De Straf der Zonde 21e Jaargang. Dinsdag 28 Januari 1930. No. 8. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WÏERINGER COURANT^ ADVERTENTI6N Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. aan de spits staat van de technische beschaving VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ONS LICHAAM EN ONZE GEZONDHEID. Mondverzorging. Het heeft ongetwijfeld zijn nut, een en ander mede te deelen over de middelen, mfet welke wij onzen mond verzorgen. Nu is de bedoeling niet, te wijzen op fouten, die verschillende dier mid delen kunnen aankleven, maar op de principes, die aan ieder middel ten grondslag moeten lig gen. Het best wordt dit gedaan aan de hand van het verloop van het ziekteproces der tan den en kiezen. Dit ziekteproces staat bekend als de tandwolf, het tandbederf of, met de Latijn- sche benaming cariës dentis. Wat de eigenlij ke oorzaak is van de cariës, kan de medische wetenschap niet zeggen. Wel zijn er velerlei veronderstellingen (hypothesen),, maar zooals het nu eenmaal met hypothesen is, zij ontmbeten zoowel vóór- als tegenstanders. Het opvallende van de cariës is, dat zij niet, of bijna niet, voorkomt bij de dieren en bij na tuurvolken, maar uitsluitend bij de z.g. cultuur volken, De negers, in hun natuurstaat, vertoo- nen geen cariës de negers in Amerika daarente gen wél. Bij ons Europeanen, is cariës een ziek te, die men alleen bij hooge uitzondering niet heeftzoowel kleine kinderen als groote men- schen zijn er slachtoffers van. Wat zien wij nu gebeuren bij een tand, die wordt aangetast Ten eerste zien wij, dat het glazuur, hetwelk den tand omsluit, zijn kristallijne, heldere kleur gaat verliezen en dofwit wordt. Is het glazuur de hardste substantie van ons menschelijk li chaam, de genoemde kristallooze, witte sub stantie is woeker en daardoor vatbaar voor al lerlei schadelijke inivloeden, die zich in den mond voordoen. Deze zijn o.a. zuurvorming. De zuren, die door gisting in den mond ge vormd worden, tasten dit „verweekte glazuur" aan en ontkalken het m'eer en meer, lossen het op, zoodat er een gat in den tand ontstaat. De gistingsprocessen, waardoor de zuren gevormd worden, hebben voornamelijk plaats d&ar, waar zich spiisresten bevinden. Hoe dieper nu de holte in den tand wordt, hoe meer spijsresten zich zullen op hoopen en hoe grooter de zuurvorming zal zijn. Deze zuurvor ming wordt veroorzaakt door de werking van bepaalde bacteriën op onze voedingsstoffen, welke dan omgevormd worden in andere stoffen o.a. zuren en gassen. Het hier beschreven ziekteproces kunnen wij alleen tegengaan, door het regelmatig borstelen van tanden en kiezen met een goed tandmiddel en een niet te harden borstel. Dat borstelen mo<*t niet, zooals dikwijls ge beurt, van links naar rechts, doch op en neer geschieden. De bovenkaak van*boven naar be neden, de onderkaak van beneden naar boven, dus steeds naar de snijkanten toe, hoog op hel tandvleesch beginnend, waardoor dit tevens eert goede massage krijgt. Wanneer wij het ziekteproces van onze tanden en kiezen nu goed overzien ziin da voorwaarden waaraan een tandmiddel m-oet voldoen Het mag de tanden niet beschadigen. De tandannslag (zooals boven omschreven^ moet verwiiderd worden, want door omzetting daarvan ontstaan óp zuren. Dit verwilderen ge- FEUILLETON. t28. Daar ze je vrouw niet kan wezen, zul je van haar je vriendin moeten maken, antwoord de hij brutaal. Nooit klonk het krachtig van de lippen van den jongeman. De burggraaf fronste de wenkbrauwen en beet zich op do lippen. Dan, sprak hij, heb ik je niets meer te zeg gen. Je bemint haar niet. Maar het is juist dat ik haar bemin, dat ik niet wil Zoo, zoo, viel De Sanzac hem schouderopha lend in de rede. Nu, ik raad je niets ik geef je alleen een mliddel aan de hand om een jong meisje van krankzinnigheid te genezen. 't Is waar, ik heb het al herhaaldelijk bij mijzelven gezegd, Aurora kan niet op La Corde- liére opgesloten blijven, maar haar te ontvoeren \iit het huis van haar vader, is een zaak van belang. En is het dan niets, dat men een verstand ziet verkwijnen, een ongelukkige tot idiotisme vervallen lloor eens, als het je gemakkelijk valt haar een onmetelijken dienst te bewijzen, maak je met je onzinnige gemoedsbezwaren dat ik medelijden met je heb. De markies bleef een oogenblik zwijgen, met gebogen hoofd. Men kon gemakkelijk zien, dat verschillende gevoelens in zijn binnenste een hardnekkigen strijd met elkander voerden. De burggraaf bleef hem strak aanzien, terwijl een duivelsch lachje zijn lippen plooide. Welnu, sprak hij, toen Adrien het hoofd ophief. Ik ben gedwongen te erkennen, dat je gc lijk hebt, De Sanzac. Waarde Adrien, sprak De Sanzac thans weder een ernstigen toon aannemend, binnen acht dagen moet je aangebedene aan haar ker ker zijn ontvoerd. Je spreekt niet over de moeilijkheden, De Sanzac UITGEYIR CORN. J. BOSEER, WICRING E^.. schiedt door het borstelen met één of ander poetsmiddel. Alhoewel oixs glazuur buitenge woon hard is, zien de tandartsen toch geregeld, dat de patiënten „uitgeslepen" glazuur hébben. Dit kan veroorzaakt zijn door een te harden borstel of door een tandpoetsmiddel dat te sterk slijpende bestanddeelen bevat. Het moet de zich vormende zuren neutralisee ren. Dit geschiedt door alkalische of basische mid delen. Meestal is het zoo, dat het poestmiddel (evens alkalisch werkt. Het moet de schadelijke bacteriën bestrijden. Dit kunnen we bereiken o.a.. door ze geen voe dingsbodem' te geven, waarop zij zich zouden kunnen voort planten, dus den mond na iederen maaltijd zoo veel mogelijk te zuiveren. Ook kan dit langs chemischen jveg gebeuren, door de antiseptische stoffen, aan de tandmid delen toegevoegd. Wordt echter te veel van deze bacterie-doodende stof gebruikt, dan loopt het slijmvlies groote kans, beschadigd te worden ook komt er altijd iets van in de maag, het geen op den duur evenmin goed is. Over het algemeen bevatten de in den handel zijnde tandmiddelen alle factoren die noo dig zijn, om tandbederf zooveel mogelijk tegen te gaan. Vroeger werden in Holland veelal Fran sche middelen gebruikt, daarna is er een tijd geweest, dat Duitschland de overmacht had thans tracht Amerika de markt te veroveren Maar onze Hollandsche fabrieken staan vol strekt niet achter. Brieven uit het Zuiden. 580. „Horror novi." Een van de groote remmende machten in 't leven is de „horror novi," de schrik voor 't nieu we. Jonge kinderen lijden daaronder zeer en men doet heel verstandig ze niet naar dat nieu we toe te sleuren, maar te wachten, tot ze uit zich zelf loskomen en vertrouwd raken met '1 vreemde. Als', t kind dus een groote, nieuwe man in huis ziet en zich angstig terugtrekt, dan niet zeuren „Geef dien mijnheer eens een handje" men neme van 't kind geen notitie en tien tegen één, zal voor er een half uur verstreken is, dc kleine probeeren de aandacht te trekken van den vreemdeling en ten slotte blij zijn, dat die mijnheer hem wil opmerken en tegen hem pra ten. Volwassenen, ja heele volken lijden aan die „Horror novi." Ik herinner me, hoe vijf en twin tig jaar geleden de bekende schrijver Henri Bo rel, destijdsch Chineesch adviseur van onze In dische regeering op een lezing vertelde van zijn ervaringen in China.. Om de onmogelijke moei lijke taal te leeren, had hij een Chineesch on derwijzer in zijn dienst, die altijd tot zijn be schikking was. De man was buitengewoon ge leerd, een scherp en logisch denker en stak vol gens den spreker, wat zijn inzicht in wijsbegeer ten én litteratuur betreft, onze Westersche pro fessoren in zijn zak. flloen Henri Borel. een? met vacantie naar Europa was geweest en in China terug kwam, bracht hij voor de kinderen van zijn vrienden cadeautjes mee. Daaronder De eenvoudigste middelen zijn altijd de beste. Je hebt mij gezegd, dat juffrouw Aurora lezen kan. Ja. Welnu, schrijf haar. Goed. Maar hoe haar mijn brief in handen te spelen Niets gemakkelijker dan dit. Zij is dikwijls alleen in den tuin. Je kent de plek, waar zij zich meestal ophoudt en je kunt uitstekend op den muur klimmen. Je begrijpt me, nietwaar? Je kiest het gunstigste oogenblik om haar aan dacht te trekken. Zij keert zich levendig om, zoekt je met de oogen en ziet je. Met den vinger op de lippen doe je haar begrijpen, dat zij hel stilzwijgen moet bewaren, en zij zal je begrijpen, wees er zeker van. Dan laat je het briefje aan haar voeten vallen, waarin je een steen hebt ge daan. En als de brief in handen van haar vauur komt De Sanzac haalde de schouders op en ant woordde Men kan wel zien, dat je de jonge meisje? en de vrouw in het algemeen niet kent. Zelf? bij de eenvoudigste, de meest ongekunstelde, i? de loosheid als ingeslapen. Zij bemint je, zij zal dus komen. Natuurlijk moeten wij handelen als het donker is, om niet de opmierkzaamheid van nieuwsgierige boeren te wekken. Een rijtuig met twee flinke paarden bespannen dat ik van Parijs zal hebben meege bracht, zal ons op eenigen afstand van La Gor deliére wachten. Inmiddels, beste Adrien, zul len wij goed doen met morgenochtend - tijdig Champigneule te verlaten. Zooals je wilt. De markies was opgestaan. Zij wisselden nog oenige woorden en scheidden. TWEEDE GEDEELTE. I. Het verhaal. Het loopt naar den nazomer. De schoone zon nige dagen zijn schaarsch geworden. Reeds heb ben eenige nachtvorsten de mooie vlinders uit Aurora's tuin-doen verdwijnen. Aurora zit op een bank in den tuin. Zij is daar onder het oog van haar vader, die op dat oogen blik praat met den vriend, dien hij na La Gor- BUREAUt Hippolytushoef Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. was een autotje, zooals wij ze allemaal kennen, een dingetje, dat zich met een veer laat opwin den en dan wat rondjes maakt. Toen de Chinee- sche onderwijzer op bezoek kwam, wou de heer Borel hem dit dingetje laten zien, wetende, dat 't wat nieuws voor hem zou zijn, en hij liet 't over den vloer loopen. De uitkomst was verba zingwekkend. Deze geleerde man schrok zoo ge weldig en ging zoo te keer (anders de kalmte zelfdat de heer B. bang werd, dat hij er wat van over zou houden. Wat was 't geval Hij was zoo weinig met moderne werktuigen ver trouwd, dat hij zich niet anders kon voorstellen, of er meest een geest in dat ding zitten. Dien geest kende hij niet en vandaar zijn vrees, die zich uitte in allerlei kreten en bokkesprongen. „Bezint, eer gij begint." Wij Hollanders zijn ten opzichte van 't nieuwe al heel voorzichtig. Wij kijken graag de kat uit den boom. Een geestig spreker, dien ik deze week hoorde, ried aan het beruchte Hollandsche spreekwoord, dat zooveel kwaad doet, maai eens om te keeren en er van te maken „Begint, eer gij bezint." Ik heb hartelijk moeten lachen, toen ik een artikel las van het kamerlid Ds. v. d. Heide. Hij geeft daarin aardige voorbeelden van conser vatisme, die ons tot nadenken mogen stemmen In 1837 was men in Nederland bezig een spoor lijn, de eerste, aan te leggen van Amsterdam naar Haarlem. Gezien in 't licht van 't moderne verkeer, was 't nog een kinderachtig zaakje, zoowel wat vervoermoeelijkheid wat snel heid betrof. Maar de menschen raakten er niet over uitgepraat en ieder had er een besliste mee ning over. Er waren tegenstanders die streng oordeelden. Deze spoorlijn werd gebouwd om een zondige behoefte aan „zinnelijk genot" te bevredigen, meenden ze. Er waren ook practische menschen die in de eerste plaats oog hadden voor 't finan- cieele nadeel. Als er buitenlanders kwamen ir> Nederland en ze konden zoo vlug door ons land vliegen, dan zouden ze minder verteringen ma ken. De heeren van de wetenschap behandelder de zaak „wetenschappelijk." Men kon lezen - „Die snelle treinbewegingen veroorzaken nood zakelijk hersenziekten bij de reizigers. Reeds alleen de aanblik van een voortsuizenden trein zou die ziekten kunnen veroorzaken, zoodat ge- ëischt moet worden, dat aan weerszijden van een spoorweg een minstens vijf voet hooge schut ting worde opgericht." In onze Tweede Kamer werd een voorstel om een leening te sluiten voor den aanleg van een spoorweg Amsterdam—Arnhem met 46 tegen 2 stemmen verworpen en in 't zelfde jaar oordeel de de postmeester-generaal in Pruisen over den aanleg van een spoorlijn Berlijn-Potsdam - „Ik laat eiken dag verscheidene postwagens met zes zitplaatsen voor passagiers naar Potsdam rijden.... Nu wil men zoowaar een spoorweg aanleggen. Wanneer gij uw geld absoluut wilt kwijt raken, gooi het dan liever direct het raam uit, dan het voor zulk een onzinnige onderne ming beschikbaar te stellen." Zoo oordeelde nog geen honderd jaar geleden de minister voor het verkeer in Pruisen, dat nu delieré heeft meegenomen. De grijsaard had ge voeld, dat de gezondheid zijner dochter ernstig gevaar liep. Maar na een dag van onrust was zijn vrees verdwenen. fljoch is het jonge meisje treurig. Onbeweeg lijk, met de gevouwen handen op de knieën, het hoofd droefgeestig op de borst gezonken, schijnt zij te droomen. Van tijd tot tijd slaat zij de oo gen op, ziet haar vader aan en een pijnlijk glim lachje vertoont zich om haar lippen. Naast haai op de bank ligt een album met platen en een boek maar zij denkt er niet aan de platen te bekijken en nog minder het boek te openen. Dc grijsaard, die al lang gesproken had, hield op om adem te halen. Hij was onder den indruk van een heftige gemoedsbeweging zijn borst hijgde, zijn gelaat gloeide, zijn lippen trilden Groote zweetdroppels parelden op zijn voor hoofd. Zijn oogen schitterden van een koorts achtigen gloed. In de uitdrukking van zijn ge laat lag iets sombers, iets verschrikkelijks. Zijn toehoorder was eveneens zeer ontroerd Diens gezicht teekende diepe droefheid. Twee glinsterende nog vochtige strepen verrieden dc aanwezigheid van dikke tranen. Er ging een rilling door zijn leden. Afschuwelijk; afschuwelijk, sprak hij bin- nenmonds. De grijsaard ging voort Voor ut beste Willem, heb ik in het verleden gewroet, heb ik een verschrikkelijke spookge stalte opgeroepen en de wonden mijner ziel doen bloeden. Ik kon, ik moet niets verbergen voor mijn besten, mijn eenigen vriend. Dank je Paul, dank je. Ja, ik ben je vertrou wen waard, ie hebt'wel gedaan mij de ramp spoed bekend te maken. De jaren zijn voortgegaan, ik ben oud ge worden. Mijn haren zijn vergrijsd. Ik heb mijn verstand voelen verzwakken, de kwaal is daal gebleven. O, de wonde was diep. Ik heb alle? gedaan om te vergeten, ik kon niet. Zij zijn steeds daar, die spook gestalten, daar, onder mijn oogen. O, o, ik heb ereleden, vreeselijk gele den. Gelukkig had ik mijn dochter. Ja, je dochter, je lieve Lucie. Zoo straks zufien wij ©ver haar spreken. Voor haar is het dat ik geleefd heb en zii is het, die mij heeft doen leven. Zij is vaak ziek geweest. Jarenlang. Ik wanhoopte er aan haar kwaal te kunnen overwinnen. Ik heb alle ang- De mode. Hoe kom ik eigenlijk aan dit praatje Ik las bij mijn Zondagochtend boterham „Het Han delsblad" en sla nooit de feuilleton over van den geestigen filmrecensent. Hij pleegt zijn be sprekingen altijd in schertsenden vorm te klee- den, maar kan onder een paar aardigheden door intusschen rake meppen uitdeelen. Dit keer heeft hij 't over de lange of de korte rok en kruidt zijn snijs met de oordeelvellingen van allerlei filmsterren over de betrokken kwes tie. De filmsterren moet u weten hebben tegenwoordig meer te vertellen in het publieke leven dan wie ook. Ze krijgen dagelijks honder den brieven, waarin m,ënschen om raad komen vragen, hoe ze hun lichaam hun tanden, hun nagels, hun oogen, hun haar, hun teint moeten verzorgen; hoe ze hun schoenen, hun kousen, hun japonnen, hun hoeden, hun auto's moeten kie zen, hoe ze hun geld moeten beleggen, hun man moeten behandelen, die te veel of te weinig van je houdt, enz. enz. De diepste en de teerste harts geheimen worden den filmsterren geopenbaard en vele van haar worden van al die brieven diep ernstig, omdat ze leeren begrijpen, wat een leeg heid, maar ook wat een angst en verdriet in al die in de wereld van den schijn dobberende menschenzielen omgaat.... We leven in een wereld van gebondenheid. Dc spreker van „Begint, eer gij bezint" vertelde 't ons deze week, hoe we slaaf zijn van de tech niek, van de sport, van de mode ....we zijn in nerlijk onvrij. En niemand kan ons de vrijheid teruggeven, als we niet ons zelf vrijmaken. Maar dan moeten we zien los te komen van een dwaas en dom conservatisme, dat ons vrees doet koesteren voor het nieuwe, dat goed is maar ook ons vrij weten te houden van de dom me neiging alles na te apen, wat voor 't oog van de wereld „modern" heet en dus begerenswaard. Tusschen die twee te onderscheiden is niet ge makkelijk. Wat is kwaad, wat. is goed? Alleen wie na ons komen, kunnen zeggen, of de veran deringen, die we nastreefden. redelijk waren of dwaas. De dwaasheid vernietigt zichzelf op den duur. Alleen-de wijsheid houdt stand. De man de baas Maar ik wou wat zeggen over de korte rok. Wat een verzet was er bij alle brave menschen, toen de dames begonnen met haar rokken in te korten. De schrijver in 't Handelsblad stelt ech ter de vraag, of 't dragen van de ouderwetsche ïok, zooals onze grootmoeders clien over den grond sleepten, in onzen tijd niet levensgevaar lijk zou zijn. Inderdaad Denk U onze Leidsche straat met haar smalle trottoirs, waar langs in eindelooze rij de auto's voórtsuizen. Die trot toirs zijn vol voetgangers en als gij op 't kantje loopt, verkeert ge in ernstig gevaar kennis te maken met treeplank of spatbord van een auto. Dames, die lange rokken dragen, zouden elk oogenblik kans hebben meegesleurd te worden en 't aantal verkeersongevallen zou stijgen. „Ik weet niet" zegt de grappige schrijver dan „hoeveel botsingen 't gevolg zijn van 't feit, dat sten doorleefd. Wat al tranen heb ik gestort Iederen dag verwachtte ik dat zij in mijn armen zou sterven. Maar God heeft zich over mij ont fermd. Hij heeft mij mijn kind laten behouden. Willem van Ossen, wij willen niet langer zijn naam voor onze lezers verborgen houden, een Anjsterdamsch bankier en vriend uit de jeugd van Graaf de Lasserre, wierp een blik vol mede lijden naar den kant van het jonge meisje. Zich daarna wendend tot zijn vriend, sprak hij: Je moet me nog heel wat te vertellen heb ben, en ik verzoek je je verhaal te vervolgen, tenzij je je te vermoeid gevoelt om op dit oogen blik voort te gaan. Ik wil liever alles onmliddelijk vertellen. Voor het overige zal het niet heel lang behoeven te duren. Waar ben ik gebleven Je waart tot het oogenblik, dat je de schuil plaats van je trouwelooze vrouw en de schurk van een Sanzac ontdekte. Je wilde met alle ge weld je dochtertje Lucie terug hebben. Tpen ontdekte je het kind 't lag in haar bedje, en toen je uit de slaapkamer kwam met de kleine Lucie op den arm, jpierp de gravin zich aan je voeten met den uitroep „Genade genade." De grijsaard streek met de beide handen ovei het voorhoofd, o ja, zoover was ik en ging voort- Gij# zult uw dochter nooit wederzien, ant woordde ik. En ik snelde.de trap af. Niemand dacht er aan mij tegen te houden. Ik verliet de villa en richtte in allerijl mijn schreden naar het rijtuig, dat mij op den weg stond te wachten. Eenige minuten later waren wij de grenzen o- ver. Naast mij, op het kussen van het rijtuig, lag mijn dochtertje in diepen slaap. Dien dag ging ik niet verder dan Ventimille. Ik dacht er minder aan mij uit Frankrijk te ver wijderen dan pm mijn dochter zoo spoedig mo gelijk op een veilige plaats te brengen, dat wil zeggen, buiten het bereik harer moeder, voor het geval, dat de gravin het soms in het hoofd kreeg pogingen in het werk te stellen haar terug te vinden. Je begrijpt, dat ik niet van plan kon we zen lang met een kind van dien leeftijd te rei zen, welks ziekelijke toestand mij steeds groote bezorgdheid had ingeboezemd. Toen ik mij naar Ventimille liet brengen had ik daar een bedoe ling mjee. Werjfc vervolg©.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1