Dames, Bakviscti en Kinder Mantels en Japonnen. Heeren Ga Win Jassen Voor de Winter Overhemden, Sokken en Zellbinders. Tl JS KORT Ontvangen s Hoeden en Petten Sanitaire «V iciviiiUJLrv i TWEEDE BLAD VRIJDAG 12 SEPT. 1930. het wenschelijk 1/3 van de te geven hoeveelheid kalk in 't vooorjaar aan te wenden over de ge ploegde voor; liefst juist, voordat met de voor jaarsbewerking wordt begonnen. De vaak door vorst verkruimelde grond is uitstekend ge schikt ook de van beneden gekomen laag van kalk te voorzien. Het komt me voor dat deze in betere toestand en structuur gebrachte oppper- vlaktelaag vooral van belang is voor de jeugd periode van het te zaaien gewas. De Wnd. Rijkslandbouwconsulent voor Noord - Holland Ir. G. VEENSTRA. benoodigdheden. breukban- en buikgordels. Elast. kousen vrouwendouches, gummie art. Alle FOTO-Benoodigdheden. Ontwikkelen en afdrukken. DROGERIJEN Het betrouwbare adres P. «I. Stafnbarg Asse. Apotheker Kanaalweg 147 Den Helder. (Naast Casino.) Ruim geaortéard in Warkgoedaran. Ammbevmlm nd, H.-Hoel, Wlaringen. KALKBEMESTING. In den herfst van 1929 werd bij den Heer C. LONT in den Waard-Nieuwlandpolder op Wie ringen een veldproef aangezet, welke ten doel had na te gaan of een kalkbemesting gunstig werkte en zoo ja, hoe groot de kalkgift moet zijn. Als grondslag voor de te geven hoeveelheden werd hier genomen de, door den in deze kwestie medewerkenden Directeur van het Rijkslandbouw proefstation le Afd. Klei en Zavel te Groningen, vastgestelde kalktoestanden. Het mag door de ve le in de bladen verschijnende artikelen over kalk toestand, bekend worden verondersteld, dat de 2e Afd. voor zand en veen van bovengenoemd proefstation meent te hebben vastgesteld, dat de opbrengst van een bepaalde grond in hooge mate wordt beinvloed door zijn kalktoestand. Het zal verder geen nadere uitleg behoeven, dat deze uit spraak der 2e Afd. alleen betrekking heeft op zandgronden. In vele gevallen en speciaal voor zoover dit bouwland op zandgrond betreft, zijn dcor de adviezen van deze Afdeeling gunstige re sultaten verkregen. Toch, en dit geldt vooral voor grasland, kan ook menig geval, worden aange wezen, waarbij niet dien uitslag werd verkregen als wel volgens de kalktoestandstheorie mocht wor den verwacht. Dit heeft menigeen, waaronder zeer vele deskundigen er toe gebracht een iets gere serveerde houding ten opzichte van deze theorie en de daarop gebouwde adviezen aan te nemen. Daarmee wil niet gezegd worden, dat alles wat tot dusverre door de 2e Afd. werd onderzocht en aangekondigd, van alle waarde ontbloot is. Integendeel, men erkent de waarde van dit onder zoek, doch meent te moeten betwijfelen of de grenzen en hoeveelheden wel zoo nauwkeurig ge steld mogen worden, als soms wordt gedaan. Voor al wat het grasland betreft, wordt dit verzet grooter, terwijl men verder ook op grond van waarnemingen meent te mogen aannemen, dat som mige gronden niet in het strenge kader van het kalktoestandsregiem thuis hooren. Tot voor kort ging het dus uitsluitend over en zandgronden en veengronden. Een der meest over tuigden van de juistheid dezer theorie nam ook proeven op kleigrond en kwam tot de conclusie, dat ook van deze gronden de productiviteit in hooge mate afhankelijk is van den kalktoestand. Wel was het laboratoriumonderzoek hier anders, werkt men hier met andere kalktoestandwaarden en zijn optimumwaarden hier hooger, in wezen is 't echter hetzelfde. Waar zandgronden b.v. een kalktoestand -10 tot 0 vroegen, zou voor kleigron den de meestgewenschte toestand ver boven het 0 punt liggen. Waarden van 30 worden zelfs genoemd. Nu is 't in het geheel niets nieuws dat ontkalk te kleigronden door een kalkbemesting in produc tiviteit kunnen worden opgevoerd. Reeds lang was dit bekend. Het nieuwe dat er aan is, is wel dit. dat de gift afhankelijk wordt gesteld van de dooi onderzoek bepaalde mate van ontkalking en de hoeveelheid aanwezige kalkopnemende stof (hu mus en klei), terwijl naar aanleiding van proef veldresultaten als meest gunstige toestand wordt aangenomen een bepaalde overmaat kalk ten op zichte van het neutrale punt Waar in de Waard-Nieuwlandpolder de meeste gronden een kalktoestand hebben beneden het nulpunt en zelfs vele hiervan cijfers aanwijzen van - 10 en meer, de productiviteit op vele plaat sen te wenschen overliet, werd besloten een proef te nemen met verschillende hoeveelheden kalk. Vooraf had dus een bepaling van den kalk toestand plaats, daarna werden berekeningen gemaakt voor de te geven hoeveelheden kalk. De veldjes werden in duplo aangelegd, totaal 10 veldjes ieder 2 Are groot. De bemesting met ka li. fosforzuur en stikstof was gelijk; alleen in de hoeveelheden kalk werd verschil gebracht. De kalk (schelpkalkbloem) werd voor 2/3 gedeelte tijdens het stoppelen ingewerkt, terwijl de rest juist voor de voorjaarsbewerking werd toege diend. Als proefgewas werd zomergerst genomen De volgende tabel geeft een overzicht van het onderzoek en de kalkbemestingen. No. Oorspr. Kalktoest. Toegev. veldje Kaklktoest. gebr. op; kalk p. H.A. 1 13i5 0 10100 KG. 2 11.8 —111.8 niets 3 13J7 10*. 19800 KG. 4 9.1 +20. 22200 KG 5 —11.7 +30. 31700 KG 6 —6.4 0. 5400 KG ,7 —11.4 —1,1.4 niets. 8 —10. 10. 14500 KG 9 —11.6 +20. 23700 KG 10 —14.6 +30. 33600 KG De perceelen bevatten ongeveer: Klei 55 pr Zand 40 proc. en Humus 5 proc. CaO gebon den aan klei en humus 0.55 proc. Samenvattende waren er dus: 2 veldjes in de oorspronkel. toest. 11.4 en 11.8 .2 veldjes gebracht in kalktoestand 0. 2 veldjes gebracht in de kalktoestand 10 2 veldjes gebracht in de kalktoestand 20. 2 veldjes gebracht in de kalktoestand -f- 30. Reeds vanaf het begin liet het zich reeds aan zien, dat de kalk gunstig werkte. In de maand Juni was, al naarmate de kalktoestand hooger was gebracht de stand beter. Een opmerkelijk verschil was te bespeuren in de kleur. De niet met kalk bemeste veldjes hadden niet die in tens groene kleur als de anderen. 26 Augustus werd gedorscht en de opbrengst aan zaad en stroo vastgesteld. De parallellen, vooral wat de zaadopbrengslen betrof, klopten zeer goed. De resultaten mogen dan ook als be- tiouwbaar worden aangemerkt, te meer waar al le werkzaamheden en handelingen onder des kundige leiding zijn verricht. De onderstaande tabel geeft een overzicht van deze opbrengsten. Kalk- Zaad p. Zaad gem Stroo per Stroo gem est. ve Idje. per HA. veldje in per HA. in KG. i KG. KG. in KG. —11.8 73.1 3750 55.5 2837 —11 4 169 58.- 0 89.- 4350 72.- 3475 0 85.- 67.- 10 89.5 4435 73.- 3537 10 87.9 68.5 +20 89.5 4445 68.- 3500 +20 88.3 72.- +30 89.5 4538 74.- 3750 +30 92.- 76.- Uit deze oogstcijfers blijkt, dat de zaadop brengst is gestegen, alnaarmate de kalktoestand hcoger was opgevoerd. Echter heeft de hoeveelheid kalk, welke de toestand op O bracht de grootste opbrengstver- hooging gegeven. Het verschil bedraagt hier 600 KG. zaad per H.A., en is een succes voor de kalk dat hie^ nog wel eens onderstreept mag worden. Op deze veldjes werd resp. gegeven 5000 en 1C-CO0 KG. schelpkalkbloem per H.A. Indien de toestand van den grond door deze aanwending blijvend verbeterd mag worden, dan is dit, te meer waar ook nog 637 KG. stroo meer wordt geoogst, een feit, dat aanleiding mag zijn op dit soort grond een flinke kalkbemesting aan te wenden. De door de grootste Icalkgiften verkregen oogstvermeerdering is zoo weinig meer, dat het voorloopig (misschien is de kalk nog niet vol doende tot werking gekomen en worden er 't vol gend jaar grooter verschillen gevonden) niet ge wenscht is grootere 1+eveelheden dan 'lO.OOCi KG. per H.A. te gevé=| De stroo-opbrengsten vertoonen dezelfden lijn als de zaadhoeveelheden. Ook hier is door de hoeveelheid kalk welke de toestand opO b racht relatief de grootste meeropbrengst verkregen. Kalkaanwending op dit soort gronden is dus wenschelijk. Ze worde voorloopig in die mate aangewend, dat een kalktoestand O wordt ver kregen. Hier kwam dat overeen met resp. 5 en 10 duizend KG. schelpkalkbloem. De wensche- lijkheid en de hoeveelheid late men afhangen van kalktoesjdnd en hoeveelheid kalkopnemende stof (humus en klei), grootheden welke door de le Afd. van hel Rijkslandbouwproefstation te Groningen kunnen worden vastgesteld. Als kalksoort gebruike men op de kleigron den thans in den handel verkrijgbare gemalen ge bluschte of ongebluschte kalk. Bij aankoop moet gelet worden op kalkgehalte en fijnheid. Al naarmate dit laatste grooter is, zal het effect grooter zijn. Om tot werking te komen moet de kalk n.1. opgelost worden en in aanraking wor den gebracht met vrijwel ieder klei- en humus- deeltje. Hoe fijner, hoe beter ze lot oplossing komt en hoe regelmatiger ze ook door ploeg, eg ge, cultivator en schijvenegge met den grond kan worden vermengd. Er kan niet genoeg op gewezen worden, dat een goede vermenging met den grond het resultaat in hooge mate be- heerscht. Vandaar ook dat de aankoop van on gebluschte brokken kluitkalk geen aanbeveling verdient. In de practijk gaat 't blusschen vaak zoo, dat de kalk te weinig verpoedert. Ze blijft te veel in kluiten en is ongeschikt om innig met den grond te worden vermengd. Het verdient aanbeveling vooral bij droog weer te zaaien liefst in den tijd dat de stoppel- bewerkingen plaats vinden. Aan een innige ver menging kan niet genoeg aandacht geschonken worden Worden geen wintergewassen gezaaid, dan is VAN DIK HOUT ZAAGT MEN PLANKEN. Op de 23ste jaarbeurs te Utrecht wordt een benzinemotorzaag gedemonstreerd, die het zevenvoudig werk van een gewone handzaag doet. GELDERSCHE BELANGSTELLING. Te Brummen werd een groote Land- en Tuinbouwtentoonstelling gehouden. Geldersche boerinnen komen met kennersoog het tentoongestelde vee bewonderen. Eenige exemplaren worden getoond. i AAN BOORD VAN „DE MERCUUR" heelt H.M. de Koningin met H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. VICE-ADMIRAAL QUANT heeft te Den Helder de beëediging verricht van de nieuw Prins Hendrik de vlootrevue voor Enkhuizen in oogenschouw genomen. benoemde officieren. -7--a'-- - A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1930 | | pagina 3