EU BAAI BLANKE BAAI !9e Jaargang Vrijdag 16 Maart 1628 No. 22. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN Tabaksfabriek De Wakende Leeuw J. R, KEUSS Laat 125 - ALKMAAR. HEERENBAAI PAARS-MERK van 50chper1/2 pond Jl&eóicnndeAuKiéïéeié'f ■WIERINGER COURANT» UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTIëN: Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU Hippolytnshoef Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. 30, 70, 100, 120, 140, 150, 160, 180, 200. 225, 250 350, 400, 450, en 500 cent per pond. BINNENL. NIEÜW». DE ZUIDERZEEWERKEN. Verschenen is het voorloopig verslag der jTweede Kamer over het wetsontwerp tot vast stelling van de begrooting van inkomsten en uit gaven van het Zuiderzeefonds voor het dienstjaar 1928. Vele leden brachten hulde aan de directie der Zuiderzeewerken voor haar voortvarendheid. De vraag werd. gesteld of de driemaandelijksche be richten over dit belangrijke werk niet in eenige vreemde talen zouden kunnen worden overgezet jen in het buitenland verspreid. Het had verscheidene leden pijnlijk getroffen, dat de arbeidsvoorwaarden bij het werk omvol- doende geregeld waren. Zij zouden gaarne verne men of de Regeering1, in overleg met de directie, bepaalde gedragslijnen voor de regeling van de positie der arbeiders heeft vastgesteld. Bepaaldelijk vroegen of de Regeering zich reeds een oordeel heeft gevormd over de instelling van een dienst voor de regeling van arbeidsvoorwaar den en huisvesting van de arbeiders. Voorts zou den deze leden o.m. gaarne worden ingelicht over klachten betreffende herhaaldelijk en willekeu rig toegepaste loonsverlagingen. Naar hun oor deel behoort er een regelmatig overleg te bestaan met de vakbonden. De Regeering behoort te zor gen voor goede en ontspanningsgelegenheden. Andere leden hadden meer waardecring vcor hetgeen voor de arbeiders en voor hun ontwikke ling geschiedt. Eenige léden vroegen waarom bij de recreatie- gelegenheid voor de arbeiders aan de Friesehe kust, met uitsluiting van de geheelonthouders- organisaties, alleen gebruik wordt gemaakt van den Volksbond tegen Drankmisbruik. Eenige leden vroegen of hot juist is, dat tus- schen het Rijk en de Mij. tot uitvoering der Zui derzeewerken een proces loopende is over een bedrag van meer dan een millioen. Sommige leden waren van oordeel, dat de uit voering van de Zuiderzeesteun wat beter moet geschieden, dan tot dusver geschiedt in het be lang der kustbevolking voor wier economisclicn toestand de Rcgoering een oog heeft. Sommige FEUILLETON. JEUNE o-o HOOFDSTUK XXVIII. No. 40. leden drongen in verband hiermee aan op ont binding van de generale commissie en benoe- *ming van een nieuwe oommissie, die beter bé kend is met de eischen van het bedrijf. Gevraagd werd hoe het geld voor de uitvoering der Zuiderzeesteunwet zal worden besteed en of reeds aanvragen om steun zijn binnengekomen voor het vestigen van industrieën. Sommige leden vestigden er de aandacht op, dat deze post beperkt is tot de kosten ter uitvoe ring van de Zuiderzeewet, terwijl het overeen komstig art. 17 der begrooting voor 1927 daarne vens vermeldde voorziening in de credietbelioef ten der Zuiderzeevisschers en van voorloopigo maatregelen, welke beoogen den overgang van de Zuiderzee-visschersbevoiking te bevorderen naar betrekkingen, buiten het Zuiderzee-vis- schersbedrijf gelegen. In verband daarmede is de post, welke ten vorigen jare 500.000 bedroeg. Ihans tot een bedrag van 200.000 uitgetrokken Blijkens de Memorie van Toelichting is het de bedoeling de voorschotten betreffende de credict- verleening inzakd de Zuiderzee-steunwet te brengen op hoofdstuk VII B der Staatsbegroting Men vroeg, waar op dat hoofdstuk een post voor komt, waaruit voor het loopende jaar de voor schotten kunnen worden geput. Daarnevens werd opgemerkt, dat het betoog van den Minis ter in de Memorie van Toelichting niet juist is. Immers de credietbehoeften, waarvan sprake is in art. 17 der begrooting voor 1927, hebben geen betrekking op die waarvan de Minister gewaagt in het tweede lid van de toelichting op art. 18 van de onderhavige begrooting. Deze leden stel den de vraag of het niet meer uittrekken van gelden voor de credietbehoeften van de Zuider zeevisschers moet worden opgemaakt, dat de bedoeling der Regeering is, dat de voorloopige in standhouding van het Zuiderzee-visschersbedrijf moet worden beëindigd, hetgeen men zou betreu ren. Mgr. CALLIER. De toestandvan mgr. Callier, bisschop van Haarlem, is de laatste dagen achteruitgaande, meldt de „Maasbode." EEN KUNSTGEBIT INGESLIKT. (Te Gravenbicht heeft een 30-jarige man zijn kunstgebit ingeslikt. Hij is in levensgevaarlijken toestand naar het hospitaal te Sittard overge bracht. EEN VERBORGEN GEBREK. Bij den verkoop van een rnnd. De derde kamer der Haagsche rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak tussclien zekeren Mulder als eischer en Van Berkel als gedaagde. De procedure liep over een koe, welke Van Ber kel aan Mulder had verkocht. Later moest de koe worden afgemaakt en bleek dat het beest ernstig had geleden aan tubercu lose. Op grond dat deze tuberculose ook reed* zou hebben bestaan op het oogenblik dat de koop gesloten werd, zoodat de koe zou hebben gehad een den koop vernietigend verborgen gebrek. Ovide Soliveau, die bezitter was geworden van het geheim van Jacques, had zijn gewaanden neef niet verlaten dit schijnt ons bijna overbodig te zeggen. Sedert negen jaren had hij zich stilgehouden, daar de handelwijze van Jacques te zijnen op zichte niet toeliet, hem het mes op de keel te zet ten. Hij putte volgens goeddunken uit de altijd openstaande kas van den schoonzoon van James Mortinier. Een onvoorziene omstandigheid moest hem nochthansop zekeren dag er toe brengen, van zijn houding af te wijken. Onze lezers hebben niet vergeten, dat mr. Jules Labroue, de eigenaar der fabriek van Alfortville die door Jacques Garaud vermoord werd, een zoon achterliet. Mme. Bernard, aan wie deze zoon toevertrouwd was, had de zaken van haar broe der vereffend, dank zij den sommen door de verzekerignsmaatschappijen uitbetaald. De eer van den naam was gered maar Lucien kreeg niets als erfenis, dan de vrij uitgestrekte gronden waarop het puin der verbrande fabriek lag. De tante van Lucien had deze gronden niet willen verkoopen. Wie weet o»l Lucien niet een maal in staat is om de fabriek opnieuw op te bou wen Indien die dag ooit aanbreekt, vindt hij er de plaats voor gereed. De brave vrouw had geen kinderen. Zij beminde Lucien alsof het haar zoon geweest ware, en aan zijn toekomst denkende, besloot zij hem een degelijke opvoeding te doen geven. De studiën van het kind kregen bijgevolg een bijzondere richting, en zoodra het zijn tiende jaar bereikt had, verliet mme. Bertin zonder spijt haar klein eigendom van Saint-Germain en giny: te Parijs wonen zij vestigde zich in den omtrek van het College Henri IV, waar zij Lucien plaat ste. vorderde Mulder van v. Berkel den betaalden koopprijs terug. De rechtbank heeft echter Mulder niet ont vankelijk verklaard in die vordering. GROOTE HARINGVANGST. Een Enkhuizer visschers ving Maandag zoo veel haring, dat hij al zijn netten en de vangst niet kon bergen. Dinsdag heeft hij de rost uit zee gehaald. De totale vangst bedroeg ruim 48.000 stuks reepharing. AMBTELIJKE NAUWGEZETHEID. Als historisch wordt aan de N. Rott. Crt. ge meld Een rijksambtenaar werd va.n Rotterdam o- vergeplaatst naar Schiedam. Bij overplaatsing •naar een andere gemeente worden de verhuizings kosten vergoed. De betrokken persoon echter, die nog bij zijn ouders inwoonde, had niets an ders dan twee koffers mee te nemen. Hiermee stapte hij te Rotterdam op tramlijn 8, welke hem voor 15 cent naar zijn nieuwe standplaats voer de. Eenigen tijd later bereikte hem van de parte- mentswege het verzoek, zijn declaratie betreffen de de verhuizingskostcn in te dienen. Nauwgezet, als het een rijksambtenaar past, declareerde de 'jongeman het rijk de somma van 15 cent. Maar kort daarop ontving hij een stuk, waarin hem nadrukkelijk werd medegedeeld, dat zijn decla matie bezijden de waarheid was, niet met de juis te berekening van de verhuiskosten overeen kwam, doch 50 percent te hoog genoteerd was. Immers het rijk vergoed geen kosten binnen de gemeente, en de betrokken ambtenaar had dus [niet mogen declareeren een trambiljet van Rot terdam-stad naar Schiedam, dat 15 cent kost. doch slechts van Rotterdam-Hooge Boomen naar Schiedam, welke rit voor een dubbeltje kan wor den afgelegd. De ambtenaar werd alsnog in de gelegenheid gesteld, een gerectificeerde declara tie in te zenden. AUTO TE WATER. Twee R.-K. geestelijken verdronken. Woensdagavond omstreeks vijf uur is een au to, waarin gezeten waren de deken van Delft pastoor J. Höppener en de kapelaans P. .Th. van Die9t en W. P. J. Janus uit Delft, met bestem ming naar Warmond, in de nabijheid van Leidot te water geraakt. Bij de Spanjaardsbrug1 sloeg de chauffeur Van Zon een verkeerde richting in. Hij wilde dit her stellen door achteruit te rijden, met het gevolg dat de auto in het water van de Zijl raakte Pastoor Höppener en de kapelaan Van Diesf zijn verdronken de kapelaan Janus on de ehnuf feur konden met moeite worden gered. Naar wij nader vernemen, is de heer Van Zon die gered is, geen chauffeur, doch een bleeker uit Delft, die aangeboden had de drie geestelijken, die een bezoek wilden brengen aan prof. Aenge- nent te Warmond, daarheen te brengen. De au to behoorde echter een ander tee. Het toeval bracht dus tezamen den zoon van het slachtoffer en den zoon der ongelukkige vrouw, die veroordeeld was vkor een misdaad, welke zij niet had begaan, en deze twee kinderen zouden weldra onafscheidenlijk kameraden wor den. Inderdaad, hoewel Georges twee jaren jon ger was dan Lucien, was zijn verstand vroeg ont wikkeld, en bevond hij zich in dezelfde klas als de neef van mme. Bertin en volgde dezelfde leer gangen. Zij moesten van elkander scheiden, toon Lucien het college verliet om naar de School van Kunst en Nijverheid te gaan, maar deze tijdelijke schei ding kon de vriendsihapsbanden niet verbreken en verbrak ze dan ook niet. Mme. Bertin genoot slechts een zeer geringen welstand, welke nochthans voldoende'was voor haar en voor den zoon van haar broeder. Lucien was zeer leerzaam. Hij verlangde met ijver zich een bestaan tet verzekeren ook ver ontrustte mme. Bertin zich niet bovenmate over de toekomst. De uitmuntende vrouw stierf, toen haar neef znij twintigste jaar bereikt had, maar, vóór haar dood, verhaalde zij aan den jongenman het vree selijk uiteinde van haar broeder, den ondergang die daarvan het gevolg was, en overhandigde hem de eigendomspapieren der gronden van Al fortville. {Toen mme. Bertin aan Lucien den naam dei vrouw deed kennen, die veroordeeld was wegens het in brand steken der fabriek en den moord op mr. Labroue, had zij lang uitgeweid over de om standigheden dezer geheimzinnige zaak. Zij ver borg het niet, dat zij, ondanks de veroordeeling, twijfelde aan de schuld van Jeanne Fortier. Zij sprak van Jacq. Garaud, den meesterknecht, die, naar men zeide, den dood in de vlammen gevon den zou hebben als slachtoffer zijner zelfopoffe ring. Zij nam, als door ingeving, deze zelfopoffe ring niet aan, en zijn dood zelf scheen haar geens zins bewezen. Voor haar was Jacques Garaud schuldig, of tenminste kon hij het zijn, en was Jeanne Fortier onschuldig en martelares. Lucien had deze mededeeligen met de diepste aandacht en met de pijnlijkste belangstelling aan gehoord. De woorden zijner tante bleven in zijn geheugen gegrifthij zeide bij zichzelven, dat hem een heilige taak werd opgelegd licht te brengen in de duisternissen, die den dood van zijn vader omringden. Alleen op de wereld gebleven, stelde de jonge man zich met verdubbelde wilskracht aan het werk en zette de bijzondere studiën voort, waar van wij het doel kennen. HOOFDSTUK XXIX. Nu wij den toestand der voornaamste personen van ons verhaal onder de oogen onzer lezers ge bracht hebben, keeren wij tot Jeanne Fortier te rug. Wij weten reeds, dat de ongelukkige door krankzinnigheid was getroffen ten gevolge van den bloeddrang naar de hersens, welke veroor zaakt was door haar veroordeeling en wij we ten ook, dat de geneesheer, belast met de afdee- ling der krankzinnige vrouwen, na onderzoek ge zegd had Zij kan genezen. De wetenschap bedroog zich niet. Een voorval, dat wij gaan verhalen, bracht in buitengewoon dramatische omstandigheden, de genezing van Jeanne teweeg. Het was gedurende het beleg van Parijs. De Duitsche legers omsloten de groote stad in dich te gelederen. De Pruisen wilden Parijs verove ren door hongersnood en maakten den kring ge durig enger maar, vermoeid door den hardnek- kigen tegenstand der Parijzenaars, begonnen zij de stad te beschieten en wierpen bommen over het deel, waarbij zij liei dichts genaderd waren en dat op den linkergver der Seine lag. Drie bommen barstten in stukken in de omhei ning van de gebouwen der Salpétriére. Een dezer bommen stak het gebouw der krankzinnigen in brand, waarin Jeanne Fortier zich bevond. De vlammen lekten de muren, drongen door dn da ken en de angstkreten en het woest gehuil der krankzinnigen maakte dit ijselijk schouwspel nog afschuwelijker. Jeanne met verdwaasde blikken en de handen aan de Ijzeren staven harer cel vastgeklemd, zag den brand zijn werk voortzetten. Iets bui ten ge woons had in haar geest plaats. De brand der Salpétriére was voor haar als een vervolg van den brand der fabriek van Alfortville. TTet geheu gen kwam hij haar terug, tegelijker tijd dat dp herinneringen in haar geest weder opkwamen de sluier die haar verstand bedekte, scheurde de rede hernam haar rechten. Zn hegreen haar gevaar en in plaats van onsamenhangende kre ten te uiten, of een woest geschreeuw te later» hooren, riep zij duidelijk om hulp. Met haar ge 1G ld. per pond 20ct per ons 10ct. perVaons N.V. DOUWE EG B ERTS TABAKSFABRI EKEN OPGERICHT 1753 n.C LI AXanu I J, If. r. I.A.I..Ü L u iu Mul I..I. IN EEN WASCHKUIP VERDRONKEN. Het 4-jarig dochtertje van den spoorwegarbei der Leydekkers te Mijdrecht viel in een onbel waakt oogenblik voorover in een waschkuip en verdronk. BUITENLAND. DE BEDROGEN VLIEG-INSTRUCTEUR. Een wilde grap. De New Yorksche correspondent van de „Dai ly Mail" maakt melding van het volgende niet onvermakelijke geval. O'Neil, een leerling van een te New York gevostigde vliegschool, stond bekend als een groote branie en durfal. Zijn ma nieren maakten grooten indruk op de andere leerlingen der vliegschool, doch minder op der. instructeur der school, een serieus man, wien het zellinnen gered, werd zij evenals de anderen naar pen verwijderd gedeelte der gebouwen gebracht. Aldaar, met het hoofd in de handen, dacht zij na. Na een uur had het verleden, een verleden, dat reeds tien jaar oud was, geen geheimen meer voor haar. De geneesheer deed den volgenden dag zijn be zoek als naar gewoonte. Toen hij in de cel van Jeanne kwam, vond hij de veroordeelde rechtop staan, met schitterenden blik, met verlevendigd gelaat, met een verstandig uiterlijk. In plaats van den geneesheer tot haar te laten komen, ging zij hem tegemoet. Verscheidene malen reeds, sedert den vorigen dag, had Jeanne de dienstbo den willen ondervragen, wier zorgen zij genoot Maar dezen, die haar nog altijd krankzinnig ge loofden, hadden zich de moeite niet gegeven om haar te antwoorden, noch om naar haar te luis teren. Jeanne bemerkte wel, dat zij een gevange ne was maar welke was haar gevangenis Een levendige nieuwsgierigheid maakte zich van haar meester. Zij wilde weten. De geneesheer, toen hij zag, dat zij naar hem toe kwam, sloeg een vluchtigen, onderzoekenden blik op haar. Hij begreep, dat iets buitengewoons, iets onverwachts in haar was omgegaan. Reeds deed hij den mond open om haar te ondervragen Jeanne liet hem don tijd niet om een woord uit te brengen. Gij zijt. een geneesheer, nietwaar Ja, zeide hij verwonderd. Ik ben dus hier in een ziekenhuis Gij zijt in de Salpétriére, en de Salpétriére is een gevangenis en tevens een ziekenhuis. Jeanne sidderde zij werd bleek en riep uit Ja, ik b enkrankzinnig geweest. Tracht niet het mij te verbergen. Waartoe zou het baten. Zou ik u kunnen gelooven Tk ben krankzinnig ge weest, maar ik ben het nu niet meer. Het schijnt mij alsof ik in een langen slaap ben geweest. Spreek, ik smeek u, mijnheer de dokter. Ant woord mij, ik wil en moet het weten. Sedert hoe lang ben ik krankzinnig? Sedert hoe lang ben ik in de Salpétriére Om u een volstrekt juist antwoord te geven, zal het mij voldoende zijn uw inschrijving na te zien. De dokter sloeg het boek open en zeide Gij zijt hier sedert den 14en Maart 1862. En in welk jaar zijn we nu In 1871. T (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1