J.R. IERSS TflB
EERLOOS.
ITALIANO
Vrijdag 15 Maart IV29.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw
J. R. KtUSS
Laat 125 - ALKMAAR.
geneeskrachtig
en lekker
No. 21.
WIERINGER COURANT
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIëN
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hippolytashoef Wlerlngen.
Telefoon Inteicomm. No. IS.
een waarborg voor de kwaliteit.
PROVINCIALE
„VAN WEEK TOT WEEK RUBRIEK."
Het wordt onveilig. Hoe veel of hoe
weinig de gemeenteraden te vertellen
hebben Een verdwijnend wonder.
Zou het door den langen winter komen, dal
het in den den iaatsten tijd zoo onveilig wordt
Opvallend groot is het aantal inbraken, dat in
deze dagen gemeld wordtspeciaal schijnt men
het op diverse burgemeesters gemunt te hebben.
Naast de gevallen, die reeds in de vorige weken
plaats gehad hebben, kunnen nu genoemd wor
den een drietal in Nieuwer-Amstel, waar o.a.
burgemeester Colijn met een bezoek vereerd
werd. Erg ervaren schenen de heeren niet te zijn
want tweemaal maakten ze zooveel lawaai, dal
de bewoners wakker schrikten en alarm maak
ten. Datzelfde is trouwens met verschillende an
dere inbraken Van de laatste weken op te mer
ken de daders zijn blijkbaar nog niet afgestu
deerd en gediplomeerd. In ieder geval heeft men
langzamerhand zoo'n onprettig gevoel gekregen,
dat b.v. de Vereeniging van Burgemeesters n
Secretarissen in het kanton Schagen heeft beslo
ten, om weer een nachtveiligheidsdiensl in te
stellen. Zoodat de heeren inbrekers van een kou
den kermis zullen komen, als ze hier in de buurt
hun slag probeeren te slaan.
Wat die speciale voorkeur voor burgemeesters
betreft, zou het toch misschien voordeeligor zijn.
als die bezoeken een jaar werden uitgesteld,
want dan zijn de salarissen vermoedelijk ver
hoogd en de financieele omstandigheden dus
rooskleuriger, naar aanleiding van de thans wel
overbekende salarisherziening, hebben Gedepu
teerde Staten deze week n.1. medegedeeld, dat zï
die herziening willen uitstellen tot 1 Januari
1930, opdat de Gemeentebesturen er dan met de
nieuwe begrooting rekening mee kunnen hou
den en niet voor de moeilijkheid komen, om nu
direct al de verhooging te moeten maken en
daarvoor dus dekking te zoeken. Hiermede is
aan één bezwaar tegemoetgekomen, dat in de
Harenkarspelsche protestvergadering naar vo
ren is gebracht en dus is die vergadering niet
geheel vergeefs geweest. Over een ander be-
zwaar echter, dat ook bij die gelegenheid van
FEUILLETON.
No. 11.
Langs het geopende venster van het vertrek
waarin de gruweldaad gepleegd was, gleed een
schaduw.
Een brandende kaars, op de tafel geplaatst,
verlichtte opeens de kamer, het tooneel van den
moord.
Lacroix liep de slaapkamer weder binnen en
vatte Susanne bij de hand.
Deze beefde over alle leden en trok haai' hand
terug.
Mama, mama riep ze, ik wil niet, ik wil
niet
Bijna werktuiglijk was Henriette het balkon
genaderd, niet vermoedend wat mijnheer La
croix daar had uit te voeren.
Maar zoodra zij het licht zag iij Larouette's ka
mer, begreep zij alles en uitte een kreet van
schrik.
Neen, dat duld ik niet, riep de ongelukkige
vrouw, zich tusgchen Susanne en den commissi
ris werpend. Dat zou laag, .dat zou afschuwelijk
zijn.en u is 't niet geoorloofd zoo te hande
len. Is het niet genoeg, dat ge ons twee dagen
lang al op allerlei manieren gemarteld hebt Ge
zijt in mijn slaapkamer en ik heb het recht, u
hiervan te jagen Ga heen, zeg ik u, ga heen
Zij verkeerde in een aan razernij grenzende
opgewondenheid.
Zij trok Susanne naar zich toe, die angstig
haar gezichtje tusschen de plooien van haar
kleed verborg.
Maar mevrouw, denk nu toch eens na, zei
Lacroix.
Ik heb u gezegd, dat mijn dochtertje ziek
was. Ge moet medelijden met haar hebben, een
groote aandoening zou haar dood kunnen zijn,
nu zij reeds zoo vreeselijk zenuwachtig is Heb
medelijden met haar, mijnheer Welk dool be
oogt gij toch Wat wilt gij van mij Wat heb
ben wij gedaan Wat verwacht ge Waarom
zijt ge twee dagen geleden met geweld in ons
leven gedrongen en hebt gij ons geen oogenblik
van rust meer gegund Er is in onze nabijheid
een misdaad begaan. Kan mijn dochtertje dat
helpen Is het mijn schuld Ge zijt de grenzen
van uw plicht te buiten. Uw dienstijver voert u
veel te verDe slaapkamer van een vrouw moest
verschillende zijden naar voren is gebracht, n.1.
dat in vele gemeenten voortaan de hoogere amb
tenaren niet meer zelf voor pensioen hebben te
betalen (of beter gezegd de storting terugkrij
gen in' den vorm van een toeslag op het salaris)
en de lagere wel, over dat bezwaar, hoewel vol
komen gerechtvaardigd, wordt niets gezegd.
Trouwens, hoezeer die bezwaren van de gemeen
ten van invloed zijn, blijkt duidelijk genoeg, als
men tusschen de regels van dè circulaire door
leest. Weliswaar wordt er eerst gezegd, dat de
aandachtige overweging van de adviezen meer
tijd zal vorderen dan er vóór 1 April beschik
baar is, en daaruit zou men dus kunnen opma
ken, dat de bestudeering nog al grondig ge
schiedt, want in den loop van één dag kun je
toch al een hoop adviezen doorlezen, maar, dan
komt vlak daarachter al een waarschuwing
In het algemeen hebben de adviezen Gedepu
teerde 'Staten niet van hun voornemen terugge
bracht. En tot slot komt de klap op de vuurpijl
De gemeentebesturen zullen er goed aan doen,
om bij het vaststellen van de begrooting de be
dragen voor de salarissen ongeveer uit te trek
ken, zooals ze in de regeling worden vermeld
want zoo wordt het ongeveer. Enfin, de bezwa
ren zijn ingediend, aan de wet is voldaan, en hel
papier is geduldig en goedkoop.
Overigens is het vaak ook nuttig, dat de ge
meenteraden niet heelemaal baas in eigen huis
zijn. Zoo had men b.v. in Hoogwoud besloten
ten, om de een of andere duistere reden het sa
laris van een jongedame, die in gemeentedienst
was, van 750 op 600 gulden te brengen. Waarop
deze juffrouw, 'die daarmede heelemaal niet
content was, ging klagen bij haar vakbond. En
het slot van de zaak is geweest, dat de Raad de
begrooting terugkreeg, met verzoek om die 150
gulden er maar weer bij te doen. En of men nu
hoog sprong of laag, er hielp geen lievemoede
ren aan, de zaak moest gewijzigd. Want de Raad
kan wel in liooger beroep gaan, maar zoolang
de begrooting niet is goedgekeurd, mag maar de
helft van de uitgetrokken gelden worden ge
bruikt, wat erg lastig is. Zoo had men b.v. dan
de heele werkloozenzorg stop moeten zetten,
omdat van die post al de helft op was. De jonge
dame is natuurlijk in de wolken en moet nu
maar oppassen, dat de inbrekers niet met haar
kolossaal tractement gaan schuiven
Als de lente maar weer in 't, land is, zullen
'trouwens die inbraken ook wel weer verminde-
Ten. En de voorboden van de lente zijn er toch
al. De eerste sneeuwklokjes bloeien al (in Ee-
verwiik), de eerste spinazi.e is al op de veiling-
gebracht (in Alkmaar), een ijsbreker heeft het
heele Noordhollandsch kanaal opengebroken, en
de veldwachter van Urk, die een paar weken
lang verkeersagent je heeft, gespeeld op de Zui
derzee vanwege alle auto's en fietsen, mag nu
weer op zijn lauweren rusten.
Tot slot mogen we hier nog iemand herden
ken, die vermoedeliik den volgenden winter niet
meer meemaken zal. en wel het beroemde Alk-
maarsche trammetje. Dit beroemde vehikel
kruising tusschen tram en vrachtwagen, dat ai-
le bezoekers met schrik en verwondering ver
vulde, zal zeer waarschijnlijk verdwijnen en ver
vangen worden door autobussen. En bijna nie-
'piand is er nu, die nog iets goeds van het arme
ding wil zeggen, dat toch heel wat jaren jaren
nuttig werk heeft gedaan en het heusch zelf niet
helpen kon, dat het er zoo raar uitzag. Waaruit
alwaar blijkt, dat ondank's werelds loon is.
NATIONALE BANKVEREENIGING.
Aan het jaarverslag over 1928 der Nationale
Bank ontleenen wij het navolgende
Het afgeloopen jaar is voor onze instelling be
vredigend geweest.
De voor het bankbedrijf gunstige rentestan
daard in het jaar 1928 en de meerdere levendig
heid in de effecten-transacties spiegelen zich
duidelijk af zoowel in onze rente als in onze pro
visie-winst.
In aanmerking nemende de niet onbelangrijk
hoogere storting in het Pensioen- en Ondersteu
ningsfonds 136.059.06 (vorig jaar f 49.995.43)
geboekt onder honoraria, is de meerdere be
drijfswinst behaald, zonder dat'dekosten zich in
stijgende lijn bewogen dit laatste beschouwen
wij als een zeer gelukkig verschijnsel.
Het aantal onzer relatiën in al onze afdeelin-
gen blijft zich geleidelijk en regelmatig uitbrei
den.
Evenmin als vorige jaren gaven wij crediet-
promessen in hensconto, terwijl wij gedurende
het geheele boekjaar een belangrijk te goed on
derhielden bij de Rotterdamsche Bankvereeni
ging.
Onze debiteuren achten wij, na nauwkeurige
revisie, en in aanmerking nemende de onder cre
diteuren opgenomen speciale reserve, gehee1
waardig.
Wij stellen u voor evenals verleden jaar uit do
winst 500.000 te bestemmen voor onze speciale
reserve tegen debiteuren, opgenomen onder cre
diteuren 100.000 toe te voegen aan de statu
taire reserve en 200.000 af te schrijven op dit
hoofd.
Wij stellen U voor daarna het dividend te be
palen op 5 pCt.
De nettowinst is 2.178.578.34.
ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING
NATIONALE BANKVEREENIGING.
Bestuurderen der Rotterdamsche Bankveree-
niging en der Nationale Bankvereeniging heb
ben een overeenkomst gesloten, volgens welke
het bedrijf der Nationale Bankvereeniging, be
houdens goedkeurig door de Algemeene Verga
dering van Aandeelhouders dezer instelling, in
den loop van dit jaar met dat der Rotterdam
sche Bankvereeniging zal worden vereenigd.
Deze overgang zal geacht worden per 1 Janu
ari 1929 te zijn geschied.
Beide instellingen vormen reeds jarenlang één
bankgroep, niet alleen doordat de Rotterdam
sche Bankvereeniging de groote meerderheid
van de aandeelen der Nationale Bankvereeni
ging in eigendom heeft, maar ook omdat zij de
u heilig zijn, maar nog heiliger de onschuld van
dit kind, haar angst en haar tranen. Ga heen,
herhaal ik u We hebben hier het recht om te
bevelen en ik wil niet, dat gij hier langer blijft.
Zij wond zich in het oog loopend op, misschien
zou zij zich gaan verraden, want he't veinzen
werd haar ondoenlijk.
Een zeer afgemeten woord van den commissa
ris bracht haar eensklaps tot bezinning.
Daar uw dochtertje en gijzelf, gelijk ge be
weert, niets gezien hebt van het moordtooneel,
moet ik u vragen, hoe het komt, dat gij zoo da
delijk begrijpt, wat mijn bedoeling was, dat ik
dezelfde was, dat ik dezelfde vertooning in
schijn wilde doen herhalen
Zij boog het hoofd als iemand, die in heete
koorts plotseling een koude waterstraal langs
den rug krijgt.
Na eenige oogenblikken zwijgen, hernam zij
met zwakke stem, op smeekenden toon
Wees ons genadig, mijnheer, en laat ons
met rust
Zachtkens had Lacroix weder Susanne's hand
gegrepen.
Als zij niets gezien heeft, zei hij, hoe kan
zij dan zoo bang zijn Waarom wil zij dan niet
met mij op het balkon
Plotseling liet het kind haar moeder los en zag
haar in het gelaat. En die blik, vertroostend
voor de arme vrouw, zei haar even duidelijk
als woorden het hadden kunnen doen
Vrees niets. Ik begrijp alles. Ik zal sterk zijn
En ze ging gewillig mede naar het balkon.
In de verte hoorde men nog altijd de quadril
le uit de „Orphée aux Enfers."
Zoo helder was het maanlicht, dat op den weg
bijna elk voorwerp te onderscheiden viel.
In het vertrek, met zijn meubels van mahonie
hout, was evenals op dien anderen avond, een
man voor de secrataire gezeten, die deed, alsof
bij zijn papieren natelde en rangschikte.
Die man, die daar de plaats van Larouette had
ingenomen, was»een van Lacroix' geheime agen
ten, Tjristat.
Achter hem stond midden op de tafel een kaar
te branden op een kandelaar van aardewerk, de
zelfde, die tijdens den moord daar had gestaan
Lacroix tikte het kind met zijn vinger op der.
schouder.
Let nu goed op, zei hij, en als ge iets derge
lijks hebt zien gebeuren, zult ge het je wel herin
neren.
Het duurde niet lang of uit de richting van
het station verscheen op den weg iemand van
grooten lichaamsbouw met een hoogen grijzen
Voor engros bij J. F. v. LIESHOUT, Alkmaar.
noed op, van een Jöreeden zwarten band voor
zien le maneschijn maakte, dat men al die
dingen onderscheiden kon en gekleed in een
lichte stoijas met schoudermanteltje.
Die man was de andere geheime agent, Pivo-
iotde kleeding was dezeltde, welke Roger La-
roque had gedragen op den avond van de mis
daad.
Hij kroop langs de kastanjeboomen en drong
in het huis van Larouette. Een oogenblik later
verscheen hij uiterst behoedzaam in de kamer,
waar Tristat, onbeschermd, aan de secretaire
in zijn werk verdiept scheen.
Maar opeens verschoof Pivolot een stoel,
iTristat keer zich om, bemerkte hem eri de twee
agenten vielen op elkander aan, want, volgens
de voorstelling, door den dokter van het gebeur
de gegeven, de houding, waarin het lijk gevonden
was en het geheele tooneel van den strijd, was
het Lacroix niet moeilijk gevallen, zijn onderge
schikten te beduiden, hoe zij hun rollen te ver
vullen hadden.
En onze lezers weten, dat hij zich daarin wei
nig of niet had vergist.
Men ziet hier alles duidelijk, mompelde de
commissaris van politie. Voor mij is het buiten
kijf, dat iemand, die hier stond, terwijl daar
ginds de moord plaats had, alles even nauwkeu
rig als ik nu, heeft moeten waarnemen daar nu
mevrouw Laroque en haar dochtertje op 't bal
kon waren, Victoire heeft het mij niet eens, maar
wel driemaal gezegd, ben ik verplicht te geloo-
ven, dat zij alles hebben gezien.
Bij dit geheele tooneel had hij Susanne vastge
houden.
Hij had verwacht in haar hand een trilling te
bespeuren, vooral bij het naderen van den agent
in de kleeding van haar vader.
Maar de hand van het kind, hoe brandend
heet ook, was onbeweeglijk in.de zijne gebleven.
Geen terugtrekken, geen trilling, geen zenuw
achtige beweging zelfs.
Hij boog zich naar haar toe om haar in het
gelaat te zien.
fEoen kwam hij tot de ontdekking, dat zij haar
oogen gesloten hield en wel zoo stijf,, dat er bo
ven de wenkbrauwen en vooral er tusschen, dui
zend kleine rimpeltjes waren.
Zij had niets willen zien en bijgevolg ook niets
gezienen
Een engel van een kind, dacht de commis
saris.
Daar ginds in de loods bij het méér speelden
vedel en trompet nog altijd de „Orphée aux En-
engagementen (dezer instelling garandeert. In
deze bankgroep oefent de Nationale Bankver
eeniging het provinciale bankbedrijf uit.
De vereeniging der beide instellingen zal in
de werkwijze per provinciale Kantoren geene
verandering ten gevolge hebben.
De heer E. Th. Geesink, thans Voorzitter van
de Hoofddirectie der Nationale Bankvereeni
ging en Commissaris der Rotterdamsche Bank
vereeniging, zal in de Commissie van Toezicht
dezer instelling worden opgenomen en als zoo
danig zijne ervaring van het provinciale bank
wezen ten dienste der Rotterdamsche Bankver
eeniging stellen.
Dr Heer Mr. H. L. Woltersom, Lid der Hoofd
directie, zal voorgedragen worden als Directeur
der Rotterdamsche Bankvereeniging, speciaal
belast met het beheer der provinciale Kantoren.
Commissarissen der Nationale Bankvereeni
ging, niet in Rotterdam of Amsterdam woon
achtig, zullen worden uitgenoodlgd zitting te
nemen in eene Commissie van Advies voor deze
Kantoren.
Tevens zullen de heeren Jhr. \V. E. Bosch var.
Oud-Amelisweerd, Mr. E. O. J. M. Baron van Ho-
vell tot Westerflier, Mr. J. W. B. Baron van Hu-
genpoth tot den Beerenclaauw, Mr. J. T'. Lint
horst. Homan en Mr. Dr. A. B. G. M. van Rijcke-
vorsel, thans Commissarissen der Nationale
Bankvereeniging aan de Algemeene Vergadering
van Aandeelhouders der Rotterdamsche Bank
vereeniging worden voorgedragen ter benoe
ming tot Commissaris dier instelling.
Het tijdstip en de wijze van overgang van de
zaken der Nationale Bankvereeniging naar de
Rotterdamsche Bankvereeniging zal nader wor
den bepaald.
Het ligt in de bedoeling om aandeelhouders
der Nationale Bankvereeniging in de gelegen
heid te stellen hun bezit aan aandeelen dezev
instelling tegen een gelijk nominaal bedrag aan
aandeelen Rotterdamsche Bankvereeniging in
te wisselen.
fers."
Ze waren nu genaderd tot de Chaine-des-dames.
IV.
Wij moeten in ons verhaal teruggaan en Roger
Volgen, van het oogenblik af, waarop hij Ville
d'Avray had verlaten.
Met haastige schreden spoedde Roger zich
naar het station, waar hij nog juist tijdig genoeg
aankwam, om met zijn gewonen trein te kunnen
vertrekken.
Een half uurtje daarna was hij te Parijs.
Hij begaf zich te voet naar de rue Saint Maur,
waar hij zijn werkplaatsen had.
Die werkplaatsen besloegen een groot terrein
aan het einde van een binnenplaats, terwijl men
ook rechts en links van dat binnenplein de fa
brieken had. Aan den voorkant van het plein
bevonden zich de bureaux, de kas, het kantoor
van Laroque.
Na zijn kantoor te zijn binnengetreden, wierp
Roger Laroque een vluchtigen blik op de ont
vangen brieven en circulaires, waarna hij de bel
liet overgaan.
Een jongen kwam binnen.
Is mijnheer Guerrier er al vroeg hij.
Ja, mijnheer. Mijnheer Guerrier is bij zijn
kas.
Goed. Vraag hem, of hij even hier wil ko
men.
De bediende ging heen en vijf minuten later
werd de deur weder geopend door een jong-
mensch met een schrander gelaat, een eerlijken
oogopslag en beschaafde manieren.
Het was Jean Guerrier, de kassier van de fir
ma.
Ga zitten, Guerrier, begon Roger, na hem
hartelijk de hand te hebben gedrukt. Welk
nieuws
Helaas, mijnheer, de toestand is sedert gis
teren niet verbeterd, antwoordde de kassier op
mismoedigen toon. De zaken, gij weet - het bij
ondervingen, zijn er sedert den oorlog met Prui
sen niet beter op geworden. Morgen hebben we
honderd-tachtig-duizend francs noodig. De uit-
keering aan Larouette beroofde ons van nage
noeg honderd-vijf-en-veertig-duizend francs. De
honder-duizend-francs, die gij mij gisteren hebt
ter hand gesteld, zijn niet voldoende om hét „te
kort" te dekken. Ik weet werkelijk niet wat wij
morgen zullen aanvangen. O, als wij morgen
onze wissels en onze werklieden konden betalen
dan hadden wij tenminste weder tijd om op óns
verhaal te komen.
Yp'i}'-" (Wordt vervolgd.)