EERLOOS.
20e Jaargang.
Dinsdag 23 Juli 1929.
No. 55
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR lll^
WIERINGEN EN OMSTREKEN
I
Illoil of]
*J J ItOlI looi)
■WIERINGER COURANTM
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
V1HSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en TRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTlëN
Van 15 regels
Iedere regel meer
0.50.
0.10.
BU1K1U:
Hippolytushoef Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
WAT GIJ* WL'TEN MOET.
Twaalf regelen voor het baden van
den zuigeling.
In het eerste halfjaar bade men den zuigeling
zoo mogelijk dagelijks, in het tweede halfjaar
nog twee keer in de week. Het voordeel van het
baden bestaat in het bevorderen van den bloeds
omloop, de werkzaamheid van het hart en de al-
gemeene werkzaamheid van het hart en de alge-
mèene stofwisselingbovendien bewerkt het
ook harding der huid, vooral als de temperatuur
van het water tegen het einde van het bad iets
afgekoeld wordt.
1. Men bade het kind liefst in den loop van
den voormiddag, vóór den tweeden maaltijd. Men
kan natuurlijk ook op ieder ander uur baden, als
dit beter past, maar over al algemeen werkt het
bad vóór twaalf uur het gunstigst.
2. De temperatuur van de kamer bedrage
1618 (f c., de temperatuur van het badwater
33—359 C. In elk geval mag het badwater niet
warmer dan 35° C. zijn, daar door heete baden
bij zuigelingen gevaarlijke stuipen kunnen ont
staan.
3. Men sluite vóór het baden deuren en ven
sters om nadeeligen tocht te vermijden.
4. Vóór het baden legge men alles klaar, wat
voor de verzorging van het kind dient kleer
tjes, watten, poeder, schaar en wat verder noo-
dig is. Blijkt, bij het uitkleeden, dat het kind zich
heeft bevuild, dan reinige men het, eer men het
ir» het bad zet.
5. Bij het baden ondersteune men het hoofd
van den zuigeling met den linkerarm, zoodat de
nek van het kind op de buigzijde van den arm
komt te liggen. Met de rechterhand wordt het
kind bespoeld en gewasschen. Men dompele het
kind tot aan de borsttepeltjes in het water, in do
ooren mag geen water komen. Is het kind ouder,
dan late men het in de badkuip zitten.
6. Eerst wordt met een weeken lap of watten
het gezicht gewasschen, daarna het geheele li-
chaam, ten slotte de beharde hoofdhuid.
7. Het is voldoende, om den anderen dag zeep
te gebruiken. Aanbevelenswaardig is de toevoe
ging van een aftreksel van zemelen aan het bad,
daar dit het water voor de teere huid van den
zuigeling meer geschikt maakt.
8. De duur van het bad bedrage in den regel
niet meer dan vijf minuten.
9. Gedurende de laatste minuut van het bad
giete men er wat koel water aan het voeteneinde
van de badkuip bij, om het badwater ongeveer
5 graden af te koelen. Na het bad slaat men het
kind in een frotteerhanddoek en droogt het over
al goed af, evenwel zonder ruw te wrijven, waar
bij men er vooral op moet letten, dat alle huid
plooien, tusschen de teenen, onder de armen, do
navel en het haar droog zijn.
Wij Breien de Aller Fijnste Wollen Kousen
zeer netjes voor U aan. Jaap Snor. Tel. 251.
Voor nieuw werk zijn wij nummer één.
Depót voor Wieringen Mej. Wed. J. de Beurs
Hippolytushoef.
FEUILLETON.
No. 46.
O, Catharine, ge hebt mij in het verderf ge
stort klaagde de arme jongen. Ge hebt mij in
het verderf gestort met uw verfoeilijke nieuws
gierigheid. Had ik u gevraagd haar uit te hooi en
En wist ik dat u daar in de alkoof zat Kon
ik dat raden Is het mijn schuld
't Is uit, 't is nu voor altijd gedaan
Zeg dat niet, mijnheer Raymond Als zij u
werkelijk liefheeft, komt zij wel weer terug.
DE BEKENTENIS.
Maanden gingen voorbij zonder dat Susannc
Raymond meer had ontmoet. Hoe zij ook trachtte
hem te vergeten, zij kon het niet. Als het weer het
toeliet, ging zij langs de zeer steile paden naar de
ruïne van het kasteel Chevieux om daar te
schilderen.
Op zekeren dag, droeviger gestemd dan ooit,
weenend over haar zelf, over haar jeugd, die in
ledigheid voorbijging, omdat de liefde haar was
ontzegd, deed een licht geruisch haar het hoofd
opheffen.
Zij meende achter haar rug iets te hebben ge
hoord, het afrollen van een of meer steenen van
het voetpad.
Zij had het hoofd kunnen omwenden en zich
onmiddellijk overtuigen of haar veronderstelling
juist was, maar dat durfde zij niet, zooals die
bange kinderen, welke des nachts eenig gevaar
duchtend, hun oogen vast gesloten en hun adem
in houden.
Maar zij ontstelde hevig. Daar werd haar naam
uitgesproken, fluisterend uitgesproken. Neen, zij
vérgiste zich niet, en de stem, welke dien naam
uitsprak, beefde blijkbaar van aandoening.
Susanne was er gezegd, Susanne, om 's he
mels wil.
föoen vloog zij op, wit als een doek en met droo
ge oogen. Het was Raymond, die daar stond. Ray
mond, die haar om genade kwam smeeken.
Gij, riep ze, gij hier
Ga heen, ik wil het.
10. De bad- en handdoeken, de kleertjes en
het bedje moeten in het koude jaargetijde ver
warmd zijn.
11. Men reinige tenslotte neus en ooren met
een tezamen gedraaid propje watten en knippe
zoo noodig de nagels der vingers en teenen, waar
na men het kind aankleedt en in het bedje legt
om te slapen.
12. In den winter moet men met uitgaan tot
eenige uren na het bad wachten.
BINNENL. NIEUWS.
NED. HERV. GEM. TE AMSTERDAM.
Een tuchtmiddel toegepast.
Het Herv. Classicaal Bestuur van Amsterdam
brengt in het „Kerkbeurtenblad" ter kennis van
de Herv. Gem. te Amsterdam, „dat het in zijne
buitengewone vergadering van 12 Juli op den
ouderling C. J. v. d. Well heeft toegepast het eer
ste tuchtmiddel, eene berisping, wegens diens ge
dragingen in de godsdienstoefening in de Wes-
terkerk op 7 Juli des voormiddags, zijnde deze
gedraging grootelijks dn strijd met de waardig
heid van het ambt van ouderling, met de Christe
lijke liefde, met den eerbied verschuldigd aan den
dienst Gods, en met den ordelijken gang van za
ken in de Kerk."
(Het gelaakte gedrag bestond hierin, dat de
ouderling tegen het geven van een naspel op het
orgel na de preek van ds. Den Hertog protesteer
de door in handen te klappen sommigen, onder
wie blijkbaar de berispte ambtsdrager, zijn van
meening dat na de preek direct de slotzang moet
volgen. Red. „H.")
KALF MET TWEE KOPPEN.
Bij de landbouwer A. v. d. Sande te Rucphen
werd een kalf met twee koppen geboren. Het dier
is in het leven gebleven en verkeert in Maken
den welstand. Hoewel het slechts met een en de
zelfde bek steeds het voedsel tot zich neemt,
maakt het toch steeds met beide bekken de kau
wende bewegingen. Wel een raar gezicht.
KERKELIJKE BELASTING.
Aan de leden der Ned. Herv. Herv. Gem. te
Tierheyde is, ter oorzake van den financieelen
noodtoestand, een aanslag in de kerkelijke belas
ting toegezonden. Dit besluit van kerkeraad en
kerkvoogdij heeft een alleszins ongunstige uit
werking gehad, aangezien gebleken is, dat een
groot gedeelte der leden onder deurwaarders-
exploit hun lidmaatschap hebben opgezegd en
vermits deze opzegging dagelijks blijft uitbreiden
is het ergste te vreezen.
VAN JE FAMILIE MOET JE 'T HEBBEN.
Zondagnacht ontstond te Vlissingen twist tus
schen een man en zijn schoonzoon. De eerste mis
handelde den laatste zoo ernstig met een beitel,
dat opneming in het ziekenhuis noodzakelijk
bleek. De schoonvader werd gearresteerd. De
toestand van den getroffene was, ondanks veel
bloedverlies, redelijk wel.
DIE KAN GOED STAPPEN I
Bij den heer V. in de Groenhovenstraat te
Loosduinen is een kuiken ter wereld gekomen
mei 4 pooten. Het beestje is goed gezond en is
voor de pluimveetentoonstelling aangekocht.
NIET DOOR DEN KLAP GESTORVEN.
Men deelt aan het Hgz. mede, dat bij de gerech
lelijke schouwing van het lijkje van het 5-jarig
meisje der familie Z. te Vrijhoeve-Capelle, dat
door den vader gestraft werd, omdat het een ruit
had vernield en na de lichamelijke straf (een
klap) zou zijn gestorven, gebleken is, dat het
kind niet tengevolge van dezen klap zou zijn ge
storven, doch alleen tengevolge van verschillen
de factoren van schrik, angst, enz. die een tot
het uiterste opgedreven zenuwoverspanning te
weegbrachten, welke het droevig gevolg had.
De beklagenswaardige ouders zijn ten prooi
aan de grootste neerslachtigheid en radeloosheid.
GECONSERVEERDE EIEREN.
Nu het conserveeren van eieren voor dit sei
zoen vrijwel is afgeloopen, doet het „Ned. Week
blad voor Kruidenierswaren" daarover de volgen
de mededeclingen
In Landsmeer zijn circa 20 millioen eieren ge
kalkt, terwijl in de koelhuizen hier te landen 60
a 65 millioen eieren zijn opgeslagen.
Deze cijfers blijven 30 tot 35 pCt. beneden de
getallen van verleden jaar, hetgeen valt toe te
schrijven aan de wettelijke maatregelen, die hier
te landen zijn ingevoerd.
Als gevolg van die maatregelen is door Neder-
landsche handelaren veel in Duitschland ge
koeld, terwijl eenige Engelsche en Duitsehe fir
ma's, die gewoon waren, hier te lande in de koel
huizen op te slaan, dit thans in hun eigen land
hebben gedaan.
AAN DEN KETTING
Het is bekend, dat Giessendam's „burgervader'
een legcnstander is van den telefoon. Vermake
lijke debatten zijn in den Raad gehouden, maar
Z E. bleef voet bij stuk houden en wenschte niet
telkens in zijn dagelijksche beslommeringen ge
stoord te worden. Totdat, vermoedelijk van hoo-
ger hand, men aanmerkingen maakte op het on
gewone verschijnsel, dat Giesendam's secretarie
niet telefonisch is te bereiken.
Hoe het zij, de telefoon is thans in 's burge
meesters kamer aangelegd. Wie nu denkt, dat de
burgervader eindelijk het nut van een dergelijk
algemeen gebruik instrument inziet, heeft huiten
den waard gerekend, of beter buiten het vernuft
van den magistraat, Met de halsstarrigheid hem
eigen, heeft hij thans het „lastige belleke" aan
een zwaren ijzeren ketting gelegd en aan dezen
ketting een zwaar hangslot bevestigd, zoodat het
ten eenenmale onmogelijk is, van de telefoon
gebruik te maken. Ook zijn personeel mag onder
géén beding aan de telefoon komen. Dat voor
werp staat thans onder 's burgemeesters per
soonlijke bescherming1. Als er moet worden opge
beld en het is noodig, dan zal „hij" het doen en
niemand anders. Gehoor krijgt men in het ge
heel niet.
Neen, dat leven is onduldbaar, ik lijd al te
veel en dat is onrechtvaardig, ik wil, dat gij naar
mij luisteren zult. Gij hebt mij beschuldigd, gij
hebt mij een woord naar het hoofd geslingerd,
dat ik hier niet herhalen wil en zoo ik inderdaad
datgene had gedaan, waarvan gij mij verdacht
hebt, zou ik laf en laag hebben gehandeld, maai
ik heb dat niet gedaan, ge hebt mij onrechtvaar
dig^ beschuldigd, ik heb het recht, mij te verde
digen en 't is uw plicht, mij aan te hooren.
't Is mij onverschillig, wie of wat ge zijt, ik
ken u niet en wij hebben niets met elkander te
maken.
O, Susanne ge hebt toch gezegd, dat gij mij
liefhadt, ik heb het gehoord en zelfs zonder lief
de blijft gij toch altijd iemand met een vrouwen
hart.
Inderdaad zij voelde, dat zij onrechtvaardig te
genover hem was, en daarbij.dat zij zich zelf
en haar jonge leven vergoodde, Maar flitste haal
dool' het hoofd „Ik mag hem immers niet toebe-
hooren, ik de dochter van een „Geschandvlekte
En zonder er weerstand aan te kunnen bieden
vloeide haar tranen en verhaalde zij met zwakke
stem haar lijden.
„O, Raymond, ja ik moet het bekennen, ik heb
je zoo lief, en ik heb zoo geleden al die in al die
dagen van twijfelmaar weet je Raymond, wij
hadden elkander niet moeten terugzien. Want
nooit en nimmer mag ik je toebehooren. Luister!
En vlug, om haar hart maar uit te storten, dat zij
nog nimmer had kunnen doen, vertelde zij haas
tig de vloek die op haar en haar vader rustte
een moord,., die nimmer was opgehelderd, en..
Maar Raymond legde zijn hand op haar mond
en riep „Zwijg Susanne, wie gij ook zijt, wat er
ook gebeurd is, niets zal mijn liefde voor jou
kunnen weerhouden ik ben zoo gelukkig Su
sanne, zeg het nog eens, dat ik je mag beminnen!
Zij zei niets meer, doch innig gelukkig liet zij
zich, zonder meer tegenstand te toonen, in zijn
sterke armen sluiten.
Aan de andere zijde van het kruipelhout was
iemand ongezien getuige geweest van het onder
houd tusschen Raymond en Susanne. Het was
Roger Laroque zelf. Hij had niet geweten, dat zijn
kind zich daar bevond, en nu, nu had hij haar
die vreeselijke bekentenis van „de Geschand
vlekte" hooren uitspreken.
Neen, neen, zijn kind was niet eerloos. En on
derwijl hij naar huis ijlde, sprak hij telkens tot
zich zelf „ik zal het haar zeggen, dat ik onschul
dig ben
GEMEENTE WIERINGEN.
Raadsvergadering op Zaterdag 20 Juli nam
2 uur. Aanwezig alle leden.
Voor., Burgemeester Kolff, opent met een
woord van welkom.
De Secretaris leest de notulen van de twee vo
rige vergaderingen, welke onveranderd worden
goedgekeurd.
Mededeelingen en ingekomen stukken.
Ingekomen zijn van de Heeren S. P. de Vries
en W. Hermans bericht van aanneming hunner
benoeming tot lid van een stembureau van den
Heer J. P. Wigbout bericht, dat hij zijn benoe
ming tot lid-werknemer van de commissie van
toezicht op de werkloosheidsverzekering en ar
beidsbemiddeling niet aanneemtvan den heer
J. Poel Az. bericht van aanneming zijner benoe
ming tot lid der Commissie van toezicht op het
lager onderwijs van Mw. C. A. Dito, de Heeren
H. de Jong en F. H. /Th. Jasperse en Mw. M. S.
A. Glaser bericht van aanneming hunner benoe
ming tot onderwijzer(es) bij
het openbaar lager onderwijs de maandstaten
der zeegras-exploitatie over de maanden Mei en
Juni er is geen zeegras meer verkocht bericht
van goedkeuring der gemeente-begrooting, dienst
1929 bericht van verdaging van de beslissing
op het besluit tot overdracht van een gedeelte
begraafplaats te Westerland. Van den Minister
van Waterstaat bericht, dat op grond van de
Zuiderzeesteunwet geen termen zijn gevonden
om een subsidie voor de schooluitbreiding te
Oosterland te verleenen. Voorz. merkt op, dat het
nooit de bedoeling is geweest, het verzoek te
gronden op de Zuiderzeesteunwet, maar alleen
op de buitengewone omstandigheden wegens de
Zuiderzeewerken. Er is dan ook bereids een
nieuw voorstel ingediend, waarin dit nogmaals
duidelijk wordt gezegd.
De heer M. Kooij meent, dat het eerste verzoek
dan nog al dubbelzinnig opgesteld is geweest.
De heer Kaan Ze kunnen wel eens niet goed
lezen in Den Haag.
Verder zijn ingekomen de volgende verslagen
het verslag van de Zeegras-exploitatie over het
dienstjaar 1928-1929 het verslag van de N.V.
Spoor- (Tramweg Wieringen-Schagen) over 1928;
uitgekeerd werd 4 pCt. dividend het verslag van
de gezondheidscommissie te Schagen over 1928,
van de Algemeene Ned. Vereeniging voor vreem
delingenverkeer het jaarverslag over 1928 al
deze stukken worden voor kennisgeving aange
nomen de verslagen liggen voor de leden ter
inzage.
Verder is nog inglekomen een verzoek van den
heer S. C. Lont om een bijdrage te mogen ontvan
gen in de kosten van opleiding in de J. P. Heye-
Stichting te Oosterbeek van zijn zoon Pieter.
Deze kosten bedragen thans 600.per jaar,
hetgeen door adressant moeilijk langer kan
worden opgebracht, zoodat hij genoodzaakt zou
worden zijn zoon van de school te nemen. B. en
W. meenen, dat er reden is om aan het verzoek
te voldoen. Al is de bijdrage niet wettelijk ver
schuldigd, zij achten het beginsel, dat de ge
meente bijdraagt in de kosten van het onderwijs
der leerlingen, die elders schoolgaan, juist en
meenen, dat ook hier dezelfde regel dient te
worden gevolgd.
Zij stellen daarom voor te bepalen, dat in de
kosten van het onderwijs van dezen leerling de
En toen zij thuis kwam, met 'n van geluk stra
lend gezicht, nam hij Susanne naast zich hij
vertelde haar hoe hij noodgedwongen alles had
gehoord „maar Susanne", sprak hij snikkend,
,je vader is geen moordenaar Bij den Hemel,
neen
Hij vertelde haar van het gelukkige leven mei
haar moeder, en toen van die ongelukkige
dagen.
Neen, hij loog niet, hij verzon niets, want hij
schaamde zich voor hetgeen hij haar moest open
baren. En naarmate hij verder kwam met het
verhaal, week bij het jonge meisje de schaamte
over den beganen misstap. Zij zag slechts die ee
ne, dat haar vader niet schuldig kon zijn. Niet
schuldig.! Ja, dat was waar Zij geloofde het nu
ook, zij, de ongeloovige. Zij liet zich aan Roger?
voeten nederzinken en daar de handen van den
armen man, waarschijnlijk tengevolge van zijn
zenuwtoeval, slap langs den rand der sofa neder-
hingen, greep zij die handen en bedekte ze mei
kussen.
O, papa, wat al rampen Lieve beste vader
Ik vergeef u, kind, gij kondet niet weten of
vermoeden, hoe de ware toedracht was.
En zult gij mij in 't vervolg nog even lief
kunnen hebben als vroeger, papa
Twijfeld gij daaraan, mijn lief en toch zoo
wreed kind
O, vergiffenis, papa, vergiffenis
Plotseling bleef zij zwijgen. Er ging haar een
andere gedachte door het hoofd.
Maar er is toch een schuldige riep zij uil
iemand die op u gelijkt, iemand, van uw li
chaamsbouw, die gekleed was als gij, de man,
dien ik gezien heb met mama. Wie is dat
Ja, mijn lieveling, daar begint het geheim
zinnige. Er is een schuldige, zooals gij zegt. Wie
Ik weet het niet. Maar geduld, hij zal zich niet
altijd kunnen verbergen, niet zóó goed, dat ik
hem nergens zou kunnen vinden. En ziet ge, mijn
schat, het opsporen van dien schuldige was de
ware reden, waarom ik Amerika, waar ik zoo
veilig leefde, verliet. Hier in Frankrijk denkt men
dat ik dood ben, maar dat neemt niet weg, dat ik
nog altijd de kans blijf bestaan dat ik herkend
en opnieuw voor de rechtbank wordt gebracht.
Welnu, zelfs dat heb ik er aan gewaagd, omdat
ik mij verbeelde dat het nu mijn plicht was, den
waren misdadiger op te sporen, omdat een voor
gevoel mij zegt, dat ik niet zal sterven zonder
den moordenaar van Larouette te hebben ont
dekt.
V.
Acht dagen achtereen wilde Susanne haar va
der nagenoeg geen oogenblik alleen laten, want
hij was ziek. De koorts hield hem aan het bed ge
kluisterd. Hij had zich een lievigen schok gekre
gen bij het ontdekken van Susanne's geheim,
dat zijn zenuwgestel er de nadeelige gevolgen
van ondervond. Na acht dagen was hij weder
hersteld. In dien tijd had Susanne Raymond de
Noirville, die trouwens te Parijs was gebleven,
niet gezien, maar op den daarop volgenden Zon
dag bracht hij een bezoek op Maison-blanche,
Susanne wist niet dat hij komen zou en verwacht
te hem toch. Hoe dikwijls had zij niet den weg
opgekeken van Chevreux, waarlangs hij gewoon
lijk kwam Roger Laropue was afwezig. Zij was
alleen thuis. En zij verlangde met zooveel ge
jaagdheid naar Raymonds komst, omdat zij be
sloten was hem alles te zeggen. Na de eerste be
kentenis moest er een tweede volgen, die van
haar vader aan haai*. Zij had tegen Raymond ge
zegd dat haar vader schuldig was, zij had nu
haast hem toe te roepen mijn vader is onschul
dig. Eindelijk bemerkte zij hem. Hij liep zeer
snel. Zij ging hem tegemoet. Haar ongeduld was
zoo groot, dat zij niet bedaard op hem kon blij
ven wachten.
O, Raymond, was haar eerste woord, o, Ray
mond, wat ben ik gelukkig
En waarlijk, dat was te zien aan haar stralend
gelaat. Haar oogen schitterden, haar wangen
gloeien en alles beteekende blijdschap en opge
wektheid. Zij zag er zooveel anders uit dan de
laatste maal, dat Raymond haar had gezien, dat
hij er zich inderdaad ongerust over maakte.
Susanne, zei hij gejaagd, om 's hemels wil,
Susanne, wat gaat er bij u om
Kom, kom spoedig mee, Raymond, ik zal u
alles zeggen Hier kan ik niet vrijuit spreken.
Er is hier en daar werkvolk in het park en ook
de bedienden loopen hier heen en weer. Kom
mee, ik brand van verlangen, u alles te zeggen.
En rechts en links om zich heen ziende en luis
terend of zij nergens eenig verdacht geluid hoor
de
Over hem, over mijn vaderlT)oen gij het
laatst hier waart, heeft hij ons gehoord tegen wil
en dank, heeft hij alles gehoord wat ik u zeide.
O, mijn vriend, hij is onschuldig aan die misdaad.
Hij had het niet gedaan, neen, kom Mee, gij
zult alles weten.
(Wordt vervolgd.)