R. KEUSS TABAK
HUNNE
i9e Jaargang.
Vrijdag 21 September 1928
No. 75
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw
J. R. KEUSS
Laat 125 - ALKMAAR.
WIERINGER COURANTS
UITGEVER
CORN. J. ROSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIëN:
Van 15 regels 0.50.
^~r Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hippolytnshoei Wlerlngen.
Telefoon Intercomm. No. 11.
een waarborg voor de kwaliteit.
ONS LICHAAM EN ONZE GEZONDHEID.
IJzerbehoeften.
Amerikaansche onderzoekers hebben onlangs
jnagegaan, hoeveel ijzer een volwassen mensch
per dag uitscheidt. Dit bleek 15 mgr. te bedra
gen. Dit lijkt niet zoo heel veel, maar niettemin
bleek bij een onderzoek van een aantal diëeten
in Noord-Amerika, dat de meeste Amerikanen
maar weinig meer ijzer innemen, n.1. 1420
mgr. per dag.
Het is dus, gezien de buitengewone belang
rijkheid van het ijzer voor het dierlijk organis
me het dient immers niet alleen als een be
standdeel der roode bloedkleurstof uit de inge
ademde lucht naar de roode bloedcellen, maar
ook voor de eigenlijke verbrandingsprocessen in
alle andere cellen niet onverstandig om bij
de keuze van ons voedsel te letten op die voed-
'selsoorten, die veel ijzer bevatten. Nu zijn er
onlangs nieuwe onderzoekingen gepubliceerd
van Forbes en Swift en van Peterson en Elveh-
jem over het ijzergehalte van een zeer groot aan
tal voedingsartikelcn. Hieronder volgt een ver
kort lijstje, gerangschikt naar het ijzergehalte
het eerst komen de stoffen met het meeste ijzer
Gedroogde peulvruchten, bladgroenten, ge
droogd fruit, noten, graan vrucht en, gevogelte,
groene peulvruchten, wortelen en knollen, an
dere groenten, visch en versch fruit.
Natuurlijk wisselen verschillende monsters
groente nog wel belangrijk in hun ijzergehalte
en is bovengenoemde reeks slechts geldig voor
de gemiddelden.
Van de groenten bevatten kool, selderie en
'kropsla, die weinig groene bladkleurstof bevat
ten, maar weinig ijzer. (Groene bladkleurstof of
chlorophyl is echter geen ijzer-, maar een mag
nesiumverbinding.)
Sinaasappelen- en tomatensap bevatten min
der ijzer dan het overblijvende vruchtvleesch
men gebruike dus de geheele vrucht en niet al
leen het sap.
Visch bevat in het algemeen weinig ijzer
zeevisch meer dan riviervisch en visch met don
ker gekleurd vleesch. Wie nauwkeurige cijfers
wil weten, kan die in de oorspronkelijke stuk-
FEUILLETON.
No. 100.
Hoe komt het, dat ge hem kent
Ik werd gisternacht geroepen bij een meis
je, dat sedert eenige dagen met hem de Moerbe-
ziënvilla bewoont.
Amanda, om beter te hooren, was opgestaan
en op een bank geklommen. Haar hoofd reikte
daardoor bijna tot aan het boveneinde van den
muur.
René Bosc, hernam
Die man, mijn beste dokter, is zoo min ba
ron als ik of gij. Met een doel dat ik niet ken,
maar dat, welk het ook zij, mij verdacht voor
komt, heeft hij een anderen naam en titel aan
genomen. Hij heet Ovide Soliveau.
Terwijl die woorden aan den anderen kant
van den muur gewisseld werden, zeide Amanda
zachtjes
Ovide Soliveau. Ik zal dien naam niet ver
geten. Wat zonderling toeval toch, dat mij zon
der twijfel zal te weten doen komen wat ik ver
langde te weten.
René Bosc hernam
Die man, werktuigkundige van beroep,
stond een-en-twintig jaar geleden bij de politie
gesignaleerd. Hij trok naar Amerika, waar hij
ging dienst nemen in de fabriek van James Mor
tinier te New York. Hij bevond zich aan boord
van de „Lord Maire," evenals gij en ik.
Dat is aardig, zeide de geneesheer.
Nietwaar Maar gij zult de ontmoeting
nog aardiger vinden, wanneer gij zult weten
dat het die schelm is, die mij de reistasch had
ontstolen, welke mijngeheele fortuin bevatte.
En gij hebt dat misdrijf ongestraft gelaten'?
Ik heb u gezegd, dat een passagier, ge
naamd Paul Harmant, genade voor hem had
gevraagd en mijn geld ongeschonden had terug
gegeven. Ik heb erin toegestemd den dief niet
aan te klagen bij den kapitein van de stoom
boot. Ik had hem uit het oog verloren sedert
mijn terugkeer in Frankrijk en thans vind ik
hem hier weer onder den' naam van baron de
Reiss. Die vermomming dient zeker voor een
nieuwen schurken streek, want Ovide Soliveau
is tot alles in staat, behalve tot een goede daad.
ken opzoeken, die geciteerd zijn in het J. of the
Am. Med. Ass., waaraan dit is ontleend.
32 JAAR GESLAPEN.
Dat menschen verscheidene jaren achtereen
slapen, is reeds meer dan eens waargenomen,
maar 't record in dit opzicht, staat stellig ten
name van een Zweedsche boerin die zich 32 ja
ren achtereen in slapenden toestand heeft be
vonden. Een Engelsch blad deelt er over mede,
dat Koroline Karl statter, een meisje, dat in een
klein Zweedsch dorp woonde, plotseling in slaap
viel, toen zij op school over haar boeken zat ge
bogen. Zij was destijds dertien jaar oud en ont
waakte eerst op 45-jarigen leeftijd. Een zoo vlot-
selinge overgang van de jeugd in rijperen ouder
dom is stellig een gewaagde stap, maar Karoli-
ne paste zich zeer gemakkelijk aan de omstan
digheden aan. Zij verklaarde, dat zij zich zoo
waai* die zoo plotseling onderbroken was. Gedu
rende haar slaap bleek het onmogelijk, haar
wakker te krijgen. Men moest haar het voedsel
steeds met geweld toedienen. Voor het feit, dat
zij plotseling wakker werd, zijn even weinig mo
tieven aangegeven als voor het feit dat zij plot
seling was ingeslapen.
BINNENL. NIEUWS.
EEN KEVERPLAAG.
Door do bewoners van eenige perceelen op de
Heerengracht te Amsterdam in de buurt van
de Brouwersgracht, was geklaagd over een
tergende plaag van een zekere keversoort.
De beestjes zaten overal, in het eetgerei, op
de spijzen, in de bedden. De door deze invasie
bezochte menschen kregen het op hun zenuwen;
dachten er over hun woningen des kevers te
laten en bijv. in de gracht te springen. Waar die
ellendige dieren tenminste niet volgen konden.
Zoo deelden ir. M. E. Hoffmann Tjaden direc
teur van het Gem. Bouw- en Woningtoezicht,
en de heer E. I. van Italië mede in de openbare
vergadering van de Gezondheidscommissie.
Naar het heette kwamen de keevers uit een
pakhuis, waarin gelijkvloers en op de eerste
verdieping koloniale waren werden opgesla
gen, en in de hoogere regionen boekweitdoppen.
De dienst van bouw- en woningtoezicht stelde
een onderzoek in en ziet elk handje vol dop
pen leverde zooveel kevertjes op. Wanneer men
nu weet, dat meer dan 200 M3 doppen op zolder
bijeen lagen, kan men zich voorstellen welk een
ontelbare massa van die lieve diertjes (elk van
de grootte ongeveer van een bladluis) hier nes
telde.
Wij zagen een ton gevuld met een soort dikke
wit-gele verf, de bovenlaag was zwart van de
lijken, zegt het Hbld.
Wij betraden een blauwe stoep, ingesmeerd
met petroleum de stoep zag zwart, de lijkjes
vulden de petroleum en over de lijken trok een
nieuw leger op, onder de deurkier heen, langs
de wanden naar boven, de kamers in, de kasten
binnen, om door te dringen in trommels en
schalen.
In de broodtrommel ligt het brood, door een
dikken krantenlaag omwonden, een andere
trommel werd even geleden „leeggeschud", nu
frisch en gezond voelde, alsof zij slechts een en
kele nacht had geslapen. Hara voornaamste
wensch was haar studie weer ter hand te nemen
kriebelen er weer een paar rond langs vensters
en stoelpooten, over aanrecht en de borden,
overal kruipen zij. Het met een vettige olie in
gesmeerde plat is een geweldig kerkhof maar
de muren daar rond omheen zijn pleinen met
een druk keververkeer.
De gemeentelijke Reinigingsdienst is reeds
aan het werk getogen om in overleg met de ei
genaars van de doppen deze zelf en de geteis
terde omwoners van deze plaag te verlossen.
Voor zoover de doppen in zakken verpakt wa
ren, werden die neergelaten en uitgeschud in
een der groote vuilnisschuiten over welker ijze
ren dek de kevers lustig rondwandelen voor
zoover zij op een hoop liggen, tracht men hen
door een linnen buis in de schuit te laten glij
den.
En als het heele pakhuis ontruimd is, zal tot
„ontsmetting" worden overgegaan.
DE HEER STENHUIS.
De Soc.-Dem. Tweede-Kamerfractie
beschouwt hem niet langer als lid.
Dinsdag werd, naar „Het Volk" meldt, een
Vergadering gehouden van de soc.-dem. Tweede
'Kamerfractie, waarin, aangezien de heer R.
Stenhuis geweigerd heeft, gevolg te geven aan
den wensch van het Partijbestuur en van den
Partijraad, dat hij zijn Kamerlidmaatschap zou
neerleggen, het besluit werd genomen den heer
Stenhuis van heden af niet langer als lid dei-
fractie te beschouwen.
OVERREDEN.
In het grootziekengasthuis te 's-Hertogen-
bosch is overleden de 13-jarige ambachtsschool
leerling Vos uit Den Dungen, die Dinsdagmor
gen bij het op een stoomtram springen er onder
terecht kwam, waarbij hem een been verbrijzeld
werd, dat nadien geamputeerd moest worden.
UITGAVEN uit de STAATSKAS VOOR 1929
De bewapening van het lener
Op de begrooting 1929 is, evenals vorige jaren,
vier millioen uitgetrokken tot aanvulling en ver
betering van de bewapening van het. leger.
De kosten der herhalingsoefeninqenin 1929
Het totooi der uitgaven, voortvloeiende uit
het houden van herhalingsoefeningen in 1929
wordt begroot op 1.153.436.
Het onderwijs aan schipperskinderen.
Voor het onderwijs aan schipperskinderer.
(uitbesteding) is op de Staatsbegrooting 1929
59.750 meer uitgetrokken dan in 1928.
Het vaccinatie-vraagstuk
Op de Staatsbegrooting 1929 is wederom
25.000 aangevraagd ter bestrijding van de kos
ten, noodig ter voortzetting van de onderzoekin-
gen inzake het vraagstuk der vaccinatie.
Ik wist niets van hem, antwoordde de ge
neesheer, en nochthans beviel zijn uiterlijk mij
van het eerste oogenblik af niet.
Gij hebt u niet bedrogen. Die schurk moet
naar Bois-le-Roi gekomen zijn met een misda
dig doel.
Gij zoudt er een eet op kunnen doen. Dezen
nacht is er in de Moerbeziënvilla iets zeer ver
dachts voorgevallen.
Gij herinnert u wat ik u eenige dagen ge
leden verteld heb van de Canadeesche likeur,
waarvan men mij de eigenschappen had aange
prezen
Die drank welken men in Amerika de „bab
bellikeur" noemt Ja, ik herinner het mij nog
zeer goed.
Welnu, die man, die zoogezegde baron De
Reiss, heeft er dezen nacht gebruik van ge
maakt om het meisje dat hem vergezelt, dron
ken te maken en haar te doen spreken.
Denkt, gij, -dat het hem gelukt is
Daar is geen twijfel aan. Het meisje, ten
prooi aan een tijdelijken aanval van praatzucht
heeft voorzeker alles gezegd wat zij dacht. Daar
op is een crisis gevolgd, een verschrikkelijke
onrustbarende crisis. Gelukkig ben ik nog bij
tijds gekomen. Er was reeds gevaar bij.
Het gesprek, van onderwerp veranderd, werd
voortgezet op dat nieuwe terrein.
Amanda stond van haar stoel op bleek en
bevend, zich ter nauwernood kunnende staan
de houden, keerde zij naar het paviljoen terug.
Dus, mompelde zij, ik heb goed geraden.
Eertijds was hij een dief en de dief is een moor
denaar geworden. Hij heet Ovide Soliveau en
geen baron De Reiss. Hij is in Amerika de be
schermeling geweest van Paul Harmant, den
vader van mejuffrouw Mary, voor wie Lucie
werkte. Alles hangt dus samen. Hij moest inlich
tingen hebben en ik ben het die hij gekozen
heeft om ze hem te geven en ik ben dwaas ge
noeg, zijn medeplichtige geworden zonder het
te weten. Hij heeft mij bijna vermoord, de dok
ter heeft het gezegd, door mij de Indiaansche li
keur te doen drinken, om mij aan het praten te
doen krijgen en zonder twijfel heb ik gesproken.
Voor het oogenblik is het voor hem geen geheim
meer wat ik over hem denk, doch hij weet niet.
dat ik ook alles weet. De strijd gaat beginnen en
wij zullen zien wie de sterkste zal zijn. Ovide
Soliveau mag vertrekken. Hij kent Paul Har
mant en door Paul Harmant zal ik hem weer
vinden, ik zal ontdekken waar hij woont en
waarom hij naar Joigny gegaan is. De likeur,
waarvan hij gebruikt heeft, moet hier zijn. Ha,
kon ik eens.
En mejuffrouw Amanda wilde een ernstig on
derzoek beginnen, toen zij gerucht hoorde in de
gang.
Zij liet zich neervallen op een stoel en veins
de te lezen.
Ovide kwam glimlachend binnen.
Ik dacht, dat gij in den tuin waart, zeide hij
De wind werd koud, antwoordde het meis
je, ik ben naar binnen gegaan.
En gij leest, om u te verstrooien
Och ja, in uw afwezigheid moet ik wel zien
hoe den tijd door te brengen.
Ovide legde een bankbiljet op tafel neer en
hernam
Nu, vaarwel, of liever tot weerziens, ik ver
trek.
Nu reeds
Ik heb maar juist den tijd om den trein
niet te missen.
De Dijonnees verwijderde zich spoedig.
Ha, driedubbele schurk, leugenaar en be
drieger, dacht het meisje, naar het geluid zijner
stappen luisterend. Gij ve.rtrekt zoo gauw, of
liever, gij neemt de vlucht, omdat gij bang zijt
voor René Bosc. Overmorgen weerkeeren Op
mijn woord, hij heeft dat gezegd zonder lachen.
Wat een onbeschaamdheid. Beeldt hij zich dan
in, dat ik niet begrepen heb, dat hij niet zal
weerkeeren Hij bedriegt zich, Mijnheer de ba
ron Arnold de Reiss, Ovide Soliveau met uw
echten naam, wij zullen elkaar weer zien en
zelfs sppedig.
Er werd aan de deur geklopt.
Binnen riep Amanda.
Madeleine kwam de kamer binnen.
Is madame nu beter vroeg zij.
Ja, meisje.
Gij schijnt mij een braaf kind te zijn. Wilt gij
mij een dienst bewijzen, die u zal betaald wor
den
Ik wensch niets liever, madame, en zelfs
voor niet. Wat wilt gij
Ik wil den gekwetsten jongeman zien, die
bij uw meesteres gebracht is, mt*. Duchemin.
Niets zoo gemakkelijk.
Hoe
Door langs de plaats van de stallen te gaan
en dan langs de trap van de keuken.
Ik zal madame waarschuwen.
Afgesproken. Laat mij nu alleen om mij
te kleeden.
HOOFDSTUK VI.
De brief, door Amanda aan haar meesteres
madame Augustine gezonden en door Ovide op
NOTARISKANTOOR IN MOEILIJKHEDEN.
Er gaan te Assen geruchten, dat de betalingen
zijn gestaakt door het notariskantoor R., waar
van de notaris drie weken geleden is overleden
De Asser Crt. heeft naar de waarheid dezer
geruchten geïnformeerd. Hoewel de boedel
thans niet liquide is en verschillende kantoor
vorderingen niet terstond kunnen worden be
taald, bestaat er, naar men dit blad mededeel
de, alle kans, dat bij de afwikkeling zal blijken,
dat ieder het hem toekomende ten volle zal kun
nen ontvangen.
Het bericht dat kleine luiden uit Assen en ver
in den omtrek de dupe geworden zouden zijn
moet op zijn minst genomen zeer voorbarig
worden genoemd.
HET MYSTERIE VAN DE VERDWENEN
KOFFERS.
Men zal zich herinneren, dat verleden week
een vreemdeling in Den Haag kwam, die zich
tot de Oostenrijksche legatie had gewend, waai*
hij vertelde, dat hij zijn intrek genomen had in
een pension, daar zijn koffers had neergezet,
maar nu zijn kosthuis niet meer kon vinden. De
legatie riep de hulp van de politie in, die weder
een beroep op de couranten deed, ten einde den
pensionhouder te kunnen vinden. Deze is ech
ter onvindbaar gebleven en wel uit gebrek aan
existentie. Ook de vreemdeling was nl. zoek de
laatste dagen en toen de politie zich aan het op
gegeven adres vervoegde, bleek de vogel gevlot-
gen. Intusschen verzocht dé Oostenrijksche
politie dezer dagen aanhouding van een 43-jari-
gen varensgezel. Diens signalement beantwoord
de geheel aan dat van den vergeetachtigen reizi
ger, die Dinsdag te Rotterdam aangehouden kon
"worden en vervolgens naar Den Haag is overge
bracht, van waaruit hij waarschijnlijk zal wor
den uitgeleverd. Hij heeft thans toegegeven, zon
der evenwel een motief te noemen, dat het ver
haal van de verdwenen koffers verzonnen was.
Waarschijnlijk was het hem te doen om vanwe
ge de Oostenrijksche legatie onderdak te beko
men.
BUITENLAND.
NOG STEEDS MIJNEN IN DE NOORDZEE.
Volgens een rapport van den gezagvoerder
van het Duitsche stoomschip „Ostsee" werd de
zer dagen in de Noordzee op 52 gr. 43 min. N. B.
en 3 gr. 52 min. O.L. nog een drijvende mijn
waargenomen.
STIJGING AUTOMOBIELUITV OER.
De Amerikaansche auto-uitvoer blijft zich
gunstig ontwikkelen. In de eerste helft van dit
jaar bedroeg de export van auto's inclusief on
derdeden etc. 259.9 millioen dollar of 17.4%
meer dan in de overeenkomstige periode van
verleden jaar en bijna 43 meer dan in de eer
ste helft van 1926 De uitvoer van personenauto's
steek van 159.781 op 194.309 stuks, die van
vrachtauto's van 54.748 op 58.957 stuks. De ex-
de post gedaan, was kort, maar goed opgesteld.
Amanda vroeg een verlenging van verlof en
drong aan op de noodzakelijkheid, waarin zij
zich bevond, om haar bloedverwante niet te
verlaten, die ernstig ziek was en aan wie zij tot
haar einde dat, helaas niet ver meer verwij
derd was haar zorgen zou willen besteden.
Madame Augustine, getroffen door de goede
gevoelens van Amanda, antwoordde met de
eerstvolgende post, dat zij het gevraagde verlof
verleende.
Zij had juist haar brief weggezonden, toen
men haar kwam verwittigen, dat mejuffrouw
Harmant haar in den salon verwachtte. Zij be
gaf er zich aanstonds heen.
Zij was verwonderd over de verandering, wel
ke had plaats gehad in het uiterlijk harer cliënte
Mary scheen tot de gezondheid weer te kee.
ren. Haar wangen waren zoo ingevallen niet
meer, haar blikken minder koortsig, de roode
vlekken op haar gelaat minder zichtbaar.
Gij komt mij beknorren, nietwaar, mejuf
frouw zeide de modiste.
Waarom
Omdat ik u de costuums nog niet geleverd
heb, welke gij besteld hadt. Ik roep echter ver
zachtende omstandigheden in. Gij hebt, naar
het schijnt, geweigerd om ze te passen. Ik had
daaruit besloten, dat gij er geen haast mee hadt
Inderdaad, ik herinner het mij nu, zeide
Mary. Ik was ziek, toen men er mee bij mij
kwam. Ik dacht aan die costuums niet meer.
De mooie dagen zijn weer daar .Ik heb er nu
niets meer aan. Ze kunnen het volgend jaar
dienst doen.
Dan zullen zij uit de mode zijn.
Welnu, dan zal ik ze aan mijn kamenier
geven. Laat ons nu over wat anders spreken. Ik
kom stoffen en modellen uitzoeken.
Voor feesttoiletten
Voor ontvangtoiletten, baljaponnen en
bruidskleeren.
Bruidskleeren herhaalde madame Au
gustine. Zou ik de eer hebben uw bruidskleeren
te maken
Dat zo-u kunnen zijn, antwoordde het meisje
glimlachend. De zaak is reeds besloten, doch er
is nog niets vastgesteld aangaande den datum.
Er kan echter, elk oogenblik, een schielijk be
sluit genomen worden en ik wil mij met. die toe
bereidselen niet bezighouden kort voor den groo
ten dag, zoodat ik nu reeds kom.
Ik ben te uwen dienste. Ik heb echter dezen
keer de naaister niet, die gewoonlijk voor u
werkt. Zij is zeer ziek, het arme kind.
j (Wordt vervolgd)