thans voor een
goed deel ongebruikte windkracht, welke er da
gelijks door de wieken van tal van plattelands-
molenaars waait, omdat er geen graan ter verma
ling op de molens wordt aangeboden.
Schoenen van strou cu ho,>'.
De Voss. Ztg. meldt dat een schoenfabriek te
Neurenberg er in geslaagd is een schoen te ver
vaardigen van stroo en hout, een „Ersatz"
schoen voor den wintertijd, die even sterk en
duurzaam is als een leeren schoen. Hij bestaat
uit doorgestikt gevlochten stroo; zool en hak
zijn vanhout, de neus en de achterlappen van ge
weven papierstof en het „bovenleer" is eveneens
van geprepareerd papier, dat bijna even sterk is
als leder. Deze schoenen zijn voornamelijk be
stemd voor de bevolking van het platteland, voor
i.tbrieksc«roeiders en mijnwerkers en voor de sol
daten. Voor het gebruik in huis is de schoen
wel wat zwaar en daarom heeft men speciale
„huisschaenen" een soort pantoffels dus, gemaakt
de houten zool is vervangen door een dubbele
laag stroo, waartusschen een laag geprepareerd
papier is aangebracht om den schoen waterdicht
te makep.
De scioenen zijn met geprepareerd papier ge
voerd.
Daar stroo en papier zeer goed tegen koude
beschutten en minder water opnemen dan leer,
verwacht men, dat deze schoen zal voldoen. Er
is patent Op genomen en de autoriteiten wijden
er hun belang stelling aan.
Boer en molenaar gestraif.
De molenaar Smit, te Brink en Orden, gemeen
te Apeldoorn is gestraft met een maal verbod ge
durende 6 weken, omdat hij voj.- twee hoeren
nieuwe rogge had gemalen. Bij deze twee boeren
die den man in verzoeking brachten, is de gehee
lo graah voorraad in beslag genomen,
St aatsburg gaat voortaan aan jonggehuw
den gedurende de eerste zes weken een dubbel
rantsoeii levensmiddelen toekennen. Men doet
dit, omdat jonggehuwden geen gelegenheid ge
had heb! n om eenigen voorraad levensmiddelen
op te di en, terwijl verondersteld wordt, dat ze
met de karig toegemeten rantsoen niet toekun
nen. 2ou^bet ook- wewn. ,->nv mcnigen verstokten
vrijgezel, die honger heeft tot het huwelijk „aan
te zetten
De Tsaar en zijn familie naar Siberië verbannen
De gewzen tsaar en de keizerlijke familie zijn
in den nacht van den 14den in alle stilte over
gebracht naar eene plaats, waarvan de naam la
ter zal worden onthuld. Blijkens een later be
richt zijn de Tsaar en zijn gezin naar Siberië over
gebracht, voornamelijk uit vrees voor een contra
revolutie, die wel eens de bevrijding van den
t:aar tengevolge zou kunnen hebben.
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG an VRIJDAG
Abonnementsprijs
Iper 3 maanden f0.60.
GEMENGD NIEUWS.
MOEDERS DAG?
Halfzes opstaan, vuur aanmaken.
Halfzeven vader moet ontbijten.
Zeven uur vader moet naar zijn werk, zijn jas
aangeven enz.
Halfacht Frits en Mientje moeten ontbijten.
8 Uur. Frits en Mientje moeten naar hun werk
mantel en jas geven, handschoenen aangeven enz
Hall'negen Piet en Marietje moeten ontbijten.
Tien vóór 9 Piet en Marietje moeten naai
school; schooltasch, twaalfuurtje inpakken enz.
9 11.30 de kamers in orde brengen bed op
maken, borden wasschen, Jcoken, koffietafel
klaar maken,
12 u.: Frits en Mientje komen koffie drinken.
Halfeen Japon voor Mientje uitstrijken knoop
je zetten aan Frits' handschoen,
Eéén uur Frits en Mientje gaan weer naar
hun werk.
Halftwee halfvijfborden wasschen kleeren
verstellen, besprekingen met den kolenhande
laar en den slager. Het middagmaal gereed ma
ken.
Halfvijf Piet en Marietje komen uit school.
Verkleeden, helpen met de kleeren,
I 5 Uur Vader komt thuis, jas aannemen, pijp
geven, thee inschenken enz.
Fwait over vijf; Frits en Mientje komen thois
thc-e «schenken enz.
jj Halfzes middageten,
li Zes uur tafel afnemen, borden wasschen, alles
opbergen, kinderen met het huiswerk helpen.
Zeven uur kleeren geven voor Frits en Mient
je, om 's avonds uit te gaan, ook voor vader al
les klaar leggen, om uit te gaan.
Acht uur Piet en Marietje naar bed brengen,
kleeren opvouwen enz.
Negen uur kousen stoppen.
Tien uur deuren sluiten, klok opwinden, naar
bed.
Dat is nog, wat meer dan een achtuurwerkdag.
De brand te Saloniki.
Naar de Griksche minister van verkeer beves
tigt is twee derde van de stad Saloniki, de han-
delswijk inbegrepen, bij den brand verwoest Hon
derdduizend personen zijn dakloos, onder wie
52.000 Joden. De regeeringsgebouwen en de St.
Sophiakerk zijn gespaard gebleven. Vernield zijn
fealWeiftOs.
14.
Mevrouw Urban vond dat Emma zich zeer on
gepast uitliet. Zij hield van haar jongste dochter
meer dan van haar andere kinderen, doch zij
moest maar al te dikwijls ondervinden, dat deze
zich volstrekt niet wilde schikken in dingen, die
noodig waren om den vrede in huis te bewaren.
Zij zeide daarom op welmeenenden toon
„Ik heb je reeds herhaaldelijk verzocht, om,
wanneer je tegenover mij van mijnheer Urban
spreekt, de zeer ongepaste woorden „uw man
niet te gebruiken. Op den duur zult gij er je, on
danks je tegenzin aan moeten gewennen hem „pa
pa" te noemen."
„Nooit, mama Ik zal daaraan nooit kunnen ge
wennen. Ik kan hem nu eenmaal niet uitstaan.
Hoe goed was daarentegen onze werkelijke papa
ik was, zooals ge weet, zes jaar oud, toen hij
stierf, en kan mij hem nog zoo goed voorstellen.
Mevrouw Urban trok haar dochter naar zich
toe, legde den arm om haar schouder en zeide op
toegevenden toon
„Er zijn zekere dingen in het leven, die men nu
eenmaal moet nemen, zooals zij zijn, wanneer
men het zich zelf niet onnoodig moeilijk wil ma
ken.... Om mij pleizier te doen, zult ge het toch
zeker wel doen, nietwaar kindje
Een oogenblik dreigden bij Emma de tranen
voor den dag te komen; maar zij bedwong zich,
omdat zij niet wilde, dat haar stiefvader haar zou
zien schreien. Daarop zeide zij, terwijl zij haar
moeder plotseling met beide armen omvatte
„Mama, ik heb u toch zoo hartelijk lief Ik wil
het doen, omdat gij het wenscht. Maar noci*.
neen nooit zal ik die liefde tot mijnheer Urban
kunnen uitstrekken. Ik kan mij niet begrijpen,
hoe Alwine en Bertha daar zoo onverschillig
over kunnen denken."
„Ja, dat zijn ook verstandige meisjes," zeide
mevrouw Urban.
„Ik ben dus onverstandig I Er schijat hier veel
veranderd te zijn, sedert ik niet meer in uw mid
den was en alles kon nagaan."
Haar moeder barstte in lachen uit, hetgeen ge
heel in tegenspraak met haar gewone kalmte.
„Zie je, zoo beval je mij weer," zeide zij vervol
gens, „daaraan herken ik mijn oud babbelbekje
weer. Gij bezit humor en dat valt niet een ieder
ten deel; daarmee kan men uitstekend trachten,
zich te troosten."
Emma's stemming zou wel niet zoo plotseling
veranderd zijn, wanneer zij niet bemerkt had,
hoe vertrouwelijk haar stiefvader met Frans om
ging. Dat schonk haar eenige voldoeniag. want
zij kon niet ontkennen, dat de voormalige
vriend harer jeugd, ondanks zijn prozaiische
denkbeelden en zijn dandyachtige manieren,
waarvan het komische niet aan haar oog omging
een knap, welgemanierd jongmensch wa> gewor
den, die, wat zijn uiterlijk betrof, een zeer gun-
stigen indruk op haar gemaakt had. Daar zij, toen
zij buiten woonde, slechts enkele jongelui ont
moet had, zoons van schoolmeesters, pachters en
predikanten, die meestal zeer beschroomd en
weinig ontwikkeld waren, had het onhedeesd en
elegant optreden van Frans terstond nare goed
keuring weggedragen. Daardoor werd hare goe-
de meening omtrent hem nog slechts versie kt en
dat was niet minder het geval door de vriendelij
ke wijze, waarop hij hier ontvangen werd.
In den loop van het gesprek moest zij haar rroe
der opbiechten, hoe en waar zij de kennisma
king met hem hernieuwd had. Bij die gelegen
heid achtte zij zich verplicht, terug te komen op
de kleine woordewisseling tusschen haar en
Frans en melding te maken van den lof, dien hij
haar stiefvader had toegezwaaid.
„Ziet ge," zeide mevrouw Urban, „daar hebt
ge terstond al iemand, die anders over uw nieu
wen papa denkt dan gij. Dat de boomen moeten
vallen, spijt men even erg als u, maar wij zullen
daarvoor ruimschoots schadeloos worden ge
steld. Mijnheer Urban bezit te Steglitz een mooie
villa met een prachtigen tui. Daar kunt ge u aan
uwe droomerijen overgeven, totdat
„Gij mij kwijt zult raken," vulde Emma aan,
daar haar moeder aarzelde den zin te voltooien.
„0 zeker mama, daarvoor zal ik spoedig zorgen.
Ik zal schoolmaitres worden, mij een blauwen bril
aanschaffen en mijn best doen er zoo leelijk uit
te zien, dat iedereen op het eerste gezicht zal zeg
gen„Dat is een dochter van mijnheer Urban,
dat kan men dadelijk wel zien."
„Maar kind zul je dan nooit leeren je behoor
lijk te gedragen
De waardige dame gaf haar dochter een tikje.
En Therese, die anders gewoonlijk niet veel zei
de, achtte zich eveneens genoodzaakt, hare vrien
din met welsprekende woorden het onpassende
harer opmerkingen onder het oog te brengen.
Zij waren een weinig bij mijnheer Urban en
Frans achtergebleven. Toen zij zich aan de zijde
van den tuin, die aan de straat grensde, weel
bij hen voegden, was de eerste weer druk bezig
de grootsche plannen voor den aanleg der nieu
we fabriek in de lucht te teekenen. De lange
wijsvinger van zijn rechterhand beschreef lijn op
lijn, kring op kring, totdat hij eindelijk kaars
recht in de hoogte gestoken werd, hetgeen verge
zeld ging van de volgende woorden
„Dat wordt de schoorsteen, begrijp je Hij zal
in hoogte alles overtreffen, wat men tot nu toe
in deze buurt gezien heeft
Dit „begrijp je zoo nu en dan vervangen
door zijn stopwoord „dat zaakje zal we', gaan,
voegde hij aan iederen zin toe, zoodat het wel
iets had van het „werda" van een soldaat op
post, waarop steeds een antwoord moet volgen
En Frans stond er dan ook bij, onbeweeglijk en
kaarsrecht als een grenadier, die zich op het pa
radeveld bevindt eneen ernstig gezicht zet- hij
deed telkens zijn uiterste best niet te wankelen
wanneer mijnheer Urban met zijn wijsvinger een
aanval op zijn borst deed, en beantwoordde de
Bureau Hippolytushoaf, Wierlngen
Bijbureau: C. Slikker Cz.
Kleine SluisAnna-Paulowne
Agentsehep: A. Keuris Gz.
Wieringerweard
Verstrooid.
In de zitting van een Noord-Hollandschen ge
meenteraad, waar de besprekingen zeer gerekt
en dikwijls vervelend zoo verstrooid dat hij bij
t aflezen van zijn naam bij eene stemming ant
woordde „die is weg Door het gelach van zijne
medeleden en de bezoekers op de tribune merkte
hij zijne dwaasheid waarschijnlijk op, zoodat hij
alsnog zijne meening kenbaar maakte en stemde.
Des rechters feilbaarheid of nonchalance
In Sept. 1914 werd een Fransch kanonnier
door den luchtdruk bij een ontploffing eenige me
ters van zijn post geslingerd. Hij bleef roerloos
liggen, werd later gevonden en naar de ambulan
ce gebracht. f
Maar hij werd beschuldigd zijn post e h^r
ben verlaten in 't gezicht van den vijand. Hij
immers op eenige meters van zijn post gevo/Aep
Een krijgsraad achtte het geval zoo duidelij/nio-
gelijk en veroordeelde hem ter dood. Zondfr ver
wijl werd hij doodgeschoten.
Maar de chefs en de makkers van de^evonnis
te protesteerden. Zoo lang en zoo M"de, dat de
zaak voor 't hoogste hof kwam. D^t heeft nu,
drie jaren later, den doode in zijpeer hersteld en
zelfs bevolen dat zijn naam mef/éere in het staat»
blad moet worden vermeld.
Als men hem in 't leven^on terugroepen, zou
dat misschien ook wel gebeurd zijs. Maar men
moet siet te veel van éen mensch vergen
Stoppelgewassen voor veevoeder
In die deelen van het land, waar in hoofdzaak
akkerbouw gedreven en wenig of feen vee ge
houden wordt, werden tot nu toe niet dan bij uit
zondering stoppelgewassen verbouwd. Na «en
-toppelvrucht werden er meestal aardappelen of
bieten geteeld. Thans wordt dovr de Ned. Heide
maatschappij aan verschillendfe landbouworgani
saties in overweging gegeven, hun leden, die een
veeloos bedrijf hebben, te advissevren om voer
dit jaar na rogge en vooral na haver nog spurie
of knollen als stoppelgewas te telen Beide gewas
sen laten'zich, wanneer ze niet in verschen toe
stand tot gebruik bestemd kunnen worden, zeer
goed ingekuild bewaren, en over den afzet behoe
ven de verbouwers zich geen zorgen te maken; in
de streken waar veel vee gehouden wordt zal in
den komenden winter, mede door het uitblijven
van krachtvoer uit de overzeesche gewesten, de
voedernood zeer dringend zijn en zonder twijfel
voornaamste vregen steeds met de vertrouwen
inboezemende woorden
.Prachtig".... Uitstekend"Dat zal ce
moeite waard worden 1"
Mijnheer Ferdinand Friedrich Urban was ge
lukkig; en hij moest zich zelf bekennen, dat zijn
sympathie voor den zoon zijns buurmans aanmer
kelijk was toegenomen en hij aardig op weg was
steeds meer goede hoedanigheden in hem te ont
dekken. Dit jonge mensch bezat het rechte be
grip voor zijn plannen, want hij was opgegroeid
te midden van artikelen, die hij, Urban, later e-
veneens dacht te doen vervaardigen. Dat bleek
hem nu dan ook.
„Wij maken ze allen dood," zeide hij ten sotU
terwijl nij met den kant van zijn haai als .n*'. de
snede van een zwaard de lucht doorkliefde, al
sof hij symbolisch nog meer kracht aan zijn
woorden wilde bijzetten. Met die „allen" bedoel
de hij zijn concurrenten.
„Zonder twijfel, mijnheer Urban, zullen wij al
len dood maken," bevestigde de jongeling met
komischen ernst.
Onbewust dwaalde zijn blik af naar het kleine
huisje van zijn vader, uit welks schoorsteen een
blauwe rook als een zegening van den vrede
loodrecht ten hemel steeg; en even onbewust
wendde zijn blik zich d^rna weer naar zijn pa
troon. die de naderende dames tegemoet ging.
Ferdinand Friedrich Urban was door zijn voort
durende gesticulaties zoo uitgeput, dat hij tot zijn
leedwezen zijn les niet weer van voren af aan
voor de dames kon beginnen. En daar zijn vrouw
volstrekt geen lust betoonde, om zcoals hij en
z;Jn stiefdochter gedaan hadden, het hoofd door
de opening in den muur te steken, keerde men
weer terug langs het breede middelpad; ditmaal
liepen de dames vooruit en kwam Frans met zijn
hijgenden gebieder achteraan, daar hij vond. dat
het geschikte oogenblik om afscheid te nemen,
nog niet was aangekomen.
(Wordt vervolgd