J. I. R. KEUSS TABAK JEANNE 19e Jaaigang Vrijdag 9 November 1928. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN Tabaksfabriek De Wakende Leeuw J. R. KEUSS Laat 125 - ALKMAAR. HEERENBMI WIERINGER COUR UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. rfl ny ADVERTENTIêN Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. een waarborg voor de kwaliteit. BINNCNL. NIEUWS. JONGEN DOOR AUTO OVERREDEN. Belangstelling van Prinses Juliana. Vrijdagmiddag is op den Rijksstraatweg tus- schen Bodegraven en Woerden een 16-jarige knaap uit Bodegraven door een auto overreden De jongen kreeg een ernstige beenbreuk en is naar het St. Elisabeths Gasthuis te Leiden over gebracht. Hij maakt het thans vrij goed, doch het is de vraag of hij zijn been zal kunnen behouden. De auto van Prinses Juliana, die op weg was van Leiden naar het Loo, reed vlak achter de auto, die het ongeluk veroorzaakte. De Prinses informeerde toen belangstellend naar den jon gen. Zaterdagmiddag na afloop van een der colle ges, heeft de Prinses aan den jongen in het Eli- zabeths Gasthuis een bezoek gebracht. Zij on derhield zich geruimen tijd met hem, bracht bloemen voor hem mee en tevens cenige versna peringen. AUTOBUS VAN DEN DIJK. Woensdagavond om half vertrok, uit IJsel- monde een autobus, gehuurd door een aantal jongelui uit Zwijndrecht, die een kringvergade ring hadden bezocht. Nabij Zwijndrecht moest de bus uitwijken voor een auto. De bus kantelde en tuimelde van den hoogen dijk. Daar de deur door den val Ontzet was en met geen mogelijk was te openen, moesten de passagiers door een raamopening naar buiten kruipen. Niemand bleek ernstig letsel te hebben bekomen. Enkele jongelui wa ren van schrik flauw gevallen, doch werden spoedig bijgebracht. De bus is later weggesleept. EEN LIEFHEBBEND MAN. Het Haagsche Hof heeft bevestigd het vennis van de Rotterdamsche Rechtbank, waarbij een havenarbeider aldaar, wegens mishandeling van zijn gescheiden vrouw, gepleegd met voor bedachte rade en zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbende, door de vrouw een stuk van FEUILLETON. o-o No. 114. Ik was op reis, het is waar. Een plezierreis Volstrekt niet. Ik was op rei9 voor zaken, en ik ben er teleurgesteld van teruggekeerd. Hebt gij tegenslag gehad Ik heb teleurstellingen ondervonden. Het is niet voor mijn persoonlijke zaken, dat ik op reis ben gegaan, maar wel voor andermans za ken. Het was voor Lucien Labroue, Jeanne For tier en Paul Harmant. Voor Jeanne Fortier, herhaalde Georges, ten zeerste verrast. Het was juist om u over haar te spreken, dat ik eiken morgen bij u thuis geweest ben sedert uw vertrek. Hebt gij iets ontdekt over haar Ik heb Jeanne Fortier zelf gezien. Gij hebt Jeanne Fortier gezien riep de kunstenaar uit, met een gemakkelijk te begrij pen verwondering. Ja Waar dan Zij was, nu vijfd agen geleden, hier zelf, in deze kamer, op de plaats waar gij staat. Hier, hoe komt dat Wie heeft u gezegd dat zij het was Het toeval. Ik kan geen raadsels oplossen. Vertel mij de zaak. Georges verhaalde aan zijn gewezen voogd het bezoek der brooddraagster, die hem de ver loren papieren was komen terugbrengen, welke zij gevonden had. Hij zeide, hoe zij hem om raad had gevraagd aangaande de vervolgingen van Paul Harmant en Mary tegen de arme Lu- cie. Zij weet, dat Lucie haar dochter is on derbrak Etienne. Zij weet het, ik ben er zeker van. Zij heeft u gezegd, dat zij Jeanne Fortier was Neen, maar ik heb het geraden, even als Paul Harmant zelf het geraden heeft. Etienne sprong van verbazing op. Paul Harmant heeft haar dus gezien riep hij uit. Ja! haar neus te bijten, is veroordeeld tot drie ja ren gevangenisstraf. DAT WORDT EEN DUUR BEESTJE 1 Op de Maandag te Heerenveen gehouden vee markt werd een pink gekocht voor 110. Even daarna verkocht de kooper het dier met 10 winst. Dra kwam weer een nieuwe kooper. op dagen, die de pink weer met 10 winst kocht. En deze verkocht al spoedig het dier weer met 10 winst aan kooper nummer vier. MISPLAATSTE GRAP. De dienstplichtige soldaat R. K., van het regi ment Jagers, had op 27 Augustus te 's-Graven- hage zijn kameraad P. van Wieringen, die ge kleed op een krib in de soldatenkamer lag te slapen, willen doen schrikken, en een met een losse patroon geladen geweer afgeschoten. W. werd in het zitvlak getroffen en kon geruimen tijd geen militairen dienst doen en zijn beroeps bezigheden niet verrichten. Wegens het door roekeloosheid veroorzaken vaii lichamelijk let sel eischte de aud. Mil bij den krijgsraad te 's- Hertogenbosch 3 maanden gevangenisstraf. „AL WAS U BURGEMEESTER ZELF." De familie was des avonds in Amsterdam ge weest, vertelt de G. en E.-lander. en zou het was inmiddels zeer laat geworden per auto naar de plaats harer inwoning retourneeren. De heer des huizes informeerde eerst, hoeveel das kosten moest om de familie naar Weesp te brengen. Het antwoord luidde 6. Dat viel blijkbaar niet tegen en besloten werd per auto Weespwaarts te rijden. Doch toen de auto met de inzittenden een eindweegs gereden had, bemerkte men, niet zonder schrik, dat een parapluie achtergelaten was. Daar het wreed zou geweest zijn, die parapluie aan haar lot o- ver te laten, werd de chauffeur order gegeven, zijn voertuig rechtsomkeert te laten maken, teneinde de parapluie uit haar isolement te verlossen. Toen het regensherm in het nauwe autoin terieur een plaatsje had gevonden bij de liuis- waartskeerende familie, werd de reis Weesp waarts voortgezet. Maarhet bleek den chauffeur alras, dat de reis niet alleen naar Weesp ging, doch ook haar Muiden. Eerst toen te Muiden een medicus met zijn echtgenoote aan zijn woning was afgestapt, kon de chauffeur via den Korte Muiderweg zijn weg naar Weesp vervolgen. En toen men tenslotte in Weesp was aangekomen, was het midder nachtelijk uur reeds geruimen tijd voorbij. De chauffeur stopte aan het hem opgegeven adres de familie stapte uit, de chauffeur keek op den afstandwijzer en zei Acht gulden, alstublieft, meneer. Wat, 8 En mij is gezegd vanavond, dat een rit naar Weesp maar 6 kostte De chauffeur gaf dit toe, maar herinnerde aan het ophalen der parapluie, alsmede aan het En hij heeft haar herkend Waaraan Aan de wijze, waarop zij voor Lucie op kwam. Een hopelooze moeder, die haar doch ter verdedigt, kan alleen op zulk een wijze spreken. Heeft Jeanne Fortier ook Paul Harmant herkend Zij kon hem niet herkennen. Het was de eerste keer, dat zij hem zag. De kunstenaar sloeg beide handen tegen het hoofd. Voorzeker; mompelde hij, waren mijn ver moedens ongegrond. Wat gij, mij daar verteld hebt, is er een nieuw bewijs van. Gij hadt vermoedens. Tegen wien Tegen Paul Harmant. Ik heb het gedacht. Uw geheimzinnige woorden hadden het mij doen voorzien. Wat vermoedt gij dan Wel eenvoudig, dat Paul Harmant nie mand anders dan Jacques Garaud is, de moor denaar van Jules Labroue. Hij, Jacques Garaud. Hij, de moordenaar van Jules Labroue, herhaalde Georges ontsteld door die verklaring. Dan, na een seconde vroeg hij Maar, wat deed u zulks veronderstellen Alles en niets, antwoordde Etienne Castel. De persoonlijkheid van den industrieel Paul Harmant schijnt mij omgeven met een zeker geheim. Zijn reis naar New York, zijn huwelijk, zijn fortuin, zoo snel verworven, dank zij dat huwcijk, en vooral dank zij zijn plannen, in alle opzichten gelijk aan die, op welke Jules La broue zijn hoop voor de toekomst en voor het fortuin grondde zekere bijzonderheden van zijn leven, zijn gedrag, even laf als wreed, ten opzichte der arme Lucie, zijn hardnekkigheid om Lucien Labroue te doen trouwen met zijn dochter, het bemachtigen van dat stuk, waar door aan Lucie de schandvlek bekend gemaakt werd, die op haar naam kleefde en een afgrond tusschen haar en Lucien groef, dit alles scho nen mij bewijzen te zijn, dat Paul Harmant een schurk was en thans vervliegt alles en zelfs mijn bewijzen vervliegen als rook. Ik ben ver plicht aan mijzelf te bekennen, dat ik niets ont dekt. hebt tegen dien man. Uit mijn onderzoe kingen volgt zelfs dat Paul Harmant wel zijn naam is, dat hij na in de school van Chalons uitmuntende studiën gedaan te hebben, de uit vinder is kunnen worden, dien wij kennen en mijn opsporingen in plaats van tegen hem uit te vallen, pleiten te zijnen gunste. Ik moet er kennen, dat die man de slaaf is van een ver blinde, overdreven vaderliefde, en dat hij alles ritje naar Muiden, om de familie van de fami lie, die de auto besteld had, huiswaarts te bren gen. Doch deze logische argumenten .konden den- gene, die offeren moest, niet overtuigen. We' zouden voor 6 naar Weesp gebracht worden en nu betaal ik géén 8, aldus luidde het be scheid. U hebt voor 8 verreden en u betaalt me 8, aldus de chauffeur. Ik betaal niet meer dan 6, hield de mijn heer vol, die de auto besteld had. En ik zeg u, dat u me 8 betaalt en geen cent minder, al was u de burgemeester zelf. Maar ik ben burgemeester, klonk het on verwachte antwoord. Een ondeelbaar oogenblik scheen de Amster- damsche chauffeur verrast. Maar al mocht dit zoo geweest zijn, dan liet hij dit toch niet biij- ken. Hij persisteerde bij zijn eisch enhet re sultaat was, dat door verschuldigde 8 betaald werden. Omstanders verzekerden den autobestuurder dat hij inderdaad den burgemeester van Wees- perkarspel had thuisgebracht. De chauffeur liet een agent constateeren, dat de afstandswijzer inderdaad een aantal kilometers aanwees, dat met 8 betaald moest worden. Want, zei hij, je weet nooit, wat zoo'n burgemeester morgen te lefoneert. EEN SCHOOL MET 8 LEERLINGEN. Men schrijfta an het Hibld. De gemeente Kesteren heeft in het dorp Opheusden een één- mansschooltje metacht leerlingen. Dit schooltje kost de gemeenschap alleen aan sala ris van hoofd en handwerkonderwijzeres een kleine 3600 gulden. Aldus wordt voor elke leer ling 450 gulden per jaar betaald, dat is 9 gulden per week.Dit is allerminst bezuiniging, doch juist het tegenovergestelde. Zoo iets kan onmo gelijk de bedoeling van de Regeering zijn Er zijn nog meer van deze kostbare schooltje in ons land, aldus besluit onze briefschrijver. SCHOOLMEESTER, BLIJF BIJ JE LEERLINGEN. Voor het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch is in hooger beroep een zeer bijzonder geval van smokkelarij behandeld. Een Belgisch onderwij zer, genaamd B., had uit Antwerpen voor zijn broer, een dokter, belastbare producten, zenuw- stillende medicamenten gesmokkeld en werd onder Zundert aangehouden. Aan deze smokkel affaire zat een vreeselijke bijzonderheid vast. De onderwijzer n.1., die van pharmacie geen jota kent, had zich vergist en onbewust zwaar vergif meegenomen. De ontzettende gevolgen zouden niet te over zien zijn geweest, zoo de smokkeltocht een gc woon verloop had gehad. De Rijksadvocaat mr. G. van Zinnicq Berg- mann wees er op, dat de listigheid weermede 'de fraude werd begaan, gevoegd bij het feit, dat het vergif er nog bij komt, deze zaak van wat hij gedaan heeft, deed voor zijn dochter. Maar, hernam Georges Darier, wie heeft hem dat ambtelijk stuk bezorgd, waarvan hij zich bediend heeft tegen Lucie Mijn beste jongen, hernam de kunstenaar, reeds dadelijk legt gij den vinger op het duiste re punt. Daar is het, dat voor mij alles in de war loopt. Hebt gij de waarheid niet ontdekt Ik heb ze ontdekt, bijna. Hóedat Luister. En Etienne Castel verhaalde op zijn beurt zijn wederwaardigheden van zijn reis te Joigny en te Boi3-le-Roi. Ik was, verhaalde hij te Joigny gelogeerd. Het stadhuis, bevond zich op zeer korten af stand van dat hotel. Na de noodige inlichtin gen gevraagd te hebben, begaf ik ipij naar de woning van den burgemeester van Joigny, liet zijn kaartje overhandigen met verzoek om ont vangen te worden en werd onmiddellijk toege laten. Zoo ik mij veroorloof u te storen, mijn heer, zonder de eer te hebben persoonlijk dooi" u gekend te worden, zeide de gewezen voogd van Georges Darier, is het omdat ik er een groot belang aanhecht, te weten, welke persoon naar het stadhuis van Joigny gekomen is om er dit stuk te halen. Terzelfdertijd haalde de kunstenaar uit zijn portefeuille het stuk reeds bekend aan onze le zers, het procesverbaal van de aangifte in hel Vondelingenhuis van Lucie Fortier en legde !;e' voor den burgemeester neer. Hoe komt dat stuk in uw handen, mijn heer zeide de ambtenaar van don burgerlijken stand, de wenkbrauwen fronsend. Het is een ambtelijk stuk, dat nooit uit het stadhuis had mogen gaan. Dat nooit uit het stadhuis had mogen gaan herhaalde de kunstenaar verwonderd. Neen, mijnheer. Waarom In de veronderstelling, dat de moeder of een ander belanghebbend persoon, voorzien van de vereischte inlichtingen, dat stuk was ko men vragen, zou men haar een afschrift gege ven hebben. Het stuk zelf, het oorspronkelijk stuk. moet bij het register blijven. Nog eens, mijnheer, hoe komt dat stuk in uw handen Op een zeer slinksche wijze. Het is mij toe vertrouwd door iemand wien het veel kwaad veroorzaakt heeft en daar men er zich van be diend heeft om een eerlooze daad te plegen, zou ik willen weten wie het hier is komen vra Zwéatty. U heéUéere- niebkent ge tevreden met het goede. Indien U. als rooker D. E. Heerenbaai niet kent pro beer ze dan nog heden. Deze zachte, geurige goedbrandende tabak zal voor U een verande ring zijn die gij. als kenner, ook werkelijk ten terbetering zult ECHTE FRIESCHE Melange tan rijpe tabakken. HccJi otnaf 50 cl per poni 20 cl. pet on> - 10 cl. per ons zeer bijzonder belang doet zijn. De hoeveelheid vergif was genoeg om half Nederland mee te vergeven. Met een variant op het spreekwoord: „Schoenmaker, houd je bij je leest" zou spr. tot verdachte willen zeggen „Schoolmeester, blijf bij je leerlingen en bemoei je niet met vergif." De eisch luidde 8113 boete of 3 maanden hechtenis. VORST OP KOMST Boven Eemnes is een groote vlucht wilde gan zen waargenomen, wat volgens buitenmenschcn op spoedig invallende vorst wijst. ÏREK IN EEN LEKKER MAAL. M. H. B. was er goed voor. Zondagmiddag werd de gérant, van het „Res taurant Hasekamp" aan den Visshersdijk" te Rotterdam opgebeld door iemand, die zich Pel- grom noemde en vroeg of de firma H. ook di ners uitzond. Op het bevestigende antwoord werd naar den prijs van de diners gevraagd en het resultaat was, dat S. diners van 5 werden besteld, welke moesten worden bezorgd op een adres aan de Pantserstraat 23. De order werd uitgevoerd en hoewel de bezorger der diners, in het bewuste huis komende, bemerkte, dat daar geen blind paard schade kon doen, werd hij toch bewogen de diners af te geven door de mededeeling, dat de familie juist was verhuisd en daarom nu „eten van den kok" liet komen. Maandagmorgen kwam de bediende der fir ma H. terug om de ledige schalen etc. af te ha len en om tevens de kwitantie te presenteeren. De nieuwe „klant" schreef echter achter op deze kwitantie „Disponeeron Hoogstraat 79 M. gen eii aan wien het afgegeven is. Dat stuk, dat niet uit de archieven mag worden genomen, is zeker gestolen. Door wien Ik zal trachten dit te ontdekken. In de ver-: onderstelling, dat men dit stuk, bij vergissing algegeven heeft in plaats van een afschrift moet er een ontvangbewijs bestaan. Gelieve mee te komen. Ik wil er mij aanstonds van ver zekeren of er een bedrog of een vergissing be gaan is. De ambtenaar van den burgerlijken stand, vergezeld van Etienne Castel, begaf zich op het stadhuis naar den gemeente-secretaris, tot wien hij op zeer korten toon zeide Doe onmiddellijk in de archieven het regis ter halen van de aangiften in vondelingenhui zen, dedaan dobr de voedster van het arrondis sement, in het jaar 1862. Ik zal het zelf gaan halen, mijnheer de burgemeester, zei de gemeente-secretaris, die aan den toon en de houding van zijn chef be merkte dat er een ernstige zaak in het spel was Ga, ik wacht. De secretaris vertrok haastig. Zijn afwezigheid was van korten duur. Na drie minuten kwam hij terug met het register, dat wij kennen, en waaruit Raoul Duchemin de akte had gehaald, die hij aan Soliveau had ge geven. Mijnheer de burgemeester, hier is het, zei hij. Dit register bevat de jaren 1859, 1860, 61, 62, 63, 64, 65 en 66. Zoek op folio twee van het jaar 1862. Met bevende hand doorbladerde de secretaris het dunne boek. Ik ben er, zei hij. Waar is de akte, die er moest bijgevoegd zijn vroeg de burgemeester, den vinger op de bladzijde van het register leggend. Maar dat* weet ik niet, mijnheer, stamelde de secretaris. Wat, gij weet het niet riep dea mbtenaar van den burgerlijken stand met aangroeiende 'gramschap uit. Hebt gij het recht om dat niet te weten Zijt gij niet verantwoordelijk voor die zaak Er ontbreekt een ambtelijk stuk en gij weet niet waar het is Welnu, daar is het, mijnheer, voegde de burgemeester er bij, de ak te onder de oogen van den verbluften secretaris houdend. Inplaats van een afschrift te geven, heeft men het oorspronkelijke stuk afgegeven. Laat mij het ontvangbewijs van dat stuk zien, want gij hebt het niet kunnen afgeven zonder ontvangbewijs (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1