Dinsdag 9 September 1919.
No. /4.
WEEKBLAD VOOR WIERJNGEN EN OMSTREKEN.
T
V
KIJKJESOM ONS.
V
10e Jaargang.
OURANT
VERSCHIJNT EL'EJBH
DINSDAG ta VKUDAG
Abonntm«nUpri|» i
p«f J BM&BdKt Ut,
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER, V/IERINGEN.
ADVERTENTIËN:
van 1-5 regelsf 0.30
Iedere regel meer0.06
Bar**u Hipp«l) tuskcei, Vieringen
TtL latwc. No, tl.
IHfbi :«a« t C. SL'kkar Cjl
Eleirt Slaia-Aaoa - FmIowm.
Agenttchtp A. K«uic Gt, Wierisg-acwrotd
GEMENGD NIEUWS.
GEEN JUFFROUW
WEL EEN VARKEN
Op een der dorpen m onze mooie Betuwe
was d'c onderwijzers naar elders benoemd
en haar zuster in de opengevallen plaats
gekozen. Aangezien het kosthuis buitenge
woon naar wcnsch was en die wede-zijd-
sche verhouding recht hartelijk, werd dooi
de nieuwe onderwijzers als vanzelf spre
kend beschouwd), dat ook zij 'in hel beken
de kwartier haar tenteta zou opslaan.
Wie schetst 'haar teleurstelling, toen zij
op de desbetreffende vraag ot bescheid
kreeg
Nee, wc houden geen juffrouw meer,
we gaan een varken mesten, dat komt
voordeeligcr uit
EEN DREIGBRIEF AAN
WETHOUDER WIBAUT.
Van de volgende, per post gezonden be
drukte briefkaart gaf men aan „Het Volk"
afschrift voordat zij den geadresseerde
nog bereikte
Aan WIBAUT.
Wethouder -te Amsterdam.
V ol'ksverdommer.
Daar justitie in gebreke blijft om jou
gemeene opruier naar behooren te straffen,
heeft de arbeidersvereniging „Algemeen
Belang" besloten jou, op jou maner, naar
de andere wereld te zanden.
Door het let is een lid aangewezen o u
dien sluipmoord te volbrengen. Honder ieu
^licb iij broodeloos en ongelukkig gemaakt,
niet in het belang dier arbeiders, maar om
ten hunnen koste de groote 'heer te spelen
en' een lekker, lui leven te lijden. Al de
zoogenaamde ongelukken op schepen en
elders zijn voor jou rekening.
Hel moet uit zijn met jou spekeleeren op
de domheid der arbeiders.
HET KOMITEE DER
ZELFBEWUSTE ARBEIDERS.
„GOTT STRAFE ENGLAND."
„Fin. Times" bespreekt op eenigszins
spijtigen toon dc opheffing van de beper
kende bepalingen op den invoer en con
stateert. dat ondanks de nederlaag, die
Duitschland heeft geleden, de Engelsche
indusric wederom voor een geduohte con
currentie van Duitschc zijde komt te s*aan.
Het blad somt daarbij alle economische
\GordecIen op. die Duitschland nog aan
zijn kant heeft. De fabrieken zijn intact ge
bleven, de spoorwegen en wegen goe-
FEUILLETON.
'k Wou dat ik meer had te geven, Elza.
Ik kom, vanavond nog wel een glas bren
gen, Jou mankeert niets anders dan kracht
voer, mijn 'kind
Dat geloof ik ook, bevestigde de moe Ier
Wat gelukkig, zeg. dat je in oen vcr'ooper
winter jc geit net geslacht heb.
Zeg dat wel. 't Heeft anders weinig ge
scheeld- of 't was gebeurd. Met Kerstmi
hadden we geen'korrel vet meer in huis.
Maar van het een op het ander, wat ziet
je Licsje er kostelijk uit, na haar verblijf
ih Holland.
Ja, de menschon daar hebben den hemel
•-'•rdiend aan onze kindertjes.
Wij zullen tooncn. dat het ons Duitschcrs
a.'hans niet haperd aan dankbaarheid. El
z.a moest er' ook maar eens een maand of
wit heen kunnen gaan. Ze zou er dan stcl-
1:g weer gauw even blozend uitzien als
óór d<;n oorlog.
Was cr maar een middel op te vinden,
buurvrouw.
Ik zou er toch tegen opzien, zei Elza,
om van. hier weg te gaan,
l Och kom, hernam Meta, dat zou je niec-
vallen kand! Ja ja, die oorlog heeft al wat
leed en ellende over ons arm vaderland
gebracht.
Laten wij hopen, buurvrouw, sprak Hil-
da, dat nu het ergste leed voorbij is.
Ja, laat ons dabt hopen, lik heb zooevcti
hooren zeggen, dat al vandaag de eerste
krijgsgevangenen naar hier terug zullen
den staat. En dan, wel wat optimistisch ge
sproken De brandstoffen zijn maar vooi
het grijpen uit de aan de oppen-vlakte liggen
de mijnen, waaruit briketten worden ver
vaardigd, die nog het opschrift dragen
„Gott stirafe Engeland I"
RUWER ZEDEN.
Wie de buifcenlandsche bladen leest
Wordt voortdurend gctroffen door een ver
ruwing €n verwildering, lie niet alleen de
volwassenen maar ook de kinderen heeft
aangetast. En niet alleen die van- de min
der ontwikkelden. Zoo bevatten de laatste
Engelsche bladen naast het bericht van
een brutalan diefstal gepleegd door een
twaalf jarigen zoon van welgestelde ouders
rchool'kinderen. die een der duurste scho
len bezoeken, het afschuwelijk verhaal van
twee twaalfjarige en een tienjarigen knaap
die zich schuldig hadden gemaakt aan den
moord op ver en dertig lammeren.
De jongens hadden de jonge beesten net
zoo lang mishandeld door er op te rijden,
ze te slaan, de oogen uit te steken, de ho
rens uit te trekken en andere gruwelen te
plegen, tot de arme dieren er dood bij neer
vielen.
De kinderen zijn in een verbeterhuis ge
plaatst.
EEN GEVAARLIJK HEER.
Aan het Maasstation te Rotterdam kwam
Zondagmiddag oms/treeke half drie een Rus
aan, die betrapt werfdl op een poging lot
zakkenrollen.
Toen zijn slachtoffer alarm maakte, trok
de Rus een revolver en loste tlWee revol
verschoten. Onmidüelijk .kwam van allen
kant politie opdagen. De vreemJe''u4 wist
zich echter uit de voeten te maken en hol
de de Oosterkade af naar de Spaans :hc ka
de, waar hij een tabakswinkel binnenvloei»
en zich op de W. C. verstopte.
Toen eenige agenten en een cavalerist
hem uit die schuilplaats wilden fealen. loste
hij 7 a 8 revolverschoten, waardoor de agen
ten van; Schaik, Erkelens en van Es gewond
werden, van Schaik zelfs zeer ernstig aan
schouder en lies.
De cavalerist werd ook geraakt en wel
zoo ernstig, dat hij onmiddelijk naa- een
ziekenhuis vervoerd moest worden. Vol
gens geruchten zou hij onderwep overleden
zijn.
De Rus is tenslotte uit den tabakswinkel
te voorschijn gekomen en op de Spaansche
kade neergesabeld door den agent Verbrug
gen. Bij zijn arrestatie bleek, dat hij o )k
door revolverschoten gewond was.
De man bleek in het bezit te zijn van
Russische papieren en van het adres van
„De Tribune". Verlder hadl hij een kaart
van Rotterdam en een comipas bij zich,
2. T
Baas Kunst.
„Baas I 1 Baas I"
En.as Kunst bleef staan, bromde, wat;
beet zich daarna op de lippen om een ern
st;g gezicht te zetten en keerde zich ver-
volgens langzaam om.
,,Baas; waar mot je nou weer naar toe"
klonk het ongeduldtjg in de verte.
„Iets bij Bartels repareeren" schreeuwde
JCunist, „ik ben dadelijk terug."
„Jij mot altijd....; maat meer werd er
niet gehoord; want zijn vrouw; Jje hem
stend na te kijken, had in de verte de pe-
troleumkar aan zien komen en nu was zij
gauw het huis ingeloopen om het groote
nieuws te vertellen. Je moet weten, het
was de eerste keer in de „mobelesasie"
da ;;het licht in de duisternis" kwam aan
rijden. Het duurde dan ook niet lang of
een schare huismoeders stond rondom de
wagen. Sommigen hadden cen emmer mee
genomen zelfs was er één die met haar
dochter een groote tobben meegesjouwd
had. „Want zei ze ;;dc petrolie is er niet
zoo dik en mien man. zei, ja,zailie; nou
de petrolie er niet zoo dik is, nou mot je,
zaitie; maar flink wat inslaan, zailte,
wamt ik verd.... het, zaitie, om van
winter al omi zes uur op mien nest te kro
pen. Ja, dat zaitie."
;,Zoooo I Zoooo I Zaitiedatzeur
de haar buurvrouw.
Dit gesprek werd ter zifde van de wagen
tgevoerd. Achteraan, zou je denken, was de
tapper druk aan het werk.
Kun je vatten f
Neen, hij had zijn handen m zijn zakken
en rookte een pijpie. Om hem heen ston
den de vrouwen met de handen in de zij
en gaapten hem aan, want hij zou spreken
„Ik had gedocht...., toe vrouw Bron
houw je nou ok es stildat ik jullie
-nooit weer zou komme te zien, omdat ik
docht dat deuze oorlog al de petrolie voor
de legers gebroken zou. Maar gelukkig heb
ben we nog weer wat gekregen, zoodat
jullie atlemaal wat kraigen kunt. 't Is tr
'een klam teugje, maar je kunt je maar
weer redden.
„Noti.redlden redden! Ik mocht wel
keeren. 'k Moet eens zien er meer van te
iveten te komen. Nu dag I Haastig verwil
derde zrich Meta.
Wat toch een goeie ziel, moeder, zei E'
Za. haar nastarende.
Ja kind;, het spreekwoord is wel waar,
dat ons zegt „beter een goede buur dan een
verren vriend."
Zij is altijd even gulhartig en schijnf. ook
altoos in een opgewekte, stemming te zijn
Voor het uiterlijke ja. Meta weet haar
groot leed nog al te verbergen, maar ge-
loof me mijn kind, dat ze in stille vaak
heete tranen schreit.
't Is ook zoo erg, moeder, zulke flinker
jongens door den oorlog te moeten verlie
zen.
Ontzettend kind, en haar man komt als
invalide terug, met een houten been. Toch
zou ik willen dat jc vader er zoo goed was
afgekomen.
Ja moeder, 't is met vaders oogen vast
niet pluis, omdat hij altoos door anderen
naar huis laat schrijven. Ik geloof zeker
dat buurvrouw er wel meer van weet.
't Beangst mij toch zoo, Elza
Stel jc eens voor Jat ie wrekelijk blind
is., stekeblind.
't Zou vreeselijk zijn, moeder, maar zco-
dra ik weer even sterk ben a J vroeger,,
zou ik van vroeg tot laat voor hem gaan
werken.
O, hij was altoos zoo vol zorgen voor jou
c*i Liesje, Wat verlang ik naar zijn 'enig
komst, kind I
En ik niet minder, moeder.
Weer verscheen 'de buurvrouw en riep
reeds bij het binnenkomen Nu ben ik nog
eens hoogte en breedte gaan nemen, buur
vrojw. Dc veldwachter zei, dat de eerste
krijgsgevangenen uit Frankrijk 'hier ieder
oogenblik kunnen aankomen.
O. als vader daar dan ook maar bij
riep Elza vol verlangen.
En ik hoop dat mijn arme man er ook
maar bij is, Elza, liet Meta er op volgen.
Arme man niet zoo'n houten been, be
klaagde Hilda, om er dan op te laten vol
gen maar toch nog beter cen houten been
dan blind, zojals mijn Frits.
Dus weet ie 't nu zeker vroeg' Meta.
Dat juist niet, maar me dunkt 't blijk
zoo uff alles.
Zekerheid geef rust, buurvrouw ik heb
't al lang geweten. cvits is z'n Icidc nogen
kwijt.
O, is 't dan toch waar
Arme, goeie vader' kreet Elza hoestand.,
slegveld worden gedreven en hij komt
maar alleen terug
Diep bewogen en met inspanning haar
tranen inhouderde. ging ze voortMijn
Hemrich, mijn Ernst, en dan onze jongste
onze Heve Frans!Alle drie ogg zoo
jong!Nu hel bewustzijn der werkelijk
heid weer zoo diep tot haar doordrong,
kon zij tenslotte haar tranzn "del lange
weerhouden, en zij bedeke met beide han
den haar aangezicht.
Hila, bewogen door dc diepe droefheid
der goede buurvrouw, legde haar 'n hand
op de schouder en zei zacht tot haar Je
hebt gelijk, beste buurvrouw. Wij mogen
niet te zeer klagen, hoe verschrikkelijk he*
ook is, jc man. volslagen blind terug te moe
ten zien. Jij bent er nog veel erger aan toe
dan wij.
Die arme jongens, zucfbtte Elza, die de
buurknapen zoo goedl gekend had.
goed wal hebben, want <ik mot nog
,bocl sokken van main man en main
gens en van mezelf stoppen en overdag
heb ik geen toid enriep vrouw Holst
„En ik mot 's avens voor mehair Dikboam
straiken" schreeuwde een ander.
„En ik mot er nachs altaid af om main
klcaine maid een skoone luier an te doen!"
„En ik imot.
„Och mensch, houw je toch kal-iem
Houw je toch kal-lem." suste de tapper.
,.Wai kraigen ok maar cen klain beetje. En
wai kennen het ok gebruiken, want main
vrouw is voor een maand terug bevallen
van een tweeling, .stilteJa vrouw
Bruins heeft gelaik. Ik heb er nou elf..
En dat tweeling wordt altaid juist in de
nacbt wakker. En main vrouw's moeder,
die mij ons inwoont wil 's avens beslist de
familieberchten in de kraat nazien, want ze
heeft dat heur heele leven door gedaan al
taid 's avens na zeven. Enne...."
Doch waar zou baas Kunst gebleven
eijn Johan Jochem Kunst was smid op
het dorp Immerstil en had behalve een
vrouw oök nog drie ongehuwde dochters;
te verzorgen.
Neen, ongebaarde jongelinch, lik U d«
plaats, waar de sn -r moest zit'en, niet,
want weetdat die drie ■doch'ers drie ouwe
jonge-juffers waren. En als je het nu
niet wee1! wat dlat zfeggen wil, 'kijk dan om
je heen of je nergens zoo'n huishouden ziet
en zoo ja, dan durf Be je voorspellen dat
in negen van de tien gevallen de vader
grijs haar door zijn kinderen gekregen
heeft.
Baas Kunst dan was met hamer, nijptang
enz. het dorp ingegaan. Dat deed hij eiken
morgen tusschen elf en twaalf uur. En el-
ken morgen was hij altijd bij denzelfden
man geroepen om wat te repareeren. Baas
scheen voor dit werk verbazend veel idee
te hebben, want het gebeurde vaak dat
hij om helf elf alles al 'klaar liggen had en
San maar onrustig zijn smidse op en neer
liep. En eiken morgen als hij halfweg zijn
plaats van beste mm ng was riep zijn vrouw
hem altijd hetzelfde achterna.
Wat was dit toch voor een geheimzinni
ge bewegrg Wel de plaats van zijn werk
was steeds kastclien Bartels, in „Rust
bw zorgen." Baas hield verbazend veel van
een voor-den -middagje en om nu zijn vrouw
fa de waan te laten, dat hij iets moest re
pareeren, nam hij steeds hamer en nijptang
mee. Bij Bartels lei hij zijn gereedschap
vallen in den onzaligen oorlog, kreet Meta.
Wee den aanstichters van dien ramp
zaligen krijg, die zooveel wee over den
wereld heeft gebrach", zeö Hilda.
Meta had weer haar gewone geestkracht
terug en sprak, laten wij nu trachten kalm
le zijn en straks onze mannen met een
vroolijk en 'n opgewekte begroeting te ont
vangen. Als ons dat gelukt, zullen zij zelf
ook minder aan hun ellendige toestand den
ken.
lik wil het beproeven, buurvrouw, maar
ik vrees dat het mij te zwaar zal vallen.
Wat een edele vrouw is ze toch, zei El-
ra, toen Meta was heengegaan.
Ik wou dat ik zooveel geestkracht bezat
als zij, Elza.
Die hebben wij wel noodig. moeder.
Ik verlang naar hei weerzian, en toch
eie ik er tegen op, kind.
En toch moet U je goedhouden, moedei,
net a's buurvrouw gezegd heeft. Vader
weet altijd zoo'n vroolijkc, opgewekte toon
aan te slaan. U moet hem niet te veel doen
blijken dat hij zoo hulpbehoevend is.
Je hebt gelijk, kind, dat voel ik.
Juist tuurde Elza weer naar buiten en
riep, in de uiterste opwinding, die haar een
hoestbui kostte Moeder, kijk toch eens,
daar is vader al. Hij komt aan buurvrouws
arm naar hier. O wat loopt Hij onzekci.
Arme vader Zij drukte de zakdoek tegen
de oogen en snikte 't uit, onderwijl HilJa
naar builen snelde, haar ongelukkige man
tegemoet.
Voorzichtig nu maar, buurman, vermaan
Meta nam weer 't woord, en zei: Blind
le wezen is eig, heel erg. zekerMaar
rindt je 't nog niet veel erger, wanneer
dan op ccn stoel en schikte zich bij zijn
vrienden aai1 de stamtafel. Gewichtige vra
gen wit de „pollctiek" werden <l ir bc-pm
ken en als zij dan opgelost waren wenk n
zij weggespoeld.
Zoo gebeurde het dan op den morgen
waarover wij nu spreken.
Baas lei, bij Bartels gekomen, zijn pu!
len" gairw neer en nam plaats. Een kni;
oogje naar den kastelein, een g ccp van
deze naar een karaf, inschenken en
Kunst had zijn hapje voor hem. 't Ge- - k
was spoedig fa vollen gang. 't Ging over
een vergunning van de gemeenteraad jvi
de Nergenshuizenaars tot het aanleg cn
van «en v, og dwars door het dorp naar do
straatweg, waardoor de Immerstillenaa--
nog afgelegencr zouden komen te wonen
dan voorheen.
„Daar moet tegen geportretteerd wor
den" brulde baas. die niet goed m.vioi
de woorden op dc hoogte was. ma\r ze
toch graag gebruikte.
„Medeburgers, ik porlertteer: ia; wij el
len portretteer en Bartels scheuk in! V.
inwoners van Immersti!. die een bloeiende
toekomst tegemoet gaan, laten ons dal
n«et aanleunen Bartels schenk in Wij zul
len ean openbarende vergadering belegden
en onze betreurende deelneming ui'spro-
ken aan het adres van de gemcentcraa
Bartels schenk in! En wij zullen ons aan-
eensluiten en cen bond oprichten van ge-
teleurgestelde gcmcentenaren, die Lcht:n
ta\ voor ons dorp, die er voor zorgen zil
dat wij niet buiten het groote wcreldvet
keer komen te Kggen Bartels schenk in
Die de revolutiemannen uit Nergenshui -cn
tn toom zal houden
„Bravo Bravo Bravo
Bartels schenk in
En mijEn mijEn mij
Een half uur later dan gewoonlij
baas Kunst thuis aanwaggelen.
„Was hel slot van dc deur zoo v
vroeg zijn vrouw hartelijk.
„Zwaar werk gehad. ..zwaar v
had. vrouw bromde baa*. Ik heb
tels schenk ml... ren redevoerin
den togen dc Norrfenshuizenaar1:. I
Bartels schenk in dood op."
„Zoo l-zoo 1 Maar zal ik jou wa'
len. Jij gaat nooit meer bij Barlc!
repareeren. En nou naar je nest
Al pratende os-er „de Bont"
dant" en ;:Bartel« schenk in
baas op zijn bed.
„Maf ze I"
IKKE
de Meta den blinde.
Onstuimig omhelsde Hilda aan dc hu
deur haar mar., nadat hij nog tot Meta had
gezegd nu zal ik 't wel vfaden hoor. Dank
I®.
En zoo moesten er honderdduizenden man met jc drie volwassen zonen naar
Een geruime poos hield het echtpaar
kander omstrengeld met dc armen; Hik
drong met geweld haar tranen terug. F.lz
bijna tc ontroerd iets tc zeggzn. zuchl'
O, welk cen weerzien. Arme. arme vade
Hilda geleide het blinde echtpaar v
den oorlog naar binnen cn voegde hem to
voorzichtig toch. lieve beste man.
Zoodra zij hem bij de tafel op oen Mo'
bad doen plaats nemen., knelde hij h.i
opnieuw m dc armen en poogde dan
ecnagszins luchthartigen toon tc zeggen
En nou ben ik toch weer bij jc terug, h -
Zien kan ik jc wel niet. maar toch weel
dat je bent mijn c^en. lieve, trouwe HiM
Diep bewogen voegde zij hem toe mij
allerbeste Frits-
Hij had rijn bedaardheid herkregen, c
sprak: Ik kom gezond en wc! terug, h--v
Hilda. Alleen mijn oogen moest ik in Fra
rijk lat2n blijven
Deze, zoo luchtharttg ui'gesprokcn w.„
den. brachten bij Elza een hoestbui ie wok
Verschrikt hief den blinde 't hoofd
en vroegwie hoor ik daar zoo hoesten
't Is onze Elza, antwoordde HikJa.
Kind. waaar ben jc riep dc blinde c
oprichtende, kom je jc blinde vader nb
begroeten
Ze kan niet, Frits. haastte Hilda zich I
antwoorden, zc is niet welverzwakt doe
ondervoeding.
Wordt vervolgd.