jUiim FRIS0 BAAI 20e Jaargang. Dinsdag 29 Januari 1929. NIEUWS- EN ADVERTENTIE WIERINGEN EN OMSTR BLAD VOOR EKEN Nn 8 WIERINGER COURA UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. AD VERTEN TlëN Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. GEMEENTE WIERINGEN. Raadsvergadering op Zaterdag 26 Jan. n.m. 2 uur. Afwezig de heer M. Kooij. Nieuwjaarsrede. Voorzitter, Burgemeester Kolff opent de verga dering en wenscht de leden in deze eerste verga dering in het nieuwe jaar toe, dat zij de gemeen tebelangen met evenveel rust en kalmte mogen behartigen als in het oude jaar. Hij wijst er verder op, dat de bevolking, die op 1 Jan. 1928 uit 3923 zielen bestond, op 1 Jan. 1929 was gestegen tot 4510. Nog nooit is er zoo'n snel le aanwas geweest. De oorzaak hiervan zijn de Zuiderzeewerken. Ook de raad heeft zich moe ten bezighouden met de daardoor veroorzaakte bijzondere omstandigheden. De bouw van hui zen en keten nam steeds toe. Tengevolge van het intensief verkeer eischten de wegen steeds meer zorg en dientengevolge grootere kosten. Getracht is, om hiervoor een vergoeding van het Rijk te krijgen, tot nog toe zonder resultaat. Zooals bekend is, worden echter de pogingen onverpoosd voortgezet. Ook de scholen werden te klein- en moesten uitgebreid worden. Door dit alles zijn de uitgaven op hooger peil gekomen. Daartegenover staat, dat ook de in komsten vermeerd zijn. De belastingen zijn iets hooger geworden. Ook in het-nieuwe jaar 'doen zich fveer vele vraagstukken voor, die om oplossing vragen. Spr. wijdt voorts eenige woorden aan den pas overleden ontwerper van het droogleggingsplan, Dr. Lely, die juist op dit oogenblik begraven wordt. In den loop der vorige eeuw ontstonden reeds verschillende plannen. Dat van dr. Lely is in het laatst van die eeuw ontworpen en het pleit voor zijn genialiteit, dat dit plan, na door vele deskundigen aan de nieuwste inzichten getoetst te zijn, bijna onveranderd is gebleven. Ten slotte spreekt voorz. zijn waardeering uit voor de keurige en onpartijdige verslagen, die de pers in het afgeloopen jaar heeft geleverd, en hoopt, dat dit ook voortaan het geval mag zijn. Hierna worden de notulen der vorige vergade ring gelezen en onveranderd goedgekeurd. Mededeelingen en ingekomen stukken. Ged. Staten hebben goedgekeurd het besluit tot het aangaan van een kasgeldleening van 100.000 evenzoo het besluit tot onderhandsche verhuring van den grond in de Elft aan N. Koorn De beslissing omtrent de begrooting voor 1929 is door hen verdaagd evenals die betreffende den aankoop van een pad van Armvoogden, daar het onderzoek hieromtrent nog niet is afgeloopen. Overgelegd wordt de maandstaat der Zeegras- Exploitatie over December. In die maand zijn geleverd 375 pak. - Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Ontwerp salaris-herziening. Nu volgt het schrijven van Ged. Staten betref fende de herziening der jaarwedden van Burge meester, Secretarissen en Ontvangers, vergezeld PüniLlETOü. van het bekende schrijven der commissie uit den Raad van Harenkarspel, om deze regeling niet goed te keuren, en van een schrijven van den Ned. Bond van Gemeente-ambtenaren, afd. N\- Holland, waarin het ontwerp wordt verdedigd. Volgens de klassenindeeling van het ontwerp behooren tot klasse IV de gemeenten van 3001 4500 inwoners, tot klasse V die van 45016000 inwoners en tot klasse VI die van 60018000 inw. B. en \Y. adviseeren als volgt Ged. Staten deden ons toekomen hun brief van 27 December 1928 No. 148, waarbij zij ter beoor deeling aanbieden een door hen ontworpen nieuwe regeling voor de jaarwedden van de Bur gemeesters, Secretarissen, en Ontvangers van de gemeenten in deze provincie met een zielental van 15000 en daar beneden. Bedoelde stukken voegen wij hiernevens. Genoemd College is daarbij uitgegaan van de overweging, dat, nu de tegenwoordige regeling behoudens de tusschentijdsche wijzigingen bin nen de grenzen dier regeling, gedurende tien ja ren zal hebben gegolden, naar hun oordeel deze jaarwedden herziening behoeven. Volgens.Ged. Staten zou naar de artt. 1 en 2 van het ontwerp voor deze gemeente aanspraak kunnen worden gemaakt op plaatsing in klasse 4. Wij wijzen er echter op, dat gedurende het af geloopen jaar de bevolking zoodanig is toegeno men, dat dit cijfer op 1 Januari j.1. was gestegen tot 4510, eene .omstandigheid, waarmede Ged Staten nog niet bekend konden zijn, zoodat uil dien hoofde plaatsing in de 5e klasse de juiste- klassificeering vormt. w Intusschen brengen wij U in herinnering, dat de laatste maal toen de salarisregeling aan c^c orde was, Uw College zich vereenigd heeft mei een voorstel van Gedeputeerde Staten om de gemeente Wieringen in een hoogere klasse te plaatsen dan zij naai- het zielental behoort, op grond van de bijzondere omstandigheden waarin deze gemeente verkeert als gevolg van uitvoering der Zuiderzeewerken. O.i. geldt dit motief ook thans nog ten volle, waarvan de enorme toena me der werkzaamheden een sprekend bewijs is. Indien men eens eene vergelijking tusschen vroegere toestanden en de tegenwoordige maakt, dan springt dit duidelijk in het oog. Noemen wij alleen slechts de uitvoering van openbare wer ken, waarvan voorheen slechts bij uitzondering sprake was, doch die thans het geheele jaar door voorkomen en zeer veel voorbereiding en bespre kingen eischen. Voorts stippen wij hier aan de belangrijke za ken, nog in een stadium van overleg verkeeren de, die nog niet aan Uwen raad konden worden voorgelegd, aangelegenheden betreffende, van het, hoogste gewicht voor de toekomst onzer ge meente. Naar ons oordeel is her dus een eisch van bil lijkheid de gemeente Wieringen in eene hoogere klasse te plaatse, dan waarvoor zij naar biet in wonertal in aanmerking komt, welk getal stel lig een stijgende lijn zal blijven toonen. Wij stellen U mitsdien voor aan Ged. Staten No. 136. Doch reeds was' Mary tusschen hem en de be zoekster gesprongen. Ik wil dat die vrouw spreekt:zeide zij. Ge weld bewijst niets Liegt zij, dan zult gij op haar beschuldigingen antwoorden. Onder den blik zijner dochter en daarbij, ge heel verdwaasd, liet de millionnair zich op een stoel neervallen. De vluchtelinge uit Clermont ging voort Een-en-twintig jaar geleden heeft die man gestolen, brand gestcht en gemoord en bij al die misdaden een misschien nog laffere daad voe gend, heeft hij doen gelooven, dat hij heldhaftig gestorven was en hij heeft mij in zijn plaats la ten veroordeelen daarna, bezoedeld met het bloed van het slachtoffer, waarvan hij het ver mogen geroofd had, heeft hij een valschen naam aangenomen en heeft uw moeder gehuwd. Maar zwijg! zwijg dan toch stamelde de fabrikant. Spreek ik wil hetzeide Mary voor den tweeden keer. In Amerika vergaarde hij een onmetelijk fortuin, ging de brooddraagster voort en hij keer de naar Frankrijk terug-om er op grooten voet te leven, terwijl ik langzaam in de gevangenis wegkwijnde. Alvorens te sterven, wilde ik mijn kinderen weerzien, van mij gescheiden, voor mij verloren, sedert de verschrikkelijke ramp, die mij getroffen had. Ik ontsnapte uit de gevange nis en ging op zoek om hen weer te vinden. Hij ook zocht ze, de ellendeling, en het toeval deed hem eerst den zoon van zijn slachtoffer ontmoe ten. Lucien Labroue, dien hij u tot echtgenoot wilde geven Het meisje stiet een dof gekreun uit, en zag haar vader aan, die het hoofd afwende. Lucien Labroue beminde mijn dochter, ver volgde Jeanne, en om hem de liefde uit het hart te rukken, had uw vader de eerlooze stoutmoe digheid om hem te zeggen Het meisje dat gij bemint, is de dochter van het ellendige schepsel, dat uw vader vermoord heeft 't Is afschuwelijk stamelde Mary, haar ge laat in haar handen verbergend. Ja, afschuwelijk, nietwaar Ziedaar wat op grond van genoemde omstandigheden te ad viseeren deze gemeente in te deelen in de 6e klas se, waardoor de burgemeester zal genieten eene jaarwedde van 4000,- tot 4800,-, de Secreta ris van 3500,- tot 4300-, en de ontvanger van 2150,- tot 2850,-. Gelijk uit het ontwerp blijkt gaan de ^ïsschentijdsche verhoogingen telkens in na 2-, 4-, 6- en 8-jarigen dienst en is het de be doeling de regeling 1 April 1929 in werking te doen treden. De heer Oden zegt, dat het hem verwondert, dat B. en W. nu aandringen op plaatsing in klas se VI, daar verleden jaar hetzelfde college ge tracht heeft de gemeente ten opzichte van de Per soneele belasting in een zoo laag mogelijke klas-! se te houden. Toen betrof het een belang voor dc geheele bevolking. Nu is er eigen belang bij en wordt getracht zoo hoog mogelijk te komen. Voorz. zegt, dat dit een heel andere indeeling is B. en W. hebben destijds verzoche d< gemeente ten opzichte der personeele belasting van klasse 8 in klasse 7 te brengen. Hieraan is nog geen ge volg gegeven, vermoedelijk, omdat er een nieuwe regeling voor de verhouding tusschen Rijk en gemeenten op komst is. Hij ziet echter het ver band tusschen de personeele belasting en de klas sen van dit ontwerp niet in. De heer Oden zegt, dat het Gollege toen toch ad viseerde, nie< verder te gaan dan één klasse, ter wijl er een belang van de heele bevolking mee gemoeid was. De heer M. Bakker zegt, dat we naar het zie lental in klasse V behooren en begrijpt niet, waar om nu plaatsing in de VIc noodig is. Voorz. wijst er op, dat 3 jaar geleden ook een ontwerp-regeling is behandeld. De Raad meende toen, dat de gemeente in bijzondere omstandig heden verkeerde, die hoogere classificatie recht vaardigden. De heer Jn. Lont zegt, dat deze regeling een ta melijke verhooging van uitgaven meebrengt Wordt het voorstel van B. en W. aangenomen dan zal de Burgemeester f600 meer krijgen, de Secretaris f 300, terwijl de Ontvanger een abnor maal grooten sprong maakt,, n.1. van f 1172.50 op f 2150.—, dus f 977.50 meer. En dit is nog maar 'n begin, want door de verhoogingen is het over 10 jaar nog veel erger. Hij acht plaatsing in de Ve klasse meer dan voldoende. De heer M. Bakker is het hiermee eens. Voorz. wijst er nogmaals op, dat Ged. Staten rekening hebben gehouden met een bevolking van 3923 inwoners. Het nieuwe aantal was hun nog niet bekend. De heer Oden We zijn nu nog maar 10 boven de 4500. Voorz. Thans reeds 30. Bovendien komen er nog veel meer. Bijna de heele bevolking van de Oude Zeug: komt hier. De Heer Kaan Maar dat blijft niet. Voorz. Voorloopig wel. De heer Lub zegt, dat Ged. Staten den Raad met dit ontwerp in een lastig parket brengen. Uit den aard der zaak zijn xle sociaal-democra ten voor een behoorlijke bezoldiging. Maar moet die man gedaan heeft. Daarom is het dat hij voor mij beeftdaarom is bet, dat hij u daar straks belet heeft de bedienden te bellen Wel aan Jacques Garaud, sta op, en zeg aan uw doch ter, dat ik niet gelogen heb, dat gij wel de dief, de brandstichter, de moordenaar van Alfortvil- le zijt De ellenige stond inderdaad op, doch het was om naar Jeanne toe te springen in een aanval van dolle razernij en haar bij de keel te grijpen. De brooddraagster stiet een angstkreet uit. Mary vluchtte verschrikt weg. Jeanne poogde weerstand te bieden en om hulp te roepen. Gij zijt hier in mijn huis zeide de million nair, haar de keel toeknijpend. Niemand heeft u gehoord Niemand zal u hooren Ik heet Paul Harmant en niet Jacques Garaud. Het bewijs van het tegenovergestelde bestaat niet. Gij hebt mij beleedigd, gij hebt mij bedreigd, ik verdedig mij Gij zult sterven En zijn vingers knelden zich vaster en vastef om den hals der ongelukkige en prangden haar als in een klem. Hij.stiet haar naar de deur van een kabinet zonder uitgang, dienende tot rommelkamer. Zij kon ternauwernood ademhalen. Onder den druk van haar lichaam, ging de slecht gesloten deur open. Jacoues liet los, en de brooddraagster viel be wusteloos op den vloer van het kleine vertrek neder. Op het oogenblik, dat de schurk de deur weer sloot, hoorde hij gerucht achter zich. Hijgend, gansch ontsteld, keerde hij zich om en bemerkte Etienne Castel en Raoul Duchemin, die binnengetreden waren. Wij storen u misschien, mijn beste heer Ha^ mant, zeide de kunstenaar. Vergeef ons, dat wij u komen verrassen. Ik heb uw kamerdienaar verzocht, ons niet aan te melden. Mijnheer Castel, stamelde de millionnair, 'ten prooi aan een vreeselijke ontroering, en on- bewegenlijk blijvende staan voor de deur, waar achter Jeanne lag uitgestrekt, wees welkom. Maar wat hebt gij toch, mijn beste mijnheer Harmant? hernam de schilder. Zij zijt doods bleek Uw handen beven. Zijt gij ziek Ja, ik ben eensklaps onpasselijk geworden, antwoordde Jacques, die zich poogde te herstel len en die zich afvroeg, wat dit bezoek van Etien ne en van den onbekenden jongeman die hem vergezelde, beteekende. Wilt gij, dat ik roep Neen, neen, 't is niet noodig. Zoo erg is het niet. Doch waaraan heb ik het genoegen te dan- BUREAU: Hlppolytushoef Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. Ken, om u dezen morgen te zien in gezelschap van Etienne Castel onderbrak zijn vraag. Van mr. Raoul Duchemin, dien ik de eer neb u voor te stellen, voltooide de kunstaar. Maar ik zal u dit alles straks uitleggen. Bedaar eerst. Ik kom u over zaken spreken. Over zaken herhaalde de valsche Paul Harmant. Ja, over zeer ernstige zaken. Sedert ik u gisteravond verlaten heb is mij een zware taak te beurt gevallen, en ik kom u verzoeken mij wel te willen helpen om ze te vervullen. Die woorden stelden den valschen Paul Har mant gerust. Etienne Castel kon hem inderdaad noodig hebben. Hij bood den bezoekers stoelen aan. Gaat u zitten, mijne heeren, zeide hij. En gij, mijn waarde kunstenaar, vergeef mij de koelheid van mijn ontvangst. Gij hebt er de reden van begrepen. Sedert dezen morgen ben ik inderdaad zeer onpasselijk. 't Is de zoele lucht, die op uw zenuweri werkt, zeide Etienne Castel. Wij zullen onweer krijgen'. Dat zal overgaan. Ik gevoel mij reeds beter. Gelieve mij nu de reden van uw bezoek te doen kennen. Terwijl hij dat zeide, wierp de millionnair ter sluiks een blik naar het kabinet, waarin J^ij Je anne opgesloten had. Ik zal het u zeggen, hernam Etienne. Spreek. Zijt gij niet twee jaar lang, leerling geweest in de school voor Kunsten en Wetenschappen, te Ccalons vroeg de kunstenaar. Welzeker. Gij hebu er schitterende studies gedaan en gij hebt de school verlaten met de beste getuig schriften Dat is zoo. Toen gij de school verliet, hebt gij veel ge reisd Inderdaad. Ik heb Duitschland, Nederland. België en Italië doorgereisd. Zijt gij niet in Zwitserland geweest In Zwitserland ook, antwoordde Jaacques Garaud, een onrustigen blik werpend op het ge laat van Etienne. Dat gelaat was kalm en glimlachend. De mil lionnair zag er niets verdachts op., hij hield zich niettemin op zijn hoede. In Zwitserland, ging de kunstenaar voort, zijt ge daar lang gebleven Vijftien of zestien maanden, geloof ik. Ik weet het niet goed meer. liet is zoo lang geleden. 35 40-50cf. per'/2 pond. ook rekening houden met de draagkracht der gemeente. En B. en W. willen hier wel het on derste uit de kan hebben. Eigenlijk hoort Wierin gen in klasse IV, want het aantal van 4510 heeft nog niet in het provinciaalblad gestaan. De plaat sing in klasse V zou dus moeten ingaan op 1 Ja nuari 1930. Over Art. 3 (plaatsing in een hoogere klasse dan normaal) heeft de Raad niets te zeggen, dit wordt overgelaten aan Ged. Staten. Het Art. 6, dat handelt over pensioensbijdra gen, vindt spr. Meermalen, wanneer de gemeen te om steun vroeg, werd.gezegd: Eerst moet de pensioenaftrek worden toegepast. Als we dit nu deden, kregen we volgens dit artikel het- ge val, dat Burgemeester, Secretarissen Ontvanger de pensioenaftrek terugontvingen en het overige personeel niet. Spr. heeft evenals de heer Lont een berekening gemaakt. De laatste heeft nog vergeten, dat het minimum-salaris wordt genoten bij een dienst tijd van twee jaar of minder. Alle titularissen hier hebben reeds verhoogingen gehad. De toe stand zal zoo worden, dat de Burgemeester 4400 krijgt of 1075 meer, de Secretaris 4300 of 1100 meer en de ontvanger 2150 of 977,50 meer. In totaal is dat 3152.50 meer, en dan ko men nog de periodieke verhoogingen. Uit één en ander concludeert spr., dat klasse V voldoende is Voorz. antwoordt, dat Ged, Staten aan den Raad advies vragen, ook over art. 3. De Heer Lub heeft hierover een andere opvat ting. Art. 4 b.v. bevat wel de woorden „den Raad gehoord," maar art. 3 niet. Voorz. leest voor uit het kantschrijven aan B. en W. de volgende zin Wij noodigen U uit, de aan dacht-van den Raad op dit artikel (3) te vestigen. Dë heer Lub zegt, dat het de bedoeling is, om Ik begrijp wel, dat gij u dit niet goed meer herinnert, doch misschien, door uw geheugen te raadplegen, zult gij het middel vinden, om mij in te lichten over een persoon, die nu dood is. Wie is die persoon Hjebt gij in Zwitserland, in de fabrieken, waar gij gewerkt hebt, niet een bekwamen werk tuigmaker gekend, met name Jacques Garaud Terwijl hij die woorden uitsprak, hield Etien ne Castel zijn blikken gevestigd op de oogen van den millionnair. Hij zag ze niet neerslaan. Jacques Garaud, herhaalde Mary's vader, op zeer kalmen toon, die naam is mij niet geheel en al onbekend. Zoo Doch ik zou niet kunnen zeggen waar ik hem heb hooren uitspreken. Raadpleeg >uw geheugen. Ha, ja, nu herinner ik mij. Was die Jacques Garaud niet de meesterknecht, in de fabriek van Jules Labroue, te Alfortville, die het slachtoffer geworden is van zijn zelfopoffering, toen Jules Labroue vermoord werd in zijn brandende fa briek Gijzelf hebt mij die geschiedenis ver haald. Inderdaad, zoo is het. Hebt gij dien man ge kend In het geheel niet. Zijt gij daar wel zeker van Volkomen zeker De valsche Paul Harmant stond op branden de kolen. Wat beteekende die ondervraging Waarom legde de kunstenaar hem alzoo op de pijnbank Etienne hernam Te New ,Y«k' waar gij heen gereisd zijt, toen gij Frankrijk verliet en waar gij u zulk een hoog aanzien hebt weten te verwerven, dank zij uw bekwaamheid en uw talent, hebt gij daar van dien man niet hooren spreken De valsche Paul Harmant voelde zijn wan trouwen aangroeien. Hoe kon ik van hem hooren spreken, daa»* hij dood was, antwoordde hij. 't Is dat vele menschen denken, dat hij nog in leven is. Zijt gij ook van die gedachte Misschien Die menschen beweren, ik meen het u gezegd te hebben, toen gij in mijn atelier zekere schilderij hebt bezichtigd, welke de aan houding voorstelde van de vrouw, veroordeeld wegens den moord op Jules Labroue gepleegd, die menschen beweren, dat Jacques Garaud slechts alles geschikt had, om te doen gelooven, dat hij in den brand was omgekomen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1929 | | pagina 1