HUNNE
j. R. KEUSS TABAK
19e Jaargang:
Vrijdag 6 Juli lv»^8
i>u. 54.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw
J. R. KEUSS
Laat 125 - ALKMAAR.
€5 Stoppen?
WIER1NGER COURA
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
DINSDAG en VRIJDAG.
VERSCHIJNT ELKEN
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
ADVERTENTIëN:
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hlppolytnshoef Wlerlngen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
een waarborg voor de kwaliteit.
BINNENL. NIEUWS.
IN EEN PINDANOQTJE GESTIKT.
Het 2-jarig kindje H. D., te Hoogezand is, door
dat hot zich in een pindanootje verslikte, gestikt.
EEN VERGETEN SCHOOLJONGEN.
Zwijndrecht heeft zijn vergeten schooljongen.
Het is de 7-jarige Pieter Roos, leerling van de
Chr. school aan de Kerkstraat, die voor z'n onder
wijzer moest schoolblijven om z'n psalmvers te
leeren.
De onderwijzer vertrok en herinnerde zich 's-
avonds om bij achten, toen de ouders bij hem
naar hun Piet kwamen informeeren, dat hij den
jongen had laten nablijven.
Onmiddellijk ging men naar het schoolgebouw
waar men den jongen vond, geduldig wachtend
op bevrijding. Hij had niet de minste moeite ge
daan de aandacht op z'n gevangenschap te vesti
gen. Toen hem werd gevraagd wat hij zou hebben
gedaan als het donker was geworden, antwoord
de hij, dat hij dan vermoedelijk in de bank zou
zijn gaan slapen.
De geschiedenis vermeldt niet, of Piet z'n vers
al kende, toen hij verlost werd.
„ELECTRISCHE" TIEN GEBODEN.
Het „Reddingswezen" bevat de volgende elec
trische tien geboden.
1. Werk nooit aan voorwerpen of leidingen
(inzetten van stoppen, repareeren van moeren
e.d.), zoolang de hoofdschakelaar is ingeschakeld
2. Vul nooit een mlekkoker, waterketel of dei-
gelijk toestel, terwijl het ingeschakeld is.
3. Schenk nooit uit een waterketel, melkkoker
of dergelijk toestel, terwijl het ingeschakeld is.
4. Gebruik nooit snoeren, contactstoppen
andere electrische apparaten, die niet geheel ir
orde zijn.
Wanneer ge ook maar de minste' prikkeling
of schok gevoelt bij het handteeren van een eler
trisch toestel, die u doet vermoeden, dat het ap
paraat onder spanning staat, waarschuw dan uw
electriciën, opdat deze het toestel kan nazien.
6. Raak bij het in- of uitschroeven van een
FEUILLET8N
o—o
No. 70.
Jeanne trok aan de bel en weldra verscheen
een oude boerenmeid.
Ik zou medame Lebel willen spreken. Ik
kom vanwege haar dochter, madame Lebret, de
bakkersvrouw uit de rue de Dauphine.
De meid bracht Jeanne Fortier naar de woning,
leidde haar in een benedenkamer, waar mad-
Lebel, een zwaarlijvige vrouw van ruim zestig
jaar, zich bevond.
Vanwege mijn dochter riep de oude vrouw
uit. Is zij misschien ziek
Ja,madame, antwoordde Jeanne.
Het is niet hij, die mij zendt, madame.
Dan is het mijn dochter
Ja, madame.
Zij weet toch wel, dat ik door haar man uiJ
het huis gejaagd ben, en dat ik er nooit meer
den voet zal inzetten.
Mad. Lebret is erg ziek, gevaarlijk ziek.
iAl lag zij op sterven, wat God verhoede
dan zooi ik mij nog niet blootstellen aan het ge
vaar om beleedigd te worden in een huis, waar
in ik de fortuin gebracht heb. Mijn dochter
weet dat zeer goed, en het verwondert mij, dat
zij u gezonden heeft buiten haar man om.
Zij dacht, dat, als gij zoudt weten, dat zij
zeer ziek is, gij het verleden zoudt vergeten.
Ik vergeet niets Ik zal eerst bii mijn doch
ter komen, wanneer die mooie miinheer Lebret
mij zelf zal roepen, en mij zeer nederig veront
schuldiging zal vragen.
Bij het aanhooren dier vrouw, in wie de ge
krenkte eigenliefde de stem der moederlied1
versmoorde, voelde Jeanne haar hart ineen
krimpen.
Zij wilde eenige goede woorden inbrengen.
Al wat ge mij zoudt kunnen zee-g-en of me+
dat is hetzelfderiep het wraakzuchtige «arher».
sel uit. Gij hebt gehoord, wat ik gezegd heb. Zee
aan mijn dochter, dat het mij bedroeft, dat zii
ziek is, doch dat ik nooit den voet in haar hui?
zal zetten, zoolang haar man mii niet scbr|f*f
dat hij spijt heeft over eijn brutale hendelwii"'»
gloeilamp nooit aan de metalen huls van de lamp
en kom bij het insteken van een contactstop nooit
aan de pennen.
7. Als ge nieuwe branders in een straalkachel
wilt zetten, overtuig u dan, dat de contactstop
uit de contactbus is gehaald, dus het geheele in
strument stroomloos is.
8. Raak nooit onder spanning staande gelei
ders aan en wees vooral in vochtige omgeving,
(kelder badkamer e.d.) voorzichtig, met electri
sche toestellen of leidingen.
9. Draag zorg bij het schoonmaken, vooral
met natte doeken, niet in de nabijheid van elec
trische toestellen te komen.
10. Kom vooral nooit aan onder stroom staan
de toestellen of blanke geleidingen, terwijl ge met
de andere hand of eenig lichaamsdeel in contact
zijt met de aardleiding van uw radio-toestel, met
de water- of gasleiding of met het telefoontoestel,
EEN GRAANSILO INGESTORT.
Drie slachtoffers.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag heeft
boven Weert (L.) een hevig onweer gewoed, dat
geleid heeft tot een ramp, welke in de geheele
gemeente ontroering heeft gewekt.
Tusschen twee uur en half drie hoorden de
werklieden in de fabriek van de N. V. Meelfabriek
voorh. Gebr. Van de Venne plotseling een gewel
digen lsag. Een der knechts holde naar buiten en
ontdekte, dat de zijmuur van de graansilo door
den bliksem wès getroffen en ingestort. De graan
silo is naast de fabriek boven de kantoren en het
woonhuis van den bedrijfsleider gebouwd. De zij
muur, die een hoogte had van ongeveer zestien
m., kwam boven op het woonhuis en de kantoren
terecht, die totaal verwoest werden. Door het weg.
vallen van den zijmuur stortte eveneens de groo
te graanvoorraad, ongeveer 200.000 kg., naar be
neden en kwam ook op het woonhuis en de kan
toren terecht.
In de fabriek werden onmiddellijk de werk
zaamheden gestaakt en werd met het opruimings
werk begonnen om te trachten de bewoners te-
redden. Groote hoebeelheden graan moesten wor
den weggewerkt. Tegen vier uur slaagde men er
in den bedrijfsleider, den 34-jarigen Heinz Jell-
mayer, en zijn 28-jarige echtgenoote te vinden en
onder de puinhopen vandaan te halen. Beidon
waren in de enorme hoeveelheden graan den ver
stikkingsdood gestorven. De heer Jellmayer was
eerst sinds 1 Maart j.1. in dienst van de fabriek.
De opruimingswerkzaamheden werden voort
gezet om het kind, een meisje van vijf maanden
te vindon. Dit gelukte 's morgens om half negen
Het bleek, dat de baby was doodgedrukt.
Nader meldt men Dinsdagnacht omstreek?
2 u. 20 heeft tijdens een hevig onweer vermoe
delijk de bliksem in den achtermuur van de
groote graansilo's der meelfabrieken van gebrs
Van de Venne een gat geslagen van 10 bij 15
meter, waardoor twee silo's met tarwe met don
derend geraas naar beneden stortten. Deze zwa
re massa vloeide op het huis van den molen
en mij smeekt om zijn vrouw te komen bezoe
ken Dat is mijn laatste woord, en ik zal er
niet op terugkomen Ik ben geen weerhaan
Wanneer ik iets in den kop heb, dan moet het
zoo zijn Ja, ja Als ik het zeg, is het zoo
Jeanne boog het hoofd.
't Is goed, madame, zeide zij met pijnlijke
ontroering. Ik zal uw boodschap overbrengen.
En de brood draagster vertrok, diep bedroefd
de woorden te moeten overbrengen van die
moeder zonder hart.
Langs denzelfden weg, dien zij eerst, gevolgd
had, ging zij naar het station terug. Het sloeg
zeven uur, toen zij weer in rue de Dauphine was
De geneesheer, die mad. Lebret behandelde
dacht, dat de arme vrouw nog slechts weinige
dagen te leven had.
Toen Jeanne Fortier de kamer binnen kwam
flauw verlicht door een nachtlichtje, blonk er
als een vluchtig vuur in de oogen der bakkers
vrouw.
Welnu, Moeder Lize, hebt gij mijn moeder
gezien vroeg zij met zwakke stem.
- Ja, madame, antwoordde Jeanne met zulk
een zichtbare verlegenheid, dat de zieke aan
stonds begreep, wat er te Colombes was voorge
vallen.
Dus, mijn moeder heeft nog haar twist met
mijn man niet vergeten stamelde zij. Ze wei
gert mii te komen bezoeken
Helaas ja, madame.
De zieke wrong zich de handen en dikke tra
nen biggelden over haar wangen.
Jeanne aanschouwde haar met beklemd hart.
Langzamerhand echter herkreeg mad. Lebret
haar betrekkeliike kalmte, daarna verving eer
volkomen moedeloosheid haar koortsachtige op
gewondenheid, en zij sliep in.
HOOFDSTUK XX.
Het rijtuig, waarin Ovide en mejuffrouw A-
manda zich bevonden, was, zooals wij gezegd
hebben, bliiven staan tegenover het huis no. P
aan de miai de Bourbon.
Het meisie kwam met lichten tred de trap
en onende de deur der kamer, waar Lücie me*
Ontoinette werkte.
Welnu vroeg zij haar. Zijt ge naar Colom
hes geweest
Ja, en ik heb het kleed gepast.
Zoodat gereed zult komen
Op het vastgestelde uur. Gij ziet. dat, ik m^r
voorzorgen genomen heb. Mijn vriendin hier
is mii komen helpen.
- Gij hebt zeer goed gedaan. Mad. Augustine
meester H. Jellmayer, dat er vlak onder ligt,
juist op de slaapkamer der echtelieden, welke
met den neerstortenden muur met bed en al
door den vloer eakten. Het neervloeiende graan
heeft hen den vehstikkingsdood doen sterven.
Ook hun kindje, oud vijf maanden, stortte met
het ledikant naar beneden, waar de kleine den
zelfden treurigen dood onderging. De fabriek,
die met dag- en nachtploegen werkt, had direct
personeel beschikbaar, dat de reddingspogin
gen onder puin en graan begon. Het onderste
gedeelte van het huis, waar de kantoren zijn
gevestigd, was een ruïne, waar de drie lijken
met groiote moeite werden uitgehaald. Tegen
vier uur in den nacht werd het eerst de molen
meester levenloos gevonden, om half vijf de
echtgenoote mej. Jellmayer-Bonkx. Daarna
moest natuurlijk de kleine te voorschijn worden
gehaald. Ofschoon met man en macht voorzich
tig werd gezocht, kwam het kindje eerst om
half negen in den morgen uit het puin te voor
schijn. De drie lijken werden door de politie
in beslag genomen en zijn naar het gasthuis
overgebracht^ Het parket uit Roermond komt
ter plaatse. Ook deskundigen zullen een onder
zoek instellen naar de oorzaak. Geheel Weert
is onder den indruk van dit drama, dat een fa
milie, die eerst vijf maanden in de stad woonde,
heeft getroffen.
VRIJ VECHTEN.
Vechtlust zat onzen voorouders in het bloed.
Bij elke gelegenheid, die de menschen bij el-
ikaar bracht, pioest worden gleviochtcn, vooral
op de kermissen. De algemeene gedachtengang
was, dat de overheid daarmede niets te maken
had.
Het heeft lang geduurd, voor het anders werd
In 1475 schreef Hendrik van Dovine, die ambte
naar in het land van Maas en Waal was, aan
de Geldersche rekenkamer, dat de ingezetenen
van zijn gebied beweerden, dat het vechten vrij
was en dat niemand daarvoor gestraft kon wor
den. Het ging niemand aan of zij elkaar met
vuisten of met stokken sloegen en elkander
kwetsten of verminkten. Als zij maar geen
man doodsloegen. Zelfs het toebrengen van een
doodelijke wonde vonden zij niet strafbaar,
mits de gekwetste „noch leve in hadde."
HET VEE OP DE TWEEDE VERDIEPING.
De gestadige groei van de veemarkt mankt h^
noodzakelijk, schreven onlangs B. en W. van
Leeuwarden, de gelegenheid tot het plaatsen van
het ter markt aangevoerde vee uit te breiden er>
niet het minst, om de wegen en paden op he*
marktterrein te verruimen.
Uitbreiding naar het Zuiden of Noorden is on-
mogzlijk. evenals naar het Westen. De eenige uiti
weg zooi zijn naar het Oosten.
Om twee redenen echter is van dit voornemer
afgezien. In de eerste plaats zou dan het fraaie
plaantsoentje tusschen Stationsweg en marktter
rein moeten vervallen, wat het aanzien van de
heeft mij belast u te vragen of gij morgen alleen
naar Colombes zoudt willen gaan, want zij zal
mij noodig hebben om stalen naar een dame te
Saint-Mandé te brengen.
Ik zal wel alleen gaan.
Terwijl Amanda naar boven bij Lucie gegaan
was, was Ovide niet, zooals den eersten keer, in
het rijtuig blijven zitten.
In een der winkels van het huis no-. 9 was een
messénzaak gevestigd.
Hij stapte uit het rijtuig, deed de deur open en
trad den winkel binnen.
Een dame bevond zich achter de toonbank. Zij
stond op en kwam Ovide tegemoet.
Wat blieft u, mijnheer vroeg zij.
Ik zou gaarne een groot keukenmes hebben,
antwoordde hij. Een sterk mes, in de soort van
die, welke de vleeschhouwers gebruiken om de
beenen uit het vleesch los te snijden.
- Ik heb hier iets, dat u wel zal lijken, zeide
de winkelierster, een mes uit het uitstalraam
nemend. Dat is iets sterks, dat wijzelve maken
en waarvan ik u de stevigheid kan waarborgen
Ovide bezag het lemmer het scheen hem goed
staal te zijn.
Hier is het geld. Zoudt gij het willen inpak
ken
De koopvrouw stak een kurk op de scherpe
punt van het mes, wikkelde het in een zeer dik
papier en gaf het aan den kooper, die den winkel
verliet en weder in zijn rijtuig stapte.
Zonder zelfs naar de richting te zien, welke
haar ombekende klant insloeg, schreef de win
kelierster op haar kasboek Een keukenmes,
fr. 75 en zij dacht er niet verder aan.
Ovide zat sedert twee minuten weer in ziin rij
tuig, toen mejuffrouw Amanda terugkeerde. De
Dijomnees reikte haar de hand, om haar te hel
pen instappen.
- Naar het restaurant, zeide hij tot den koet
sier, cn hij voegde er bij, zich tot zijn gezellin
wendend
Weet ge, wat ik u wilde vragen, lieve
Nu
Zal het kleed gereed ziin voor morsen
Het zal zeker gereed ziin, daar Lucie zich
doet helpen door een vriendin.
- En gij zult verplicht zijn haar morgenavond
te vergezellen
- Neen ik heb haar iets wiis gemaakt. Ik hek
haar gezegd, dat mad. Augustine mii zal nondio-
hebben, zoodat zii alleen naar Cblomhes zal gaan
Ovide sidderde, toen hii dit hoorde. Een onheil
spellende glimlach vertoonde zich op ziin gelaat
Het eenise, wat hem een ernstige hindernaal
scheen voor de uitvoering van ziin plan. Aman-
Pardon!
ik rook altyd
DRAGON"
Dat b de shag
die ik begeer.
Nooit wenscb ik
andere rnerhen meeH
QuPBRUltt VAfl tact/m
stad, bij het binnenkomen van de stationszijde,
ten zeerste zou schaden.
En in de tweede plaats zou deze uitbreiding
slechts tijdelijk voldoende zijn, daar al zeer spoe
dig opnieuw gebrek aan ruimte zou komen.
Want de aanvoer van kleinvee, varkens en scha
pen, begint de laatste weken groote afmetingen
aan te nemen.
En toch moest er iets gebeuren.
Lang en breed werd door B. en W. overwogen,
hioe uit deze moeilijkheid te geraken.
Het resultaat was, dat door het College aan
den Raad werd voorgesteld, over te gaan tot uit
breiding van het marktterreinnaar boven
Terecht merkte het hierbij op, dat dit systeem
het groote voordeel heeft, dat verdere uitbreiding
in de toekomst gemakkelijk is te verkrijgen.
De Raad toonde, voor de' ttoekomst van de Frie
sche hoofdstad een breeden blik te bezitten. En
niet terugdeinzend voor de hooge kosten, welke
ongeveer twee ton zal bedragen, nam hij het
voorstel van B. en W. aan.
Zoo zal dan binnen afzienbaren tijd de Leeu
warder den vreemdeling met trots kunnen wij
zen op een schepping, die eenig is in ons land
niet alleen doch zelfs in geheel Eunopa
De verdieping komt op vier a vijf meter boven
den beganen gTond en zal ruimte bieden voor
226 groote schapenhokken.
Ze wordt juist voor deze dieren bestemd, om
dat schapen zich zoo gemakkelijk laten leiden.
De geheele oppervlakte bedraagt 5100 M2.
Langs vier flauw hellende loopvlakken kan
het vee de hokken bereiken, terwijl de marktbe-
zoekers en kooplieden toegang krijgen tot het
terrein langs vier personentrappen. De bene
den gelegen afdeeling, voor de varkens bestemd
zal gedurende de markturen electrisch worden
verlicht.
Ziedaar een plan, dat getuigt van grooten
durf en een helderen, vooruitzienden blik.
da's tegenwoordigheid bij Lucie, was dus niet
meer te vreezen. Dat gevaarlijke gezelschap ver
dween, en de uitvoering van zijn plan werd nu
zeer eenvoudig.
Welnu, des te beterriep hij uit. Zoo zullen
wij niets aan onze gewoonten behoeven te veran
deren.
Wij zullen zelfs veel vroeger kunnen eten,
zeide mejuffrouw Amanda.
Ik moet morgen, om 5 uur, stalen gaan bren
gen aan een dame te Saint-Mandé. Het zou zeer
lief zijn van u, zoo gij mij wildet vergezellen wij
zouden dan buiten kunnen eten.
Bravo, liefste, dat is een goede gedachte
Het was de volgende avond. In de verte sloeg
het acht uur op den toren van Courbevoie.
Juist o pdatzelfde oogenblik stapte Lucie, in
het station van St. Lazare in den trein, die ge
reed stond om te vertrekken.
Beladen met de groote doos, die het balkleed
bevette, had zij een kaartje eerste klas genomen
om geruster te zijn, en inderdaad, zij reisde al
leen.
Weldra stapte zij te Colombes uit en sloeg den
weg in, dien zij den vorigen dag gevolgd had. Ee
nige personen, die van Parijs terugkwamen, lie
pen een eindweegs met haar in dezelfde richting.
Lucie liep snel voort. Het was nog niet laat ge
noeg, dat zij bang behoefde te zijn.
Het was eerst toen zij zich alleen in de vlakte
bevond, dat zij een blik in het rond wierp, waarin
een begin van onrust en angst te lezen was.
Men hoorde nog het gerucht der rijtuigen op
den straatweg en de stem der voorbijgangers
langs den andeiren kant der spoorbaan.
Het meisje voelde zich nog niet geheel afgezon
derd.
Op het oogenblik dat zij het populierenboschje
naderde, met struikgewas omringd en waar zij
den vorigen dag een boer gezien had, die scheen
te slapen, was Ovide daar juist aangekomen.
Het zachte geluid van Lucie's stappen trof zijn
oor, terzelfdertijd als dei stappen van een anderen
persoon, die denzelfden weg volgde, doch in te
genovergestelde richting.
Alhoewel bijna genoegzaam beschermd door de
duisternis, haastte hij zich om achter het dichte
struikgewas te gaan iiggen.
Lucie kruiste den reiziger en Ovide herkende
haar of liever raadde dat zij het was aan de doos,
welke zij droeg.
De stappen verwijderden zich langzaam naar
weerskanten.
(Wordt vervolgd.)