C. v. TRfET, Dan Helder Spoorslr. 126. Telel. 370. De Strai der Zonde 21e Jaargang Vrijdag 13 Juni 1930 No. 45 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Hg WIERINGEN EN OMSTREKEN HEERENBAAI verschaft U tuoikeri vanrgawt. Onze Confectie lief zich foppen J.GGUffO 5 LCMTL FRIE5CHE baai-maan ■WIERINGER COURANT* VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. ROSKER, WIERINGEN RUREAU: Hippoljrtnshoei Wielingen. Teleioon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10 Midden in de drukke zaken Een momentje ..blazen'gaan Duid'lijk ziebhij „DOUWE EGBERTS" In de blauwe kringen slaan 't Prikkelt hem tot nieuwe daden, 't Geeft hem energie en kracht-, t Heeft al héél veel zakenmenschen Op een nieuw idee gebracht Cltnge Doorenbos echte fr1esche 20-50c7 per ons STEUN KLEINE BOEREN. Het Tweede Kamerlid, de heer De Visser heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, en Landbouw de volgende vragen gesteld is de Minister bereid, in verband met den nood toestand. waarin tengevolge van de agrarische crisis de kleine boeren op dit moment verkeeren, de noodige maatregelen te nemen, waardoor voor deze categorie van de bevolking' geen faillisse menten kunnen worden uitgesproken en geen ezecuties worden ten uitvoer gelegd Is de Minister tevens bereid, ten spoedigste de noodige maatregelen te nemen, waardoor aan de kleine boeren, voor zoover hun zuiver inko men tot beneden de 1500 per jaar is gedaald, een wekelijksche crisissteun wordt verleend eens zullen zijn, maar ik achtte het een voorrecht mijn meening eens vrij uit ie kunnen neerschrij- \en in een blad, waar die meening niet ondei den druk staat van geldschieters of lastgevers (organisatorische of andere.) Een van de ellenden van dezen tijd is, (zooals een Weensch psychiater het in een studie zegt) „dat het individu bozwïjki onder den wil tot onderwerping." Omdat wij persoonlijk onze onmacht voelen, schreeuwen wij zoo licht mee met den grooten hoop zonder ons rekenschap te geven van het waardigheids gehalte onzer meeningen. En, als men dan vaak weet, hoe die publieke meeningen „gemaakt" worden, dan wordt 't ons angstig te moede. Ee- nige jaren geleden zei een bekend Amsterdamsch professor op een van zijn colleges „De lieele pu blieke opinie van Engeland wordt beheerscht door vijf of zes menschen, die het apparaat in handen houden, waarmee die publieke opinie wordt gemaaktDat apparaat kan zijn een groot dagblad, dat apparaat kan ook zijn een „democratische" organisatie. Als de eigenaar van „De Telegraaf" op wie weet wat voor duistere motieven voor een vlootwet zou zijn, dan regen de het artikelen, waarin zou worden uiteenge zet, dat het idioot is en getuigt van gebrek aan werkelijkheidszin, om er tegen te zijn en drie kwart van de lezersschaar zou geleidelijk mee gaan. Maar ook, als de voorzitter van het N.V.V. en de voorzitter van de S.D.A.P. tot de overtui ging waren gekomen, dat de sectarische politiek ten opzichte van de Radio niet in 't belang van de arbeidersklasse was geweest, dan was die arbeidersklasse één geweest in haar verzet daar tegen. Men had ook dan maar een beroep hoe ven te doen op 't wantrouwen ten opzichte van bepaalde groepen en fier zou geklonken hebben ,De arbeiders eischen gelegenheid, om zich te uiten, maar weigeren de gemeenschappelijke ba sis onzer volkscultuur aan sectarische drijvers, die daarmee hun bedoelingen hebben, strijdig met het toekomstige belang der arbeidersklasse, prijs te geven" Deze leuze zou even schoon hebben geklonken als wat we nu hooren, ik ny^n zelfs heel wat schooner Men is voor de verlokking weer oen machtspositie te kunnen opzetten, bezweken. De ellende is, dat op deze wijze een weg wordt betreden, die dood loopt. POLITIEK EN CULTUUR. Briavcn uit het Zuiden 398. NOGMAALS DE ZENDTIJDVERDEELING. De heer Braaksma heeft bezwaar tegen mijn artikelen (ik schreef er twee, over de radiokwes- lie. Ik kan hem dankbaar zijn vanwege de kal me en zakelijke manier, waarop hij zijn argu menten tegenover de mijne stelt Wij zullen el kaar niet bekeeren denk ik. Ik lieb natuurlijk niet de- illusie gehad, dat alle lezers het met mij 'die politiek geenszins buiten de cultuur te slui ten. Dat de werken van Beethoven, Mozart en Bach, de kunst van Sliakespeare en Vondel, van Rembrandt en Jan Steen als zoodanig iets met politiek te maken zouden hebben, weiger ik te gelooven. Ook de wijsbegeerte niet, die zoekt naai de wortels van de problemen. Hier zijn we op 't terrein van het universeel-menschelijke en wat universeel is, moet boven de troebele machts- stroomjngen van den tijd worden uitgeheven, wil in de maatschappij 't besef van samenhang in de diepere bewustzijns-lagen niet worden ver nield, dat het socialisme vóór alles noodig heeft. Ik heb niets tegen de V.A.R.A. en dat zij gelegen heid krijgt naast K.R.O. en N.C.R.V. wat er leeft in socialistischen kring tot uitdrukking te bren gen, 't spreekt van zelf. Ik heb er echter bezwaar tegen, dat de uitzending van Mengelberg- en Ivurhaus-concerten haar etiket dragen, terwijl ze van algemeene beteekenis zijn. Als de VARA een alg<?tneeii- cultureele omroep mee wegwerkt, misbruikt ze de algemeene cultuur voor partij- doeleinden, en ze belet velen daarvan met over gave te genieten, die er anders voor open staan. Men moest genoeg van de geschiedenis van dit land weten, om in te zien, hoe gevaarlijk 't is, dat men roekeloos, wat nog gemeenschappelijk kan gebeuren, aan sectarische handen overlevert. Onze heele historie is op dit punt één lijdensge schiedenis. DE BESCHEIDEN JUFFROUW EN DE BRUTALE DAME. We staan voor het feit, dat de drie politieke kongsis met onderling goedvinden driekwart van den zendtijd hebben geannexeerd. Hadden zij daartoe van 't standpunt eener ware democratie recht Dat ze de macht hadden is natuurlijk afdoende gebleken. Welnu, ik ben 't met ,,'t Han delsblad" eens, dat hoogstens 10 a 15 van ons volk in politieke kategorieën denkt. De rest moet opgejaagd worden, wil ze politieke belangstel ling toonen. Die opjagerij heeft, wat deelname aan politieke werkzaamheid betreft, groote be teekenis. De inhoud onzer sociale wetgeving is geweldig belangrijk en dat men onverschilligen opwekt en er met de zweep achterheen zit, ik zal de laatste zijn, er eenig kwaad van te zeggen Men sprak vroeger veel van „de zweep van Troel stra". Welnu, in de handen van dezen edelen volksman was deze zweep een goddelijk wapen Maar van ons algemeene cultuurleven is het politieke leven maar een onderdeel, al wensch ik Als ik over de brutale dame spreek, bedoel ik niet de VARA. Ik bedoel met die dame de politiek (•uiting van machtdrang in 't volk), die de baas speelt op een terrein, waarvoor ze geen geloofs brieven kan toonen. Als ik van de bescheiden juffrouw sprak, zou 't mogelijk zijn, dat ik geen welgelijkend portret van de AVRO gaf, maar ik bedoelde een organisatie, die de kunst diende al leen om de kunst en niet om iets anders en die uit belangstelling voor de zaak alleen aan die zaak had gewerkt en die zaak had groot gemaakt. En zoo zou 't kunnen zijn, dat de AVRO in ge breke is. W)eln\i, zoo zei ik, stel haar dan een Raad van Advies ter zijde, die toezicht houdt op haar algemeen-cultureel programma en geef haar den zender, waarop ze historische rechten heeft, wat ook in de lijn van 's ministers opmer king ligt, die 50 van 't programma algemeen wil maken. Ik wil dus de AVRO niet den baas la ten spelen integendeel ik wil maatregelen ne men. dat zij een nederige, dienende positie in neemt in dienst van onze algemeene volkscul tuur ten algemeenen nutte. Heeft de AVRO haar neutraliteit verloochend en is de AVRO brutaal geweest Laat ons voor- past als MAATWERK, eenmaal bij ons gekocht, blijft klant. en een verkeerd merk fn zn handen sloppen Wie me 1 volmaakt genot wil smoken, moei naluurlyk rook en! stellen, dal absolute neutraliteit niet bestaat. Er kan hoogstens een ernstig streven zijn, om dat te geven, wat vrij algemeen wordt gewaardeerd op een wijze, die de toets van zedelijke kritiek kan doorstaan. Natuurlijk kan men dan nog aan merkingen maken. Als de AVRO een klucht van Rreeroo geeft, kan het al te puriteinsche deel van onze bevolking vinden, dat de goede zeden door dit 17e ecuwsche stuk worden bedreigd. Als Vonders Lucifer wordt gegeven, kan de orthodoxe protestant dat wraken, omdat 't stuk te Katho liek is. Heijermans' „Op Hoop van Zegen" zou te socialistisch kunnen heeten en zoo is al altijd wel wat te vinden, waartegen een deel van 't publiek is op te warmen. Hier is vertrouwen noodig in de goede bedoelingen van dc leiding en een klein beetje verdraagzaamheid, maar 't zou geen kwaad kunnen, dat we ons tegen onze grove na tionale gebreken bij uitnemendheid wantrouwen en onverdraagzaamheid eens gingen wapenen. Wantrouwen en onverdraagzaamheid hebben de AVRO liberaal verklaard Als 't zoo uitgekomen was, had zij van rechts ook Socialistisch kunnen worden genoemd (ik denk b.v. aan een paar vers jes van Louis Davids) of door linksche vrijden kers orthodox-christelijk. Het is ontzettend moei lijk, om in een stroom, waar 't sectarisme zoo veel draaikolken maakt, je boot precies in even wicht te houden en deze AVRO-boot zal mis schien wel eens even scheef zijn gegaan. Vertrou wen en verdraagzaamheid zouden kleinigheden op den koop toe hebben genomen, wantrouwen en onverdraagzaamheid zijn er als de kippen bij, om wat misschien een ongelukje is geweest, tot regel te verklaren. Nederland heeft een jaar of wat geleden een paedagogisch congres gehad, waar een bijzonder prettige geest heerschte. Toch kon men later lezen, dat Christenen daar niet hoorden, want er was één debater geweest in oen van de vijftig vergaderingen, welke in WIJ BREIEN en repareeren alle soorten Wollen Kleeding, Kousen en Sokken, ook de aller fijnste. JAAP SNOR, ZUIDSTRAAT 15, DEN HELDER. Let op den Gelen Winkel. Depots voor Wieringen IiippolytushoefWed. J. de Beurs Den Oever Jb. Kaleveld. FEUILLETON. (64. Deze gaf een teeken en voorzichtig, blijkbaar omdat hij niet door het jonge meisje gezien wil de worden, ging hij wat naar achteren in de schaduw staan. Toen opende Lorry het portier. Terstond ontwaakte Aurora uit haar verdoo- ving. Zij sprong op en richtte zich ontsteld o- vereind. Haar blik viel op de beide mannen, die bij het portier stonden en bij het licht der lan taarn zag zij de gelaatstrekken van twee haar geheel onbekende personen. Zij uitte een gesmoor den kreet en verschrikt deinsde zij achteruit tot in den hoek van de coupé. Lory stak zijn hoofd in het rijtuig en sprak met heesche stem Juffrouw, wij zijn er. Daar u. denk ik niet den nacht in uw rijtuig zult willen doorbrengen, verzoek ik u uit te stappen. Lory klom in de coupé en vatte het jonge pieis je bij den arm. Zij deed hem dien terstond los laten en stootte hem met een geweld en een kracht terug, die de angst verdubbelde. Lory bromde en vloekte tusschen de tanden. Laat mij los, laat mij los, sprak Aurora. Wat wil je Ik ken je niet. Wie ben je Dat zal men je later wel zeggen. Je bent allebei schurken. Wacht eventjes, wacht eventjes, ik zal je wel helpen, sprak Colibri, terwijl hij naar den anderen kant van de coupé liep. waarvan hij de portier opende. We hebben een uitstekend mid del om je het schreeuwen te beletten. En met groote behendigheid bond hij haar den zijden doek, dien De Sanzac hem toegeworpen had, over den mond. En terwijl zij voortging te gen te spartelen en te worstelen, liet Aurora nog slechts een dof kreunen hooren. Zonder veel moeite trokken de schurken haar uit het rijtuig. Toen dit geschied was, nam Lory, op een nieuw teeken van den burggraaf, haar in zijn armen en liep zoo op het huis aan. Het jonge meisje maakte geen enkele bewe ging meer. Haar hoofd was achterover gezakt. Zij had het bewustzijn verloren. Zij beweegt zich niet meer. Zij schijnt dood, sprak Lorry tot Colibri, die hem volgde om hem zoo noodig te helpen. Ik ken dat, 't Is de uitwerking van den doek, die de ademhaling belemmert. Doe hem los. Hij is trouwens overbodig. Bah, voegde de bandiet er bij, terwijl hij den doek losmaakte, zij zal nog wel wat anders beleven, als zij het uit houdt. j]! Hierheen. Kom, sprak de man met de lan taarn, die den naam van de Grappige droeg. Ze kerlijk niet omdat zijn gelaat den lachlust op wekte, want hij zag er zeer terugstootend uit. Zonder er heel sterk uit te zien, bezat Lory een zeldzame spierkracht, die hem als het ware tot een Hercules maakte. Voorafgegaan door den Grappige, die hem bijlichtte, beklom hij een ta melijk breede trap, die naar een vrij ruim por taal leidde, waarop de deuren der kamers van de eerste verdieping uitkwamen. Een dier deuren stond open. De huisbewaarder en Lorry betraden daardoor een groot vierkant, tamelijk rijk gemeu beld vertrek. Achter in het vertrek leidde een zeer nauwe opening naar een somber kabinetje van ongeveer twee vierkante meter, dat veel leek op een ge vangeniscel. Dat vertrekje was verlicht en door de deur kon men een klein ijzeren ledikant en een waschtafel met een spiegel er boven zien. Toen zij het geluid van voetstappen in de ka mer hoorde vertoonde de waardige echtgenoote van den Grappige zich met de lamp in de hand. Daar is het, sprak de man tegen Lorry, ter wijl hij haar het kabinetje wees. Zeg jullie eens is ze dood vroeg de vrouw. Ik weet het niet. Maar zeker is het, dat zij geen vin verroert. We moeten dat eens zien. Spoedig. Leg haar op het bed. Lory haastte zich te gehoorzamen. Hij was niet rouwig er over, dat hij zich van den last kon ont doen. Toen kwam de vrouw naderbij en liet dadelijk een kreet van bewondering hooren. Met de oogen gericht op Aurora's gelaat, bleef zij een oogenblik onbeweeglijk als in verrukking staan. Groote hemel Wat is zij mooi riep ze. Wat kan jou dat schelen of ze zij mooi is Dat heb jij niet noodig op te merken, sprak de Grappige barsch. Kijk, hervatte de vrouw, dat zou wat raars zijn, dat ik niet meer het recht heb mijn oogen te gebruiken. Waar ben je bang voor, zeg eens, oude hagedis. Je zoudt veel beter doen wat voor dit meis je te zorgen in plaats van daar zoo te blijven staan, antwoordde de Grappige, de schouders op halend. Ik weet, wat ik te doen heb. De juffrouw heeft mij op dit oogenblik niet noodig. Zie maar, ze komt weder bij. En werkelijk kwam Aurora langzamerhand bij. Zij had zich bewogen, zij haalde weder adem en het bloed steeg weder naar haar wangen. Je kunt haar iju wel alleen laten. Spoedig naar beneden, want mijnheer kon ons wel wat te zeggen hebben. Ik zal het licht maar bij haar laten. Zooals ge wilt. Zij gingen weg. De vrouw gaf een duw tegen de dikke, met ijzer beslagen deur, die gemakke lijk op haar onzichtbare hengsels draaide en als vanzelf dicht viel, terwijl zij in den muur het ge luid maakte van een tong, die in zijn keep valt. De Valkentoren. Aurora was opgesloten op de bovenste verdie ping van een der twee torentjes, die aan het jachthuis het uiterlijk gaven van een klein ver sterkt, middeleeuwsch kasteel. Elk der torentjes droeg een bijzonderen naam. Dat, waar het jon ge meisje zich bevond, heette de Valkentoren het andere de Damestoren. Eenige minuten nadat Lory en het beminnelijk echtpaar, de Grappige en de Mottige, weggegaan waren, opende de gevangene weder haar oogen. Dadelijk ging zij overeind zitten en zag verschrikt in het rond. Waar ben ik Maar waar ben ik dan toch zei zij bij zichzelf. Zij drukte haar beide handen tegen haar voor hoofd en bleef een oogenblik onbeweeglijk zit ten, terwijl zij zich inspande om den draad ha- rer gedachten te vatten en haar geheugen te hulp te roepen. Opeens sidderde zij, slaakte een kreet van ang9t en sprong van het bed. O, riep zij bleek van schrik, de schurken Bevend liep zij naar haar cel rond, tegen de muren kloppend, zoekend, naar een deur of een uitgang. Driemaal ging zij de deur voorbij zon der te vermoeden, dat daar een uitgang was, zoo behendig was deze in den muur verborgen. Te vergeefs zochten haar blikken een venster. Zij zag slechts ter hoogte van ongeveer twee meter drie galen, die in den muur op gelijken afstand waren gemaakt. Deze drie openingen, aan de buitenzijde van glas voorzien, waarschijnlijk om de koude, den wind, de sneeuw en den regen te beletten in den toren binnen te dringen, geleken* van buiten schietgaten. Zij waren zeker ter wille van den stijl aangebracht want het viel toch moeilijk aan te nemen dat het huis gebouwd was met het oog op een beleg, dat het te door staan zou hebben. Hoe het zij, dit deel van het torentje ontving het licht door de schietgaten, die met hun drieën nog niet eens een enkel klein venster konden vervangen. Het kostte Aurora geen moeite te begrijpen dat zij opgesloten was. Maar waarom Met welk doel Wat had zij gedaan Wie waren haar vij anden Wat had zij te duchten Welke ver schrikkelijke dingen moest zij vreezen Achter eenvolgens legde zij zichzelve deze vragen voor, zonder een enkele ervan te kunnen beantwoor den. En dit verdubbelde haar angst. O, ik ben verloren riep zij met gesmoorde stem. Zij kreunde, viel neder op den eenigen stoel van haar kerker en begon te snikken. Na verloop van een oogenblik meende zij een dof gedruisch te hooren, dat uit den grond scheen op te komen. Een rilling liep over haar gansche lichaam en groote droppels parelden op haar voorhoofd. Zij hield op met snikken, vvisch- te de oogen af en luisterde met ingehouden adem. Maar zij hoorde niets meer. De stilte, die haar omgaf, was akelig, veel angst wekkender dan het gedruisch. Het gedruisch is een teeken van leven, de stilte is het teeken van den dood. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 1