WIERINGER COURAÏ t 20e Jaargang. Dinsdag 8 Januari 1^29 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN -<a !\o. 2. UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTIëN: Van 15 regels 0.50 Iedere regel meer 0.10. BUREAU: Hippolytushoel Wierlngen. Telefoon Intercomm. No. 19. PARIJSCHE MODEBRIE VEN. -tb- BONTKRAGEN. Bont, met z'n warme, zijige glans is een bij zonder flatteuze dracht. Eiken winter opnieuw, als de koude dagen komen, hebben we volop ge legenheid ons van dit natuurlijke schoonheids middel te bedienen. Maar ttoch dit jaar meer dan anders. En wel door de mode der bontkra gen, losse of op den mantel bevestigde. De luxe van een bontmantel kan niet ieder zich permiteeren. Maar een bonten kraag, des noods van een geverfd konijnenhuidje gemaakt, valt binnen ieders bereik. En ze zijn zoo aardig, de bonten kragen van den winter '28—'29, zoo verschillend van model, vol fantisie en grillig heid. De een draagt een enorme, bolstaande bontkraag waarin bijna het geheele hoofd schuil gaat. Een ander heeft een reepje bont aan den hals gestrikt, zoo smal bijna als een lintje en even soepel. En beide uitersten zijn evenzeer in de mode, zijn elk in hun soort even aardig. Dat hangt veel van de persoon der draagster af. Een forsche gestalte tooie zich niet met teveel en vooral geen langharig bont. Bij een zwanenhals behoort een andere bontgarneering dan bij een korten, dikken hals. Een kleine gestalte kan een geringere hoeveelheid bont verdragen dan een groote. Maar ieder kan iets naar z'n gading vinden. Heel veel bont wordt gedragen in den vorm van een das, met een strik op zij, van vo ren of, wat heel nieuw is, op den rug. Soms zijn de uiteinden alleen maar even door elkaar ge knoopt en hangen los af, soms afgewerkt met een zijden slip in dezelfde kleur. Er zijn rechte, staande soldatenkragen. snoe zige pelirines glad of met golvende rand, fi chu's van bone, vierkante bontdoeken die op dezelfde manier als de zijden halsdoeken van FflUTLlETOff. No. 130. Hij vroeg zich af waarom Duchemin niet kwam hij begon te vreezen, dat de jongeman te doen had gehad met Ovide Soliveau en datt hem een ongeluk was overkomen. Waarom is mejuffrouw Amanda, die hiei gisteravond geweest is, niet teruggekomen zeide hij eensklaps bij zichzelven. Waarom komt zij dezen morgen niet Zou alles in duigen val len, op het oogenblik, dat ik het voorgevoel heb, dat de waarheid over het drama van Alfortville eindelijk aan het licht zal komen, evenals de waarheid over de laatste misdaden, door Soli veau gepleegd op bevel van Paul Harmant Zou Roaul Duchemin in zijn onderneming niet geslaagd zijn Zou Ovide hem vermoord heb ben De kunstenaar, door sombere gedachten ach tervolgd, liet zich neervallen op een der zetels in zijn atelier en verviel in een droef gepeins, toen de deur geopend werd. De kamerdienaar verscheen. Wat verlangt gij, vroeg de gewezen voogd van George, hopende, dat zijn die naar hem A- manda of Raoul zijn aandienen. Hij bedroog zich. Het antwoord was Mijnheer, het zijn de bestellers, die de schil derij komen halen. Laat ze binnenkomen. Toen de bestellers binnen waren, wees de kunstenaar hun de kist aan en zeide Ge moet dat met veel zorg behandelen. Wij zijn daaraan gewend, mijnheer Castel, antwoordde een der mannen. Ge weet wel, ik ben het altijd, die uw boodschappen doet, en gij hebt nooit te klagen gehad. Welnu, gaat uw gang. Neem de kist op aan den eenen kant, ka meraad, ikzal ze opnemen aan den anderen kant. We zullen dat eens zorgvuldig wegbren gen. De kist, hoewel van geen groote afmetingen, was zwaar. Zijt ge er vroeg degene, die het eerst ge sproken had. Ja, Hop Hetzij door onvoorzichtigheid, hetzij ten ge volge van een verkeerde beweging, liet de eer ste besteller los, op het oogenblik dat zijn ka den vorigen zomer worden omgeknoopt. Er is zoo'n geweldige verscheidenheid op dit gebied dat men bijna niet meer over een bepaalde mo delijn spreken kan. Mits 't maar een bonten kraag is en goed staat, is elke fantasie geoor loofd, hoe vreemd ze ook is. MODERN HANDWERK. O, die beeldige, precieuse borduurwerkjes uit vroeger dagen, met steekjes zóó fijn en bijna on zichtbaar, dat we ons afvragen of onze overgroot moeders niet betere oogen hadden dan wij. Ze ker hadden ze meer geduld en veel meer tijd. De handwerkjes waarmede de moderne vrouw haar kleeding siert, geven een typisch beeld van onzen haastigen gejachten tijd waaraan ook de mode meedoet. Zou 't niet doodjammer zijn om dagen lang te zitten pieken ter versiering van een japon of sjaal die we maar een enkel seizoen dragen Hoe veel meer geëigend is dan zoo'n vlug opgeworpen ornament van ge-appli- queerde bloemen of zoo'n grillige samenstelling van hoeken en cirkels, niets beteekenend en toch door een goede combinatie van kleuren zoo prettig doend. Sommige driehoeken van wollen stof, die men als een fichu om den hals knoopt, hebben op de punt een leuke versiering, zooiets als kinde ren in hun plakboeken aanbrengen van glan zende, felgekleurde papieren driehoekjes, cir kels en vierkanten, 't Ziet er gedurfd uit en toch voldoet zoo'n doek bij een effen, eenvoudig ja ponnetje uitstekend. Sjaals zijn op de uiteinden met vlechtwerk versierd met smalle of breede banden en verschillende'tinten door elkaar. Een citroengele halsdoek is met niet anders dan zeer lang, puntige driehoek gegarneerd van groene stof. Een effen indigoblauwe doek heeft een punt uit beige en bruine blokjes samenge steld, een ander in dezelfde kleur vertoont roo- de en paarse blokjes. En deze zelfde ornamen ten zien we op de kussens en kleedjes toegepast die het moderne home sieren. WILHELMINE. BINNENL. NIEUWS. PAARD OP HOL. Doordat het schrok sloeg het paard van land bouwer A. H. te Leur (gemeente Etten en Leur) op hol. H. viel van den wagen en kreeg beide wielen over het lichaam. In deerniswekkenden toestand werd de ongelukkige naar het zieken huis overgebracht. PAS TOCH OP 1 Een der huisgenooten van den heer P. W. te Capelle (N.-Br.) stiet een bord kokende pap van de kachel. Een klein kindje kreeg den hee- ten inhoud over het hoofd en lichaam. Men vreest het ergste. DRIJFIJS IN DE BINNENWATEREN. Er komt reeds veel drijfijs in de Friesche bin nenwateren, tengevolge waarvan de vaart voor zeilschepen is gestremd. Uit vrees wederom maandenlang in de haven van Lemmer te wor den opgesloten, zooals vorige jaren, zijn Zater dag bijna alle Lemmervisschers naar Stovoren vertrokken. DE SUIKERBIETENCULTUUR IN NEDERLAND. Over de moeilijkheden der suikerindustrie in Nederland sprak Zaterdagmiddag in hotel „De Beurs" te Hoofddorp de heer Bommel van Vlo ten, van den Bond van Coöperatieve Suikerfa brieken in Nederland. Voor een groot aantal landbouwers van ver schillende landbouwvereenigingen zette spr. de moeilijkheden dezer industrie uiteen. Wanneer de regeering geen maatregelen neemt om de suikerbietencultuur op een of andere wijze te steunen, dan gaat deze cultuur, die aan zoove- len een bestaan geeft, ten onder. Sinds de Sui kerconventie van Brussel 1902 konden de Ne- derlandsche producenten gemakkelijk het hoofd bieden aan de buitenlandsche concurrentie. Na den wereldoorlog en het opheffen van die con ventie, is dit een onmogelijkheid geworden. Wanneer de landbouwers geen 19 a 20 per 1000 Kg. bieten kunnen maken, dan is deze cul tuur niet loonend meer, en zooals de prijzen thans zijn, kan men zelfs spreken van een nood- toestand. Aan het debat, dat op deze rede volgde, nam o.a. het Tweede Kamerlid Van den Heuvel deel. die zich ook op het standpunt van steunverlee- niging stelde. De vergadering nam tenslotte een motie aan, welke tot de Regeering gericht zal worden en waarin wordt aangedrongen op het steunen van deze hoogst belangrijke cultuur. NIEUWE OPLICHTERSTRUC. De motorfiets van f 85. Vrijdagmiddag werd de 40-jarige Duitschers G. B. uit Gelsenkirchen, op den Westzeedijk te Rotterdam aangesproken door een hem onbe kenden man, die hem vertelde dat een tweed" onbekende, die op eenigen afstand met een mo-, torrijwiel stond, hem om 100 had gevraagd, in ruil waarvoor hij dan zijn motorrijwiel zou afstaan. De eerste onbokende vertelde geen mo torrijwiel noodig te hebben, doch vroeg den Dub scher, of het somo iets voor hem was. Aange lokt door het koopje, begon B. te onderhande len met den eigenaar van het motorrijwiel, die hem vertelde dat hij naar Maastricht moest en dringend om geld verlegen zat. Tenslottp werd met het eens over den prijs van het motorrijwiel. Dit werd voor 85 aan den Duitscher ver kocht. Toen deze het motorrijwiel eens wilde probeeren, nadat hij betaald had, weigerde de motor. De eerste onbekende bood welwillend zijn hulp aan om het euvel te verhelpen, stapte op het rijwiel en reed er mee weg. Toen hij na geruimen tijds wachtens niet terugkwam, be gon de Duitscher tegen den tweeden onbekendp te mopperen. Deze verklaarde den motorvluch- teling geheel niet te kennen en verdween na een poosje ook. Na lang wachten kwam de in woner van Gelsenkirchen tot de ontdekking. meraad de kist oplichtte deze laatste kantelde om en sloeg met geweld op den vloer neer, het •kartonnen paardje verpletterend. Ezels Kondt gij niet wat voorzichtiger zijn riep de kunstenaar uit, de tafel verlatend, waarop hij bezig was een briefje te schrijven voor zijn gewezen pleegzoon. Wat kan ik er aan doen, mijnheer Castel Het is uit mijn handen gegleden, antwoordde de besteller, achter zijn oor krabbend. Aan de schilderij is geen kwaad bekomen. Maar ik denk dat het paardje, dat daar stond, er onder ver pletterd ligt. Gelukkig was het niet veel wanrd. Ezels herhaalde de kunstenaar. Als ge niet sterk genoeg zijt, kan mijn bediende u hel pen. O, neen 't Is niet noodiig. Ge zult het zien. De twee mannen namen weer elk een eind van de kist vast, tilden ze op en verlieten hel het atelier, zonder verder ongeval. Het kareonnen paardje was letterlijk verplet terd. Uit den opengespleten buik hing werk, ver frommeld papier en stukken lorren. Wat zal Georges zeggen mompelde E- tienne, met den voet den overblijfselen van het paardje wegstootend. Hij hechtte zoo zeer aan die herinnering! 't Is een ongeluk§en waar ongeluk. Terwijl het gebroken paardje over den vloer gleed, liet het achter zich papieren na, welke E- tienne opgemerkt had, doch hij bekommerde er zich niet om, daar hij den brief moest voltooien, dien hij bezig was aan Georges te schrijven. Hij schreef dus voort. Ziehier den inhoud „Mijn beste jongen. Het is vandaag, dat gij uw vijf-en-twintigste jaar bereikt. Ik herinner het mij, zooals gij ziet, en ik zend u de beloofde schilderij. Ik heb u daarenboven belangrijke mededeelingen te doen. Ik zal bij u zijn tegen negen uur. Ik hoop, dat gij op mij zult wachten. Uw gewezen voogd en vriend voor altijd, ETIENNE CASTEL." De bestellers kwamen terug. Het is opgeladen, mijnheer Castel, zeide een hunner. Waar moeten wij het brengen Naar dit adres, rue de Bonaparte. Gij moet dezen brief overhandigen aan mr. Georges Da- lier, bij wien gij moet zijn. 't Is goed, mijnheer Castel. Gij moet vervolgens hier terugkomen mijn hediende zal u betalen. Begrepen, mijnheer Castel. dat hij de dupe was geworden van twee handi ge oplichters. In arrenmoede ging hij toen aangifte doen van het gebeurde bij de politie van het bureau Witte de Withstraat;. Het verkochte maar niet geleverde motorrijwiel draagt het merk Dur- kop, is zwartgelakt, heeft geen duo-zitting en is genummerd Gr. 3612. Het signalemcnf der op lichters luidt leeftijd circa 25 jaar, flink pos tuur, zwart haar, spreken beiden met Vlaamsch accent. EEN KLOPPARTIJ VOOR DE KERKDEUR. Uit Herkingen meldt men aan de Rotterdam mer dat het Nieuwjaarsdag aldaar tot een be treurenswaardige kloppartij is gekomen. Te Herkingen ontstond een twist in de Geret. Gemeente van'ds. Bakker, met als gevolg een procedure over het kerkgebouw. Daar het kerk je van een middeleeuwsche soberheid is, werd door hen, die zich voegden bij de Geref. Gemeen ten in Nederland, besloten een nieuw kerkge bouw te stichten, dat echter op zóó korten af stand van het oude kerkje staat, dat er volgens wettelijke bepalingen geen godsdienstoefenin gen zullen mogen gehouden worden, indien bii rechterlijk vonnis het oude kerkgebouw mocht worden toegewezen aan de Gemeente van ds. Bakker. De burgemeester verbiedt samenkomsten in de nieuwe kerk, zoolang de zaak nog hangt bij Ged. Staten van Zuid-Holland. Ondanks dit verbod hielden de aanhangers van de Geref. Gemeenten in Nederland Oude jaarsavond toch godsdienstoefening in de nieu we kerk en op Nieuwjaarsmorgen zou dit weer geschieden. Kerkgangers geraakten toen hand gemeen met den burgemeester, waarom de veld wachters gebruik moesten maken van hun e-um mistok, waarmee ze beduchte klappen uitdeel den. De twee mannen vertrokken. Tjoen hij zich omkeerde, wierp Etienne op nieuw een blik op de overblijfsels van het kar tonnen paardje, en op de papieren en lorren, die eruit gevallen waren. Het beruchte paard van Troje was niet be ter gevuld zeide hij bij zichzelven, den heelen boel oprapend. Wat heeft men daar toch al in gestoken Terwijl hij dit zeide, zag de kunstenaar de papieren na. Dat kan zoo niet van den fabrikant komen, ging hij voort. H£t is zeker George, toen hij klein was, die alzoo den buik van het speelgoed heeft opgevuld. Eensklaps bleef Etienne versteld staan, de oogen wijd open, de blikken gevestigd op een blad papier, dat hij ontvouwd had. Hij werd zeer bleek. Een naam, dien hij voorzeker niet verwachtte daar aan te treffen, had eensklaps zijn aandacht getrokken. Jacques Garaud stamelde hij. Een brief van Jacques Garaud aan Jeanne Fortier geschre ven. Hij voegde erbij, terwijl zijn handen en lippen beefden van ontroering Mijn hemel, indien het eens de brief was. „Allerliefste Jeanne, Gisteren beloofde ik u, binnen een korten tijd, het fortuin en het geluk voor u en voor uw kin deren te verzekeren. Ik kan ze u thans op eer. stellige en onmiddelijke wijze beloven. Morgen zal ik rijk zijn, of ten minste de mid delen om tot een groot fortuin te geraken, zul len in mijn handen zijn. Ik zal een uitvinding bezitten, die mij onberekenbare winsten zal be zorgen, en ik zal ongeveer tweehonderd duizend francs bezitten, om die uitvinding uit te voeren. Geen valsche schaamte, Jeanne. Denk aan uw kinderen, die de mijne zullen worden, en die gedachte zal u moed geven. Hedenavond te elf uur, zal ik u, met kleinen George, op den brug van Charenton afwachten, en ik zal u naar een veilige schuilplaats bren, gen, van waar wij morgen naar den vreemde zullen vertrekken, waar wij rijk en gelukkig zullen zijn. Verlaat zonder spijt dit huis, waar de baas u wegjaagt kom tot dengene, die u bemint en u nooit zal verlaten. Indien gij niet kwaamt, Jeanne, weet ik niet, tot welk uiterste de wanhoop mij zou drijven. Maar gij zult komen. JACQES GARAUD. 7 September 1861." BUITENLAND. VERMAKELIJKE SPOOKGESCHIEDENIS. Te Seetz in Meclenburg was een doode begra- Ven en de vrouwelijke nagelaten betrekkingen waren bevangen door een vreeselijken angst voor spoken. Op een avond hoarden zij een ver dacht geritsel in een kamer en sidderend haal den zij den waakhond, maakten voorzichtig open en lieten den hond er n, meteen de deur op slot doend. De hond begon onmiddellijk er barmelijk te janken, wat den angst van de vrou wen nog verhoogde en nu werd een gendarme er bij geroepen. Deze, gewapend met een sabel revolver en een paar moedige boeren met ster ke knuppels kwam voorzichtig in het huis en drongen dapper de spookkamer binnen. Meteen hield het gehuil van den hond op en vroolijk sprong hij omhoog tegen zijn.bevrij ders. Want hij had alleen maar zoo gejammerd omdat bij het haastige sluiten zijn staart tus- sehen deur en deurpost was bekneld geraakt. Sapristiriep de kunstenaar uit, na gele zen te hebben. Maar dat is.de brief, dien Jean ne Fortier dacht vernietigd, verbrand te zijn Het is het bewijs harer onschuld, waarvan zij altijd sprak, waarop zij zich altijd beriep En dat bewijs was zoo dicht bij haar De zin van dien brief is duidelijk. Jacques Garaud spreekt van een som van on geveer twee honderd duizend francs, en hon derdnegentig duizend francs zijn bij Jules La- broue gestolen. Hij spreekt van een uitvinding, waarvan de winisten onberekenbaar zullen zijn. 't Is de uit vinding gedaan door Lucien's vader. O, God, Die toegeaten heeft, dat dit stuk te ruggevonden werd op dit oogenblik, is een God van gerechtigheid Wanneer hij verneemt, dat hij de zoon is van Jeanne Fortier, zal Georges terzeifdertijd vernemen, dat hij zijn moeder in eere kan herstellen, en voortaan zal niets meer Lucien beletten, zijn naam te geven aan het meisje, dat hij bemint en dat hem waardig is Etienne hield plotseling op met spreken. Ja, hernam hij na eenige oogenblikken. Maar, zoo Jacques Garaud niet meer in leven is Zoo Paul Harmant de man niet is, dien ik denk. Zoo Ovide Soliveau Duchemin vermoord heeft Neen Neen dat kan niet zijn! God zou zulks niet toelaten Jeanne Fortier is onschuldig, hier is er het bewijs van in dezen brief van Jac ques Garaud. Ohad ik drie regels handschrift van Paul Hjarmant. Dë vergelijking zou beslis send zijn. Op dit oogenblik werd er gebeld en bijna on middellijk daarna werd er geklopt aan de deur van het atelier. Binnen riep Castel. De deur ging open. Raoul Ducemin, met den schouder tegen den deurpost leunend, stond aan den ingang. Eindelijk zijt ge daarriep de kunstenaar uit, naar den jongeman toesnellend en hem bij de hand nemend om hem in zijn atelier te trek ken. Rooul, verplicht om sneller te gaan dan hij kon, uitte een kreet van pijn. Wat is er vroeg Etienne verrast en ongt^ rust. Ik ben gekwetst, antwoordde de jongeman Gekwetst Waar Hoe Ik heb den voet verstuikt. Dan zal het niet erg zijn. Wat nieuws brengt ge (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1929 | | pagina 1