De Straf der Zonde
J. B. KRDSS TABAK
20e Jaargang
Vrijdag 6 December 1929
No. 9i.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw"
J. R. KEÜSS
Laat 125 - ALKMAAR
WIERINGER COURA
UITOETEB
C01N. J. BOKKEK, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIëN:
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hippolytushoef Wielingen.
Telefoon Infercomm. No. 19.
een waarborg voor de kwaliteit.
BUITENLAND.
ZAL ZE DE ERFENIS AANNEMEN
Jeanne Murray, een 22-jarig meisje uit de
omgeving van Los Angëles heeft een erfenis ge
kregen. Haar grootvader heeft haar een legaat
nagelaten. Maar daaraan zijn eenige voorwaar
den voorbonden. Zij mag haar haren nooit la
ten knippen, geen korte of gedecolleteerde klee-
ren dragen en nooit een lippenstift gebruiken.
Verder mag ze nooit een bioscoop of een bal be
zoeken. Haar zoon mag nooit dansen, ook mag
hij geen snor laten staan. Anders wordt de er
fenis verbeurd verklaard.
Het is zeer de vraag, of Jeanne Murray deze
erfenis zal aanvaarden. Want het legaat be
draagt 1000 dollar en de rente dusschien 60 dol
lar of 150 gulden per jaar. Wil een jong meisje
daarvoor nooit dansen, nooit naar de bioscoop
gaan, nooit een lippenstift gebruiken
DE ELLENDE DER DUITSCH-RUSSISCHE
BOEREN.
Onder de Duitsche boeren, die uit Rusland te
Swinnemunde zijn aangekomen, bevinden zich
een aantal mazelen patiënten, die onmiddellijk
in de ziekenhuizen moesten worden opgenomen.
Zij vertellen hartverscheurende verhalen over
hun behandeling, die eer mishandeling moet
worden genoemd, in Rusland. Zij beschikken o-
var geen cent, daar hun laatste eigendommen
hun door de Russen waren afgenomen. Er be
vinden zich onder hen kleine kinderen, die Zon
dagavond voor het eerst sedert 6 weken weer
melk hadden gekregen. De boeren verklaren hun
eigendommen in Rusland niet te hebben ver
kocht, doch te hebben moeten dulden, dat deze
in beslag werden genomen. Een groot aantal
Duitschers werden nog met gummiknuppels uit
de treinen geranseld in weerwil van de visa
voor de uitreis, die zij van de Russische autori
teiten zelf hadden ontvangen. Meer dan 200 fa
milievaders zijn gearresteerd en de vrouwen en
kinderen weer naar Siberië teruggestuurd.
BLOEDIG DRAMA.
Een jonge boer in het Poolsche dorp Vieroes-
zyce was verontwaardigd, omdat zijn familie
zich verzette tegen ziin huweliik met een Duitsch
FEUILLETON.
meisje. Zondagnacht heeft hij nu zijn 48-jarige
moeder, zijn broers van 24, 22 en 18 jaar en zijn
beide zusters van 18 en 7 jaar met een bijl het
hoofd gekloofd. Een 20-jarige broer vluchtte,
doch werd achterhaald en zwaar gewond. De
moordenaar is gearresteerd.
WRAAK VAN EEN JALOERSCHE VROUW.
Een emmer teer op het hoofd.
In een banketbakkerij te Berlijn kwam de
vrouw van een chauffeur, die dacht, dat een
der winkeljuffrouwen verliefd was op haar
man. Hoewel het meisje haar loochende, stulp
te de jaloersche vrouw een emmer met teer over
het hoofd van het meisje. De brandweer moest
er aan te pas komen om den emmer van haar
hoofd te trekken. Wonder boven wonder is het
meisje niet gestikt. De kleverige massa moest
echter in het ziekenhuis met absolute alcohol
langzamerhaod van het gelaat worden verwij
derd.
ARSENICUM IN KOEK.
Ds. Kosmane te Liegnitz had 5 kleinkinderen
en 1 buurkind te gast zij aten koek en kregen
keelpijn. Een 12-jarig kind is reeds overleden.
De vrouw van een dominee en de andere kinde
ren zijn zwaar ziek waarschijnlijk zat er arse
nicum in de koek.
GEEN ONGELUK, MAAR MISDAAD
IN HET SPEL.
In de kwestie van den fabrikant Tetzner, die,
gelijk men heeft gemeld, bij Regensburg in zijn
erbrandde auto is gevonden, is een sensationee
le wending gekomen. De politie heeft n.1. ont
dekt dat het verkoolde lijk niet dat van Tetz
ner is.
Tetzner heeft kortgeleden voor zich een hoo-
ge levensverzekering ten bate van zijn vrouw
afgesloten. Men neemt aan, dat hij een landloo-
per in zijn auto heeft medegenomen, den man
heeft vermoord en de auto in brand heeft gesto
ken om den landlooper voor zich zelf te doen
doorgaan en zijn vrouw het verzekerde bedrag
te laten innen.
EEN IJSBEERTJE GEBOREN.
In de menagerie van een circus te Grottau in
Silezië, is een ijsberin verblijd met een levend
iong. Zooiets komt uiterst zelden voor, daar ijs-
berinnen in gevangenschap meestal zoover niet
komen.
IN KOKEND T OOG OMGEKOMEN.
Te Limburg a.d. Lahn viel een smid in een ke
tel met kokend loog. Men miste hem veel te laat
in een afgrijselijken toestand werd hij dood te
ruggevonden.
EEN WILDE EEND VEROORZAAKT EEN
ONGELUK.
Te Dankmarshausen a.d. Werra, vloog een
wilde eend door de voorruit van een Berlijnsche
automobiel. Het glas versplinterde en de bestuur
der en zijn begeleidster werden zwaar door de
scherven gewond.
(14.
Ja, ja, zei ze op beklemmenden toon, ik ben
een nietswaardige, en gij hebt recht mij te vloe
ken en mij met verachting te overstelpen.
Ik weet hoe groot, hoe edelmoedig gij zijt, en
toch vraag ik geen vergiffenis, omdat ik ook
weet, dat er dingen zijn, die een man als gij nooit
vergeeft en vergeet. Helaas ik heb op niets an
ders recht dan op uw verachting. En die is groot
zoo diep, dat zij de overhand heeft op uw toorn.
Uw kalmte doet mij verstijven van angst. Ik
ben bang, ja, ik ben bang.
Ik heb u gezegd, dat gij gerust kunt wezen,
hernam De Lasserre. Zonder twijfel zou ik u re
kenschap kunnen vragen, maar dat zou het
kwaad, dat gij gesticht hebt niet kunnen herstel
len. Ik wil u liever aan uw schande prijsgeven
misschien aan uw wroeging, en aan uw vriend
de taak overlaten mij te wreken.
Zij richtte zich op en deed een stap naar hem
uitroepende
Waarom zijt ge dan hier gekomen
Gist ge dat niet
Neen. Maar ik beef. Uw blik zegt mij, dat
gij iets verschrikkelijks in den zin hebt.
Gij bedriegt u alweer, antwoordde hij koel.
't Is een der natuurlijkste gevoelens, die mij
hierheen deed komen.
Welnu zeg, zeg, wat wilt gij
Antwoord eerst op deze vraag Waar is
mijn dochter
Uw., uw dochter stamelde zij.
Ja, mijn dochterWaar is zij.
Maar zij is ook mijn dochter
De graaf wierp op haar een blik, die haar een
rilling door de aderen joeg.
De schuldige vrouw, de echtgenoote, die
haar plichten heeft verzaakt, voegde hij haar
op harden, snijdenden toon toe, heeft geen aan
spraak meer op den moedernaam.
Iïet gelaat der ongelukkige duidde een vroe-
selijken angst aan. Maar zij vond plotseling haar
geestkracht terug. Haar oogen fonkelden.
Ah, gij wilt mijn dochter ontnemen, riep zij
Alleen doorvoor heb ik u opgezocht, alleen
daai voor ben ik hier.
Maar ik heb mijn kind lief, riep zij wanho
pig. Ik heb het lief.
De gravin slaakte een doffen kreet. Onbeweeg
lijk, hijgend, met verwilderden blik, waarin een
onuitsprekelijke angst, zag zij haar echtgenoot
aan.
Welnu, dat zal niet geschieden, ging De
Lasserre voort, uw smaad en de mijne is meer
dan genoeg. Ik wil niet, dat schande 't hoofd
van mijn dochtertje zal bedekken. Moet ik hel
u zeggen Als gij mij nooit mijn dochtertje ont
stolen had, het is 't juiste woord, gij hebt mij
haar ontstolen, zou ik u niet hebben vervolgd.,
Ik wil leven, niet voor een wraak, die rechtma
tig zou zijn, maar die ik veracht. Ik wil leven
voor mijn dochter, voor haar alleen. Gij hebt uw
olichten verzaakt, mevrouw. Ik ken de mijne
Alles is tusschen ons gedaan. Gij zijt niets meei
voor mij. Ik ken u niet meer. Ik heb u niets meer
te zeggen. En nu antwoord Waar is mijn doch
ter
De gravin ontwaakte uit de gevoelloosheid,
waarin zij verkeerd had.
Neen, 't is onmogelijk, sprak zij met ge
smoorde stern, ik wil niet, ik kan niet.
Nogmaals, waar is mijn dochter vroeg de
graaf, wiens trillende stem dreigend klonk.
Neen, ik wil niethernam de gravin buiten
zichzelve, terwijl zij onwillekeurig een zijdeling-
schen blik wierp naar een der deuren, die in de
kamer uitkwam.
De graaf ving dien blik op en zijn oogen schit
terden.
Zoo gij mij niet wilt antwoorden, zeide hij,
zal ik haar halen.
En hij liep op de deur toe,- die de blik zijner
vrouw had aangeduid.
Op hetzelfde oogenblik slaakte de gravin een
doordringenden kreet en met een enkele sprong
was zij tusschen de deur en haar man. Toen
richtte zij zich in haar volle lengte op en, met
dreigenden blik stond zij voor hem.
XVII.
Het Kind.
De Lasserre vestigde een blik vol minachting
op zijn vrouw en daarna krulde een niet te be-
PROVINCIAAL NIEUWS.
BOVENKARSPEL. Omzet aan de veiling te
Bovenkarspel. Zaterdag is aan de veiling te Bo-
venkarspel een omzetcijfer van drie millioen
gulden. De hooge bloemkoolprijzen hebben hier
vooral in den laatsten tijd veel toe bijgedragen.
DE TRAM SCHAGEN—WOGNUM. Overijld
besluit van Minister Reymer Inzake de voor
genomen opheffing van de tramlijn Schagen-
Wognum vernemen wij, dat het in kringen van
belanghebbenden eenige beroering heeft ver
wekt, dat de pas opgetreden minister van Wa
terstaat reeds zoo spoedig zijn goedkeuring ge
hecht heeft aan het plan van de spoorwegmaat
schappij, om deze tramlijn te doen verdwijnen.
De Kamer van Koophandel heeft o.a. in 1926
een uitvoerig adres aan den Minister gezonden,
waarin op het belang van deze zaak gewezen
werd. Minister Van de Vegte kon nog steeds niet
besluiten, de opheffing goed te keuren. Het be
vreemdt epnigszins, dat de ministerieele be
schikking zoo plotseling afgekomen is, zonder
dat belanghebbenden nader werden gehoord.
Het bestuur en de directie van de Coöperatie
ve Zuivelfabriek te Opmeer, overtuigd dat de
Minister niet voldoende met het belang van de
tramlijn voor deze streek op de hoogte was, heb
ben Zijne Exc. telegrafisch verzocht, het besluit
op te schorten en de zaak nader te onderzoeken.
Naar wij vernemen, hebben verschillende belang
hebbenden, eigenaren en beheerders van bedrij
ven, gelegen aan deze tramlijn, dit telegrafisch
verzoek ondersteund.
HARDRIJDEN VOOR AUTOBUSSEN.
Géén sportbericht, maar een staaltje
van onverantwoordelijke roekeloosheid.
Zondagmiddag gebeurde op den Rijksweg ten
Zuiden van Velsen iets, waaruit blijkt, dat het
in de autobuswereld nog lang niet botertje tot
den boom is. Waar hier, als gevolg van den con
currentiestrijd tusschen twee autobusonderne
mers, met menschenlevens werd gespeeld, wordt
het hoog tijd, dat de autoriteiten zoo spoedig
mogelijk aan deze ongewensclite toestanden een
einde maken, aldus het „Haarl. Dbl."
Twee autobussen, één van de N.V. „Stormvo
gel" en één van de firma P. Mooij en Zn., beiden
op weg van Beverwijk naar Haarlem, stonden
tegelijk op de pont. Zoodra de pont den Zuidelij
ken kanaaloever had bereikt, gingen de beide
wagens er snel van door. De Stormvogel-bus
reed den Ouden Bijksweg in, de bus van de fir
ma Mooy en Zn. volgde de voorgeschreven route
langs den neuwen weg. Op de plaats, waar de
beide wegen samenvloeien, waren de beide bus
sen wederom bij elkaar. Eerstgenoemde bus was
er in geslaagd, de gele bus vóór te komen. Dit
was niet naar den zin van den chauffeur van
deze bus, die alles op alles zette, om z'n concur
rent voorbij te snellen. De chauffeur van de
„Stormvogel" dit ziende, manoeuvreerde zooda
nig, dat de ander naar links moest wijken. Het
schrijven glimlach zijn lippen.
Ah, zei hij. Zij is daar.
Hij deed een paar schreden vooruit.
De gravin ging tegen de deur staan met over
elkander geslagen armen.
Gij zult er niet binnentreden, riep zij.
Het gelaat van den graaf werd vaal bleek en
een sombere gloed straalde uit zijn oogen. Eeni
ge seconden bleven zij onbeweeglijk tegenover
elkander staan met vlammenden blik.
De graaf beefde van woede, hij was verschrik
kelijk. om te zien en de toorn, op het punt los te
barsten, straalde uit zijn oogen.
Ellendige, ellendige klonk het van zijn
saamgeperste lippen.
Hij wierp zich op haar, pakte haar bij de schou
ders en, terwijl hij haar verwoed voortduwde,
keerde hij haar om. De gravin verloor het even
wicht en viel op de knieën.
Maar voordat de graaf tijd had gehad de deui
te openen, richtte zij zich overeind, sprong op
hem toe en klemde zich vast aan zijn kleeren.
Ongelukkige, sprak hij op doffen toon, maar
wil je dan dat ik je vermoord
En hij hief zijn gebalde vuist tegen haar op.
Ja, dood mij, daar gij mij mijn kind wilt
ontnemen, dood mij, dood mij
In plaats van haar te treffen, liet de graaf zijn
arm zakken.
Zij, mijn dochter beschermt u tegen mijn
woede, sprak hij. Ik wil niet, dat een bloedvlek
haar reinheid bezoedelt.
En gij zeidet dat gij het beneden u achttet
om u te wreken. En dat is dan uw wraak! Maar
gij weet wel, dat ik mijn kind liefheb, dat ik liet
aanbid en gij wilt het mij ontnemen Dat is iets
onmenschelijks, afschuwelijks, het is een mis
daad. Een moeder haar kind ontnemen Maar
hoe diep een vrouw ook gevallen is, heeft zij
geen hart als ieder ander Kan men haar be
letten, het kleine, lieve schepsel lief te hebben,
zich daaraan te wijden Ik heb u bedrogen, ik
heb uw eer met voeten getreden, ik ben een ver
echtelijk wezen. Welnu, ik cisch de kastijding
die ik verdiend heb. Sla toe, sla tce. Ik wil ster
ven
En ik wil uw dood niet. Ik wil integendeel,
dat ge leeft. Dat zal mijn wraak wezen. Want
nooit, nooit, verstaat ge, nooit zult ge uw doch
ter wederzien.
Met een plotselinge beweging rukte hij zich
los uit de handen der gravin en stootte haar te
rug. Maar op hetzelfde oogenblik greep zij hem
weer vast. Naar adem snakkend, was zij op het
gevolg van een en ander was een botsing. De
chauffeurs lieten hun werk in den steek en zei
ten een heftige woordenwisseling in, die zóó
hoog liep, dat beiden een oogenblik later hand
gemeen werden en ten slotte in liet gras rolden
De passagiers moesten tusschenbcide komen
en de vechtenden met geweld tot rede brengen.
Ook de politie kwam er bij te pas, zoodat dit
muisje wel een staartje zal hebben.
GEMEENTE WIERINGEN.
Gewetensgeld. Ten bate van de gemeente Wie-
ringen is opnieuw gewetensgeld gestort, thans
tot een bedrag van 320.-.
B. en W. hebben aan L. J. Hoep te Anna
Paulovvna vergunning verleend tot het oprich
ten van een houten noodwoning aan den Bier-
dijk achter Vartrop.
Door Gedeputeerde Staten van Noordliol-
land is een beslissing genomen op het beroep
schrift van de Vereeniging voor Christelijk Na
tionaal Schoolonderwijs alhier tegen de weige
ring tot het verstrekken van gelden voor school-
bouw door den Raad. In deze beslissing wordt
overwogen, dat de aanvrage aan alle wettelijke
eischen voldeed en dat de weigering tot mede
werking dus ten onrechte is geschied.
Gegund. Het leveren en aanbrengen van de
stoffeering voor de nieuwe school te Hinpolytus-
hoef is gegund aan den laagsten inschrijver, deu
Heer S. Jongkind alhier, voor een som van
1530.-.
BURGERLIJKEN STAND
over de maand November 1929.
Geboren Janna d.v. W. Jansen en A. Romeyn
Jenke, d.v. J. Bruinsma en A. Oldersma Pieter,
z.v. L. Wierenga en A. Everts Truusje, d.v. P.
Kooij en D. Rotgans Jacob, z.v. C. v. d. Kreeke
en P. Schipper Jan, z.v. H. Veld en G. Hooi
veld Henricus, z.v. .T. de Jong en Z. Heres.
Ondertrouwd E. Niggendijker en G. Jasper;
U. G. Kok en A. Snitjer J. A. Ilofstetter en M.
C. M. Langes P. Veling en W. Smidt U. Ba is
en E. de Wit A. (Tjeks en A. Kuiper J. Lont.
en M. Mulder.
Getrouwd C. Lont en S. Lont II. Veld en G-
Hooiveld N. Halfweeg en A. Grin LT. G. Kok
en A. Snitjer II. Bais en E. de Wit J. A. Ilof
stetter en M. C. Langes P. Veling en W. Smidt
E. Niggendijker en G. Jasper.
Overleden C. Kroon, oud 51 jaren S. Dijks
hoorn, oud 41 jaren, echtgenoot van M. de Vries;
(te Alkmaar) R. Dokkum, oud 35 jaren, echtge
noote van J. Timmermans.
Loop der bevolking. Ingekomen personen
C. Mulder van Den Helder J. J. Ooijevaar
van Hoorn Mej. A. Snitjer van Anna Paulow-
na J. C. Jacobs en gezin, P. Bodde en gezin, W.
Verhoef en gezin, Adr. Jansen en gezin, P. God-
punt te bezwijmen.
Maar laat mij dan toch los, riep hij woe
dend.
Hij duwde haar ditmaal met zulk een kraclu
terug, dat de ongelukkige ditmaal op den grond
viel, waar zij half bewusteloos, bleef liggen. De
graaf opende de deur, die de moeder zoo dapper
verdedigt had en trad een groote kamer binnen,
waar de dubbele gordijnen voor de ramen zorg
vuidig dicht waren, om de zonnestralen te be
letten binnen te dringen.
Er heerschtc een halfduister. Maar onmiddel
lijk viel de blik van den graaf op een bed. In
dat bed lag de kleine Lucie in diepen slaap.
Zonder twijfel door de groote warmte bevan
gen, was zij daar geheel gekleed door haar moe
der neergelegd om een paai* uutjes rustig te sla-
nen.
De graaf snelde naar het bed met fonkelende
logen en nam het kind in zijn armen.
De kleine, plotseling ontwaakt, opende de
oogjes en zag rond. Terstond uitte zij een kreet
van verrassing en vreugd.
Papa, papa, riep zij.
De graaf drukte haar bevend aan zijn hart cn
overdekte haar voorhoofd cn wangen met gloei'
ende kussen.
O, mompelde hij, nu behoor je mij, mij al
leen, mij geheel.
Het kind had haar armpjes om zijn hals ge
slagen cn lachte. Zij lachte, de lieveling.
De graaf verliet de kamer. De gravin had de
kracht gehad zich op te richten. Zij was op haar
knieën gaan liggen. Toen zij haar man zag ver
schijnen met het kind op zijn arm, strekte zij
haar bevende handen naar hem uit en riep hem
smeekend toe
Genade, genade
Hij wierp een ijskouden blik op haar en sprak
deze woorden
Gij zult haar nooit wederzien.
De gravin wilde zich oprichten. Onmogelijk.
De kracht daartoe ontbrak haar. Zij viel weder
op haar knieën en handen. Inmiddels waren
haar man en dochter verdwenen. Zij slaakte
een hecschen, verschrikkelijk en gil en stortte als
een blok tegen den grond. Zij lied haar bewust
zijn geheel verloren. De graaf liep snel de trap
af. Beneden aan de stoep ontmoette hij de
dienstbode. Maar deze was verbijsterd, geheel in
verwarring eh dacht er niet aan hem den weg
te versperren.
(Wordt vervolgd.)