1. R. KEUSS TAB J E i 1 ff E 19e Jaargang. Vrijdag 10 Augustus 1928. No. 63. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN Tabaksfabriek De Wakende Leeuw J. R. KEUSS Laat 125 - ALKMAAR. WIERINGER COüRAPflï UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN DINSDAG en VRIJDAG. VERSCHIJNT ELKEN ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTIëN: Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU Hlppolytnshoef Wiertngen. Telefoon Intercomm. No. 19. een waarborg voor de kwaliteit. BINNENL. NIEUWS. EEN NEDERLANDER TtE BRUSSEL UITGEPLUNDERD. Zondagavond had de heer August van Spaan- donck, wonende te Amsterdam, op reis te Brus sel, plaats genomen op het platform van de autobus Zuidi-Beurs. Ter bestemming aange komen, moest de Nederlander vaststellen dat zijn brieventasch verdwenen was met 8 biljet ten van 1000 fr., 30 van 100 fr., Fransch geld, 110 gulden, een reispas en allerhande papieren. Men bezit geen vermoedens omtrent den dader. POLITIEKE PROPAGANDA OP OPENBARE WEGEN. Het Tweede Kamerlid, de heer Braat, heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld Is het den Minister bekend, dat door de So cialisten, speciaal des Zondags, met de z.g. „roode auto" door de dorpen wordt rondgere den, en vanaf den wagen op openbare wegen pleinen partij-reclame-speches worden afgesto ken, het welke vaak hinderlijke volksopeenhoo- pingen en verstopping op de verkeerswegen "veroorzaakt Acht Zijn Excellentie het niet juist, dat de Zondag en de openbare wegen niet de dag de plaats zijn om voor dergelijke doeleinden te gebruiken Is Zijne Excellentie bereid te bevorderen I. dat des Zondags geen politieke meetings gehouden kunnen worden II. dat nimmer toestemming verleend worde lom politieke speches te houden op openbare wegen en pleinen EEN 101-JARIGE. De weduwe Magnée te Maastricht is WoensV- dag 101 jaar geworden. KWAJONGENS EN EEN HANDIGE AUTOMOBILIST. Eenige kwajongens die onder Rijen (gemeen te Gilze-Rijen) kampeerden, begingen de balda digheid om over den weg een touw te spannen wanneer er een voertuig in aantocht was. Zii haalden hetzelfde spelletje uit, toen de heer G FEUILLETON. o-o No, 88. Soliveau nam ze en toonde ze aan den jonge man, terwijl hij vroeg Dat zijn ze toch Duchemin, door de ontroering en de vreugde bevangen, maakte een bevestigend teeken en strekte de hand uit naar de wissels. In plaats echter van ze te geven, vouwde Ovide ze zorg vuldig op en stak ze' in zijn. portefeuille, die hij weder in zijn zak borg. Nu, mijnheer, voegde hij er bij, zich tot Petitjean wendend, alles is afgedaan nietwaar? -Ja, antwoordde de koopman en vertrok met een grijnslach. Mijnheer, gij zijt mijn redder zeide de jonge bediende tot Ovide in een opwelling van dankbaarheid. Ik weet het wel, parbleu Die man heeft er spijt van u gespaard te hebben. Hij wilde u vasthouden Hoe zal ik ooit den grooten dienst, dien gij mij bewezen hebt, kunnen vergelden Ik eal het u straks zeggen. Laat ons eerst gaan eten en denk niet meer aan,1 den angst, dien gij gehad hebt. Dat zou u den eetlust ont nemen. De Dijonnees en zijn metgezel begaven zich naar „Hotel de la Cigogne" en zetten zich aar tafel in een kleinen salon, waar Ovide bevel gaf het eten op tel dienen. Gelukkig, verlost te zijn van zijn verschrikke- lijken schuldeischer, zag de jongeman alles rooskleurig in. Reken op mij, mijnheer. Het is mijn vu rigst verlangen, u mijn dankbaarheid te betoo- nen. Gij kunt het. Hoe Hoe herhaalde Soliveau, ik bon vader van een kind, twee-en-twintig jaar geleden ge boren. De moeder heeft het kind uitbested te Joigny. Ik was verplicht Frankrijk tte» verlaten. Toen ik terugkwam was mijn vrouw verdwenen Het kind, dat zij toevertrouwd had aan zekere uit Tilburg, met zijn auto naderde. De jongens hielden echter het touw te lang vast, zoodat de auto het hun uit de handen reed. Het touw slingerde zich om de wielen en slechts door krachtig remmen kon de heer G. verder onheil voorkomen. De heer G. liet het er echter niet bij zitten. Hij sprong uit zijn auto en holde de vluchtende jon gens achterna. De jonge beenen waren echter die, van den heer G. te vlug af, zcodat deze laat ste de achtervolging moest staken. Maar toen zag de heer G. de tent, waarin de jongens huis den. Hij trad binnen en nam een valies, een koffertje en een deken mede, terwijl hij een brief van den volgenden inhoud achterliet „De vermiste goederen kunt ge bij den rijks veldwachter te Dorst (gem. Oosterhout) terug krijgen." 'n Handige manier inderdaad. De Rijksveldwachter gaf de zaak over aan de marechaussee te Rijen en deze mocht nu be zoek ontvangen van eenige heeren uit Breda, di per auto de goederen kwamen ophalen. Het waren de respectievelijke ouders van de jon^ gens. De spullen werden natuurlijk afgegeven, doch niet dan nadat de politie tegen de twee jenngens proces-verbaal had opgemaakt. VERGIFTIGING. In het gezin van den arbeider D. te Diever (Dr.) zijn Maandag, naar de N. R. Crt. meldt, ernstige vergiftigingsverschijnselen voorgeko- (men na het eten van soep uit een pot zonder glazuur. De vrouw en eenige kinderen werden bewusteloos. Geneeskundige hulp was noodig. De toestand der patiënten is thans redelijk. DRIEHONDERD HUIZEN IN PUBLIEKE VEILING. Ongeveer 300 woningen, eigendom van de Vereeniging „Beter Wonen" te Apeldoorn, waar van 199 huizen aan den Oud-Beekbergerweg en de overige aan de Asselsche straat staan, en waarop in April j.1. door een deurwaarder bij de rechtbank te Zutphen executoriaal beslag' is gelegd, zullen heden in publieke veiling worden gebracht: DOODSLAG. Zaterdagavond zaten de los-remmer M. en de 40-jarige B. in een logement aan de Willem straat te Heerlen. Laatstgenoemde sarde zijn gezel, waarop M. zijn broodmes nam en daar mede B. in zijn rechterlong stak. Deze overleed eenige oogenblikken later. In den nacht van Zaterdag op Zondag werd M., die gunstig be kend staat, door de politie gearresteerd. ZIJN VROEGERE VERLOOFDE GEDOOD. Zekere V. uit Stadskanaal, als bakkersknecht werkzaam te Hengelo, heeft Zondagavond on geveer half elf te Holten zijn vroegere verloofde, de 26-jarige Jenny M„ uit Elsenerbroek, met twee revolverschoten gedood. Hij had al meermalen het meisje bedreigd, maar zij had, vermoedelijk wegens zijn slecht gedrag, de betrekking verbroken. vrouw Fremy is, men mij stellig verkleard heeft door die vrouw geplaatst in. het Vondelingen huis. Ik wil nu mijn dochter weerzien en gij moet mij daarin helpen. Van ganscher harte, mijnheer riep Du chemin uit. Wat moet ik doen Het schijnt, dat, wanneer een voedster niet meer betaald wordt en niet weet, wat er ge worden is van de ouders van het kind ,dat men haar toevertrouwd heeft, zij het recht heeft, dat kind naar het Vondelingenhuis te zenden, na een verklaring afgegeven te hebben bij den bur gemeester der gemeente, een schriftelijke uit voerige verklaring. Ja, antwoordde de jongeman. Die verkla ring, geteekend door den burgemeester tot wet tiging van de handteekenning der voedster, wordt opgeschreven in een bijzonder register en blijft in de archieven bewaard. Bevat het procesverbaal niet, behalve de namen en de data, ook de lijst en de beschrij ving van de kleeren, welke het kind droeg Ja, mijnheer, alsook de aanduiding van de merken van het linnen en van de bijzondere teekens, zoo die er zijn. Welnu, in ruil van den dienst, welken ik u bewezen heb en van dien, welken ik u nog zal bewijzen, moet gij mij een nauwkeurig afschrift bezorgen van de verklaring o>f liever van het procesverbaal, waarvan wij spreken. Wat gij mij vraagt, mijnheer, is zeer moei lijk, doch ik ben u te veel verschuldigd om zelfs een oogenblik te aarzelen. Ik zal doen wat gij verlangt. Doch, ik heb zekere aanwijzingen noo dig. Ik zal ze' u geven, zoo goed ik kan. Duchemin haalde uit zijn zak een aanteeken- boekje en een potlood en zette zich gereed om te schrijven. Vooreerst het jaar der aangifte, zeide hij. Van 1861 tot 1862. De ouderdom van het kind Ongeveer een jaar. Gij hebt gezegd, dat het een dochter was, geloof ik Ja. Haar naam Lucie. Die van de voedster Fremy De naam der moeder Jeanne Fortier. Duchemin sidderde zoo- geweldig, dat het potlood uit zijn handen glipte en enp tafel viel. Na den aanslag verwondde hij zichzelf. Beiden zijn naar het ziekenhuis te Almelo overgebracht. STAKENDE WERKLOOZEN. In verband met de moeilijkheden der vorige week ondervonden bij de werkverschaffing te Ommen, als gevolg waarvan de daar te werk gestelde' Amsterdamsche werkloozen weg zijn gezonden, terwijl de Minister van Binnenland sche Zaken en Landbouw, mr. Kan, aan het Amsteddamsche gemeentebestuur heeft ver zocht dezen werkloozen geen steun, in welken vorm ook, te verleenen, heeft dit gemeentebe stuur den Minister geantwoord, dat het geen steun zal verleenen aan de weggezonden arbei ders. BUITENLAND. ALPENJAGERS DOOR DEN BLIKSEM GETROFFEN. Tijdens een hevig onweder in het Eisackdal vluchtte een groep Alpenjagers, die zich daar op manoeuvre bevond, onder een overhangende rots om zich tegen den slaghagel te bescher men. De bliksem trof de groep, met het gevolg, dat een soldaat gedood en tien anderen gewond werden. DE LAATSTE OORLOGSPOSTDUIF. Te Montoire aan de Loir is, 15 jaar oud, de laatste Fransche postduif uit den grooten oor log gestorven. Bij herhaling had bet dier zich verdienstelijk gemaakt door het overbrengen van berichten dwars door de vuurlinie, te mid den van een kogel-regen, o.a. tijdens het beleg van Verdun. De daden dezer postduif waren vereeuwigd op een diploma en op een marme ren plaquette. BOTSING IN DE LUCHTL Woensdagmorgen negen uur botsten twee vliegtuigen, die, naast elkander vliegend, een bocht namen, boven het vliegveld van Schleis- heim tegen elkander. De vliegleeraar Dreijer slaagde erin met een valscherm veilig beneden te komen, maar zijn collega Schenk sprong, te laat uit de machine, zoodat het valscherm zich niet meer ontplooien kon. Hij kreeg een schedel breuk en was onmiddellijk dood. VIJF MISLUKTE OCEAANVLUCHTEN. In twee weken tijde, De vijf pogingen om over den Atlantischen Oceaan te vliegen, welke binnen de laatste twee wieken ondernomen werden, zijn precies alle vijf mislukt. De vlieger Hassel, die 26 Juli in Amerika startte met het doel naar Stockholm te vliegen, moest na 20 minuten zijn poging op geven, doordat zijn te zwaar afgeladen toestel g;een hoogte kon winnen. De tweede mislukking is die van den Franschen marine-vlieger luite nant Paris, die 22 Juli met zijn C. A.M.S. vlieg boot met twee Gnóme-Rhóme „Jupiter" moto ren, van Brest naar Horta op de Azoren vloog, doch daar bleef steken. Bij aankomst te Horta bleek de achterste van de beide in tandem op gestelde motoren, grondig verwoest, wegens on Voldoende koeling. Courtney ondernam reeds een poging om over den Oceaan te vliegen met hetzelfde vliegtuig in September van het vorige jaar, doch kwam niet verder dan La Coruna in Spanje. Dit jaar vloog1 hij, zij het eerst weer na lang wachten, op 28 Juni van Lissabon naar de Azoren. Eerst 1 Augustus volgde de start van de Azoren naar New Foundland. Onderweg Vloog het toestel, als bekend, in brand, hoewel do vlammen bedwongen konden worden. Court ney en zijn drie metgezellen werden opgepikt door het stoomschip „Minnewaska." Voor de vierde mislukking zorgde de Spaan,- sche vlieger-commandant Franco, die 1 Augus tus te Cadiz startte voor een vlucht om de' we reld. Na koers te hebben gezet naar de Azoren, keerde Franco, na 13 uur te hebben gevlogen, met ernstige motoraverij in Spanje terug en landde te Huelva. Bij het neerstrijken op het water liep de Dornier belangrijke schade op, zoodat het nog eenigen tijd kan duren, alvorens een nieuwe poging wordt ondernomen. Het jongstei en vijfde fiasco is dat der beide Poolsche vliegers Idzikowski en Kubala. Ook de route der Polen voerde via de Azoren, waer zij evenwel niet zouden landen. De vliegers konden echter de Azoren niet vinden, zwierven 30 uur boven den Oceaan rond en brachten hun vliegtuig tenslotte op het water in de nabijheid van het Duitsche stoomschip „Samos", op slechts 60 mijl buiten de Fransche kust. Als oorzaak van het terugkeeren werd opgegeven het klassieke euvel en defecten olietoevoer. Uit hun eigenaardige positie na anderhalf etmaal vliegen, na welken tijd het vliegtuig zeker al boven New Foundland had moeten zijn, kan als vrij zeker worden aangenomen, dat de mis lukking der Polen geweten moet worden aan onvoldoende navigatie-kunde. ~1 ITALIË DUIKBOOT GEZONKEN. Toen de duikboot voor den kustdienst, de F. 14 Maandagochtend bij de kust van Istrië een aanvalsmanoeuvre uitvoerde, dook zij plot seling onder de boeg van den torpedoboot jager „Missori" op, die met haar de manoeuvre deed. De F 14 zonk onmiddellijk tot op 40 m onder den zeespiegel. Het is met de F XIV slécht afgeloopen. De ligging van de gezonken Ttaliaansche duikboot werd reeds Maandagavond nauwkeurig vastge steld. Ondanks het ongunstige weer was het in den nacht van Maandag op Dinsdag moge>- ,lijk met behulp van. een buis den luchttoevoer in het inwendige van de boot te verzekeren en een kabel aan den romp te vestigen. De duik boot bleek aan de dekzijde beschadigd. De ver binding met de bemanning bleef voortduren. Het aantal menschen, dat in de F. XIV opge sloten was, bleek grooter dan men aanvankelijk veronderstelde het bedroeg n.1. 31. Daar de duikboot geen grooten omvang had, koesterde men goede hoop, dat het spoedig mo- Wat is er vroeg hem Soliveau. Jeanne Fortier herhaalde de jongeman. Maar dat is de naam von een vrouw, veroor deeld tot levenslange opsluiting voor diefstal, brandstichting en moord, 't Is de naam der vluchtelinge uit Clermont, wiel* signalement gezonden is aan het parket en aan de politie. 't Is de naam van een onschuldige vrouwl onrechtvaardig veroordeeld, antwoordde Ovide op overtuigden toon. Het is de naam eener vrouw, die» ik bemind hebeener moeder, die sedert meer dan twintig jaar van God de genade afsmeekt om haar kind te mogen om helzen, alvorens te sterven Wat gjeeft u om de veroordeeling dier ongelukkige en haar ont vluchting Indien zij niet ontvlucht ware, zou ik naar Joigny gekomen zijn Zou ik het er gerlijke tooneel hebben bijgewoond tusschen u en mr. Petitjean Eindelijk, zou ik uw eer heb ben kunnen redden, u verliossen van de gevan genis, aldus aan uw oude moeder de rust harer laatste dagen verzekeren Geef dan ook aan een moeder het geluk weer, haar dochter terug te vinden en te omhelzen Ik zal het doen, mijnheer. Nog eens, ik aar zei niet. Wanneer hebt gij dat afschrift van het procesverbaal noodig Zoo spoedig mogelijk. 1Het register met het oorspronkelijk stuk en het afschrift is voorzeker op de archieven. Morgen zal ik zeer vroeg op mijn kantoor zijn. Ik zal gebruik maken van den tijd, wan neer de bedienden ontbijten, om £et register op te zoeken en aan uw verlangen te voldoen. Wanneer zal ik u het stuk kunnen bezorgen, dat gij noodig hebt Ik zal u hier wachten voor het ontbijt, om streeks elf uur. Ik zal op tijd zijn. Ik reken Ier op in ruil van dat stuk zal; ik u de benoodigde som geven, om uw schulden te betalen. Ik denk, dat gij voortaan zulke dwaas heden niet meer zult uithalen, die leiden, ge weet waar. O, mijnheer, ik zweer het u. Was zij schoon, dat meisje Zij was zeietr lief, mijnheer. Bruin haar, wonderlijke zwarte oogen en een zwart tipje op de wangAmanda was een Parijzenaarster, die hier in dienst was in een modemagazijn. Amanda herhaalde Soliveau, wien die naam, en die beschrijving zekere herinneringen te binnen brachten. - Ja, mijnheer, Amanda Regamy. Nu was het de beurt van den Dijonnees om op te springen. Stel je voor, riep hij uit, dat is aardig Gij kent Amanda, mijnheer riep Ducher min. Ja, mijn jonge vriend en ik begrijp, dat zij u ver gebracht heeftMaar is zij niet meer te Joigny Zij heeft eenige maanden geleden de stad verlaten, om terug te keeren naar Parijs zij is vertrokken, na hier verscheidene menschen op gelicht te hebben. In het magazijn, waar zij werkte, had zij. twee stukken kant gestolen, van een waarde van 500 francs elk. Zoo, zoo f En men heeft haar niet doen aan houden Neen, mijnheer. Met beden en smeken heeft zij haar meesteres wetten om te praten. Deze heeft echteer van haar een schriftelijke bekentenis van -den diefstal geëischt en de verbintenis, de waarde terug te betalen, binnen den tijd van een jaar. Haar meesteres was vast besloten haar over te leveren aan de justitie, zoo zij die belofte niet vervulde. Dat is lijlijk voor haar Het was om haar het middel te bezorgen te betalen, dat ik die fout begaan heb, welke gij kent,. HOOFDSTTUK XXIX. Onze lezers zullen zich nog herinneren dat de politiecommissaris van Bois-Colombes, ter plaatse, waar Lucie gekwetst gevonden werd, de helft van het mes had opgeraapt, waarvan Ovide zich bediend had om hef meisje te tref fen. Larchaut, de gendarme, dien wij den avond van het bloedig drama het eerst met zijn briga dier ter plaatse van de misdaad hebben zien komen, onderscheidde zich vooral door zijn ijver. Hij brandde van verlangen om het spoor van den moordenaar te vinden, en hij wan hoopte niet, in, zijn onderzoek te slagen. Een gelukkig toeval kwam hem te hulp. Sedert twee dagen had Lucie de gastvrije woning van den politiecommissaris verlaten, om naar haar woning, quai de Bourbon, terug te keieren. Het was tien u ur 's morgens. Een schoone da tg was op een stormachtigen nacht gevolgd. r -Jjjirf -(Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1