II11 N E HEFREN BAH BLANKE M 19e Jaargang. Vrijdag 27 Januari 1928 No. 8. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN jFN OMSTREKEN Tabaksfabriek De Wakende Leeuw J. R. KLUSS Laat 125 - ALKMAAR. ■WIERINGER COURANT^ UrTGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTIëN: Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU: Hippolytnshoel Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. 30, 70, 100, 120, 140, 150, 160, 180,200.225,250 350, 400, 450, en 500 cent per pond. BINNENL. NIEUWS. PLOTSELINGE DOOD. De vrouw van P. Megens te Leeuwen voelde zich een beetje onwel en begaf zich op raad van haar man naar bed. £0oen de man zijn vrouw een oogenblik later opzocht, vond hij haar dood op het bed liggen. De man blijft met veel kinderen achter. EEN SCHITTEREND RESULTAAT. De stoomtreiler IJM 49 (Petten) keerde Woens dag, na een reis van slechts tien dagen, van de Noordzeevisscherij terug enbesomde voor de aan gevoerde lading treilvisch niet minder dan 10.113. De schipper van deze treiler is bijzonder gelukkig met de visscherij, als we nagaan, dat dit schip gedurende de laatste 3V2 weken voor 26.532 aan visch heeft aangebracht. DEN VERKEERDE TE PAKKEN. Een boerenknecht uit de buurtschap Esveld te Barneveld heeft verkeering met een meisje uit de Buurtschap Essen, hetgeen bij de jongeling schap in laatstgenoemde buurtschap blijkbaar In hevige mate de jalouzie heeft opgewekt. Vrij dagavond toen de gelukkige minnaar zijn meisje wilde thuis brengen, sprong eensklaps een van feen knuppel voorziene jongen uit de struiken te voorschijn en sloeg den niets vermoedenden boe renknecht hiermede op het hoofd. De aangevalle ne liet zich niet ongestraft mishandelen sprong op den aanvaller toe, ontrukte hem den knup pel en sloeg hem er mede tetgen den grond. Deze begon nu erbarmelijk te gillen, waarop plotseling een aantal, eveneens met knuppels gewapende jongelui uit de struiken sprongen om hun vriend (den aanvaller) te hulp te komen. Iemand op den grond ziende liggen meenden zij allen dat het de door het meisje uitverkorene was en sloegen hem bont en blauw. Eindelijk bemerkten zii d^t ui hun eigen vriend aan het afranselen waren. Do ander had inmiddels de plaat gepoetst met het meisje. EERST f 2.50, DAV GETTTTAEN. Een getuige in een kleine aanriidjntrskwestm tusschen een auto en een bakkerswagen, wenscb te voor den kantonrechter te Sittard geen getui genis af te leggen of hij moest eerst een rijksdaal der uitbetaald krijgen, aldus meld men aan het Vad. Voor minder wenschte hij het niet te doen. Een vorige keer als getuige optredend, had hij na een paar uur wachtenen op de behandeling der zaak waarin hij als getuige moest optreden, slechts een vergoeding van 50 cent gekregen. Hij had zijn kleermakerstafel moeten verlaten en door het lange wachten in het kantongerecht meer financieel nadeel geleden dan de getuige- vergoeding had opgebracht. Deze risico wenschte hij thans niet te loopen. Ofschoon de kantonrechter, hem op zijn ver plichting wees en dreigde met ernstige gevolgen als gijzeling, de kleermaker was niet te vermur wen. Om hem tot bezinning te laten komen, stelde de kantonrechter deze aanrijdingskwestie ten slotte tot het eind der zitting uit. Dit scheen geholpen te hebben, want toen bijna twee uur later de aanrijdingskwestie als slot nummer der rol in behandeling kwam en onze snijder weer voor het bekende hekje plaats nam. antwoordde hij op de vraag van den kantonrech ter Is u bereid om e waarheid en niets dan de waarheid te zeggen bevestigend en sprak de eedsformule na. Met vijftig cents moest hij zich thans weer te vreden stellen. En hij kan terecht zeggen, dat hij nu door een oog van een naald gekropen is. EEN STROP VOOR LEDEN EENER COÖPERATIE. Bij de Coöperatieve Middenstands Svaar- en Voorslhotbank Boaz voor Leiden en omstreken, is een tekort van circa 15z.000. Het vorig jaar heeft de ledenvergadering beslo ten tegen een zeker bedrag een deel der activa over te doen aan de Nederlandsche Middenstands bank. Deze nam daartegenover de verplichting op zich de terugbetaling tegenover de crediteu ren te garandeeren. De laatsten lijden dus geen schade. Volgens de wet op de coöperatieve vereenigin- gen zijn de leden aandeelhouders der Boaz-Bank echter hoofdelijk aansprakelijk voor de dekking van dit tekort. De ongeveer 50 leden-aandeelhou ders, nagenoeg zonder uitzondering tot den klei nenmiddenstand behoorend, die in het bezit zijn van een gekwiteerd certificaat van 25, bij de oprichting gestort, zullen nu, indien in de de volgende week te houden ledenvergadering tot liquidatie wordt besloten, ieder 3000 hebben bij te passen. Een der oorzaken moet zijn dat er te groote credieten zijn verstrekt. Fraude schijnt uitgeslo ten te zijn. FEUILLETON. o—0 No. 25 zelfs geen eigen bed hebben. In zulke toestanden daalt de mensch beeneden menschenwaarde. WERKLOOZEN, DIE LIEVER LUIEREN DAN WERKEN. Eigenaardige opvattingen schijnen bij de Duit sche werkloozen te bestaan. Een mijn te Senf - tenberg had arbeiders noodig voor opruimings - werk. De arbeidsbeurzen wezen 76 werkloozen hiertoe aan. Van deze 76 verschenen slechts 47 man, terwijl 29 man maar liever dadelijk wegble ven. Van de 47 werden er 34 aangenomen, doch hiervan weigerden 24 aan het werk te gaan. Tien mannen bleven over, waarvan nog 1 zoo spoedig mogelijk het werk verliet. Het is begrijpelijk, dat naar aanleiding hiervan de eisch is gesteld tot verscherpte controle op dewerkloozen. DROEVIG WEERZIEN. Bij een diefstal uit een etalage» te Berlijn werd een man op heeterdaad betrapt. Bij het v erhoor bleek, dat hij 13 jaren onder een valschen naam te Berlijn heeft gewoond. In 1915 vreesde hij bestraffing voor een klein delict, kocht een valsch legitimatie» papier, kwam onder valschen naam in dienst gedurende den oorlog, werd krijgsgevangen gemaakt door de Franschen, keerde onder zijn valschen naam te Berlijn terug, bleef buiten conflict met de justi tie, enz. Door werkloosheid en honger gedreven pleegde hij dezer dagen een kleine inbraak waar door aan het licht kwam, wie hij eigenlijk wat. Na aanvankelijk loochenen, moest hij zijn waren naam noemen, toen zijn ouders op het politiebu reau kwamen en hun zoon herkenden, dien zij reeds lang dood hadden gewaand. BUITENLAND. De geestelijke begon dit artikel te lezen. Naar mate hij verder las, fronste hij de wenkbrauwen; eensklaps liet hij een uitroep hooren, waardoor Etienne in zijn werk gestoord werd. Hij hief het hoofd op. Gij vindt in uw dagblad iets, dat u belang inboezemt, mijn beste heer vroeg hij. Ja, iets, adt mij ten zeerste belang inboezemt en dat ook u belang zal inboezemen, antwoordde de geestelijke 't is zonderling en 't is verschrik kelijk. Wat toch vroeg mme. Darier, die op dit oogenblik het huis uitkwam. Komt beiden bij mij, zeide mr. Laugier, zachter sprekende gaat zitten en luistert. Etienne en Clarisse, zeer nieuwsgierig, namen elk een stoel en zetten zich rechts en links van den geestelijke. Met zachte stem begon mr. Lau gier voor te lezen Gisternacht is er een drievoudige misdaad gepleegd te Altortville, een misdaad die reeds lang beraamd was en met een verschrikkelijke koelbloedigheid uitgevoerd werd. De belangrijke fabriek van den ingenieur Ju les Labroue, gelegen in de vlakte van Altortville op eenigen afstand van vele woningen, bestaal niet meer. De brand, door een eerlooze hand on\ stoken, heeft niets dan puinhopen achtergelaten en de ingenieur zelf, die te midden van den nacht onverwacht van den reis terugkwam, is vermoord door den brandstichter, dien hij op heeterdaad van diefstal betrapte. De ingenieur Labroue is het eenige slachtoffer niet. De meesterknecht Jacques Garaud heeft, tenge-j volge van zijn moed, den dood te midden van den vlammen gevonden, terwijl hij de kas trachtte te redden. De fabriek werd snachts bewaakt door een vrouw, Jeanne Fortier. Alles wijs er op, dat deze vrouw de drievoudi- GEEN EIGEN BED. Dat de woningnood in Berlijn zedelijke nood toestanden schept en den godsdienst indirect van zijn klem en kracht berooft, is bekend. De „Re- formirte Kirchenzeitung" bespreekt in dit ver - hand een mededeeling der Berlijnsche pers, dat er in Berlijn meer dan 100.000 menschen zijn, die gen misdaad heeft begaan om zich te wreken 0- ver haar ontslag, dat twee dagen te voren door mr. Labroue aangekondigd was. Dit ellendige» schepsel is met haar kind wegge vlucht, terwijl de brand, dien zij met petroleum aangestoken had, zijn vernielingswerk voort zette. Het parket van Parijs en de prefectuur hebben de noodige maatregelen genomen opdat Jeanne Fortier niet ontsnappe aan de straf, welke zij verdient. Haar persoonsbeschrijving is aan alle politie - bureaux overgeseind. Wij ontvingen ze ook met verzoek ze in te lasschen. Hier volgt ze Zes-en-twintig jaar, gestalte een weinig boven de middelmatige, welgevormd. Weelderig blond haar, regelmatige gelaatstrekken, groote don kerblauwe oogen, bleeke kleur, vastberaden ma nieren. Jeanne Fortier is vergezeld van een kind van drie-en-een-half jaar. Daarmede eindigde de persoonsbeschrijving. Clarisse Darier en Etienne Castel hadden met klimmende belangstelling naar het lezen van bovenstaand artikel ge»luisterd. [Toen de geestelij ke geëindigd had, riep mme. Dariee uit Maar dat is, punt voor punt, het portret van de vrouw, die wij opgenomen hebben Dit kind van drie-en-een-half jaar die vermoeidheid die uitputting De rampzalige ontvluchtte het tooneel harer misdaden. Zwijg, zuster, zeide de geestelijke levendig. Deze vrouw is hier 'onder mijn dak haasten wij ons niet haar te beschuldigen Indien zij schul dig is, zullen wij het te weten komen. En gij zult haar dan aanklagen Ik zal ze niet aanklagen. Ik zal het aan het gerecht overlaten om haar te vinden. Brigitta kwam zeggen, dat het eten opgediend was, en dat men zich aan tafel kon begeven. En die vrouw en het kind vroeg de gees telijke. Ik heb ze gewekt, mijnheer ik heb hun borden naast het mijne gezet in de keuken. Gij hebt wel gehandeld. Draag ziorg voor hen. Na den maaltijd zal ik met hen spreken. Gedurende den maaltijd vermeed mr. Leugier over Jeanne te spreken. Toen hij van tafel op stond. zeide hij tot Brigitta Gij zult ons de koffie in den tuin brengen. Voeg er een kopje bij vok>r de vreemde vrouw WIERINGEN. (Nadruk verboden.) Geestelijke goederen VI. 13e eeuw. Het Friesche tijdperk. 12001287. Het land Beoste, met zijn uitgestrekte buiten- velden (waarvan nog slechts de Stontele is over gebleven en op welke gronden later het Nieuwc- land is ingedijkt geworden) en Strude, dat de geheele middenmoot van het eiland omvatte en zich naar het Zuiden uitstrekte naar „die Oeght- sloot, (de Oude sloot langs de Zuidzijde van hot Waardje) werden beiden in tweeën gesplitst, n.1. in Beoste in Oste-land en Vartrop en Strude in Stroe en Ypelshof. De landen Westanne, door die Balch (de Holle- balg) van het overige Wiron gescheiden, en be staande uit het tegenwoordige Westerland en Lito- of Loto-land met de gehuchten Hus-loto, Schulp-horn, Leeuw-horn enz., werden tot één ban vereenigd en door inlaagdijken werden zoo wel het land Beoste, als dat van Westanne aan Strude voor altijd gebonden. In iedere ban werd een parochie gesticht, en iedere, parochie z»ou een parochie-kerk ontvangen. De kapellen van Strude en die van Siepheer op Westanne, zouden even als de nieuwe parochie kerken van Oste-land en Ypelshof, naar Frieschen trant van steen worden opgetrokken. Niet meer in de valeiën verdekt opgesteld, als de oude kapellen, doch hoog op de heuvelrug- gen, zouden de statige kerkgebouwen verrijzen. Oste-land zou een hoofdkerk met hoogen toren en scherpen spits verkrijgen en ook Ypelshof. Op de Noordelijkste rand van de hoogte van die Haide (de Heid) en op de Noordelijkste rand van de heuvelrug van Strude, waar deze zich zuidwaarts ombuigt naar de Kliever-hoogten werden de „hoven" aangelegd en nog altijd be- heerschen de massale kerkgebouwen van Oste- land en Ypelshof den omtrek. Doch ook het land „Beweste" ontving zijn pa rochiekerk, van de zelfde afmetingen als die van Osteland en Ypelshof. Veertig treden (Meters) lang en twaalf treden breed. Het schip 24 en het choior 16 treden. Brown, de oudste der schrijvers, betreffende de kerken op Wieringen, zegt dat hij omstreeks 1650 de toren van de St. Nioolaas-kerk van Wes terland op eenige duimen afstand van die kerk bevond. Nu geven oude teekeningen van de kerke op Wieringen aan (ze zijn in ons bezit en zullen ze eerlang doen afdrukken) dat de bouworden der kerken van Oosterland en Westerland precies de zelfde is, doch die der torons afwijken. Uit dien hoofde mag worden aangenomen dat de toren van Westerland, die immers in 1650 werd bevonden los van dei kerk te staan, van la- teren data is. Zorgvuldig verdeelde St. Odolfus de oude kerk goederen van St. Maarten over de vier kerken, te weten als karsland (kerkeland) tot het on derhouden der kerken als parsonaals-Iand tot het onderhoud der Geestelijken als autaar- (al taar-) of Heiligkruis-autaar land, tot onderhoud van het kerkgerei en als proven- en armenland tot onderhoud der behoeftigen. Wij komen later terug op de kerkgebouwen en de kerkgoederen, doch willen nog even de inrich ting beschrijven, zooals deze in het Friesche tijd perk werd ingesteld en nemen als voorbeeld de geestelijke goederen van Westerland (No. 1 van de kerkgoederen-lijst.) Het land van Siepheer, van Lubbersheer, van Harkeheer, van Huibertheer en van Albertheer, allen oude priesters, komt terug als kars- (kerke-) land, (zie sectie D no. 390, 101, 150, 61, 1138 Arm voogden.) Bij het karsland (zie sectie D No. 26 en 27 Armvoogden) behoort de karstate de kerke- hofstede) en bij het Parsonaals-land (de pastorij goederen) behoort de heerooms- of Heertjes-Hof stee. Door ghanghe-ackres (nog genoemd Hangelak kers) dat zijn uitgangs-wegen, waren die karsta- ten en priesterhofsteden en ook andere belang rijke perceelen verhonden met het „openbare pad." Zoo was b.v. de karstate van Westerland (zie Sectie D No. 363 Armvoogden) door die Ghange- lacker (zie Sectie D No. 356 Armvoogden) met dat schipperspad door „Sellanden," d.w.z. de zout-win-landen (zie Sectie D No. 1191, 291, 244 e.v. Armvoogden) verbonden. 'Ten slotte moeten wij nog vermelden hoe, naar Frieschen trant, de wegen door de buurten, waarin ze lagen, moesten worden onderhouden en als vergoeding het grasgewas door de buurt- schap aan een of meer hunner kon worden ten breng ze dadelijk bij ons. Ja, mijnheer. Brigitta volbracht de hevelen, die zij ontvan gen had zij had dan ook Jeanne en Georges met de liefrijkste zorgen omringd. Een slaap van twee uren, gevolgd door een versterkend maal, hadden aan de arme voort vluchtige moeder haar krachten, haar wil, terug geschonken. Brigitta had niet nagelaten om Je anne te ondervragen, zonder nochthans voldoen de antwoorden op haar vragen bekomen te heb ben. De jonge vrouw had haar één wensch uitge drukt dien van een betrekking in dit dorp of in den omtrek te vinden. Gij zult straks de koffie met mijnheer in den tuin gebruiken, zeide haar de oude dienst bode, en gij zult gelegenheid hebben om hem uw verlangens te doen kennen. Gelooft gij, dat hijzoo goed zal zijn om zich over mij te ontfermen Maar zeker geloof ik het. Mijnheer denkt aan niets dan om goed te doen. Hij kent vele lie den hij zal een goede betrekking voor u vinden, waar gij gelukkig zult zijn. Vrees niet. Jeanne vroeg zich af Zou God eindelijk met mij medelijden heb ben Is het om mij te redden, dat Hij mij hier gezonden heeft. De klank der bel verwittigde Brigitta dat zij de koffie mocht opdienen. Mr. Laugier, Etienne en mme. Derier kwamen in den tuin. De kunste naar nam uit een zak het teekenboekje, waarop hij, uit het geheugen, het portre der onbekende was beginnen te schetsen. Brigitta bracht de wc duwe van Pierre Fortier bij hen, gevolgd door den kleinen George, die weder vroolijk zijn kar tonnen paard lustig achter zich voorttrok. Met een snellen oogopslag onderzocht de gees telijke het gelaat van Jeanne, terwijl Clarisse met een gevoel van onwillekeurigen afkeer haar stoel van de tafel verwijderde. Kom nader, madame, en zet u neer, zeide de geestelijke, haar een stoel aanwijzende. Een kop koffie zal u goed doen. Jeanne, verlegen eb zeer ontroerd, trad be daard vooruit. Zet u neder, herhaalde mr. Laugier. De jonge vrouw gehoorzaamde. Kleine Geor ges naderde den geestelijke. Mijnheer, zeide hij tot hem, wilt gij mij toe staan in den tuin te spelen Ik zal de bloemen niet aanraken. Ja, ja, ga, mijn kind. Dank u, mijnheer. Het kind omhelsde zijn moeder en verwijderde zich, zijn paard op het fijne zand der paden voort rollende. Brigitta bracht de koffie op. Etienne, met het potlood in de hand, verbeterde de lijnen der schets, waarvoor Jeanne onbewust poseerde. Gij bevindt u beter, nietwaar, madame vroeg de geestelijke aan de jonge weduwe. Ohja, mijnheer, veel beter, dank u. Mijn krachten zijn teruggekomen. Geheel en al Bijna geheel. Dus genoog om u toe te staan uw reis voort te zetten Jeanne bloosde, en aarzelde alvorens te ant woorden. De geestelijke bemerkte die verlegen - heid en hernam 1 Chevry is het doel uwer reis niet, veronder stel ik Gij dankt niet in het dorp te blijven, waar gij zijt Ik zou er willen blijven, stamelde Jeanne be vende, ik zou wenschen aan het einde mijner reis te zijn. Hoe dat vroeg de geestelijke. Toen ik, uitgeput van vermoeienis en bijna stervend, met mijn kind in mijn armén aan uw deur aanbelde, kwam ik op de knieën uw hulp inroepen. Gij kwaamt naar mij riep mr. Laugier ver wonderd uit. Ja, mijnheer. Men had mij uwe woning aan gewezen. Wat hadt gij mij te vragen Om mij te helpen op dit dorp een betrekking te vinden, hoe nederig ook, welke mij in staat zou stellen te leven en mijn twee kinderen groot te brengen. Gij hebt twee kinderen Ja, mijnheer, een meisje van elf maanden, en mijn kleinen Georges, die drie-en-een-half jaar oud is. Maar de vader van uw kinderen Jeanne droogde twee dikke tranen af, die over haar wangen rolden, en antwoordde met nauw hoorbare stem. Hij is dood. dgïj LSi.(Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1