GEMEENTERAAD VAN ZIJPE.
WIJ BREIEN en REPARÊEREN alle soor
ten wollen Kousen en Sokken, ook de aller
fijnste. Voor nieuw werk zijn wij No. 1.
JAAP SNOR, Zuidstraat 15, Den Helder.
Let op den gelen winkel. Telefoon 251.
Onze agent HARM HUISMAN komt U
bezoeken.
Vergadering van Woensdag 4 Maart 1931,
des morgens 10 uur.
De Voorzitter opent de vergadering en deelt
mede bericht te hebben ontvangen van de
heeren J. Bruin en J. van der Oord, dat zij
verhinderd zijn, deze vergadering bij te wo
nen.
De notulen van de vergadering van 27 Ja
nuari worden zonder aanmerkingen goedge
keurd.
Mededeelingen en in ingekomen stukken.
a. Bericht van Ged. Staten, inzake goed-
keurig van verschillende Raadsbesluiten.
b. Bericht van aanneming van de in de
vorige vergadering gedane benoemingen.
c. Een nadere raming van de opbrengst
van de gemeentelijke inkomstenbelasting
dienst 1930/31. Door den inspecteur wordt
deze opbrengst nader geraamd op 89000.-.
d. Mededeeling inzake vrijstelling onder
wijs lichamelijke oefening.
Van den inspecteur was bericht ontvangen
dat voor Petten geen uitstel gegeven wordt,
daar er ter plaatse een zeer geschikt terrein
aanwezig is en ook een lokaal beschikbaar is.
De Voorzitter zegt dat het ontvangen van
de Rijkssubsidie voor het Lager Onderwijs,
niet afhankelijk is van het niet geven van
onderwijs in lichamelijke oefeningen. B,
W. stellen voor het schrijven van den inspec
teur voor kennisgeving aan te nemen. Met
algemeene stemmen wordt alzoo besloten.
e. Adres van Gemeentebestuur van Arne-
muiden betreffende onderwijs in lichamelijke
oefening.
B. en W. stellen voor, gezien de groote kos
ten welke dit onderwijs met zich mee brengt,
aan dit adres adhaesie te betuigen.
De heer Blom zou hiervoor gaarne het oor
deel willen weten van de hoofden der scho
len.
De heer Van der Sluijs zegt dat de benoo-
digde terreinen voor lichamelijke oefeningen
veel geld vragen, wat door de. belastingbe
talers maar weer moet worden opgebracht.
Als in 1936 bij alle scholen dergelijke terrei
nen beschikbaar moeten zijn, zal dit de ge
meente op hooge kosten komen. Ook hebben
B. en W. kennis genomen van een schrijven
in het orgaan van de vereeniging van Ned.
Gemeenten, waarin te kennen wordt gegeven
dat zal worden aangedrongen om deze zaak
zooveel mogelijk te beperken.
De heer Smit is van meening dat de kin
deren op het platteland steeds voldoende in
de openlucht verkeeren, waar nog bij komt
dat op bijna ieder dorp een gymnastiekver-
eeniging bestaat, waarheen men de kinderen
kan zenden voor gymnastiek-onderwijs.
Met één stem tegen, die van den heer Blom
Wordt besloten adhaesie aan het adres te be
tuigen.
fIngekomen verschillende jaarverslagen
welke zullen circuleeren.
g. Begrooting 1931 keuringsdienst voor
Waren, waaruit blijkt dat de bijdrage in de
kosten voor deze gemeente zijn gesteld op
14 19/100 cent per inwoner.
h. Verzoek van de Rijvereeniging „West-
Friesland" om het terrein voor lichamelijke
oefening te Schagerbrug voor oefenterrein te
mogen gebruiken.
De Voorzitter zegt dat B. en W. van oordeel
zijn dat dit terrein hiervoor ongeschikt is.
Het is nat en drassig en zou spoedig door de
paardenhoeven in minder gunstigen toestand
gaan verkeeren redenen waarom B,. en W.
voorstellen afwijzend op het verzoek te be
schikken, wat met algemeene stemmen werd
goedgevonden.
Ingekomen is een dankbetuiging van den
heer A. Kapitein te Zijpersluis, voor de re
ductie op den huurprijs van de door hem ge
huurde gemeentelanderijen.
i. Verzoek van ingezetenen van Burger
vlotbrug om straatverlichting.
De Voorzitter zegt dat B. en W. voorstellen
om met den heer P. S. de Nijs aldaar eene
overeenkomst aan te gaan om zijn buiten
lamp te laten branden, tegen eene vergoeding
van 10.- per jaar, een overeenkomst waar
de heer De Nijs genoegen mee neemt. Voor
heen, toen het electr. net aan de gemeente
behoorde, bestond ook deze overeenkomst,
maar bij de overname door het P.E.Nt is dit
vervallen.
Allen verklaren zich er voor om deze zaak
op de aangegeven wijze te regelen.
Verzoek van de R.K.-Schoolbesturen om
voorschot op de gemeentelijke vergoeding
overeenkomstig art. 101 der L.O.-wet 1920,
voor het dienstjaar 1931.
De Secretaris licht toe dat het R.K.-school-
bestuur recht heeft op 2368,63, (gevraagd
werd ƒ2433.19) en het R.K.-schoolbestuur te
Burgerbrug op 540.-, welke bedragen met
algemeene stemmen werden toegestaan.
Vaststelling pensioensgrondslag van A.
Noorman als Gemeente-veldwachter.
Wordt vastgesteld met ingang van 1929-1930
op een jaarwedde van 1880.waarbij
inbegrepen de huurwaarde van het door hem
bewoonde perceel.
Voorstel van B. en W. om het onderhoud
van den oprit, gelegen op den Hazedwarsdijk,
over te dragen aan het Hoogheemraadschap
Noordhollandsch Noorderkwartier.
Toelichting. Dijkgraaf en Hoogheemraden
zijn bereid er toe mede te werken, dat het
onderhoud van den oprit, gelegen op den Ha
zedwarsdijk, door het Hoogheemraadschap
wordt overgenomen. De toestand, waarin de
oprit zich bevindt, is echter zoodanig, dat ee-
nige verbeteringen, waarvan de kosten 400.-
zullen bedragen, dienen te worden aange
bracht. De j aarlij ksche onderhoudskosten
worden geschat op 45.-.
Dijkgraaf en Hoogheemraden zijn mitsdien
bereid hunne medewerking te verleenen op
één van de volgende grondslagen
a betaling door de gemeente aan het
Hoogheemraadschap in eens van een bedrag
groot 1300.—.
b. betaling door de gemeente aan het
Hoogheemraadschap van een vast bedrag per
jaar (voortdurend) van 65.-, te allen tijde
afkoopbaar tegen een bedrag in eens van
1300.—.
c. betaling door de gemeente aan het
Hoogheemraadschap van de werkelijke jaar-
lijksche onderhoudskosten, naar raming het
eerste jaar 445.- en de volgende jaren (aan
gewoon onderhoud) 45.- bedragende, en na
het eerste jaar, te allen tijde afkoopbaar te
gen een bedrag ineens van 900.-
B. en W. geven aan sub b. vermelden vorm
de voorkeur.
De heer Doorn vraagt of het goed gezien
is van B. en W. Spreker zou liever de voor
keur aan sub c.
Na toelichting door Wethouder Van der
Sluis gaat de heer Doorn met het voorstel
van B. en W. mee.
De heer Smit vraagt door wie de kosten
zijn geraamd.
De Voorzitter antwoordt dat door een be
voegd ambtenaar van het Hoogheemraad
schap deze berekening is gemaakt. Het be
treft hier drie kluften.
De heer Bellis geeft desgevraagd, eenige
toelichting betreffende dit werk.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van B. en W. aangenomen.
Verzoek van Mej. L. J. Bückman om eervol
ontslag als onderwijzeres aan de O. L. School
te 't Zand, met ingang van 1 Mei a.s.
B. en W. stellen voor dit ontslag eervol te
verleenen op een nader door hen vast te stel
len datum, wat met algemeene stemmen
werd goedgevonden.
Voorstel tot het maken van een beerput
op het kerkerf te Petten.
De Voorzitter zegt dat eerst een groot vuil-
nishok geplaatst was, op een gedeelte land
van den heer Eriks, wat later is verkocht voor
bloembollenland. De nieuwe eigenaar verlang
de een huur van 90.- per jaar, voor dit vuil-
aishok, wat B. en W. te hoog voorkomt.
Maar de inwoners moeten toch een plaats
hebben om hun beerputten te ledigen. Het
wordt nu over den dijk in zee gebracht, maar
dit wordt verboden. Het plan is een beerput
te maken van 8 M3. inhoud, waarvan de kos
ten 150.- zullen bedragen. De heer Breed
heeft aangeboden renté van dit bedrag te
willen betalen, als hij de beer mag weghalen.
De heer Doorn vraagt of de regeling wel
goed is, om op de aangegeven plaats een beer
put te plaatsen.
De heeren Blom en Bellis achten dit de ee-
nigste goede oplossing en rekenen op de me
dewerking van de inwoners.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
aangenomen.
Nader voorstel inzake de te sluiten geldlee-
ning van 157000.
De Voorzitter zegt dat een aanbieding i:
ingekomen van de Algem. Friesche Levensver
zekerings Maatschappij, welke deze leening
wenscht te sluiten tegen 4 1/2 pCt. per jaar,
af te lossen in 40 jaar.
Nadat de Secretaris de voorwaarden dezer
Maatschappij had voorgelezen, wordt met
algemeene stemmen besloten deze leeninj
aan te gaan.
Voorstel tot aanvaarding van een legaat,
groot 1000.- en belegging daarvan.
Toelichting. Door Reindert van der Oord
Pz., overleden te Heiloo 15 Februari 1931,
aan de gemeente Zijpe gelegateerd een som
van 1000.-, onder voorwaarde, dat de ge
meente zorgt voor het voortdurend onder
houd van zijn graf, benevens van de graven
van zijn grootouders, ouders en zuster.
B. en W. stellen voor dit legaat te aanvaar
den en het bedrag te plaatsen op een der
Grootboeken der Ned. Werkelijke Schuld.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
Aangeboden en goedgekeurd wordt het ko
hier hondenbelasting, dienst 1931, tot een
bedrag van 604.- n.1. 69 honden van 5.-
en 259 honden van 1.-.
RONDVRAAG.
De heer De Wit vraagt naar het vast
houden en gemuilkorfd zijn van honden
in den zoogen. lammerentijd.
Voorzitter zegt dat dit in orde komt
en er bekendheid aan zal worden ge
geven.
De heer Blom wijst op de oude school
banken, welke op het Kerke-erf te Pet
ten liggen. Het is een ruine.
De Voorzitter zegt dat deze i n den
loop der volgende maand zullen ver
kocht worden.
De heer Nannis zegt dat hij in de vori
ge vergadering aan het Dagel. Bestuur
gevraagd heeft om er bij het Burgerl.
Armbestuur op aan te dringen op hun
genomen besluit, om geen toeslag aan
werkeloozen uit te keeren, terug te ko
men, piaar dit schijnt niet te gaan. Spr.
brengt dit punt wederom in bespreking
omdat er nu in het geheel geen toeslag
wordt gegeven, niettegenstaande de
groote meerderheid van den Raad er
voor was dit te doen. Wij werden, zegt
de heer Nannis, door de regeering ver
wezen naar het Armwezen, daar de ge
meente geen toeslag mocht verstrekken.
Het Armbestuur meent evenwel dit ook
niet te mogen doen en de arbeiders zijn
hiervan de dupe. M.i. gaat het Armbe
stuur vrij uit, als zij wel toeslag ver
strekken, gezien de meening der Raads
meerderheid. Weliswaar heerscht hier
geen crisiswerkeloosheid, maar de lage
loonen, sinds vele weken door talrijke
arbeiders genoten, veroorzaakt door
regendagen enz., heeft armoede in vele
gezinnen gebracht, daar de loonen niet
hooger gerekend kunnen worden dan
f 10.— a f 12.—. De heer Nannis zou gaar
ne zien, dat alsnog door de gemeente
een steunregeling wordt getroffen en
aan den Minister te vragen dit toe te
staan.
De Voorzitter zegt dat hij een bericht
in de „Schager Crt." heeft gelezen, be
treffende een vergadering van de afd.
Oudesluis van de S.D.A.P., waarin
werd besloten een krachtige actie te zul
len voeren om de steunregeling alsnog
toe te kennen. Ik verwachte dus, dat de
heer Nannis deze kwestie ter sprake
zou brengen. In dit bericht k!on men ook
lezen, dat op die vergadering de hou
ding van B. enW. werd becritiseerd en
de houding van het Burgerlijk Armbe
stuur werd afgekeurd. Een en ander
heeft mij zeer gefrappeerd. Spr. noemt
hierop de cijfers, welke door de gemeen
te aan het Armwezen worden uitge
keerd, ter bestrijding en hulp aan wer
keloozen en aan armlastigen, benevens
voor verzorging van arme krankzinni
gen. Aan subsidie aan het Burgerl. Arm
bestuur o.a. f 2600.—, een post werkver
schaffing geeft aan f 2500.— enz. enz,
te zamen een bedrag vormende van
f 26000.--.
Verder zegt de Voorzitter 'dat door B.
en Wl en den Raad steeds alles wordt
gedaan ter bestrijding van de werke
loosheid. B. enW. hebben omtrent dit
punt altijd een ruim standpunt ingeno
men. Maar als ons werken op deze wij
ze wordt gewaardeerd, zouden wij gauw
geneigd zijn om te zeggen waarvoor
moeten wij ons nog langer inspannen.
In een onderhoud £Set hoofdbestuur
ders der arbeidersorganisatie, werd ons
gezegd dat er nog wel 'n middeltje was
te vinden om aan de bepaling der regee
ring te ontkomen. Wij bedanken er
echter voor, om handelingen te doen,
welke in strijd zijn met de wet. Waar
om de houding van het Armbestuur
werd afgekeurd, begrijpen wij niet,
daar vanaf deze plaats aan genoemd
bestuur menigmaal een woord van
lof werd toegekend, "peze zijn verbon
den aan den Armenwet, en kunnen de
toeslagregeling niet toepassen. Als zij
het wel zouden doen, zou de gemeente
hiervoor een bedrag moeten YOteeren,
wat niet door Ged. Staten zou worden
goedgekeurd. Spr. zegt het jammer te
vinden dat op bovengenoemde wijze o-
ver het Armbestuur is gesproken cn
keurt dit ten zeerste af.
De heer Nannis: Mijnheer de Voorzit
ter, u begint met een lijstje over te leg
gen, wat voor de armen wordt gedaan,
maar dat is hier niet de vraag. Ook ik
heb niets dan lof voor het werken van
het Burgerlijk Armbestuur, maar het
gaat hier over de toeslagregeling en
niet over het werken van het Burgerlijk
Armbestuur. Juist door de toeslagrege
ling willen wij onze menschen van het
armwezen afhouden. Uw redeneering
■mijnheer de voorzitter, valt mij niet mee
om het Armwezen in zijn geheel hier
aan te roeren.
Ook de heer Van der Sluijs drukt zijn
spijt uit over de uitdrukkingen, in be
doeld bericht aan het adres van B. en
W, en het Burgerlijk Armbestuur: Wij
geven van gemeentewege f 1400 a f 1500
aan de werkloozenkassen. Wij zitten e-
venwel voor de geheele gemeente en
moeten ook rekening houden met de
ongeorganiseerde arbeiders, welke ook
steun verlangen bij werkloosheid.
De heer Nannis begrijpt niet veel van
de redeneering van den heer Van der
Sluijs, daar deze toch altijd een voor
stander is geweest om de georganiseer
de arbeiders toeslag te geven. De geor
ganiseerde arbeider, waar ik ook toe be
hoor, zal zich wel wachten om zich te
wenden toü het Burgerlijk Armbestuur.
Ik voel, dat ik in het college van B. cn
W. alleen sta en doe daarom een be
roep op den Raad. Ik had gehoopt op
meerdere sfceun van B. en W.
De heer Dignum vraagt zich af of er
toeslag gegeven mag worden ja of nee.
De gemeente mag het niet doen cn vol
gens VoorzL mag het Burgerl. Armbe
stuur het ook niet doen. Ik zou willen
voorstellen den Minister te verzoeken,
dat de gemeente het alsnog mag doen.
De heer Bellis zegt, dat ook hij de cri
tiek, voorkomende in het besproken be
richt, aan het adres van B. en Wv. en het
Burgerlijk Armbestuur, afkeurt. Het
komt mij, aldus spr., vreemd voor, dat
geen toeslag gegeven mag worden,
noch van de gemeente, noch van het
Burgerl. Armbestuur. De landarbei
ders worden toch gerangschikt onder
crisiswerkeloosheid.
De heer Doorn zegt de uitspraak van
het Burgerlijk te kunnen begrijpen aan
de hand van de Armenwet, maar het
spijt spr., dat zijn partijgenoot Van
der Sluijs er zoo over spreekt, daar het
gevoelen en de uitspraak van den Raad
toch voldoende bekend is. Wij kunnen
niet anders dan een steunregeling toe
kennen van gemeentewege.
De Voorz. zegt, dat de regeering ver
wijst naar het Burgerl. Armbestuur,
maar dat deze het niet kunnen doen.
De heer Nannis noemt een paar ge
meenten, waar de toeslagregeling van
gemeentewege wel wordt doorgevoerd.
De heer Van der Sluijs zegt, dat de
werkloosheid in deze gemeente zeer ge
ring is. Ik heb voorheen ook al gezegd,
dat naast de georganiseerden ook de on
georganiseerden geholpen moeten wor
den. Ik heb niet willen verhinderen,
dat bij het Burgerl. Armbestuur werd
aangeklopt. De algemeene toestand
wordt slechter en daarom vraag ik mij
af, of wij een steunregeling van gemeen
tewege alsnog moeten doen.
De heer Nannis zegt het voorstel van
den heer Dignum te willen steunen om
g aan den Minister te vragen, ge
zien de houding van het Burgerl. Arm
bestuur in deze, toeslag te geven via
de gemeente en hierin ook de ongeorga
niseerden op te nemen, met een lagere
uitkeering dan de georganiseerden. De
menschen moeten geholpen worden,
daar er bij werkeloosheid, armoede
heerscht.
De heer Dignum zegt, dat de toestand
van de arbeiders hier niet direct roos
kleurig is, maar niet zoo slecht is, als
wel in andere gemeenten.
De Voorz. zegt, dat aan 29 arbeiders,
welke werkeloos waren, gevraagd is,
of zij wilden werken in de Wieringer-
meerpolder, maar dat slechts 4 perso
nen hierop hebben geantwoord. Aan in
geschrevenen bij het Arbeidsbemidde
lingsbureau is gevraagd of zij wilden
werken bij het Staatsboschbeheer,
maar hiervan hoorden wij ook niets, 't
Loon is daar wel niet hoog, maar dat
is niet onze schuld.
De heer Van der Sluijs zegt, dat hij'
zich in verbinding heeft gesteld met 't
Burgerl. Armbestuur en hem is geble
ken, dat deze steeds bereid zijn te hel
pen, als er gevraagd wordt. Voor geor
ganiseerden, zoowel als voor ongeorga
niseerden, staat zij steeds paraat en
helpt zij, waar dit noodig is.
De heer Doorn zegt, dat men hier
maar steeds vreemde werkkrachten in
haalt en als men deze niet meer noodig
heeft, zet men ze maar aan den dijk en
moet de gemeente maar helpen.
Het voorstel van den heer Dignum»
om een verzoek aan den Minister te
richten, om de. steunregeling in de toe
komst weer door de gemeente te doen
geschieden, komt nu in stemming en
wordt aangenomen, met de stemmen
van de heeren Smit, de Boer en Van
der Sluijs tegen.
De heer Nannis vraagt nu ook voor de
ongeorganiseerden een toeslagregeling.
De voorz. zegt, dat hiervoor een rege
ling getroffen kan worden als het ver
zoek wordt toegestaan.
Hierna: sluiting.
PAN SOEP OVER HET LICHAAM.
Het 3-jarig dochtertje van den heer G.
Moors te Acliel bij Budel trok een pot ko
kende soep om en kreeg den inhoud
over het lichaam. De kleine overleed
korten tijd later aan de gevolgen.
WERKLOOZEN DINGEN MEDE
BIJ AANBESTEDING
Als een bijzonderheid wordt aan De
Telegraaf gemeld, dat veertig werkloo-
zen te Deventer zich vereenigden en
mededongen bij de aanbesteding voor de
voorbereidende grondwerken voor den
bouw van 113 gemeentewoningen. Het
resultaat was, dat zij de laagste In
schrijvers waren en dat het werk heden
aan hen is opgedragen voor de som van
f 7997. A
Dit is dus wel een bewijs van den ar-
beidswil dezer werkloozen, die daarmee
tevens nieuwe perspectieven openen.
„OOSTERLAND'S OPGANG."
Mag ik geachte Redacteur, van Hollands Noorder nieuwtjesblad,
Een klein plaatsje in uw courant, voor het onderstaand klad
't Is een gedichtje van Oosterland, dat gehuchtje, haast niet bekend,
Doch de bewondering wekt, van wie er thans zijn oog heen wendt.
(Lees het s.v.p. eerst goed na, of het 't plaatsen wel is waard
En werp het anders op de plaats, waar gij de „prullen" saamvergaard.)
Ik zie het daar nog voor mij liggen, toen ik nog een jongen was,
Die de oude school bezocht, mij nog vermaakte in de klas
Dat mooi en rustig „Oosterland", met zijn zeer schoon vergezicht,
Met zijn mooie hooge „toren", in dertienhonderd reeds gesticht
Met zijn mooie boerewonings, naar de echte „oude" mode,
Met zijn stil cn rustig kerkhof, met zijn. walletjes van zoden
Met zijn keurig zeegezicht, vanuit zijn torengaten,
Met zijn welgestelde burgers, die 't niet gaarne gaan verlaten.
Wat was die buurt daar echt intiem, wat leefden zij vriendschappelijk
met elkaar
Eén in zaken, éen in handelen, de ware „eendracht" heerschte daar.
Doch 't zou zoo niet eeuwig blijven, niets is bestendig op deez' aard
En de verandering die gebeurd is, heb ik in 't kort hier saamvergaard.
Het begon in negentienhonderdvier, toen werd de kaasfabriek gesticht
In de z.g.n. „Fok", werd zij coöperatief opgericht I
Toen werd het direct hier drukker, 's-morgens in de vroegte al
Hoorde men de boeren rijden, met hun bussen, groot en tal
De naam die daaraan werd gegeven, „Eendracht" was wel goed gekozen,
De eendracht heerschte daar alom, immer, immer, zonder tusschenpoozen.
Ook bleek in datzelfde jaar, de antieke lagere school te klein,
En aangezien zij niet aan de eisch der wet voldeé, moest er een nieuwe zijn;
Weldra stond er een flink gebouw, naar de eisch der tijden ingericht
't Werd 22 September ingewijd, het mooi gebouw voor trouw en plicht.
..Doch op ons Oosterland ontbrak nog een café,
En zoolang nog dat ontbreekt, is men voorzeker niet tevreé
Een zekere poldermolenaar, met water goed bekend,
Heeft de stoute schoenen aangetrokken, en zich naar B. en W'. gewend
Hij kreeg vergunning en bouwde ras
Een keurig mooi café 't was alles eerste klas.
In 1906 toen kwam het klaar, en 't bezoek dat is er druk,
De derde eigenaar alreeds, beproeft er zijn geluk
Het Hoofd der school steekt het hoofd omhoog, zijn huis is ver van goed
En B. en W. komen op zijn vraag dra met den meesten spöed
Ook zij verklaren zeer beslist, dat er een ander huis moet zijn
't Is reeds lang al Uit de mode, en daarbij ook veel te kléin.
Doch de tijden zijn niet best, en Wieringer brandkast schraal,
Doch 't hoofd houdt vol (hij heeft gelijk) en klopt een ander maal
In 1917, 't had lang geduurd, stond een woning bij de school
Groot en flink, dank zij den raad 't was lang geen apenkooi
In 1918 was Oosterland op veler lippen,
Zoo zelfs, dat wij dien datum in 't geschiedboek aan gaan stippen.
Er moest een vreemd'ling landen, en niemand wist wie 't wezen zou
De pastorie was zijne woonplaats dat was 't eenigste gebouw
Dat de vreemdeling kon bergen 't was bepaald een deftig heer
„Wie" mag toch die snuiter wezen was 't gebabbel heen en weer.
Weldra kwam de vreemd'ling aan, 't was de Duitsche Keizerszoon
„Kroonprins Wilhelm" welbekend, kreeg de Pastorie tot woon.
Nu was Oosterland niet meer 't stil en vreedzaam oord
Want de verblijfplaats van de Prins wei d heinde en ver gehoord.
Journalisten, fotografen, filmopnemers, 't stond niet stil.
Iedereen wou die vreemd'ling zien, zelfs tegen zijn zin en wil.
Vijf jaren duurde deze pret en Oosterland dat was niet meer
Dat stil vergeten kleine plekje, van 't onbekende van weleer.
Maar verder gaan wij, de tijd gaat voort en Oosterland gaat mee
Het Hollands groote werk begon, de dichting van de Zuiderzee.
De bevolking op het eiland Wieringen ging in getale vlug vooruit
Ook Oosterland, dat kreeg haar deel, ofschoon men 't gaarne had gestuit.
Keeten, mooi en minder mooi, zij rezen als paddestoelen uit den grond.
„Moet het zoo nog langer voort gaan Ging het al van mond tot mond.
Doch toen de groote M.U.Z. kwam, en land aankocht voor haar gebouwen
Toen vond men 't toch wel leuk; in haar schonk men toch wel vertrouwen
Daar waar het eenmaal laag en kaal was, bracht de M.U.Z. vertiering aan
Behalve een keurig parkje, ziet men flinke huizen staan
't Geheel ziet er joviaal uit, 't is een bewijs van goede smaak
En nu negentienhonderd een en dertig, zet de kroon op 't mooi heelal
„Hulde" aan den gemeenteraad, hun roemen w' in deze bovenal
Boven Oosterland verheven, uit de eeuwenoude toren,
Kan men nu elk halfuur heldere forsche klanken hooren
De lang begeerde torenklok werd hier heden aangebracht,
„Nooit" zullen wij dat slaan veigeten, die eerste klanken in den nacht.
En als men eens naar buiten staart, en men ziet de menschen staan
Hun tevreden blik naar boven wendend' waar de gouden wijzers staan i
Dan is het aan hun te zien, dat zij 't mooie werk waardeeren i,
En dat thans toch is voldaan aan jarenlang begeeren. i
.Oosterland, voorheen en thans, 't is een machtig groot verschil
En wij mogen 't zoo toch wel lal is 't niet meer zoo vreedzaam stil
Doch als men de oud gediende vraagt„staat U dat nieuwe nu wat aan
Dan begint zijn bovenlip te beven, en zegt dan, blijkbaar aangedaan
„Ons rustig leven is verloren, ons mooie buurt bestaat niet meer
„Wat geeft ons, oudjes, al die drukte, 't mooie is nu niet, 't was weleer 1"
Oosterland, 1 Maart 1931. M. J. BOSKER.