2IJH ZOOV. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN 15e Jaargang. Dinsdag 22 Januari 1924. No. 6. WIERINGER COURANT UITGEVER: CO RN. J. BOSKER, WIERINGEN. VERSCHIJNT ELK p DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS i per 3 maanden 0.85. AD VERTENTIlNi q 15 regels 0,50. we regel meer 0.10. U K A U i Hippoi ytushoe f Wierin^M. TEL. INTERCOMS. No 19. HET IS HUN RECHT. Wij nemieni «onderstaand artikel uit de Enkhuizer Courant ever 'k Hoor hiel nog naklinken in m'n ooren. ,,Ceh m'n goeie jongen je bent nog jong, maar neem dal nou ereis van mij an die al wat «uwer bin, zelfs bij het begin daar van, zullen jou tanden niet meer jeuken hoor I" „Neen", vervolgde dan een1 andere die nog: niet zooveel jaren telde, „en van ons weten dan alleen de kindskinderen bij o- verlevering." We wildieni dan in de vergadering der visschersorgamisaiie eens een ernstig woordje .spreken over de plannen) der re geering inzake droogmaking der Zuider - zee. En wezenldjik «dait waren dan nog mee van de knapste antwoorden. Dal waren dan nog niet aens de laurwen en' de on ver- schiiLligeni die zoo spraken. Wonit natuur - lijk kreeg men die niet eenis iop een verga dering. Anderen meenden dat er niets van kon komen, omdat het «muiten' van een af sluitdijk iets was dat tot de onmogelijkhe den] behoorde. Vooral als je rekening hield met weer en wind. Met harde Noordwes ter stormen) en hun stortvloeden, waarte gen in zee zoo ongeveer niets bestand is. Wonneer er zoo door de direct belanghe'b bendien werd geredeneerd, die hun mee ning- kracht bijzetten met argumenten aan de practijik van het zeemansleven ontleend dan ligt het voor de hand, dat aan het vraagstuk zelf, ook door vóórmannen', niet die aandacht werd geschonken, wei- vke wail nu van achteren blijkt, moedig was. Want snkele jaren zijn sedert nog maai verloopen, en de behandeling is nu reeds zóó ver gevorderd dat door de Wieringei visschers, reeds in het aanstaande seizo'en, hum bedrijf niet meer kan worden: uitgeoe fend en) o<ok voor de overige Zuiderzee.be - volhing liet bedrijf niet meer kan worden uitgeoefend en ook voor de overige Zui - derzeebevdlking het 'bedrijf zoodanig wordt bedreigd, dal binnen afzienbaren tijd het visschersbedrijf op de Zuiderzee, zooals wij dat nu kennen, lot het verleden gaat behooren. En nu ziet zelfs de meest oppervlakkig! wel, dat in de naaste toekomst zijn toch al schamele boterham geheel zal worden bedreigd. 't Ligt dan ook geheel voor de handi en 't is een geheel gewoon menschkundig ver schijnsel dat in de kringen der visschers, alsook in de aanverwante bedrijven., met grooten ernst de vraag wordt gesteld ,Wat dan Velen hunner hebben een leeftijd be - reikt, waorop ze neg heel best kunnen isschen, maar die de mogelijkheid om nu nog iets anders te gaan beginnen, ten ee- nenlmale afsnijdt. Terwijl voor jongeren de gelegenheden om naar iels anders om te zien, maar niet voor 't grijpen liggen. De aanstaande droogmaking werkt op 't be - drijf zelf demorailiseerend, omdat de voor uitzichten donker zijn. Voor een verloren zaak vecht het niet fel «en zoo zien we ook visschierij mede als gevolg van de don kere toekomst verarmien en verkwijnen. Toen de wet in 1918 aan de orde was in de Tweede Kamer, werd in artikel 3 be paald dat de maatregelen ter tegemoetko ming aan de Ziuiderzeebevolhing en andere personen, wegens de schade, wellke de af sluiting h.un mocht berokkenen, bij de wet zou won den geregeld'. Bij de beraadslagingen over dit artikel werd zonder öenig voorbehoud vastgesteld dat deze maatregelen, behalve uil geldelij ke vergoeding, ook zouden bestaan in al lerlei economische en sociale middelen, die konden dienen om tegemoet te komen aan bedrijfsverlies 'en de mannen in '-iaat te stellen op een andere wijze in het on- d' rhoud' van zich en de hunnen te voor- De oorspronkelijke bedoeling van 'den wetgever was enkel „geldelijke tegemoet koming" maar ingevolge de discussie werd dit later gewijzigd in „maatregelen ter te gemoetkoming." Door de desbetreffende staatscommissie werdien o.a. als maatregelen genoemd het verschaffen van Nioord.zeevaartuigenl aan die jongeren het afsluiten van een levens verzekering pensioen aan de oude vis schers en vrijstelling van havengelden voor de ZuiderzeeVloot. De pleitbezorgers des visschers in de Tweede Kamer voegden hieraan nog toe vakonderwijs aan visscherskinderen en' ver huizing van visschersplnatsen naar andere deelen waar veel kans was op werk.. Natuurlijk had in dieni tijd 'de regeering door middel van heel wat ambtenaren' ge regeld voeling roet de organisatie der vis schers. En deze heeren (we hadden toen de vette jaren) deden allerlei toezeggingen sommigen hunner sloegen zelfs aan het fantaseeren over die maatregelen van arti FEUILLETON. No. 52. Iriilusschen was madame Fabrice die ir haren val «enigszins gekneusd werd, opge staan en schreeuwde uit al hare macht om hulp. Al de bewoners waren op de trap en op het geschreeuw 'dier portierster waren zelfs vreemde personen toegeschoten', die dan doortocht versperden. De Frileuse nam de «algemteeme ontstel tenis te baat om ongemerkt weg te slui- pen als een aal schoof zij door de nieuws gierigen heen, wier getal nog steeds aan groeide. Die 't eerst op de tweede verdieping kwamen, zagen Blanchard's kamer wagens wijd open staan. Fabri.oc zagen zij daar lig gen op den rug uiige-trekt en in zijn bloed b.adend. terwijl de arme blinde op zijn bel rustte. Fabrice hield nog de gebroken lan taarn in izijn hand- Een enkel oogen-Mik heerschle er eet» onbeschrijfelijike verwarringhier stond men sprakeloos, als verstomdi van schrik daar schreeuwde men van ontsteltenis en afgrijzen. Terwijl twee manuien Fabrice op namen en hem in een zatel plaatsten', naap te een derde, verder in den kamer den dolk van dien moordenaar op, die nog ge heel met bloed besmeurd was. Toen slechts bemerkte «men dat de blinde vast sliep. 1 Dat is niet natuurlijk, meendet een vrouw. Ik houd mij overtuigd, dat hem iets is ingegeven. ;j Een «slaapdronk wellicht, opperde een ander, r Door twee personen gfyholpép. trad ma - ikel 3 en) beloofden den visschers gouden bergen«. Goed beschouwd was de droogma king' in hun voordeel. Werd er een degelijke tegenwerping ge hoord dat de meest bekwame Zuiderzee- visscher zoo maar niet eventjes in een Noordzee visscher ikon worden omgedoopt, omdat, de man dan zelfs bij voldoende visch en met den besten wil, soms geen droog brood zou verdienen, dan heette het dat dit zoo'n vaart niet zou loopen. Natuur lijk zou in alles de billijkheid worden be tracht «en van schrielheid zou in geen ge val sprake zijn. De regeering was er im mers, zoo het heette, zelf maar al te goed van doordrongen dal hier een economisch zoowel als oen sociale taak viel te vervul len Bovendien kreeg Nederland door de drooglegging de beschikking over zooveel honderden) H.A. land dat het op een paat ton gouds meer of minder heusch niet aan kwam. Tenminste voor de oudere vis schers niet. En de jongeren O, geen nood vadertje Staat zou zorgen dat ze voldoen de in de gelegenheid werden gesteld om wat anders te leeren. Men had vooral het oog op de binnen vaart enI voorts zou degelijk vakonderwijs mee de reddende hand bieden. Zoo werd geredeneerd en gefantaseerd. De visschers geraakten aan dergelijke toornen gewend, begonnen er geloof en waarde aan «te hech ten en voerden geen actie, of «althans zeer weinig. Sedert echter zijn nu 6 volle jaren ver loopen'. De afsluiting van het Amsleldiep tiusschen Wieringen en Noord-Holland is aanstonds heelemaal een feit «ge«worden en et het leggen van dan .grooten dijk Lang zaam «maar zeker verder. De visschers zien dat de bedreiging van hun boterham op «onrustbarende wijze toeneemt. Maar met «d'at al laat de wet met maatregelen, zooals a«rt. 3 bedoelt, nog «maar steeds op zich wachten'. Veel is hierover reeds in hel Parlement gesproken. Hel laatst nog in Mei 1923, waarbij toen bleek dat een vóór ontwerp (dat is. zooveel als een kladje) het departement van Waterstaat had verlaten tot een; onderzoek op andere departeir t'en voor zoover die er mee le maken heb gen. En nog zijn we natuurlijk niet verder. Een belangrijk ding wat de regcering deed, is de instelling van een crediet, waardoor de visscher indien hij hiervoor naar d«e beoordceling van eau commissie dame Fabrica de kamer der misdaad bin- •nien). Zij was reeds «op de hoogte gebracht van het verschrikkelijk ongeluk, dait haar «ge - «troffen ha«d. Zij wierp zich op het «ontziel de lichaam terwijl rij «allerlei onsam'enhan gende woorden uitte. Dan richtte zij zich weer eensklaps «op, rukte de haren uit het hoofd «an wrong de handen in wanhoop. De «arme vrouw verkeerde in eenl jam merlijken «toestand'de oogen puilden uil hunne kassen en zonder iemand te herken men staarde zij met een verwilderde blik in het ronde. Deze vrouw met loshangende haren die akelig in het bloed «trapte, dat nog uit de gapende wonde des ongelukkigen vloeide, bood «een' even «grievend en. «gruwelijk schouwspel als het ontzielde lichaam d«at voor haar lag. Fabrice had «onbeschroomd voor de aeur postgevat om «den «tweedien dief het ont snappen te belettenom zich «een. «door - itocht te ban'en 'bad itoen Ramoimneau zich op den portier geworpen en hem met zijn nwordend wapen' een «doodelijken steek in de borst toegebracht. Misschien) is de arme man nog niet «dood zeide «een der «omstanders, terwijl hij het blöed «met een zakdoek trachtte tegen te houden. Men hale spoedig «een geneesheer. Inlusschen' was on'en ook al naar den naaslbijzijnden politiepost gesneld. In enkele oogenblikken kwanten er ver scheidene agenten' aangesneld', die d«e nieuwsgierigen1 voor het huis deden uileen gaan. Ook de commissaris was weldra Ier plaatse een voor een. ondervroeg hij alle aanwezige personen en vernam zoo in kor ■te korte oogenblikken alles wat men von dit somber drama wist dat de buurvrouw geklaag en gekerm vernomen had en naa; beneden gekomen was «om d«e portierster te verwittigen«dat Fabrice met den s" bel «naar boven w«as gegaan dat hij daar twee dieven; betrapt had waarvan de eer ste korte oogenblikken voor den anderen gevlucht was «en dat d«e «ongelukkiga por ■tier door d«2n dief met een dolik moest ge stoken zijn, terwijl hij «tegen hem worstel, de «om den booswicht te beletten haastig de vlucht te nemen. 't Zijn twee stoutmoedige schurken mur melde de kommissaris, terwijl hij de oogen op den slapende blinde gericht hield, en wat ik hier zie, is zeker niet hun proef stukWaar is de portierste: vroeg hij dan. Zij zat daar in zijne nabijheid met gebal de vuisten en ten gronde geslagen oogen. De «ongelukkige begon weer «eenszins te herstellen «en verviel zoo «nog dieper en die «per in wanbo«op. Doch zij had ge.hoord dal «men: zeidie Misschien is hij niet dood. Zij wist diat «men «een geneesheer w«is •gaan halen, en wachtte. Had de heer Blanchard geld of waarden in huis Ja mijnheer, antwoordde zijtoch Heeft d«e heer BlancHard mij nooit zijne zaken blootgelegd, roaor niettemin geloof ik wel, dat hij over een belangrijke som te beschik ken Had«. Dat wisten de «moordenaars, en mis schien nauwkeuriger ingelicht dan iemand, waren zij veel beter op de hoogte van de zaken des heeren Blanchard dan gij, die hem goed kent. Maar hoe zijn de «misdadi gers hier «binnengekomen Helaas, mijnheer, daar weet ik nie's van Ik heb mijne loge den ganschen a- vond niet verlaten in de termen valt, zijn vischwant kan aan- ullen, met geld waarvoor de regeering berg staal. Ze halen dan netten en touw werk op de bon. Natuurlijk gaan de bande laars hiermee wel accoord, want hun risi co vermindert. En is dan ook wel t> be grijpen dat zc zelfs een credietwaardig„ •isscher niet meer borgen, maar deze een- 'oudig verwijzen naar de crediel-commis- ie. Maar dat het de energie en ook de zelfstandigheid van dien visschers ten ee- nenmale vermoordt, staat wel als een paal boven water. Van dit crediet moet een be hcorlijk «procent rente worden betaa'd d'cor den visscher. Zooals vanzelf spreekt, ioopt ook dit niet altijd even vlot en begrij pelijk is het, dat «heet wat visschers dit ontvangen crediet e'envoudig beschouwen als een voorschot op de aanstonds bij de droogmaking te beuren vergoeding. Aan vankelijk stonden nog vele visschers scep tiscli «tegenover deze instelling, maar me de «onder den invloed van de donkere toe komst voor hun bedrijf, hebben maar en kelen zich buiten de credietcommissie kun nen houden. Met dat «al komt de Zuiderzeebevolking in een stadium, waarin ze niet langer lij - delijk kan en mag aanzien, dat aan den cenen kant het werk voortgang heeft en anderzijds de maatregelen op zich laten wachten. We 'kunnen ons de stemmen, die nu reeds vallen te beluisteren, zeer goed begrijpen. „Hebben we niet lang genoeg als zoets jongens beleefde briefjes geschreven zegt «men.. We moesten een reuizen demonstratie op touw zetten," zegt «een ander, „en «r maar eens een paar klompen' aan wagen Al wat visscher is", vult een derde aan „moest zich in dezen wintertijd, waar toch niets valt «te verdienen, oprna - ken om op één dag op klompen en in truien met 'n zuidwester op '4 hoofd, in d'en Haag te verschijnen, c-m het de regee ring eens goed en duidelijk le laten zien, dal de zoo nocdige maatregelen hier drin gende eisch zijn." Al deze uitingen laten we, voor heigeen z.e zijn. Wc waren nooit bewonderaar van massa-beweging maar als men dan hoort uit welk een bitter en teleurgesteld moed deze «mceningen opwellen komt men toch wel onder den indruk dat het langer dralen hier, onverantwoordelijk is, niet het minst van de regeering. De visschers die ecuwen lang door hut. icriijk en eervol bedrijf in het onderhoud an hunne gezinnen hebben voorzien, ma ken aanspraak cp een solide behandeling. Zelfs durf ik wel zoobcr te gaan me'. te beweren dit niet alleen aan de visschers, maar «merr nog aan de natie verplicht is. Onze Nederiandsche natie hccfl tok in den vreemde een goeden naam. En niet het minst is dit te danken aan de hecht heid en aan de soliditeit van de visschen- de «en zeevarende bevolking. En waar nu een zoo belangrijk deel daarvan ir.ct onder gang, met broodeloosheid, met vcrl; - •an hun eigen bedrijf wordt bcdre:-«.l door maatregelen die door de regeering zelf worden «getroffen, is deze overheid delijk en practisch verplicht tc zeggen waar onze visschers aanstonds cp hunner, rekenen. De mannen hebben cr reciil op. Ze moeten weten waar zo aan tn zijn, r hun bedrijf, voor hun gezin voor zich zelf en tenslotte in het belang van d Nederiandsche natie J. FONKMA Doch gij hebt hem toch zien wegvluch ten Ja mijnheer. En kendet «gij hem niet De «eerste is de loge zoo snel voorbijge- loopen dat ik hem «maar even, ter loops gezien heb. Schier op hetzelfde oogenblik hoorde ik een kreet door mijn man uiige- stooien. Ik weet niet wat er in mij omging, ik had een «gevoel alsof ik zinneloos werd, Ik liep de trap op en had nog de eerste verdieping niet bereikt toen ik door den moordenaar werd omvergeworpen, die ook op zijne beurt wegvluchtte. En dien tweede hebt «gij dan zeker ook niet «goed gezien Neen wellicht zou ik hem thans niet meer herkennen. Alleen bemerkte ik, dat bij er reeds oud uitzag. Was er iemand bij u Jowol mijnheer madame Bertrand en juf {touw Henriettc waren beneden aan de trap. Waar is madame Bertrand Hier ben ik, mijnheer, antwoordde de buurvrouw des heeren Blanchard. Hebt gij de twee personen gezien ma dame Ja mijnheer, doch evenals madame Fa brice, slechts ter loops. Br ook zou de grootste moeite hebben hem thans nog te herkennen. Meer kan ik u niet zeggen dan dot de eerste cr nog jong, maar de andere er reeds bejaard uitzag. Is juffrouw Henrictte hier vroeg de commissaris. Dc personen, die in het vertrek waren, staarden elkander verwonderd aan. Is zij cr nicl vroeg de commissoris. Woont de juffrouw hier Ja antwoordde Fabrice, vier dagen ge leden heb ik haar een gemeubileerd- ka - GEMENGD NI Ff EEN REUZEUVISCH. Dezer dagen hield Sir Sidncy llarmer de Londen Zoological Society, een le zing voor vele bezoekers, over ten t«n.l« - verp waarvan de belichaming op hel ta feltje, waarvoor de spreker stond, was neergelegd. Het voorwerp bestend uit een irggewervel ter grootte van ongeveer cc meter. Deze wervel was afkomstig van een reuzen wal visch", waarvan dc heer llar mer het volgende vertelde Het dier was namelijk verzeild geraak) in het Panama-kanaal en« had zuïk een e- norme afmeting, dat hij groot gevaar cplc- ■erde voor de scheepvaart. Bovendien zocht het dier angstig naar een uitweg naar zee en zwom als een razende dor.v het kanaal waarbij het een sterke dcinir 'croorzaakte. Teneinde d«en lastigen in dringer te verwijderen, loste men e:n aan iaJ goed g«erichte schoten, waardoor li« gedood werd. Men trachtte den walvisch daarna nu t behulp van twee kranen met een hefv r r gen van 75.000 K.G. uit het water tc hij- schen, doch tevergeefs. Hel g .vaarte v.-« te groot en te zwaar. Ten einde raad sjorde men het toen in zee, doch door den wind werd hel wcc-r mer verhuurd op de zesde verdieping. Wij moeten h«aar hooren, antwoordde de commissaris, Dan «eeni toeken gevend oan een politie agent zeide hij Ga naar boven en roep juffrouw Hen - riette. Op dit oogenblik «kwom dc geneesheer binnen. De «politiecommissaris wees op Fabrice ari den den slapende blinde. Dc genees heer naderde den eerste. Na den wond met alle aandacht, onderzocht te hebben, schudde hij bedenkelijk het hoofd. Dood vroeg hem dc commissaris. Er is nog een; weinig leven, doch vrees, dat wij geen woord meer uit hem zullen «krijgen. Intusschen hod hij de borst van dc ongc lukkige geheel ontbloot. De man der wetenschap legde een v.r- hand, dat onmiddellijk hel bloedverlies te genhield. Nu laa,t ons wachten. Er is een bed in de naburige kam r, m'crkte de commissaris cp, zou hel ni< beter zijn den gewonde. Onnoodig, laten wij hem h:cr.... Hij stapte op het bed van den blind.- toe en ontdekte niet zonder verbazing oorzaak van d«n slaap des heeren Blan chard. Mijnheer, zeide hij, zich lot den coma. saris wendend, deze ouderling is door ch1 roform in slaap gebracht. De verbazing wos algemeen. Bk vermoedde zoo iets, murme'dc d« magistraat. Dokter, hernam hij, gckv.ft dot het leven van deze man in gevaar i'- Necn, de misdadiger heeft blijk gegeven van een bijzondere «kennis op dat gebied. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1924 | | pagina 1