J.R. KEUSS TABAK
TUTTE
20e Jaargang.
Vrijdag li Januari 1029.
No. 3.
|S»| NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw
J. k. KbUSS
Laat 125 - ALKMAAR.
■WIERINGER COURAKÏf
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
een waarborg voor de kwaliteit.
PROVINCIALE
„VAN WEEK TOT WEEK RUBRIEK."
Wetenswaardigheden over het ijs. Pu
bliek zonder dominé, dominé's zonder
publiek en een dominé met te veel
publiek.
Natuurlijk moeten wij beginnen met vandaag
te schrijven over ijs. Dat kan niet anders, wij
behandelen hier de belangrijkste zaken uit onze
omgeving en wat is in de afgeloopcn dagen be
langrijker geweest dan ijs en schaatsenrijden
We moeten dus over ijs schrijven.
En nu is het zoo jammer, dat we over het ijs
zoo weinig weten te vertellen. Ja, men heeft
overal reeds gereden, dat spreekt vanzelf. Hard
rijderijen zijn in onze provincie nog niet gehou
den, althans niet, voor zoover we kunnen na
gaan. Een plaats als Bergen is te benijden, want
daar kan men niet alleen overdag rijden, maar
ook 's avonds bij kunstlicht. Dat is een pracht
uitvinding, niet alleen voor de ijssport, maar
ook voor de verliefde paartjes. Schaatsenrijder
is toch voor allen een romantische sport en niet
overal is het even licht. Enfin, we kunnen de zon
in het water, pardon, op het ijs zien schijnen
Verder zijn er natuurlijk overal kwajongens
door het ijs gezakt, wat ook al geen nieuws is.
Jammer genoeg, moeten wij hier ook melding
maken van een tweetal ernstige ongelukken,
waarbij beide malen slachtoffers te betreuren
zijn. In de eerste plaats een bericht uit Lutje-
broek tusschen Hoorn en Enkhuizen), waar een
tweetal kinderen uit hetzelfde gezin verdronken
zijn. Het ongeluk werd pas ontdekt, toen de
moeder haar kinderen naar huis riep, omdat het
schooltijd werd.
En in de tweede plaats wordt een geval ge
meld uit Zuid-Scharwoude, waar een 11-jarige
jongen, die op weg was van school naar huis en
daarbij een stuk over het ijs ging, in een wak
geraakt en eveneens verdronken. Bij deze ge
vallen is het tot nog toe in onze omgeving ge
bleven. Laten we hopen, dat we de volgende
keer hier niet meer ijsongelukken hébben te
hermeiden
Als we tenslotte mededeelon, dat het eiland
PüUHllSTON.
No. 131.
Goed nieuws.
Waar is Ovide Soliveau
Hij is aangehouden.
Aangehouden herhaalde de kunstenaar.
Is het mogelijk
Ja, dank zij de behendigheid van Amanda.
Ik zal u dit straks alles breedvoerig verhalen.
Laat ons nu met het dringenste beginnen en
veroorloof mij om te gaan zitten. Ik kan mij
niet meer staande houden.
De kunstenaar schoof haastig een stoel bij,
waarop Rooul zich liet neervallen met een zucht
van verlichting.
Spreek gauw nu, gauw hernam hij ver
volgens. Weet gij iets over Paul Harmant
Paul Harmant is dood.
Mary's vader dood riep Etienne Caste"
opnieuw.
Het is niet van Mary's vader, dat ik spreek
hernam Duchemin, maar wel van den man.
wiens naam gestolen is door dien schurk. De
echte Paul Harmant is, vijf-en-twintig jaar gele
den, te Genéve in een gasthuis gestorven en de
industrieel van Courbevoie, de millionnair, door
iedereen geacht, heeft zich van zijn naam mees
ter gemaakt, om zijn eigen persoonlijkheid te
verbergen.
Etienne beefde van ontroering.
Hebt gij daar het bewijs van vroeg hij.
Ja.
Welk bewijs
Hét beste, onbetwistbaarste van alle. Zie.
En Duchemin reikte aan den kunstenaar de
akte van overlijden, vroeger uit het register van
den burgerlijken stand te Genéve overgeschre
ven voor Ovide Soliveau.
De gewezen voogd van Georges las 't gretig.
Onmogelijk nog te twijfelen mompelde hij
vervolgens. Mijn voorgevoel had mij niet bedro
gen. Ik had de waarheid geraden,
En, ging Raoul voort, uit zijn zak de twee,
bundels papieren halend, die hij uit Ovide's les
senaar genomen had, hier zijn de andere papie
ren, welke ik den tijd niet gehad heb, na te zien:
zij zijn misschien ook van belang.
Och, wat geef ik om die papieren hernam
de kunstenaar, wiens gelaat van vreugde straal
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
Marken reeds weer van den vasten wal afgeslo
ten is, daar de postboot Maandag nog slechts
met groote moeite en gedeeltelijk al door de ijs-
vlet vervangen, een dienst heeft uitgevoerd, en
dat men op Marken zich al voorbereid heeft op
de eenzaamheid, door een buitengewonen voor
raad proviand, dan is hierbij al onze wetenschap
over het ijs uitgeput en meenen wij dus in dit
opzicht onzen plicht vervuld te hebben.
Overigens zijn er altijd menschen, die er voor
hun werk op uit moeten, koud of niet koud, ijs
of geen ijs. Zoo b.v. de nijvere werkers, die in
den nacht van Maandag op Dinsdag door een
raam aan den achterkant op visite kwamen bij
den dominé van Midden-Beemster. Ondanks de
kou werkten deze heeren in het zweet huns
aanschijns, peuterden alle kasten en kisten o-
pen, de brandkast incluis, en namen ongeveer
alles mee, wat draagbaar was, niet alleen het
huishoudgeld van Mevrouw en de kas van de
Hjervormde gemeente, maar ook alle sieraden
en zelfs dominé's sigaren (dat zal dan vermoe
delijk wel een goed merk geweest zijn en de
postzegels. De bewoners hadden van al die ma
noeuvres wel iets gehoord, maar zijn niet naar
beneden gekomen. En nu zijn er krantenschrij
vers, die durven beweren, dat dominé dan zeker
wel niet heeft gedurfd. Nota bene. Snapt U nou,
hoe ze zoo iets durven zeggen Ligt het niet
veel meer voor de hand om aan te nemen, dat
de arme man er niet toe komen kon, om uit zijn
warme bed te komen en in pyama op de dieven-
jacht te gaan Maar je hebt van die menschen,
en speciaal bij de krant, die overal wat achter
zoeken.
Had deze dominé dus over te veel bezoek te
klagen, aan den anderen kant zijn er een heele-
boel collega's, die best wat meer bezook konden
gebruiken. Het record in dit opzicht is zeker wel
geslagen te Aartswoud, waar de vorige Zondag
voor den kerkdienst slechts twee menschen op
kwamen
En het omgekeerde geval, publiek zonder do
miné, dat hebben we in Zuid-Scharwoude mee
gemaakt, op Oudejaarsavond. Daar waren meer
dere dominé's uitgenoodigd, om dien avond te
ikomen preeken, doch geen enkele verscheen.
Waarom dat raadt U nooit. Er was kwestie
gerezen tusschen den Kerkeraad en den Raad
van Beheer over de traktementen. En nu kwa
men de dominé's op voor hun belangen en
staakten
Zoodat. Zuid-Scharwou ongesticht van hef
oude in het nieuwe ging.
BINNENL. NIEUWS.
HET IJS.
Alle verkeer ever zee ligt stil.
Menmeldt uit Kampen
Gisteren is ook de nachtdienst ZwolleAm
sterdam over zee gestaakt. De salonbooten gaan
nu binnen door. Thans ligt alle verkeer over
zee stil, uitgezonderd de Urker postboot, die de
verbinding KampenUrk nog onderhoudt. De
de. Ik heb, wat ik noodig had, en ik bekommer
mij niet om de rest. Ha Jacques Garaud, nu
beb ik u.
Hij belde.
De kamerdienaar verscheen terstond.
Gij hebt zeker beneden een rijtuig staan
vroeg Etienne Castel aan Raoul.
Ja, mijnheer.
De, kunstenaar ging voort, zich tot den ka
merdienaar wendend
Stap in het rijtuig van mr. Duchemin. Rijd
naar Coubevoie, naar de fabriek van Paul Har
mant. Zeg aan mr. Lucien Labroue, dat gij hem
komt halen van mijnentwege, dat hij alle werk
moet laten staan, en aanstonds met u medegaah
Als hij u iets vraagt, zult gij hem zeggen, dat ik
hem zaken van het hoogste belang heb mede te
deelen.
Zeer goed, mijnheer.
De kamerdienaar verliet het atelier.
Ha mijn beste Raoul, riep Etienne uit, den
gewezen stadhuisbediende van Joigny de hand
drukkend, gij hebt ruimschoots door een goede
daad uw fout goed gemaakt, welke gij in een
oogenblik van dwaasheid begaan hadt. Thans
heb ik groote dingen te vervullen, waarvan gij
zult getuige zijn.
Maar, ging de kunstenaar voort, wij mogen
het noodzakelijke niet vergeten wij zullen ont
bijten, want als Lucien Labroue komt, zullen
wij moeten uitgaan.
Etienne verliet zijn gast, en keerde na tien
minuten terug, gekleed, gereed om uit te gaan.
Raoul leunde op den arm van den kunstenaar
beiden gingen den eetzaal binnen en zetten zich
aan tafel.
En nu, vertel, zeide Etienne. Ik zal u aan-
hooren met een belangstelling, waarvan gij u
geen denkbeeld vormt.
DUchemin verhaalde tot in de kleinste bijzon
derheden de voorvallen van den vorigen nacht.
Nu Ovide aangehouden is, riep de kunste
naar uit, na dit verhaal aangehoord te hebben,
nu de booswicht den naam van zijn medeplichti
ge heeft uitgesproken in tegenwoordigheid der
agenten, zal men zonder twijfel het huis van
Paul Harmant doen bewaken. Dat geeft echter
niets. Ik zal hem wel zien, voordat hij aangehou
den is, want met een millionnair, die tot nu toe
algemeen geacht was, gaat men voorzichtig te
werk. Wat Jeanne Forter betreft, wij zullen on«
met haar bezighouden, zoodra ik afgerekend
heb met Jacques Garaud. Zoo zij in dien tijd
werd aangehouden, ben ik toch zeker, haar voor
loopige invrijheidstelling te bekomen.
ADVERTENTIëN:
Van 1—5 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
dienst tusschen Urk en Enkhuizen is wegens het
zware ijs gestaakt.
De „Friesland" van de Holland-Friesland-
Groningen-lijn is gistermiddag 2 uur van Am
sterdam te Lemmer aangekomen de „Gronin
gen 4", van de Groningen-Lemmer-Stoombool,
Mij., om 5 uur. De booten hebben over deze reis
resp. 15 en 21 uur werk gehad de normale over
tocht wordt in 5 uur gedaan.
Dfe motorboot „Zuiderzee" en de „Groningen
4" zijn bij hun pogingen, door de ijsmassa te
breken, op elkaar geloopen, waardoor de kop
van de eerste en de achtersteven van de laatst
genoemde boot belangrijk beschadigd zijn.
De kop van de „Zuiderzee" is in den achter
steven blijven steken. De schade wordt op meer
dan 1000 geschat.
De kapiteins rapporteerden veel ijs in zee te
hebben aangetroffen.
TREINEN EN RIJP.
Een paar jaar geleden was, zooals men zich
zal herinneren het electrische treinverkeer ge
heel gedesorganiseerd door ijzel. Wij vernemen,
dat gisteren het treinverkeer van de rijp geen
last had.
LEVEND VERBRAND.
Woensdagmorgen is een 93-jarige alleenwo
nende weduwe te Bemelen bij Maastricht levend
verbrand. De oude vrouw is gewoon 's morgens
een petroleumkalhel aan te steken. Haar klee-
ren hebben daarbij vlam gevat, waarop zij naar
buiten is gevlucht. Men vond haar verkoolde lijk
op straat voor de deur liggen.
TELEFOONDRAAD GESTOLEN.
Van de telefoonlijn tusschen Noordwijk en
Zandvoort is gisteren, op het terrein van het
Staatsboschbeheer, ongeveer 110 meter telefoon
draad afgeknipt en meegenomen.
UUITVNLAND.
WILHELM II EN DE POOLSCHE
KLEERMAKER.
In het Berliner Tageblatt vertelt dr. F. S., hoe
een Poolsch snijdertje een beroemd mensch is
geworden.
Voor den oorlog had een kleermaker te Berlijn
den naam, de uniformen en rokcostumes voor
de elegante en adellijke wereld met de beste
coupe af te leveren en ieder, die er prijs op stel
de als goed gekleed te gelden, liet dan ook zijn
kleeren bij dezen kleermaker maken. De man
verdiende schatten maar er ontbrak nog één
ding aan zijn geluk, hij wilde óók de kleermaker
van Z. M. den Keizer zijn. Dank zij zijn goede
connecties en zijn goede snit slaagde hij er in
derdaad in, de clandisie van Wilhelm II te krij
gen. Maar het moest een streng geheim blijven
en niemand mocht weten, waar de Imperator
Rex zijn tallooze uniformen en civiele kleeding
liet maken.
Op dit oogenblik trad de kamerdienaar de eet
zaal binnen.
Hij bracht Lucien Labroue mede.
Mijn beste heer, zeide deze laatste, gij zijt
het, ik ben geheel ontroerd. Het schijnt, dat gij
mij zeer gewichtige zaken hebt mede te deelen.
Ja, zeer gewichtig, stemde Etienne Castel
toe.
Spreek dan spoedig
Ik ken den moordenaar uws vaders.
Lucien werd zeer bleek.
Zijn lippen bewogen zich, doch hij kon geen
enkel woord uitbrengen.
Ik ken hem, ging Etienne voort, en het is
dank zij dezen heer, hij wees op Raoul Duche
min, dat de schurk ontmaskerd is.
De zoon van Jules Labroue kreeg plotseling
zijn koelbloedigheid terug.
Hoe heet de 'moordenaar vroeg hij.
Gij zult het te zijner tijd weten, en dit zal
spoedig zijn, antwoordde Etienne. Mijnheer Du
chemin, voelt gij u sterk genoeg, om ons te ver-
gezelle'n, door op Lucien en op mij te leunen
Waar gaan wij heen vroeg Lucien,
Naar uw vriend, Georges Darier.
Etienne nam zijn hoed en de drie mannen
stapten in het rijtuig, dat hen naar de reu de
Bonaparte bracht.
HOOFDSTUK XXVIII.
Lucie Fortier had den geheelen avond op
Moeder Lize gewacht, eerst met geduld, doch
toen het tien uur sloeg, zonder dat de brood
draagster was teruggekeerd, begon het meisje
ongerust te worden.
En langzamerhand veranderde haar onrust in
pijnlijken angst.
Het sloeg middernacht.
De brooddraagster was nog niet teruggekeerd.
Lucie, die zeer ziek was, zooals wij weten, cn
uitgeput van krachten, legde zich te bed, doch
het was haar eerst onmogelijk de oogen te slui
ten.
Zij richtte zich onophoudelijk van haar leger
stede op luisterde naar het minste gerucht, dat
zich in het huis deden hooren.
De tijd verliep zeer traag.
Eindelijk, omtrent vier uur 's morgens, had
de vermoeienis de overhand op den angst en
Lucie viel in een diepen slaap.
Het was acht uur, toen zij wakker werd.
Hlaar gedachten kwamen haar aanstonds op
zeer duidelijke wijze voor den geest. Zij herin
nerde zich haar vrees, haar angst ten opzichte
BUREAU:
Hippolytushoef Wier lii gen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
Het bleef ook een geheim. Maanden lang werd
Z.M.'s kleerkast voorzien, zonder dat luid of
fluisterend werd gesproken over den drukken
klant. Maar de kleermaker kreeg een coupeur in
dienst, een Pool, Lescinsky genaamd. Toen de
ze een uniform van de allerbeste stof moest
maken en de linkermouw korter moesf zijn
dan de rechter, kwam hij op de snuggere gedach
te, dat de drager niemand anders dan de kei
zer kon zijn.
Hij maakte de uniform tot velledige tevreden
heid van den monarch. Maar hij schreef op het
stijve lienen, dat met de voering in de uniform
werd genaaid de Poolsche woorden „Jeszce
Polska nie zginiela", „Nog is Polen niet verlo
ren de beginwoorden van het Poolsche-volks
lied. En in elle verdere kleedingstukken, die hij
voor den geheimen klant met den korten linker
arm maakte, kwamen deze woorden mede in de
jas, of wel de woorden „Boze zhaw Polska"
„God verlosse Polen
Leczinsky is thans kleermaker te Warchau
en heeft bekend gemaakt, hoe hij de bede tot
bevrijding van zijn vaderland in de uniform en
burgerpakjes van Wilhelm II heeft genaaid. En
nu is hij een beroemd man geworden en evenals
indertijd heel Berlijn zijn kleeren bij Lescins-
ky's potroon liet maken, loopt nu heer Varsovi*
naar Lescinsky. En men zie in hem een soort
van bevrijder van het vaderland.
Daar de kleeren van Wilhelm II uit den tijd
voor den oorlog wel niet meer kunnen worden
onderzocht naar de juistheid der beweringen
van dit Poolsche snijdertie, kan ook niet wor
den vastgesteld, of hij misschien niet een klein
opsnijdertje is.
DORP IN RUSLAND DOOR WOLVEN
OVERVALLEN.
Met machinegeweren teruggedreven.
Uit Moskou wordt gemeld, dat groote troepen
wolven het dorp So'esjan in het gouvernement
Wladdiwostock hebben overvallen. Vier boeren
werden door de wolven gedood en drie gewond.
Heele kudden vee werden door de uitgehonger
de roofdieren verscheurd. Een af deeling van
het Roode Leger ondernam een aanval op de
wolven met machinegeweren, waarbij 120 wol
ven werden neergelegd. Men vermoedt, dat de
wolven uii China naar Siberië gekomen zijn.
EEN ONTAARD VADER.
Op den straatweg van Passau naar Linz wer
den Dinsdagmorgen twee knapen, resp. 10 en
13 jaar oud, half bevroren gevonden. Zij vertel
den, dat zij waren komen loopen van Schind-
lau-Rohrbach, een afzienlijke afstand; Hun ou
ders hadden daar een groote boerderij, maar
hun moeder was onlangs gestorven, hun vader
had zijn bedrijf van de hand gedaan en hun ver
teld, dat hij hun niet meer kon gebruiken, zoo
dat ze maar moesten trachten zelf hun brood te
verdienen. Met een stuk brood als eenig bezit
gingen ze op stap. Veertien dagen lang hadden
zij met bedelen in hun onderhoud voorzien.
van Lize Perrin.
Zij sprong uit haar bed, kleedde zich spoedig
aan, en ging aan de deur van Jeanne kloppen.
Zij kon geen antwoord bekomen, daar de ka
mer ledig was.
Het meisje, wier angst verdubbelde door dat
stilzwijgen, begaf zich bij de portierster.
Madame Dominique, vroeg zij haar, hebt gij
dezen morgen Moeder Lize niet gezien
Neen, mejuffrouw, en dat verwondert mij
ten zeerste. Ik heb gisteravond tot middernacht
afgewacht. Dezen morgen heeft zij geen brood
gebracht, en het is nu bijna reeds negen uur.
Zou de arme vrouw iets overkomen zijn Een
nieuw ongeluk
O zeg dat niet, gij doet mij beven riep
Lucie uit. Ik ben reeds genoeg bestormd door
angstige voorgevoelens Ik zal mij naar de rue
de Dauphine, naar de bakkerij Lebret begeven.
Daar zal men voorzeker toch iets weten.
Gij uitgaan, mejuffrouw Ziek en zwak 'als
gij zijt Dat is zeer onvoorzichtig
Ik zal eerst naar „De Bijeenkomst der Bak
kers" gaan, zeide Lucie bij zichzelve, toen zij
het huis aan de quai de Bourbon verliet.
En zij richtte zich naar de rue de Seine.
Tegenover de herberg gekomen, bleef zij ver
steld staan.
Verscheidene vrouwen stonden in een groep
op het trottoir te praten.
Welnu, wat een ongeluk riep een der vrou
wen uit. Is dat tegenslag hebben. Zulke brave
lieden, de eerlijkste lieden ter wereld En hun
winkel wórdt gesloten door de overheden, en
dat voor iets, waar zij niet verantwoordelijk
voor kunnen zijn, daar zij er geen schuld aan
hebben.
Het is de schuld der brooddraagster, die de
bakkersgezellen verdedigd hebben, zeide een
andere vrouw.
Die twee woorden De brooddraagster, deden
Lucie schrikken.
Zij bedwong nochtans zoo goed mogelijk haar
ontroering, en al haar moed verzamelend, na
derde zij de groep.
Verschoon mij, madame, zeide zij tot de
vrouw, die het laatst gesproken had. Ik heb uw
woorden goed verstaan, nietwaar „De Bijéén
komst der Bakkers" is op hevel der politie ge
sloten
Ja mejuffrouw.
Door de schuld van een brooddraagster
Ja mejuffrouw.
Zij wordt in de buurt Moeder Lize genoemd
(Wordt vervolgd.)