JLAHHE l y\ 1 O—O 18 Jaarvang. Vrijdag 2 December 19^7 (No, 92 iBlP NIEUWS- SN ADVBIKTENTIEBLAD VOOR Ét! WIERINQEN EN OMSTREKEN FBÜILLET0w ■WIERINGER COURANTi COftN J. B08KER, WIERIMGEN UITGEVER i BUITENLAND. HOE ESKIMO'S SMULLEN. Wij zijn gewoon op vaste tijden te eten. Niet aldus de Eskimo's, die eten, als zij honger krij- g< n. Zij kunnen soms een goheele i dag zonder eten blijven, als zij op jacht zijn bijv. Maar zoo - dra de gelegenheid zich voordoet, verzwelgen zij ontzaglijke hoeveelheden visch, vleesch spek h .Zij leven hoofdzakelijk van dierlijk voedsel, bij voorkeur van alles, wat vot is. Spek van zeehonden en walvisschen is een ge liefd gerecht, dat de Eskimo's bij voorkeur rauw B eten. Rauw schijnt het beter te smaken, dan ge- wt kookt. Gekookt zeehondenspek smaakt tranig, maar rauw is het eenigszins zoet. Den kop van t een zeehond laten ze vaak min of meer bederven, waardoor hij volgens hen bijzonder lekker van smaak wordt en dan geldt als een bij uit - stek lekker gerecht. Als toespijs gebruiken de Eskimo's den sten - gel van een plant, dien zij op een zonderlingen manier inmaken. De vrouw kauwt spek en spuwt het sap op de stengels. Dat herhaalt zij zoo lang, tot de stengels geheel onder een soort speksaus bedolven zijn: Dan zet zij de aldus in gemaakte stengels weg en na een poos zijn ze geschikt om gegeten te worden. Een andere lekkernij is de inhoud van een rendiermaag. Ons lijkt dat een zeer onsmakelijk gerecht, maar de Eskimo's smullen er van. Zij krijgen haast geen palntaardig voedsel, omdat het er zoo weinig is in het hooge Noorden. Dooi het voortdurend nuttigen van spek, vleesch en visch ontstaat bij hen groote behoefte aan plant aardig voedsel. De rendieren met hun fijnen reuk weten het lekkerste gras en mos onder de sneeuw vandaan te halen. In hun maag wordt dat door inwerking van het maagsap nog mal- scher enpikant.^Met stukjes spek erin pin den de eskimo's het een bijzonder fijn kostje. De maag en de ingewanden van het winterhoen, met alles wat er in zit, geld.eveneens als ui termate lekker. De huid van den walvisch cl van den zeehond met de daaronder aanwezige vet laag, is ock een lekkernij van den eersten rang, die steeds rauw gegeten wordt. Alleen het vleesch van raven ver smaden Eskimo's. Raven zoeken hun voedsel op de mesthoopen en daarom beschouwt men hun vleesch als onrein. liet vleesch moet altijd vet zijn, mager vleesch eten de Eskimo's alleen, als er hongersnood is. Dan eten zij trouwens alles. Het is wel gebeurd, dat zij in zoo'n tijd de dieren vellen van de ten ten in stukken hakten en er scep van kookten, of dat een oude broek voor hetzelfde doel werd aangewend. Als drank gebruikten zij vroeger wel traan, maar tegenwoordig is koffie de dagclijksch drank, die in groote hoeveelheden verzwolgen wordt. Met spoelkommen vol verdwijnt de kof fie, die zij zeer sterk zetten, vier a vijf maal per dag in hun dorstige kelen. De verslaafdheid aan koffie is zoo groot, dat de zenuwen van vele Es kimo's er danig door aangetast zijn en vele ou deren aan duizeligheid lijden. HET LIJK IN DE PORTIEK. Het volgende ongelooflijke geval heeft zich te Berlijn voorgedaan en werpt een schel licht op No. 10. Ricoux ging heen. De bel, waarover wij ge sproken hebben, riep Jeannc Fortier, die haastig kwam aanloopen. Geef den koetsier bevel om aanstonds in te spannen, zeide mr. Labroue. Gij moet daarna bij mij terugkomen. Jeanne kwam eenige oogenblikken later terug. Jacques was er nog hij rangschikte langzaam de papieren. Ricoux, de kassier, was weder bin nengekomen en toonde zijn rekeningen. Ik houd vijf duizend francs voor mij, mijn heer, ik hoop, dat het niet zal noodig zijn, vóói uw terugkomst de kas te openen. Misschien, antwoordde de ingenieur. Wacht mij maar binnen twee dagen op z'n vroegst, 't Is vandaag! Woensdag. Indien ik door de ziekte van Lucien niet weerhouden word, zal ik Zaterdag - morgen weer hier zijn. Hoeveel brengt gij mij Bij de honderd-zeven-en-twintig-dhizend francs van het borderel, die op de bank ontvan gen zijn, voeg ik de ontvangsten van vandaag, elf duizend zeven-en-twintig francs, waarvan ik vijf duizend francs houd. Totaal honderd-drie- en-dertig duizend zeven-en-twintigduizend francs. Dus, met hetgeen gij in kas hebt, moet dit uitmaken honderd-negentig duizend twee- honderd-drie-en-dertig francs zeventig rentimes. Dat zal juist zijn. Gelieve het boek na te zien. Ik heb er geen tijd voor. En de ingenieur sloot de sommen, die de kas sier hem overhandigde, in de brandkast. Jarques en Jeanne bleven nog wachten. Ma - dame Fortier had haar blikken op den meester knecht gericht, haar scheen het, dat zijn gelaat een zonderlinge uitdrukking had aangenomen welke zij nooit vóór dezen dag en dit uur had opgemerkt. Jacques trad op mr. La bi cue toe. Ziehier de teekeningen en de plannen, mijn heer, zeide hij, terwijl hij ze bijeengelegd had. VERSCHIJNT ELKBN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per S maanden ƒ1. het ingekankerde bureau cratisme, dat hier en daar nog bestaat. En op nog iets. Een caféhouder in de Blumenstrasse in het Oosten van Berlijn bezit achter zijn gelagkamer een slaapzaal, waar hij voor een geringen prijs dagelijks een dozijn menschen laat ovednachten. Zijn lokaal is bekend bij een zeker soort van ar me lieden, die zich nog tc goed voelen voor het toevluchtsoord voor dakloozen, die nog niet hee- lemaal zonder een cent zijn maar die geen ei gen woning hebben en in te armelijke omstan - digheden leven, om een hotel te kunnen betalen of een kamer te huren, ook al, daar het veelal rondtrekkende lieden, kleine handelaars, mars kramers of snorders zijn. Zondagnacht was de slaapzaal weer als ge- gewoonlijk goed bezet. Doch Vmorgens raakte het gezelschap in rep en roer, daar bleek, dat in den nacht een oude man was overleden. Nie mand had er iets van gemerkt, doch toon het langzamerhand voor iedereen tijd werd, om uit tk veeren te kruipen, die hier waarschijnlijk wel erg lang zullen zijn, stond er een niet op. Het bleek een 68-jarige meubelmaker te zijn, die langs de huizen ging om karweitjes cp te knap pen en daarmee een erg schrale boterham ver diende. De waard liet dadelijk een arts komen en deze constateerde, dat de man aan hanver lamming was gestorven. Een natuurlijken- dood. Het was dus wel geen crimineel geval maai de waard ging toch naar de politie. Want hij wist met het lijk geen raad en kon dit natuurlijk niet in zijn slaapzaal houden. Hij ging dus naar het bureau van zijn wijk en vroeg om het lijk naar het lijkonschouwhuis of naar de verzamel plaats van lijken in het ziekenhuis Moambt to laten brengen. Doch de politie weigerde. Do man was geen onnatuurlijken dood gestorven, redeneerde men, en daarom ging het geval de politie niets aan en kondon ook geen transport middelen of beanmbten der politie: ter beschik - king worden gesteld. De herbergier moest zich maar tot den armendienst wenden. Dit deed de waard dan ook. Doch de voorzitter van het armbestuur der wijk, aan wicn hij ver zocht, het lijk te laten weghalen en ter aarde te doen bestellen, achtte het wel een politiezaak en niet behoorend tot zijn competentie. Hij weiger de dus ook. Maar wat moet ik dan doen jammerde Je herbergier. Ik kan toch geen lijk in mijn slaap zaal of in mijn gelagkamer laten liggen De voorzitter van het armbestuur, die dus ecu cercbetrekking bij den Magistraat bekleedt, wist raad. Hij gaf den herbergier in overweging, het lijk in den tuin van zijn café neer te leggen, daar die tuin in dit jaargetijde tooh niet wordt gebruikt. Toen de waard verklaarde, dat dit on mogelijk was, omdat heit daar wemeldt van de ratten, kreeg hij ten antwoord „Wat hindert het, of de ratten op zoo'n dood lichaam afgaan." Een fraaie voorzitter van een liefdadigheidsin stelling De waard was ten ten einde raad. Zijn gevoel van menschelijkheid verzette zich er tegen, het doode lichaam van een mensch, dien hij gekend had als een wrak weliswaar, maar dan tcch le vend, door do ratten in zijn eigen tuin te laten opvreten. Vrienden of kennissen had de oude man niet gehad, van zijn familie was niets be kend. Tot niemand kon hij zich meer wonden. Dus moest hij zich zelf helpen. ADVERTENTI8N: Van I5 regels 0.50 Iedere regel meer 0.10 En hij nam het lijk op en droeg hel in de por tiek van een naastbijgclegen huis. Daar wacht het ijk, of misschien eindelijk een instantie zich competent zal achten, om het naar een laatste rustplaats te brengen. EEN REEDER VEROORDEELD. Onzeewaardige schepen. De rechter van het Assissenliof te Cardiff (En geland) heeft Maandag den zesenveertigjarigen reeder Witkin Williams, nadat de jury'het slhuL- dig had uitgesproken, tot twaalf maanden ge vangenisstraf veroordeeld wegens het feilt, dat beklaagde zich schuldig had gemaakt aan het uitzenden van de Britsche schepen „Eastway" 011 „Tideway" in onzeewaardigon toestand. De „Eastway" had in October 1928 in de buur: van de Bermuden gedurende een storm schip breuk geleden, waarbij 23 tevens verloren gingen de „Tideway" had in onzeewaardigon toestand, twaalf verschillende reizen naar buitenlandsclie havens gemaakt. Beide schepen waren, zoo luid de de beschuldiging, bij voortduring te zwaar geladen. SCHEEPSRAMPEN IN DE RUSSISCHE ZEEëN Zuid-Rusland is Maandag door geweldige or kanen geteisterd. Op de Zwarte Zeci en de Kaspi sche Zee worden niet minder dan 177 schepen vermist. Men vreest dat de meeste schepen zijr vergaan en dat een groot aantal opvarenden zijn verdronken. Op de Kaspische Zee hieven mee: dan 100 schepen in het ijs zitten en men is er lot nog toe niet in geslaagd, zei uit hun benardr- positie te bevrijden. Bij Lagan werd een schip met 120 opvarenden door een ijsschots doorgesneden. Het schip zonk, de bemanning kon worden.gered. Ook op de j'Wolga is een sterke ijsgang. Een kotter met 9 personen aan boord is vergaan. BTNNFNT,. NTEUWS. DOOR HET UITWIJKEN. Dinsdag kwam op den weg tusschen Verdo n Horst een" aufco uit de richting Venlo. Dct wagen moest uitwijken voor een kind dat onverwachts achter een boom vandaan kwam. De auto reed tegen een boom en werd grootendeels verwoest De inzittenden werden alleen min of meer ern stig gewond, doch niemand gevaarlijk. Het kind werd door een spatbord gegrepen, weggeslin gerd cn bewusteloos naar huis gebrarht, waar een lichte hersenschudding geconstateerd werd. De toestand van het kind is ernstig, doch niet levensgevaarlijk. SCHAATSENRIJDEN IN DE DUINEN. Naar wij vernemen zullen odor het Staats- boschbeheer de duinpiassen in de Schoorlscho duinen voor schaatsenrijders(essen) worden op gesteld als het ijs daar bij eventueel vorst sterk genoeg is. VAN HET DAK GEVALLEN. Bij het aanbrengen van een antenne is een be woner van den Amstelvecnschen weg ondêr Rui tenveldert van het dak zijner woning gevallen Hij kwam op het plat van een slaopkameruit bouw terecht en bleek een hersenschudding er een fractuur aan de beide polsen bekomen te BUREAU: Hlppolytushoef Wieringce. Telet Xntercomzn. No. 18. hebben. Per auto werd hij ter verpleging naar een der Amsterdamsche ziekenhuizen overge bracht. VECHTPARTIJ op het KANTONGERECHT. Een inwoner van Werkendam die met zijn ge scholden vrouw voor den Lcidschen kantonrech ter moest verschijnen voor de regeling der voog dij der kinderen, werd bij het weerzien der vroe gere levensgezellin zoo nijdig, dat hij haar Ie lijf ging. Vier rijksveldwachters moesten er aan te pas komen om hem tot kalmte te brengen. DOOR EEN DRIJFRIEM GEGREPEN. In de gasfabriek te Wassanaar is een hulpst ker door een drijfriem gegrepen. Eerst nadat hij eenige malen was rondgeslingerd, werd hij ern stig gewond bevrij uit zijn gevaarlijke positie. EEN AFREKENING. Een firma te Dwtinchem meldt de „N. R. Crt. heeft Woensdag als afrekening uit oen faillisse ment een postwissel van....één cent ontvangen (postkosten 10 cent) met verzoek cp de strook om quitantie in te zenden (porto 7V& cent.) ERGERLIJKE NALATIGHEID. Naar we in de N. Nijkorksche Crt. lezen, ver scheen vorige week op de algemeene begraaf plaats te Nijkerk een lijkstoet toen bleek dat geen graf gegraven was voor de teraardebcstel - !ing van het meegevoerde sloffeliike overschot. Men was genoodzaakt zoolang te wachten totdat ^e doodgraver gewaarschuwd en een graf was gegraven. Het is niet de eerste maal dat zooiets in Nij- k»crk voorvalt. EEN PONT GEZONKEN. Vijf en twintig menschen te water. Een overzetpont bij fle werf van de firma Wil mink aan het Winschoterdiep tci Groningen, vaaropoo zich ongeveer .25 personen bevonden, Woensdagmiddag in aanvaring gekomen met ii stoomboot, welke uit de richting Martens- hoek kwam. meldt de „Tel." De menschen op de pont zagen, mede wegens den mist, de stoomboot pas aankomen toen zij begonnen te varen, en zich door middel van een ketting naar den over kant trokken. De kapitein van de boot bemerkte eveneens het gevaar cn luidde de bel. D'ci men schen op de pont trachten de schouw te remmen De kapitein van de boot probeerde daarop nog full speed voor de schouw langs te varen. Daar de pont daarop echter uit alle macht naar den overkaut werd getrokken, was een aan varing onvermijdelijk, welke botsing gelukkig to bereiken zoodat behalve een arbeider, die tus- vlak bij den walkant plaats greep. De menschen 1> de pont liepen allen tegelijk na$r één kant, zoodat deze water schepte en zonk. Drie of vier van hen wisten zich nog aan de boot vast te klemmen, doch de overigen geraakten te water. Gelukkig echter wisten allen heelhuids den kant ?chen den wal en de boot bekneld raakte en een kneusd been kreeg, alles goed afliep. DE GESTRANDE „DOKKUM II." De Enkhuizor visschers, die de „Dokkum II" hadden bezet, en de assurantie maatschappij heb hen thans een overeenkomst getroffen. De maat ehappij heett een cautie geteekend van 10.000. waaraan hij trok, weerklonk op schellen toon. De ingenieur wachtte. Eenige seconden latei- ging een venster open en een vrouwonstem v roeg Wie is daar Wie heeft er gebeld Ik, lieve zuster, antwoordde ini;. Labroue, die de stem zijner zuster herkende. Hoe gaat het met Lucien God zij gedankt. Alle gevaar is verdwenen, antwoordde mme. Bertin. Wacht, ik zal open doen. Het venster werd gesloten. De ingenieur voel de zich van een zwaren last ontheven en twee reugdetranen biggelden over zijn wangen. De ..uitendeur draaide in haar hengsels broeder en zuster vielen in elkanders armen. Uw telegram heeft mij veel leed gedaan, iep 1111*. Labroue uit, terwijl hij den drempel der woning overschreed. Ja, mijn broeder, ookTik heb veel leed ge daan, riep mr. Labroue uit, terwijl hij den drem pel der woning overschreed. Ja, mijn broeder, ook ik heb veel angst ge had, antwoordde mme. Bertin. Arme kleine herhaalde hij, en zich over het bed buigend, raakte hij met de lippen het voorhoofd van het kind aan. De kleine zieke be woog zich. Laat ons hier blijven, zeide mm. Bertin, wij zouden hem wakker maken en dat is niet ge - wenscht. Broeder en zuster gingen naar beneden. Wilt gij niets gebruiken vroeg de goede vrouw. Hoogenaamd niets. Nu, neem dan dit licht cn ga slapen. Gij weet, dat uw kamer altijd gereed is. Morgen vroeg, of beter, dezen morgen zullen wij kunnen praten. Ik ga weer naar boven. Ik moet Lucien nog een drank geven, wanneer hij wakker wordt. Wat zijt gij goed, beste zuster, zeide mr. Labroue, terwijl hij mme. Bertin tot zich trok en haar omhelsde. Kan men dan anders zulk een lief kind ver zorgen, dat ook een weinig mijn bloed is Waar lijk, daar is niet veel verdienstelijkheid bij Ga rusten. De reis en de onrust hebben u vermoeid. Tot weerziens, broeder, en goeden nacht (Wordt vervolgd.) Mr. Labroue nam ze aqn en plaatste ze in het koffertje, waar zij gewoonlijk ingesloten waren, dan zette hij het koffertje zelf in de brandkast. Bij mijn terugkomst, zeide hij, zullen wij dit werk voortzetten. Goed, mijnheer. Hebt gij mij geen bevelen te geven, geen aanwijzingen te doen? Ja, wacht een oogenblik. De ingenieur wendde zich tot Jeanne en zeide: Mdame Fortier, ik *beveel ai zeier aan om de wacht waarmede gij belast zijt, geen oogen- blik te laten verslappen. Bij mijn terugkomst zal zal ik voor u zorgen. Wees zeker,, dat ik u niet zonder verdienste zal laten. Vergeet wat er tus schen ons is voorgevallen, evenals ik het zelf vergeet. Jloanne verwonderd over deze onverwachte goedgunstigheid, bleef sprakeloos. Mr. Labroue gaf vervolgens zijn laatste beve - Ion aan Ricoux en aan JaQques. Het rijtuig rolde reeds over de steenen van de binnenplaats. Vijf minuten later reed de inge nieur in groote snelheid naar het station. Jean ne, de meesterknecht en de kassier waren aan - wezig bij zijn vertrek. Ik beveel u aan, de deuren met de grootste zorg te sluiten, madame Fortier, zeide de kas sier tot de jonge weduwe. Mij dunkt, dat de meester u een grootQ. .verantwoordelijkheid op legt. Wees onbekommerd, mijnheer, antwoordde Teanne, mijn waakzaamheid zal niet in gebreke blijven. Deze drie personen scheiden van elkaar. Ri- loux ging naar zijn bureau. Jasques trok de fa briek binnen en madame Portier trad in haar loges. Op het sluitingsuur verliet de meester knecht als naar gewoonte, het laatst de fabriek "n bracht de aanwezigheidslijsten voor den vol genden dag bij de portierster. Goeden avond, Jeanne, zeide hij, nadat hij de papieren op een tafel neergelegd had. Goeden nacht. En hij wilde heengaan, maar madame For tier hield hem tegen. Wat wildet gij mij dezen morgen zeggen, mijnheer Garand vroeg zij. Jacques sidderde zichtbaar en antwoordde Morgen zal ons beider lot beslist zijn. Morgen Waarom morgen Ondervraag mij niet. Ik zou toch niet ant woorden. Morgen za het gauw genoeg zijn en nochtans in eenige uren gebeurt er somtijds zoo veel. Jacques Garaud ging schielijk heen en brak alzoo het giesprek kort af, maar nu liep hij niet meer rusteloos op de landwegen gelijk den vori- gen dag. Inplaats van naar zijn eigen woning te gaan, volgde Jacques den weg van Créteil >-a sloeg een voetpad in, die de vlakte tusschen Al- .ortville en Alfort, achter het fort Charenton doorsnijdt. Weldra bevond hij zich te midden van die beploegde velden. Hij ging snel vooi t, maar hield somtijds stil, terwijl hij angstige blik ken in de duisternis jondwierp en het oor spit ste om zich te verzekeren, dat niemand hem vü'lgde of naar hem toekwam. Eensklaps bleef hij staan. Een muur rees voor hem op. Het was de fabriek van mr. Labroue. iij volgde den muur tot aan de kleine deur, waar van wij reeds gesproken hebben en die uitkwam nabij het paviljoen, door den ingenieur bewoond Daarlangs moet in binnen gaan, mompelde hij. Hij boog zich voorover naar het slot, dat hij nauwlettend onderzocht en waarvan hij het sleutelgat met den vinger betastte. Dan trok hij een blikken doosje uit zijn zak en opende het. In dit doosje zat. een stuk boetseerwas, waarme de hij een afdruk van het slot nam. Toen streek hij de hand over zijn bezweet voorhoofd en ging naar Alfortville terug, langs denzelfden weg, lien hij gekomen was. Op dit uur stapte mr. Labroue uit den post trein, die te Blois stilhield en waarmede hij van Parijs gekomen was. Met den koffer in de hand verliet hij het station en liep snel door. Zou het kind bij-zijn aankomst zieker zijn Zou het nog in leven zijn Deze gedachte deed den ingenieur huiveren en hij versnelde nog zijn reeds vluggen tred. Het dorp Saint-Gervais, op de helling van een heuvel gebouwd, verscheen hem weldra als oen witte vlek in de duisternis van den nacht. Al loopende volgde mr. Labroue een nauwe, krom me straat en bleef staan aan een deur, waarbo - ven lommerrijke boomen uitstaken. Het was één uur in den nacht een doodsche stilte lieerschte in het slapende dorp de bel,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1927 | | pagina 1