\nm !9e Jaargang1. Dinsdag 17 Aprii Iy.>8 (No. 30, NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DB SIMPLEX RIJWIELEN. WIERINGER COURA UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.— ADVERTENTlëN: Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU: Hippolytushoef Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. MARKTOVERZICHT. Als eene heugelijke tijding wordt elk bericht ontvangen, dat mededeelt, dat hier of daar een middel tegen mond- en klauwzeer is uitgevon den. Doch het zijn tot heden nog slechts tijdin gen geweest, die bij de toepassing van geen waar de bleken te zijn. Het nieuwste bericht meldt, dat de heer Hupkes, veearts te Gouda,, een Fransch middel tegen de ziekte heeft ontdekt. Het is eene vloeistof waarmede bek en klauwen eenige malen afgewassen moeten worden. Wij kunnen en wenschen er verder niets van te ver tellen, ook om geen verwachtingen op te wek - ken, die later zullen blijken alweer op niets te zijn uitgeloopen. Gelukkig breidt de ziekte zich niet snel uit. De gesprekken die wij Donderdag te SCHAGEN opvingen waren nogal hoopvol. De markt was zeer levendig, hoewel de prijzen iets minder waren. Vette koeien 1,a 1,05 per Kilo voor le kwaliteit. Gelde koeien met wat vleesch voor de wei, waren duur. Vooral de goe de kwaliteit. Dat waren Olympia koeien, die wel goed betaald zullen worden. Wij zagen er drie stuks voor 312,50 per stuk. Een beste prijs. Melk koeien duur. Nuchtere kalveren willig 8,a 18,Uitvoerschapen 40,vette oude 47,-- a 50,— voor Amsterdam.. Weide-overhouders 35,— k 37,—. Vette varkens met groote aanvoer 31 cent. PROVINCIAAL NIEUWS. SCHAGEN. De aanvoer van de Schager-eier- veiling was op 12 April voor de eerste maal bo ven de 100.000. Ter herdenking van dit heugelij ke feit, woei de driekleur van het gebouw. Door kooplieden werd den directeur den heer P. Raat, een bloemenhulde gebracht. SCHAGEN. Op de markt van Donderdag wei den ruim 300 kievitseieren aangevoerd. De prijs was gedeeltelijk 9, gedeeltelijk 8 cent per stuk. LUTJEWINKEL. De bekende kaas- en boter- fabriek „West-Friesland" alhier werd voor en kele jaren geopend met 1400 koeien. Langzamer hand is de melkaanvoer gestegen, zoodat zii thans de opbrengst van ruim 2500 koeien ont vangt. De boter der fabriek werd in 1927 te Pa rijs met de gouden medaille bekroond. DE PROEFPOLDER BIJ ANDIJK. De cultivee- ring van den polder. Het prachtige weer van Paaschmaandag heeft velen naar den proefpol- der der Zuiderzeewerken gelokt, om te zien hoe hier de werkzaamheden vorderen. Twee ploegen van zeven man zijn er regelma tig aan het werk. Zij euiveren den bodem van her krammat, de laag vuil, die de drooggelegde grond bedekt, en graven een sloot langs den Noordelij ken dijk. Het electrische gemaal werkt regelma tig eiken morgen zoolang als noodig is om den Waterstand van den polder op het gewenschte peil te houden. Ter hoogte van de woning van Dr. Heenk is een proefveld aangelegd met reefkool, tarwe en gerst. De stand van deze gewassen is boven ver wachting goed. Om het veld is een rieten hek ge- plaatst, om te voorkomen, dat het door zand on- dergestoven wordt. Met de gebouwen in de polder vordert men ook flink. Zooals men weet komt hier behalve de di rectiekeet, een boerderij met woning, een labora torium van 2 verdiepingen en een dubbel woon huis voor boerenarbeiders. In het laboratorium wordt elke week het zoutgehalte van het water onderzocht. Het land ten zuiden van de Maalsloot zal wel grasland worden, omdat alleen de grond ten Noorden van deze grond is, zooals men verwacht dat ook de grond van de groote polders wezen zal. Daar zullen dan ook voornamelijk de proe ven worden genomen. MEDEMBLIK. Op het smederij-schip van de Zuiderzeewerken te Medemblik zakte Zaterdag middag de magazijnmeester A. v. d. Zwaan, af komstig uit Sliedrecht, plotseling plotseling in een. Een geneesheer kon slechts den dood con- stateeren. Daar een ernstige hoofdwonde werd ontdekt is de mogelijkheid van een ongeluk niet buitengesloten. BINNENL. NIEUWS. ZIJN VADER MISHANDELD. De 18-jarige S., te Aarle-Rixtel kreeg ruzie met zijn vader. De zoon greep een schop en sloeg zijn vader ermee op het hoofd, zoodat deze uit mond, neus en ooren begon te bloeden. Zijn toestand was zoo ernstig, dat hij op medisch advies ijlings naar het gasthuis moest worden overgebracht. BOTSING TUSSCHEN AUTO EN TREIN. De zoon is gearresteerd. Twee dooden, een ernstig gewonde. De sneltrein uit Utrecht, die om half zeven te Zwolle moest aankomen, kwam Zaterdagavond met een uur vertraging binnen. Nabij het station Wezep kwam de trein met een vrachtauto in botsing. Op de auto zal als bestuurder de heer Schilstra naast zijn twee kinderen. Den beide kinderen werden de beenen afgereden zij wa ren op slag dood. De vader werd zwaar gewond met den sneltrein naar Zwolle gebracht en al daar in het R.K. Ziekenhuis opgenomen. Zijn toestand is zeer ernstig. Eenige koeien, die zich op den wagen bevon- den, werden gedood. KRAAN OMGESLAGEN. Machiaist gedood. I Zaterdag is een nabij het werk voor het bou wen van de nieuwe sluis te IJmuiden opgestelde jStoomkraan omgeslagen. De zich daarop bevin dende machinist R. kwam onder de ijzermassa FEUILLETON. 0-0 No. 48. Maar.begon Lucien. Geen verontschuldigingen, onderbrak Geor- ges, ik verzeker u, dat ik er geen wil aanvaar den, zelfs die niet van dringend werk. Gij zult morgen den verloren tijd inhalen. Gij zijt nu ind ik houd u.. Gij moet u maar onderwerpen aan uw lot. Dan neem ik het aan, vriend, en nog we! met vreugde. Zoo is 't goed. Wat aangenamen avond zul- wij nu doorbrengen Gij hebt daareven gezegd mijnheer, dat uw vader een uitvinder was, nietwaar vroeg Etien- ne Castel, aan Lucien. Ja, mijnheer. Zoudt gij de zoon zijn van mr. Jules La- broue, wiens fabriek twintig jaar geleden afge brand is Ja, mijnheer en mijn ongelukkige vader stierf, vermoord, te midden van den brand. Uw vader vermoord zeide Georges verwon derd. Gij hebt mij nooit dat verschrikkelijke dra ma verteld. Lk kende het zelf niet, mijn beste Georges In mijn kindsheid en in mijn jeugd heeft men al les vcor mij verborgen gehouden, om mij een al te hevige ontroering te besparen. Ik heb de vree selijke waarheid eerst vernomen na den dood mijner tante. Lucien voegde er bij, zich tot Etienne richtend: Gij hebt mij» vader gekend, mijnheer Ik heb hem nooit gezien, maar ik heb, gelijk iedereen, hooren. spreken van het drama van Al- fortville, en de algemeen geachte naam van Jules Labroue is in mijn geheugen gebleven. De kunstenaar dacht bij zichzelf Wat zonderlinge gril van het toeval, dat den zoon van het slachtoffer, den boezemvriend heeft doen worden van den zoon der moordenares Is de misdadiger gestraft geworden vroeg Georges. terecht. Spoedig trad de dood in. DOOR DE KAT GEKRABD. Een 74-jarige vrouw wilde haar poes van de tafel verwijderen. Het dier sloeg toen zijn poot uit en krabde de vrouw met den nagel in den pink. Na korten tijd zwol de pink op en werd bloed vergiftiging geconstateerd met het gevolg dat zij Vrijdag na hevig lijden overleed. Een vrouw, schuldig verklaard aan den moord en de brandstichting, is veroordeeld tot levenslange opsluiting, antwoordde Lucien. Een vrouw riep Georges uit. Ja, zij had de vlucht genomen na de mis daad. Zij werd aangehouden in de pastorie van een dorp, gelegen op eenige mijlen van Parijs. Georges richtte een vragenden blik op Etienne Castel. Gij bedriegt u niet, mijn vriend, zeide de kunstenaar in antwoord op dien blik. De vrouw, waarvan ik u daar straks gesproken heb, is de gene, die op den voorgrond staat van de schilde rij, welke ik voor u bestem. Dus, vroeg Lucien met levendigheid, gij hebt die vrouw gezien Ik heb haar gezien en gesproken. Waar dan In de pastorie van Chevry, bij den eerwaar den heer Laugier, den oom van Georges. HOOFDSTUK XXXII. En, hernam Lucien, welke vrouw was het? Een mooie, flinke vrouw, met zeer innemend gelaat, antwoordde Etienne. Zij scheeen wreed te lijden. Zij loochende haar misdaad, niet waar Krachtdadig. Zij hield vol, dat zij onschul dig was, en het slachtoffer van een valschen schijn. Misschien loog zij niet. Misschien loog zij niet. Georges en Etienne zagen Lucien nieuwsgierig aan. Zij is veroordeeld geworden, sprak Etienne. Wel, mijnheer, wat bewijst dat Op elke bladzijde der gerechtsboeken vindt men rechter lijke dwalingen. Alles beschuldigde haar, er was een over vloed van bewijzen van schuld. En eoo die bewijzen leugenachtig waren Hebt gij het proces gevolgd, mijnheer Ja, met de grootste aandacht. Ik wilde we ten 'of die vrouw ons de waarheid gezegd had. En uw overtuiging na het proces was. Dat de beschuldigde schuldig kon zijn. Dat zij schuldig kon zijn herhaalde Lucien. op de drie laatste woorden drukkend. Dus zoudt gij niet durven bevestigen dat zij schuldig is, en had gij deel uitgemaakt van de jury, gij zoudt een ontkennend antwoord gegeven hebben. 't Is mogelijk, zeide Etienne, na een oogen- DE DOOPSGEZ. GEM. TE OUDDORP. Wij lezen in de (doopsgez.) Zondagsbode, on der het hoofd „Een nieuw treurspel" „Zondag 1 April is opnieuw een treurspel aan gevangen in een onzer gemeenten, waarover ons blad het stilzwijgen niet mag bewaren. Te Oud dorp, dat een paar jaar geleden ook van zich heeft doen spreken in de geruchtmakende zaak- Kooyman, is opnieuw een conflict uitgebroken tusschen den leeraar met enkele aanhangers eenerzijds en de meerderheid in kerkeraad en gemeente anderzijds. Deze meerderheid wil den leeraar niet langer in de gemeente dulden, heeft men op een vergadering een paar maanden gele den ontslag gegeven tegen 1 April en op 1 April was de kerk gesloten door twee van de drie le den van den kerkeraad. „Het is ongelooflijk, dat in een Doopsgezinde een Christelijke gemeente zoo iets gebeuren kan. En toch is het waarheid, treurige waarheid. „De oorzaken en aanleidingen tot dezen strijd zullen wij niet in het openbaar bespreken, zoo lang daartoe niet genoopt worden, dat hier ge handeld wordt in strijd met een der eerste en heiligste beginselen van Christelijke en Doops gezinde gemeenten, n.1. door broederlijk overleg bezwaren en moeilijkheden uit den weg te rui men. „Dat men te Ouddorp zich niet ontziet ten tweede male broederschap en gemeente in op spraak te brengen is op zichzelf reeds een be wijs, weinig Doopsgezind de aanstokers van dit bedrijf denken en voelend' TWEE POLITIE-AGENTEN GESCHORST. Dezer dagen constateerde te Hilversum een ingezetene, dat een hem onbekende man zich op verdachte wijze bij zijn terrein ophield. Aan twee per rijwiel surveilleerende agenten werd assistentie verzocht, althans werd ge vraagd, een onderzoek naar den verdachten per soon in te stellen, zulks met het oog op de vele inbraken. Beide agenten weigerden echter, naar de Gooi- en Eeml. meldt, hieraan te voldoen, zeg gende, dat zij hun voorgeschreven ronde hadder, te volbrengen. Bedoelde ingezettene begaf zich hierna naar het hoofdbureau van politie, waar hij aangifte deed en tevens het optreden der beide agenten ter sprake bracht. 'Ten einde te ontdekken welke agenten dit wa ren, liet de commissaris het geheele corps ecu verklaring teekenen, waarin ieder met ziin hand teekening bevestigde, dat hij de gevraagde assis tentie niet geweigerd had Dit stuk werd door allen, zonder uitzondering of voorbehoud, geteekend. Om de nalatige beambten toch te ontdekker- verzocht de commissaris den bewuste ingezetene de beide agenten uit het corps aan te wijzen waaraan deze voldeed. Met het oog op het ernstige dezer handelingen zijn beide agenten door den commissaris in hun functie geschorst. Thans moet door den burgemeester worden beslist of deze beambten kunnen worden gehand haafd. blik nadenken, het is zelfs waarschijnlijk. Lucien ging voort Ik heb het proces gelezen, mijnheer. Mijn tante had de dagbladen van diien tijd bewaard, waarin het in den breede beschreven werd. Ik ben overtuigd, dat de betichte onschuldig was. Daarbij, vooraleer te sterven, heeft mijn tante mij de verzekering gegeven, dat zij nooit geloofd heeft, dat Jeanne Fortier schuldig was, hoewel de schijn tegen haar was. Ha mompelde Georges, die ongelukkige vrouw heette Jeanne Fortier Ja, antwoordde Lucien, en zich tot Etienne wendende herinnert gij u, mijnheer, vroeg hij. wat zij tot haar verdediging aanvoerde Zeer goed. Een ellendige, meesterknecht in de fabriek van Alfortville, vervolgde haar mof zijn liefdesverklaringen, en was belust op he* fortuin uws vaders hij was van plan FrankriU' te verlaten met het gestolen geld, en Jeanne mee te nemen. Die man, die Jacques Garaud heette had haar, zoo vertelde zij, een brief geschreven, die het onbetwistbare geheim bevatte van de mis daad, die hij ontworpen en volbracht had. Doen dien brief kon zij niet overleggen. 't Is waar, zeide Lucien, en nochtans, gi' moogt zeker zijn dat die brief bestond. De mees terknecht Garaud was wel de dief, de brandstich ter, de moordenaar. Gij vergeet dat die man gestorven is, slacht offer van zijn zelfopoffering. Dat is volstrekt niet bewezen. Ik geloof niet aan den dood, en mijn tante geloofde er ook niet aan. Men moet nochtans de feiten erkennen. In het tegenwoordig geval bestaat er enkel schijn. De overtuiging mijner tante is de mijne geworden. Ik heb bij mijzelve beloofd, om alles te doen wat in mijn macht is, om den waren moordenaar mijns vaders het maskes af te trek ken, en de eerherstelling te bekomen van de ar me onschuldig veroordeelde vrouw. Den moordenaar ontmaskeren, antwoordde de kunstschilder. Waartoe zou dat dienen Een- en-twintig jaar zijn sedert de misdaad verloopen. Er bestaat verjaring, de wet is onmachtig. Wat geeft dat Indien het menschelijk ge recht mij niet kan ter hulp komen, dan zal ik mij alleen wreken. Ikzelf zal recht doen. Weet gij, vroeg Etienne, of Jeanne Fortior nog in leven is Ik weet het niet, maar ik zal het spoedig te weiten komen. KIND DOOR HAAN AANGEVALLEN. Te Oud-Beierland is een kind dcor een haan aangevallen en zoodanig toegetakeld dat ge neeskundige hulp moest worden ingeroepen. Onze Amsterdamsche correspondent schrijft ons Gewoon uit nieuwsgierigheid stond ik te kij ken in de fabriekspoort van de Simplex Fabrie- gen, die even open was blijven staan. Toen kwam er een fabrieksleider langs, die niet zei „Wat mot je maar die vriendelijk vroeg „Stelt U belang in de werking van een rijwielfabriek En zoo gebeurde het dat ik één minuut later midden in de automatische draaierij stond Draaierij is een pracht naam voor wat men hier het eerste oogenblik ondervindtalles draait, honderde riemschijven aan den zolder krijgen hun gedraai van een paar motoren en brengen dit weier over op draaiende stangen en draaiende gereedschappen. Ik alleen sta onbewegenlijk stil en kijk met verbazing hoe een wielnaaf, een moer of een as ingeloofelijk korten tijd zonder men- schelijke hulp gemaakt wordt. Een lange, ronde stalen staaf komt voor een klein gedeelte uit den kop van de automatische draaibank te voor schijn direct komt een boor er op af, gevolgd door een paar breede beitelsen die geven den vorm aan het staafeind snel loopen zij terug en maken de plaats vrij voor een smallen beitel, die het bewerkte stuk van de staaf afsnijdt, het valt naar beneden tusschen de staalkrullcn en is klaar. Groepen van 5 automaten worden slechts door één man bediend en mijn geleider legt mij uit, dat Simplex daarmede slechts den lagen prijs bereikt, niet door gebruik van goedkoop materi aal en minder werkkrachten, maar door de vol maaktheid van de gereedschappen steeds meer op te voeren. Even later treden wij een andere werkplaats bfnnen, de nikkelkamer. Hier heerscht rust, Indien gij het verlangt, zal ik daar voor zor gen, zeide Georges. Mijn ambt van advocaat, mijn betrekkinggen met magistraten van allen rang, stellen mij in staat om gemakkelijker dan gij ingelicht te worden. Met dat te doen zult gij mij zeer verplichten Dat is dus afgesproken. Maar hernam Lucien, wij hebben nu ge sproken over mij en hetgeen mij aanbelangt. Laat ons nu wat praten over u. Zijt gij tevreden Zooveel men het zijn kan. Ik heb alles wat ik verlang. Mijn uitmuntende voogd is mijn bes te vriend gebleven. De klanten kennen den weg naar mijn kabinet. Ik werk, alles gelukt mij. Wat zou ik nog meer kunnen verlangen Wel, een vrouw. Georges begon te lachen. Een vrouw herhaalde hij. Ik heb nog tijd genoeg daaraan te denken. Daarbij, ik geloof, dat ik doen zal gelijk mijn voogd. Ik zal vrijgezel blijven. 'Tot nu toe bevalt het vrije leven mij best. Is dat met u ook het geval Lucien werd rood tot achter zijn ooren. Neen, antwoordde hij, doch ik moet een be trekking hebben, vooraleer aan een huwelijk te denken. Georges had zijn vriend zien blozen. Hij her nam Dat belet u toch niet, om er thans reeds aan te denken. Ik beken het. En misschien hebt gij reeds verbintenissen aangegaan Ik beken het en 't zijn juist de aangegane verbintenissen die mij doen zeggen dat ik, alvo rens te trouwen, betrekking moot hebben. Lucie, het meisje, dat mijn vrouw zal worden, is even arm als ik. Het is een wees, zonder fami lie, groot gebracht door de weldadigheid, maar het is ook een gouden hart, zij is de goedheid zelve. Daarbij, is zij zoo werkzaam als een bij. En gij bemint haar Met geheel mijn hart, met gansch mijn ziel, met al mijn krachten. Zonder haar, kan er voor mij geen geluk bestaan. Welnu, het is te hopen, dat gij spoedig een plaats zult hebben, en dat gij dan gelukkig zult kunnen worden. Ik noodig mijzelf alvast op uw bruiloft uit. Op dat oogenblik kwam Madeleine aankondi gen, dat het maal opgediend was. De drie man nen begaven zich naar de eetzaal. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1