J. R. KEUSS
22e Jaargang.
Vrijdag 20 Februari 1931
No. 15.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
BLANKE KRUL. PRUIMTABAK.
DE VONDELING.
HEERENBAAÏ
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
COMN. J. BOSKER, WIEKINGEN
UITGEVEN i
BUREAU:
Hlppolytushoel Wlerinflen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van 1—5 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10
HEERENBAAI
P0RT0RIC0.
TABAKSFABRIEK „DE WAKENDE LEEUW"
LAAT A, 125 ALKMAAR.
Prima kwaliteit in alle prijzen.
Spaart onze rebussen.
hebben ook als punten groote waarde.
70 80 100 120 140 150 160 180
200 225 250 300 350 400 450 en
500 cent per pond.
PAR1JSCHE M0DEBR1EF.
VOORBODEN VAN DE LENTE.
HET VEST VERVANGT DE SWEATER.
Sportiviteit en grijze lokken.
Tenminste onder degenen die in de gelegen
heid zijn in de eerste maanden van het jaar
ergens anders dan thuis door te brengen zijn
de meeningen zeer verdeeld. Sommigen ver
langen naar de heerlijke zoete lucht en de
vroege lente van de Riviera. Anderen trekken
liever de bergen in om eens naar hartelust
van de wintersport te genieten en dit zijn
niet alleen de jongere menschen zooals men
wel eens veronderstelt. De middelbare
„jeugd" is tegenwoordig heel sportief en tal
loos zijn zelfs de ouderen, grijsgelokte da
mes en heeren, die in hun kwiek sportcos-
tuum en met hun vlugge, levendige bewegin
gen heusch niet voor de jeugd behoeven on
der te doen. Een grijze dame in een lange
ski-broek niemand vindt het meer vreemd.
Wel een teeken hoe de tijden veranderd zijn!
Het mannelijk vest.
Groot is het verschil in kleeding, of men
naar de bergen of naar het Zuiden van Fran
krijk gaat.
Over de sportkleeding spraken wij reeds
een vorige maal. Dit keer zullen we eens zien
wat of de Rivière-reiziger in haar koffers
pakt. Dat geeft ons dan reeds een kleine aan
wijzing voor hetgeen we later als het ook
in ons land lente is, zullen dragen.
In de eerste plaats behoort een aardig vlug
mantelpak tot de voorjaarsuitzet, van ge
streepte wol of van
Schotsche stof die op
het oogenblik in sterke
kleuren genomen wordt,
in rood en blauw, b.v.
met een witte blouse.
Over het algemeen zijn
de manteltjes kort, soms
hzelfs zeer kort en recht
Men worden gedragen o-
ver een wit vestje. Bij
een zwart costuum is
het vestje van wit satijn
met gouden knoopjes,
wat zeer gekleed staat.
Die vestjes draagt men
in plaats van 'n swea
ter en soms hebben
een uitgesproken man
nelijk karakter. Men ziet
ze ook bij voor j aars ja
ponnen 'n rok van
beige tussor, een blouse
van fijne witte linon,
waarover een vest van
tussor dat van voren
ver open is en met vijf
knoopen gesloten wordt.
Daarbij 'n mutsje en
handschoenen van bei
ge tussor.
k SANTETOILETJES.
De eerste lente-toiletjes zien we voorname
FEUILLETON.
1.
Kleine oorzaken hebben dikwijls groote
gevolgen. Sommige menschen zijn zóó aan
gelegd, dat het onbeduidenste voorvalletje
een onuitwischbaren indruk op hen maakt
en dat ze het nooit uit hun geheugen kunnen
verliezen.
Den tweeden September 1833, op den voor
middag trad baron De Saligneux, met de
handen in de zakken van zijn appelgrauwe
kamerjapon, zijn studeervertrek uit, om zijn
tuin eens rond te wandelen. Tot op tien mij
len in den omtrek was hij algemeen bekend
onder den naam van baron Adhémar en hij
bezat in het kanton De Saligneux, tusschen
Bugey en La Bresse, een mooi voorvaderlijk
slot met akkers, wijnbergen, bosschen, wei
den meer dan twee honderd hectaren bij
elkaar. Hij beheerde zelf zijn goederen, liet
ovéral zijn oog gaan, ging slechts met zijn
eigen wil te rade en zijn ondergeschikten koes
terden dan ook meer ontzag dan wel liefde of
genegenheid voor hun baron. Want hij was
streng en had zoo op het eerste gezicht iets
stugs en onvriendelijks toch was er wel een
manier om den baron voor zich te winnen,
als men hem maar beleefd en onderdanig toe
sprak. Maar niet ieder is het gegeven zich zoo
nederig te betoonen en zoo had de baron een
tuinmansjongen Jean Têterol, die zich maar
niet in zijn gunst mocht verheugen. Hij was
aan den kant van den weg gevonden, men
noemde hem Têterol, omdat men dien naam
lijk van zachte wollen jersey en ook van wol
len etamine, meer of minder grof geweven.
Deze stoffen zijn warm en licht en dus juist
geschikt voor de eerste lentedagen. We zagen
dergelijke toiletjes in bordeauxrood, met
zwart band afgezet. Maar ze vonden ook heel
veel in het bruin en mosgroen genomen en
dan met stiksels gegarneerd. Een bruine ja
pon met sierstiksels van bruine zijde en goud
maakt een alleraardigst en indruk. Het maak
sel vertoont meestal een rond liggend kraag
je van wil piqué of linon, met een smal dasje
van lint of fluweel gesloten.
VOOR DEN NAMIDDAG.
Ook in het voorjaar blijven de ensembles
hun vogue behouden. Men neemt ze heel veel
van zwart marocain, met driekwart langen
mantel. Als men den mantel aflegt, komt on
der het effen zwarte costuum een fleurige
lichte tuniek kijken, in turkooisblauw, in
groen, in roze of levendig rood, afgezet met
franjes of plissees in dezelfde kleur. Over
het algemeen heerscht er op 't oogenblik
meer liefde voor zachte kleuren dan voor wit.
BLOEMEN WEER IN DE MODE.
Groote, belangrijke veranderingen wachten
ons dus niet. Maar wel variaties in kleinighe
den. Zoo komen b.v. op het oogenblik bloe
men weer zeer in de mode voor avondjapon
nen. We zagen enorme bloemen en bouquet-
ten aan de taile, bloemen guirlandes langs
de geheele uitsnijding aangebracht, bloemen
om een draperie, een plooit of een volant
te bevestigen. Een zwart satijnen japon heeft
soms schouderbanden van witte-, een wit
satijnen japon van zwarte bloemen. Dit geeft
wel weer eens iets nieuws en vreemds aan
een toilet.
HET BABYMANDJE
Op ons tweede plaatje is 'n aardig baby
mandje afgebeeld dat een jong moedertje
misschien te pas kan komen en gemakkelijk
zelf te maken is. Het mandje is door tus-
schenschotjes in verschillende vakjes ver
deeld De buitenkant is bekleed met smalle
roze strookjes, het hengsel is met roze lint
omwikkeld en aan beide zijden met een vlug
ge strik afgewerkt.
WILHELMINA.
ste teekenon, welke door de moeder
moeten worden verstaan.
Zet men deze kinderen te vroeg op,
of worden ze te veel op den arjn gedra
gen, dan ontstaat er zeer licht, ook al,
omdat behalve het beenderstelsel, ook
het spierstelsel verzwakt is, een zitbo-
ehel, die tot een blijvende verbuiging
van den wervelkolom in het lendenge
deelte kan leiden. Wordt tijdig ingegre
pen, dan kan deze laatste met zeker
heid worden voorkomen; doch ook zon
der bijzondere hulpmiddelen ziet men,
wanneer althans de Engelsche ziekte
na korten tijd geneest, en het kind niet
;meer aan schadelijke invloeden wordt
blootgesteld, dat de zitbochel van zelf
weer verdwijnt.
Veel erger is echter een andere afwij
king van de wervelkolom, waarbij deze,
behalve 'een zijdelingsche verbuiging,
ook reeds vroeg een draaiing gaat ver-
toonen. Dit is de skoliore. Er kan niet
genoeg op worden gewezen, dat deze
misvorming, die als 'n nauwelijks zicht
bare ongelijkheid begint, in vele geval
len voortdurend toeneemt, en in het la
tere leven de meest wanstaltige, de ge
zondheid bedreigende, misvorpiing wor
den kan. Misschien heeft het meeren
deel der gebochelden hieraan hun treu
rig lot te wijten.
Ook wat meer ronding (vooral aan
rechterzijde van den rug in het borst-
gedeelte, moet verdenking wekken, voor
al wanneer ze toeneemt in zittende hou
ding.
Een geregeld maandelijksch onder
zoek van het kind is de eenige, veilige
gedragslijn. In twijfel raadplege men
den arts en bij een tamelijk zichtbare
afwijking, late men zich in geen geval
geruststellen. De oude optimistische op
vatting „dat zal wel vergroeien", dient
volstrekt te worden verworpen, sinds
wij weten, dat bijna alle ernstige rachi
tische bochels op zeer jeugdigen leeftijd
ontstaan om reeds veór den schoolplich
tigen leeftijd vrijwel onbehandelbaar te
worden.
Ons Lichaam en onze Gezondheid.
Lichamelijke gebreken.
Dr. W. F. Wassing geeft in „Onze Klei
nen" wenken ter voorkoming van licha
melijke gebreken.
De eerste maanden van den zuige
ling leveren, wat misvorming aangaat,
weinig gevaren, zegt hij. Toch zijn ze
van het allergrootste belang voor de late
re ontwikkeling. In deze periode na
melijk zijn dikwijls de voedingsstoor
nissen de voorbereiders voor de rachi
tis (Engelsche ziekte), en 't is genoeg
zaam bekend, dat deze laatste een
van de hoofdbronnen is, van de heele
reeks van orthopaedische gebreken.
Zoolang nu de zuigeling nog bijna
uitsluitend in liggende houding blijft,
is er betrekkelijk weinig gevaar. Doch
ook dan reeds kunnen vervorptiingen
optreden, uit de abnormale weekheid
der beenderen voorkomen, welke een
waarschuwing moeten zijn. De afplat
ting van het hoofdje aan de zijde, die
op het kussen ligt, is wel een der eer
had meenen te ontcijferen op het papiertje,
dat aan zijn luiers genaaid was.
Hij werd opgevoed door de openbare wel
dadigheid, die anders niet veel voor hem
deed men liet hem vrijwel aan zichzelf
ver en zoo zou hij misschien den verkeerden
weg zijn ingegaan, als de jeugdige geestelij
ke van Saligneux, die alle deugden van een
ouden geestelijke bezat, niet eenige belang
stelling had getoond in het kind. Hij liet hem
bij zich komen, ondervroeg hem naar het een
en ander en was getroffen door Jean's schran
derheid. Hij riep hem nu meer bij zich en
leerde hem lezen, schrijven en rekenen. Abt
Miraud was een liefheb,ber van tuinieren
ook in dit geval gaf hij de eerste lessen aan
Jean Têterol en een paar jaren later bezorg
de hij hem een plaatsje bij baron De Salig
neux, die den jongen enkel maar in dienst
nam om den geestelijke een genoegen te doen.
Het gezicht van Têterol beviel hem niet en
zijn manier van doen evenmin. Hij was zoo
stil, zoo gesloten, zoo in zichzelf gekeerd.
Je kunt heelemaal niet aan den jongen
zien, of hij je vriend of je vijand is of lie
ver hij is nóch het een, nóch het ander hij
blijft je altijd vreemd.
Maar voornamelijk hinderde het hem, dat
de jongen zoo weinig onderdanig was. De ba
ron toch was allereerst op eerbied gesteld
en Jean Têterol bleek in 't minst niet eerbie
dig. Hij was op de wereld gekomen met de
gedachte, dat een baron en een vondeling
precies gelijk zijn dat ze toch van hetzelf
de deeg gekneed werden.
Baron Adhémar de Saligneux dus liep met
de handen in den zakken van zijn appelgrau
we kamerjapon den tuin in, toen hij Jean Tê
terol gewaar werd, die bezig was een pere
boom te snoeien. De antipathie, die hem de
vondeling inboezemde, was nog van dag tot
dag toegenomen en sinds eenigen tijd hield
BINNENL. NIEUWS.
POLITIEK EN FILM.
„Im Westen nichts Neues" verbrand.
In den nacht van Woensdag op Donderdag
heeft men zich toegang verschaft tot den Al-
hambra-bioscoop te Enschede. Door uitsnij
ding van het slot van de cabine heeft men
de complete film „lm Westen nichts Neues",
welke in dezen bioscoop draait, meegenomen
en op het terrein achter den bioscoop ver
brand.
Een goed-voorbereide aanslag.
Nader wordt gemeld
Reeds eenige weken draait te Enschedé de
film „lm Westen nichts Neues". De belang
stelling uit Duitschland is enorm alle mid
dagen en avondvoorstellingen waren uitver
kocht. Met treinen, autobussen en andere ver
voermiddelen kwamen de bezoekers uit alle
deelen van West-Duitschland naar Enschedé,
om deze film te zien. Zelfs was voor a.s. Za
terdag de bioscoop door de „Dortmunder Ge
neral Anzeiger" afgehuurd, die extra treinen
zou laten loopen. Dit voornemen kon echter
geen doorgang vinden, aangezien de natio-
naal-socialisten te Dordmund hadden ge
dreigd een aanslag op de treinen te zullen
plegen.
Het schijnt, dat men den aanslag op de
Remarque-film te Enschedé nauwlettend
heeft voorbereid. Woensdagnacht tegen
kwart voor twee zag een voorbijganger rook
uit den Alhambra-bioscoop komen.. De onmid
dellijk gewaarschuwde politie verschafte zich
toegang tot het gebouw en vond op een bin
nenplaats achter den bioscoop vijf filmspoe
len en de resten van de geheel verbrandde
film.
Een onderzoek wees uit, dat men door een
raam was binnengekomen, waarna men de
deur van de cabine heeft geforceerd. Alleen
de Remarque-film werd uit de cabine ge
haald en verbrand. Overigens is niets ver
nield. De politie stelt in Duitschland een on
derzoek in.
Reeds is te Enschcedé een nieuwe copie
van de film 'gearriveerd, zoodat de voorstel
ling weer zal kunnen doorgaan.
GOEDENDAG ZEGGEN.
Is het u bekend, dat de begroeting in
ieder land een geheel verschillend ka
rakter draagt Het meest typische zijn
daarvan wel de Hollandsche, de Chi-
neesche cn de Perzische. Hieronder vol
gen er eenige
Hollanders „Hoe vaar je V
Engelschen „Hoe doet ge het
Franschen „Hoe draagt ge het
Duitschers „Hoe bevindt ge U
Italianen „Hoe sta je
Zweden „Hoe kun je het
Polen „I-Ioe heb je het
Russen „Hoe leef je
Egyptenaren „Hoe is je toestand
Chineezen „Hoe doet je maag Heeft
de rijst goed gesmaakt
Perzen „Moge je schaduw smaller
worden
De Hollanders blijven dus in stijl, zij
zijn zeelieden in hart en nieren en in
hun taalDe Chineezen hebben meer
gastronomische formules, terwijl de
Perzen erg belang stellen in het resul
taat van je pogingen om de slanke lijn
te verkrijgen. Zoo heeft ieder land
een typeerende eigenaardigheid.
DOOR EEN STIER GEDOOD.
Gistermiddag is de bejaarde ianid-
bouwer W. Korterink te Rauwveen,
(gem. Staphorst), toen hij den stier der
fokvereeniging wilde uitleiden, door 't
dier in den stal tegen den grond gestoo
ten, waarbij zijn borstkas werd inge
drukt. De ongelukkige overleed na en
kele oogenblikken.
TWEE PERSONEN AANGEREDEN
De chauffeur doorgereden.
Te ruim zes uur kwam gisteren te
Geldrop een auto langs de tricotage-fa
briek, juist toen een deel van het perso
neel huiswaarts keerde. Twee arbei
ders werden door de auto gregrepen en
ongeveer vijftien meter meegesleurd.
Slechts even hield de chauffeur zijn
vaart in. Zwaar gewond liet hij de bei
de slachtoffers op den weg achter cn
verdween in de richting Eindhoven.
De aangeredenen zijn de ongeveer 45-
jarige H. Kox en de 129-jarige Kox (oom
en neef), Bewusteloos werden beiden op
genomen. H. Kox werd naar het gast
huis te Eindhoven overgebracht. De
man had vier gebroken ribben en nog
andere kwetsuren bekomen. De verwon
dingen van zijn neef zijn minder zwaar
SCHOKKER GESTRAND
Opvarenden gered.
Toen de Urker schokker U.K. 53
Woensdagmiddag om ongeveer half
twee de Scheveningsche haven wilde
aandoen, is hij bij het draaien tegen 't
zuidelijk hoofd van het Ververschings-
J^manjy kykt sikkeneurig
Door de tyds-omstandigheid;
Jou slaat op 't gezicht te lezen,
Dat jy aan „malaise" lijdt.
Weet je,waarom, ondanks alles,
zoo vrooiijk,glunder kijk?
Door mijn pypje D0UWE E0BERTS
Ben ik Rothschildt nog te ryk.
20-50 et. per ons
verschaft U vuoiken. van, ^enot
hij hem voortdurend in het oog, in de hoop
hem eens op een fout te betrappen maar dit
zou niet gemakkelijk lukken bij Jean Tête
rol Die stille in den lande, die op 't laatst
van zijn loopbaan bijna een veelprater werd,
was onvermoeid in den arbeid sliep weinig,
stond vroeg op, ên was altijd even ijverig en
nauwgezet bij zijn werd. Jean deed, wat hij
deed, goedniet uit lust om het dengene, bij
wien hij in dienst was, naar den zin te ma
ken, of om door hem geprezen te worden,
maar om zich zelf ter wille te zijn, want hij
was niet licht tevreden
De baron trad nog een eindje naderbij en
stond naar het werk van Jean te kijken
met gefronst voorhoofd sprak hij toen
Je vernield mijn pereboom zoo op die
manier. Houd onmiddellijk op met dat snoei
mes en haal liever een schaar, ik zal je je
vak wel eens leeren
Jean antwoordde hem kalm, dat hij zijn
vak verstond en dat in sommige gevaillen een
snoeimes beter is dan een schaar. En mis
schien had hij gelijk maar als m.en baron
is en men heeft ongelijk, dan maakt men
zich licht boos. Zoo ging het althians baron
Adhémar, hij verweet den jongen, dat de hoog
moed al zeer misplaatst is in een vondeling
dat hij niet anders dan een onbeschaamde
vlegel was. Jean hoorde hem eerst zwijgend
aan maar eindelijk verloor hij het geduld
er bij en begon zacht het liedje van Marlbo-
rough te neuriën.
Dat was dan ook het eenige, dlat hij ken
de maar bij ongeluk zong hij v alsch,
flink valsch ook Toch was het minder het
onzuivere dan wel het onbeschaamde van
den toon, dat den baron hindeirde Kokend
van woede hief hij de hand op n aar het jong
mensch, maar doordat die een z ij sprong deed
ontging hij de oorvijg die voor hem bestemd
washij kon echter niet verhir ideren dat de
kanaal gevaren. De logger sloeg lek en
is gezonken. De drie opvarenden wisten
zich aan de mast vast te houden, waar
na zij door de motorreddingboot ,met
veel moeite konden worden gered.
Geheel verkleumd zijn zij door de
zorgen der Reddingmaatpij naar het
Ziekenhuis aan den Zuidwal te Den
Haag overgebracht.
ONTSLAG aan TECHNICI bij WERK
SPOOR. Men meldt van de zijde van
den Bond van Technici te Amsterdam
Dc directie van Werkspoor te Amster
dam heeft zich wegens gebrek aan or
ders genoodzaakt gezien, per 1 Maart
a,s. aan circa 30 technici ontslag aan te
zeggen. Onder de ontslagenen bevinden
zich enkele beambten met meer dan
20- en vele met 10 20 jaren dienst.
Door de afdeelingsbesturen van de
vakorganisaties van technici is naai'
aanleiding hiervan een vergadering ge
houden cn besloten zich piet de directie
in verbinding te stellen, teneinde te
trachten voor de betrokkenen een wacht
geldregeling te verkrijgen, eventueel 'n
billijke tegemoetkoming, verband hou
dende met het aantal dienstjaren aan
Werkspoor doorgebracht.
Men deelt verder mede, dat men thans
ook in de kringen der technische werk
nemers dc gevolgen van den slechten
toestand in onze industrie ernstig be
gint te gevoelen.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
VLIEGTUIG BOVEN LONDEN NEER
GESTORT.
Woensdag is boven Londen wederom een
vliegtuig omlaaggestort. Een bombardement
vliegtuig, dat aan den rand van het villa-,
dorp Hampstead een noodlanding had ge
daan was opnieuw opgestegen. De machine
baron even vlug met de voeten als met de
handen was en dit bezorgde1 hem een schop
in de lendenen, waardoor hij tegen den pe
reboom te land kwam. Toen Jean zijn even^
wicht weer hersteld had, keerde hij zich om,
raapte zijn pet op, keek den baron aan met
een paar verschrikkelijke oogen, waarin tra
nen van woede blonken en ging er toen van
door, zoo vlug als zijn beenen hem dragen
konden.
Jean Têterol wist niet meer, hoe hij het
hadde wereld scheen hem geheel veran
derd de zon, de velden, de bosschen, de kerk
toren van Saligneux, die alle hadden immers
den smaad gezien, hem aangedaan, en ieder
dacht er het zijne van Hij ging zijn schande
verbergen in een dicht kreupelbosch, waar hij
twee uur lang op zijn vingers bleef bijten.
Allerlei gedachten vielen hem in, de een nog
overdrevener dan de ander. De eerste was wel
dat hij het kasteel in brand zou steken de
tweede, dat hij baron De Saligneux aan een
kromming van den weg zou afwachten en dat
hij hem den nek zou breken. Hij sneed zich
een stok van een hulsttak en beschouwde
dien aandachtig maar langzamerhand
kwam hij toch wel wat tot kalmte. Hij ge
loofde maar aan weinig dingen, maar hij ge
loofde aan het gerecht, en aan de gendarmes,
en hij had zich voorgenomen dat hij daar
nooit mee te maken zou hebben. Tot den
stok sprak hij dus
Neen, zóó niet, ik zal wel een andere ma
nier bedenken.
En hij stelde vast dat de stok, die zoo mak
kelijk in de hand was, hem niet tot verdedi
gingswapen zou dienen, maar dat hij zich
dien te vriend zou maken.
Toen vestigde hij ren blik op een ouden
eik, die hém ook aankeek en tegenover dien
verklaarde hij plechtstatig, dat Jean Têterol
op een goeden dag baron De Saligneux mo
res zou leeren Hij legde de getuigenis af met
trillende stem en de eik scheen èr ook door
getroffen.
Alle krachtige mannen zijn begonnen met
een eed te zweren, op de manier van Hanni-
bal.
Tersluiks keerde hij nog even naar het kas
teel terug, om er zijn weinige lijfgoed en zijn
papieren te halen, waar hij een bundeltje
van maakte. Vervolgens brak hij zijn spaar
pot open en toen hij het bedrag, daarin op
gespaard, bij elkaar geteld had, was hij er
zeer tevreden over Maar nu ging hij dan
toch heen om niet weer terug te komen.
Toen hij even buiten het hek stond, trok
hij zijn met ijzer beslagen schoenen uit en
klopte die krachtig tegen elkaar om er al het
stof van de heerlijkheid. Saligneux uit te ver
wijderen. Den rest van den dag gebruikte hij,
om informaties in te winnen om 2ich een
knapzak aan te schaffen waar hij zijn plunje
in bergen kon en ook nog een leeren beurs
die de eenige bijeengegaard^ stuivers bevat
ten zou.
Dien nacht bracht hij onder den blooten
hemel door met het hoofd onder een struik.
Hij sliep heerlijk, ontwaakte frisch en flink
en voelde zich bestand om koude, honger en
dorst te lijden, kortom alle beproevingen
die hem immers te wachten stonden.
Abt Miraud kwam net uit zijn kerk waar
hij de mis bediend had, toen hij Jean Têterol
zag aankomen met den knapzak op den rug
en den hulsttak in de hand.
Wel, wat is dat nu riep hij hem toe.
Wat beduidt die uitrusting
Waarop Jean niets antwoordde. Abt Mi
raud schudde hem bij den arm.
Jean, zei hij, dat gaat niet goed. Ik
weet, dat je scène hebt gehad met baron De
Saligneux.
(Wordt vervolgdJ