De Wenteltrap
MER BAAI
P0RT0RIC0
J. 1. KSÏÏSS
PRÜIlTABAKj
17e Jaargang.
Vrijdag 15 October 1926.
No. 91
IIHP Ü1EUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR @89
W1ERINGEN
OMSTREKEN
De. fijne pjptabak is
agWIERINGER COURANTE
liORN. J. BOSKER, WIER1NGEN
UITGEVER
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAO.
ABONNEMENTSPRIJS
per 8 maanden 1.—
AD VERTE NT IèN:
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BDBEADt
Hlppolytashoei Wlertn|ei
Tel el. Intercoms. Ne. IA
Tabaksfabriek
„D« Wakende Leeuw"
Laat 12B - ALK MAAK
70.30.100, 120,140,150, 160,180, 200, 225, 250 en
350, 400, 450 en 500 cent per pond.
In Amerika hebben, evenals in vele andere lan
den, ieder jaar schoonheidswed strijden plaats.
Iedere Staat kiest een vrouwelijke afgezant, die
de schoonste vrouw is van dien Staat en uit de
verschillende vertegenwoordigsters der Staten
wordt dan de schoonste van alle gekozen. „Mios
America" heet die dan voor een jaar. De Konin
gin is dit jaar Miss Nol-ma Smallwood in het
costuum, waarin de beoordeeling plaats vondt.
Zooals frien ziet heeft zij lang haar.
PROVINCIAAL NIEUWS.
UIT HEIL O O. De knecht van den veehouder
A. S. bezeerde zich errnstig aan een zeis. De jon
gen maakte een buurpraatje en lette niet op het
aanzetten daarvan. De snede van den wond liep
over de geheele hand, terwijl de duim zoo ge
raakt werd. dat men vreest voor het behoud van
dit lichaamsdeel.
TEXEL. Storm en hoogwater. De storm uit het
Zuid-Westen heeft in den nacht van Zaterdag op
Zondag de zee rondom ons eiland tot zeer groo
te hoogte opgezweept. Te Oudeschild was de om-
dijkte havenkom geheel gevuld en uit de om
liggende huizen kon men slechts naar buiten
gaan door vensters of deuren op den dijk, het
pakhuis van de firma C. R. Keijser Co. stond
rondom in het zeewater, de hooge vloer, in dit
pakhuis, voorkwam ernstige schade,, de lager
gelegen machinekamer moest echter worden
leeggepomptin het pakhuis van den „Handels-
raad" stroomde het water binnen en veroorzaak
te veel schade.
De schuiten die nabij het Nieuweschild en
Oost voor anker lagen staken zoo hoog boven
den dijk uit dat men midden vanaf ons eiland
den romp der vaartuigen kon waarnemen.
De wierophaalders langs de geheele Oostzijde
hebben bijna allen een leelijken strop aan dezen
lioogen waterstand, daar het wier soms met ha
ken en al werd weggeslagen. Nabij Nieuweschild
op den dijk geplaatst sloophout spoelde eveneens
weg.
Ook aan de Westzijde bereikte het water een
ongekende hoogte achter de Koog, waar anders
de zee hoogst zelden de duinen bereikt sloeg
f 14 meter duin weg. Een der door de gemeente
geplaatste i eddingskasten met boei- en zwem -
gul del werd vernield.
Zondag is het poldertje „De Volharding" meer
bekend onder den naam van Van Heerwaarden
ondergeloopen. Toen 's morgens te 8 uur het
ater, door den Noord-Westerstorm opgezweept
tot 1,80 M. boven „vllzee" was gestegen, sloegen
hoogop spatten de golven over het dijkje heen.
Steeds werd meer zand weggespoeld en niet
lang duurde het of het water stroomde met
kracht binnen, zoo ongeveer 50 a 60 meter dijk
meesleurende.
Het poldert je word in 1846 ingedijkthet heeft
een oppervlakte van 16 H.A.
Meermalen is het verdronken, voor 't laatst bij
gelegenheid van den Decemberstorm van 1894,
toen het water ter manshoogte in een der zich
in den polder bevindende buizen stond.
In 1895 werd de dijkbreuk hersteld en het land
opnieuw in cultuur gebracht.
Een groot aantal nieuwsgierigen kwam in
den loop van den dag een kijkje nemen'bij het
overstroomde land, hetwelk een troosteloozen
aanblik oplevert en ons miniatuurbeeld schept
van de jongste dijkdoorbraken in Gelderland en
Brabant.
Uit Oudeschild deelt men over den hoogen wa
terstand nog het volgende mede
De geweldige Zuid-Westerstorm, die in den
ntcht van Zaterdag op Zondag 1.1. boven ons ei
land woedde, deed het zeewater toit een hoogte
van 2.13 M. boven A.P. stijgen. De kaden om de
haven stonden decimeters onder water, zoodat
men genoodzaakt was, de coupure, in den dijk
op het haventerrein te sluiten.
Te Oudeschild is voor honderden guldens aan
zeewier verloren gegaan de verdiensten van
een geheele week en langer werden met één slag
vernietigd. Ook de palingvisschers hebben be-
langrijke schade geleden door het stuk slaan of
verloren gaan van staande netten en fuiken.
HELDER. Te Helder sloeg de geheele schut
ting van den Noord-Westelijken pier af, terwijl
de ijzeren leuningen werden verbogen, het wa
ter schoot telkens als een fontein onder het plan
kier van den steiger der Texelsche bootop verr
schillende plaatsen rolden de golven over den
Helderschen zeedijk, op den Hoofdgracht wer
FEUILLETON.
Naar het Amerikaansch
van
MARY ROBERTS RINEHART.
)o(
No. 36.
Het is niet noodiig om hier uit te weiden over
de afwisselende hoop en wanhoop en angst voor
wat ik er achter zou kunnen vinden, waarmede
ik de knop omdraaide. Het ding bewoog wel,
maar er gebeurde verder niets, en toen ontdekte
ik wat er aan de hand was. Ik duwde de knop
hard naar één kant en toen kwam de heele
schoorsteenmantel naar voren uit den muur, en
«Nerd er een holle ruimte zichtbaar.
Ik haalde diep adem, deed de deur van dep
kofferzolder naar den gang dicht gelukkig
iiiet op slot en na den schoorsteenmantel nog
verder naar voren getrokken ,te hebben, ging ik
t'e verborgen kamer in. Ik zag nog net flauwtjes
oen kleine draagbare brandkast, een gewone hou
ton tafel en een stoel en toen viel de schoor -
steenmantel weer achter mij dicht. Een oogen-
bMk bleef ik heel stil staan in het donker, zonder
te beseffen wat er gebeurd was. Toen keerde ik
mij om, en sloeg woedend met mijn vuisten op
ée deur. Deze was weer in het slot gevallen en in
het donker voelde ik langs de gladde houten op-
rervlakte, zonder een spoor van een knop te vin
den.
Ik was woedend op mijzelf, op den schoor
steenmantel op alles. Ik was niet bang dat ik
stikken zou voor die gedachte bij mij op kwam
had ik al gezien dat er licht kwam door de twee
ventilatiebuizen in het dak. Die zorgden voor
lucht, maar voor niets anders. De kamer zelfs
was nu pikdonker.
Tk ging op een stoel zitten en probeerde te be
lanken hoeveel dagen een mensch zonder eten
in drinken in leven kon blijven. Toen dat een
den enkele groote hoornen ontworteld.
De storm bereikte te Helder een kracht van
22 m. per seconde, hetwelk het hoogste cijfer is,
ooit daar opgeteekend.
Van het kleine voorfort Kaap hoofd werd een
deel van den ringmuur weggeslagen, waardoor
over een aanzienlijke lengte een gat in de schooi
ing is geslagen. De dijk is niet zwaar beschadigd
maar de verwoesting was tengevolge van een
groot aantal losgeraakte steenen, geweldig.
Groote gaten zijn er in geslagen, de banken die
er op staan, zijn soms geheel losgespoeld en weg
gezakt en een regen van steenen is over den
kruin gedaald.
BINNENL. NIEUWS.
beetje eentonig en pijnlijk werd, stond ik op, en
zooals dat voor menschen, die in een onbekende
duistere gevangenis opgesloten zijn, betaamt, be
gon ik langs de wanden te tasten. Het kamertje
wüs maar heel klein. Ik voelde niets dan ruwe
n anken, en toen ik weer naar den stoel ging
zoeken liep ik met mijn gezicht tegen ieits aan,
dat met een knal op den grond viel. Toen ik wat
van den schrik bekomen was ontdekte ik dat
het een electrisch lampje was geweest van een
hanglichten als mij dit niet per ongeluk over
komen was, dan had ik dus den hongerdood
kunnen sterven in een verlichte gevangenis.
Ik moet ingedut zijn. Flauw gevallen ben ik
niet, dat weet ik zeker. Ik was volkomen rustig.
Ik herinner me dat ik er over dacht, wat ze met
mijn bezittingen zouden doen, als ik niet ontdekt
w erd. Ik wist zeker dat Liddy mijn paarse japon
zou willen hebben en paars staat haar afschu -
v. elijk. Een paar maal hoorde k muizen achter
het beschot en ik ging dus op de tafel zitten, met
mijn voeten op den stoel. Ik verbeeldde mij dat ik
hcoren kon, dat het huis doorzocht werd en op
een oogenblik kwam ie iemand op den kofferzol
der, ik kon duidelijk de voetstappen hooren.
„In den schoorsteenIn den schoorsteen !,v
riep ik zoo hard ik kon en het resultaat was
een gil van Liddy en het toeslaan van de zol
derdeur.
Toen voelde ik mij weer op mijn gemak, hoe
wel ik het erg warm begon te krijgen. Ik twijfel
de er niet aan of ze zouden nu in de goede rich
ting haar mij zoeken, en na een poosje dutte ik
n. Hoe lang ik sliep weet ik niet.
Het zal wel een paar uur geduurd hebben want
k had een vermoeienden dag gehad en toen ik
wakker werd was ik stijf geworden door de on
gewone houding. Het eerste oogenblik kon ik mij
niet herinneren waar ik was en ik had een vree-
elijk zwaar gevoel in m'n hoofd. Langzamer
hand drong alles weer tot mij door, en ik merk
te dat de lucht heel slecht was, niettegenstaan
de de ventilatiebuizen. Ik haalde hijgend adem
en mijn gezicht was klam en vochtig. Waar
schijnlijk zat ik er al een heelen tijd en waren
de anderen bezig om het bosch te doorkruisen
in de heek te dreggen Ik wist, dat ik over
enkele uren bewusteloos zou zijn, en als ik niet
meer in staat was om te roepen, zou mijn eenige
kans op redden verkeken zijn. Ik probeerde de
DE VL. 146 IN DEN STORM.
Te Vlaardingen is binnengekomen de zeillog-
ger VL 146, schipper J. Tuinebreijer van de Rce-
derij D. v. de Heul te -Vlaardingen, met belang
rijke dekschade. Zaterdagnacht 12 uur, zoo deel
de de schipper mede, kwam er 'n geweldige
stortzee over hqt dek, waardoor zoo goed als al
het houtwerk werd weggeslagen. Bvendien wer
den de luiken opengeslagen, zoodat het schip
half vol water kwam te staan. Voorth scheurde
het zeil en het kompas ging over boord. Tot
's morgens 4 uur is de bemanning bezig geweest
met pompen om het water uit het ruim te krij
gen. Een nieuw zeil werd opgezet, waarna met
een hulpkompas 's Zondagsmorgens 12 uur de
tuisreis werd aanvaard.
De bemanning heeft eenige benauwde uren
doorgebracht.
EEN BOFFER.
Te Vlaardingen is Woensdagavond binnenge
komen de f-toomlogger MA 110, waarvan de
stuurman G Groeneveld, wonende te Vlaardin
gen, tijdens het stormweer over boord sloeg. Ge
lukkig werd hij door een andere stortzee weer
aan boord geworpen, waarbij hij echter zijn been
brak. Hij is in 't ziekenhuis te Vlaardingen opge
nomen.
OVER BOORD GESLAGEN.
Volgens rapport van den schipper van den
eisteren binnen geloopen zoillogger K. W. 135.
(Katwijk IT Is op de Noordzee door overkomen
de zeeën een matroos, uit Katwijk, over boord
geslagen en verdronken.
DE STRANDING VAN DE R. O. 2.
Over de stranding van den Rotterdamschen
trawler R. O 2, bij den Scheveningschen .strand-
boulevard tijdens den hevigen storm van Zater
dag op Zondag j.1., kan nog worden meegedeeld:
Terwijl de R. O. 2 Zaterdag zee had gekozen,
begon het weer in den middag buiïg te worden.
Tegen den avond stak de storm op. De schipper
achtte het raadzaam, terug «te keèren en den vei
ligen Nieuwen Waterweg op te zoeken. De lich
ten van Hoek van Holland had men reeds
voor zich, toen een hevige stortzee alles wat op
het dek niet stevig vastgemaakt was, van boord
spoelde. De bemanning, uit vier personen be
staande, wist zich staande te houden, maar red
ding boei en zwemgordels waren verdwenen.
Ook het vischnet was van het dek weggeslagen
en kwam in de schroef terecht, met het gevolg,
dat de stuurinrichting onklaar werd.
oewusteloosheid af te weren door in de kamer
op en neer te loopen, maar ik had de kracht
niet om het vol te houden en tenslotte ging ik
weer op de tafel zitten, met mijn rug tegen de
muur.
Het was stil in huis. Eens dacht ik, dat ik voet
stappen onder mij hoorde, waarschijnlijk in mijn
ejgen kamer Ik greep den stoel beet en bukte er
mede op den vloerr Maar er gebeurde niets ik
kwam tot het hittere besef, dat het lawaai, zoo
het al gehoord werd, gehouden zou worden voor
het geklop waarvan we kort geleden zoo ge
schrokken waren.
Het was onmogelijk om na te gaan hoe iaat
het zou zijn. Ik probeerde vijf minuten af te me
ten door mijn pols te teUen en twee-en-zeventig
sJagen per minuut te rekenen. Maar het duurde
eeuwen en tenslotte viel het mij moeilijk om
te tellen, mijn hoofd was zoo verward.
En toen hoorde ik beneden in het huis la
waai. Er was een soort van trillend geluid, dat
ik meer voelde dan hoorde, zooiets als een mo
torbrandspuit in de stad. Een oogenblik dacht
ik dat het huis in brand stond, en mijn hart
stond haast stil van schrik toen begreep ik het.
Het was het geronk van een auto, en Halsey was
teruggekomen. Dat gaf mij weer hoop. Halsey en
Gertrude zouden misschien samen wel slagen
in wat Liddy en de drie detectives niet gelukt
was.
Na een poosje leek het er heusch op of ik go
lijk gehad bad. Er gebeurde blijkbaar iets bene
den en werden deuren dichtgeslagen, en er
drongen opgewonden stemmen ,tot mij deur. Ik
hoopte dat ze dichter bij zouden komen, maar na
een poosje hield het geluid op en was er niets
dan de stilte en de hitte en de druk van de mu-
en, die mij dreigden te verstikken.
De eerste waarschuwing die ik kreeg was een
gemorrel aan den schoorsteenmantel. Ik was op
het. punt een gil te geven, maar zweeg. Misschien
was ik door ondervnding voorzichtiger gewor
den, misschien was het instinct. Wat het ook
was, ik bleef onbewegenlijk zitten en hoorde hoe
er iemand in alle stilte met zijn vingers langs
het snijwerk zocht en het verschuifbare pa
neeltje vond
Nu werd het lawaai beneden weer dubbel
menschen tegelijk de trap opliepen en toen ze
erg ik maakte er uit op, dat er verscheidene
De worsteling om den Waterweg binnen to
komen moe9t worden opgegeven. Door den he
vigen Zuidwester dreef de trawler naar het
Noorden af. Angstige kwartiertjes volgden. Men
was in het vooronder weggekropen, omdat geen
mensch op het dek overeind kon blijven. Toen
tiet schip Sulieveningen naderde, wilde de schip
per een poging doen om de buitenhaven binnen
te loopen, maar ook dit mislukte, .tengevolge
van het wegslaan van den schoot van het voor
zeil.
Even later werd het scheepje op den top van
een hooge golf meegevoerd, ver het strand op on
z. spookte het Zaterdagnacht, zóó hoog stond
het water op het strand, dat slechts een paar
meter vóór den boulevardmuur de R. O. 2 door
de golf netjes neergezet werd.
Zoodra het schip vast lag, Het de schipper een
vuurpijl afschieten en op dit noodteeken kwam
er hulp opdagen. Terwijl de mannen van de red-
dingmaatschappij met oen z.g. „wipper", d.i. oen
toestel om een lijn uit te brengen en via een
broek-gordei menschen van boord te halen, in
aantocht waren, hadden een tweetal Schevening
sche vletters, die zich met een lijn aan elkaar
vastgemaakt hadden, alreeds een poging onder
nomen om hulp te brengen.
De beide mannen lieten zich van de boulevard
zakken en kwamen tot aan hun schouders in
het water terecht. Met ontzaglijke moeite bereik
ten ze het vaartuigje en vernamen daar, dat
slechts één matroos, de 69-jarige kok Bos, den
trawler wenschte te verlaten. Met groot gevaar
.oor den schepeling werd deze overboord geho-
srhen en door de beide vletters naar den boule
vard gebracht. Had de kok even gewacht, dan
was hij zonder gevaar van boord gehaald, door
middel van het wippertoestel.
Toen de mannen van de reddingmaatschappij
aankwamen, was er niets meer te doen. De drie
schepelingen, die zich nog aan boord bevonden,
w eigerden het schip te verlaten, omdat in deze
positie hun geen kwaad meer kon overkomen
Zondagochtend lag het scheepje nog in 'n wei-
Ciehten bij kwamen kon ik hen "zelfs verstaan.
..De trappen in het oog houden riep Jamie-
son. „Verdraaid er is hier geen lichtEn
tien weer „Allemaal tegelijk Een twee
diie
De deur van den kofferzolder was blijkbaar
van binnen op slot gedaan. Toen ze hem met
vereende krachten hadden opengebroken en er,
te oordeelen naar het lawaai, een van hen met
de deur mee in de kamer viel, werd de knop van
den schoorsteenmantel opzij geschoven het
stuk ging open en weer dicht. Nu was ik niet
meer alleen in de geheime kamer. Er was nog
iemand in de duisternis, iemand die zwaar adem
haalde, en die zoo dicht bij was dat ik hem met
mijn hand kon aanraken.
Ik was verlamd van schrik. Buiten klonken
ipgewonden stemmen en ongeloovige uitroepen.
De koffers werden door elkaar gegooid, de ra
men werden opengedaan en de man die bij mij
in de kamer was stond stil en luisterde. Zijn
achtervolgers wisten blijkbaar niet wat ze er
van denken moesten en hoorde hem diep adem
halen en zich omdraaien om den weg te zoeken
in de duisternis. En toen raakte hij mijn hand
aan.
Een hand in een leege kamerHij hield zijn
adem in. Behalve dat hij zijn hand plotseling
Wegtrok, bewoog hij zich niet. Ik denk da,t hij
volkomen hulpeloos was van schrik. Toen ging
hij achteruit, langzaam, stap voor stap wijkend
voor de hand in den hoek. Zijn adem kon ik niet
hcorcn.
Toen hij eenige passen van mij af was gilde Ik
Is een krankzinnige, en ze hoorden mij.
„In den schoorsteen gilde ik. „Achter den
schoorsteenmantel Den schoorsteenmantel."
Met een vloek wierp de man zich op mij en ik
gilde weer. In zijn razernij had hij zich in de
richting vergist en ik hoorde dat hij tegen den
muur aansloeg. Dien keer ontweek ik hem ik
'iep de kamer door en greep den stoel. Een secon
de bleef hij staan luisteren, toen kwam hij op
nieuw op mij af en ik sloeg hem met den stoel.
Ik denk dat het hem verdoofde want ik merkto
even niets van hem, en hoen riep er buiten ie
mand
„Wij kunnen er niet in. Hoe
nat het open 1"
Wordt vervolgd-