GEMEENTERAAD VAN ZIJPE. WIJ BREIEN en REPARÊEREN alle soor ten wollen Kousen en Sokken, ook de aller fijnste. Voor nieuw werk zijn wij No. 1. JAAP SNOR, Zuidstraat 15, Den Helder. Let op den gelen winkel. Telefoon 251. Onze agent HARM HUISMAN komt U bezoeken. Vergadering van Woensdag 4 Maart 1931, des morgens 10 uur. De Voorzitter opent de vergadering en deelt mede bericht te hebben ontvangen van de heeren J. Bruin en J. van der Oord, dat zij verhinderd zijn, deze vergadering bij te wo nen. De notulen van de vergadering van 27 Ja nuari worden zonder aanmerkingen goedge keurd. Mededeelingen en in ingekomen stukken. a. Bericht van Ged. Staten, inzake goed- keurig van verschillende Raadsbesluiten. b. Bericht van aanneming van de in de vorige vergadering gedane benoemingen. c. Een nadere raming van de opbrengst van de gemeentelijke inkomstenbelasting dienst 1930/31. Door den inspecteur wordt deze opbrengst nader geraamd op 89000.-. d. Mededeeling inzake vrijstelling onder wijs lichamelijke oefening. Van den inspecteur was bericht ontvangen dat voor Petten geen uitstel gegeven wordt, daar er ter plaatse een zeer geschikt terrein aanwezig is en ook een lokaal beschikbaar is. De Voorzitter zegt dat het ontvangen van de Rijkssubsidie voor het Lager Onderwijs, niet afhankelijk is van het niet geven van onderwijs in lichamelijke oefeningen. B, W. stellen voor het schrijven van den inspec teur voor kennisgeving aan te nemen. Met algemeene stemmen wordt alzoo besloten. e. Adres van Gemeentebestuur van Arne- muiden betreffende onderwijs in lichamelijke oefening. B. en W. stellen voor, gezien de groote kos ten welke dit onderwijs met zich mee brengt, aan dit adres adhaesie te betuigen. De heer Blom zou hiervoor gaarne het oor deel willen weten van de hoofden der scho len. De heer Van der Sluijs zegt dat de benoo- digde terreinen voor lichamelijke oefeningen veel geld vragen, wat door de. belastingbe talers maar weer moet worden opgebracht. Als in 1936 bij alle scholen dergelijke terrei nen beschikbaar moeten zijn, zal dit de ge meente op hooge kosten komen. Ook hebben B. en W. kennis genomen van een schrijven in het orgaan van de vereeniging van Ned. Gemeenten, waarin te kennen wordt gegeven dat zal worden aangedrongen om deze zaak zooveel mogelijk te beperken. De heer Smit is van meening dat de kin deren op het platteland steeds voldoende in de openlucht verkeeren, waar nog bij komt dat op bijna ieder dorp een gymnastiekver- eeniging bestaat, waarheen men de kinderen kan zenden voor gymnastiek-onderwijs. Met één stem tegen, die van den heer Blom Wordt besloten adhaesie aan het adres te be tuigen. fIngekomen verschillende jaarverslagen welke zullen circuleeren. g. Begrooting 1931 keuringsdienst voor Waren, waaruit blijkt dat de bijdrage in de kosten voor deze gemeente zijn gesteld op 14 19/100 cent per inwoner. h. Verzoek van de Rijvereeniging „West- Friesland" om het terrein voor lichamelijke oefening te Schagerbrug voor oefenterrein te mogen gebruiken. De Voorzitter zegt dat B. en W. van oordeel zijn dat dit terrein hiervoor ongeschikt is. Het is nat en drassig en zou spoedig door de paardenhoeven in minder gunstigen toestand gaan verkeeren redenen waarom B,. en W. voorstellen afwijzend op het verzoek te be schikken, wat met algemeene stemmen werd goedgevonden. Ingekomen is een dankbetuiging van den heer A. Kapitein te Zijpersluis, voor de re ductie op den huurprijs van de door hem ge huurde gemeentelanderijen. i. Verzoek van ingezetenen van Burger vlotbrug om straatverlichting. De Voorzitter zegt dat B. en W. voorstellen om met den heer P. S. de Nijs aldaar eene overeenkomst aan te gaan om zijn buiten lamp te laten branden, tegen eene vergoeding van 10.- per jaar, een overeenkomst waar de heer De Nijs genoegen mee neemt. Voor heen, toen het electr. net aan de gemeente behoorde, bestond ook deze overeenkomst, maar bij de overname door het P.E.Nt is dit vervallen. Allen verklaren zich er voor om deze zaak op de aangegeven wijze te regelen. Verzoek van de R.K.-Schoolbesturen om voorschot op de gemeentelijke vergoeding overeenkomstig art. 101 der L.O.-wet 1920, voor het dienstjaar 1931. De Secretaris licht toe dat het R.K.-school- bestuur recht heeft op 2368,63, (gevraagd werd ƒ2433.19) en het R.K.-schoolbestuur te Burgerbrug op 540.-, welke bedragen met algemeene stemmen werden toegestaan. Vaststelling pensioensgrondslag van A. Noorman als Gemeente-veldwachter. Wordt vastgesteld met ingang van 1929-1930 op een jaarwedde van 1880.waarbij inbegrepen de huurwaarde van het door hem bewoonde perceel. Voorstel van B. en W. om het onderhoud van den oprit, gelegen op den Hazedwarsdijk, over te dragen aan het Hoogheemraadschap Noordhollandsch Noorderkwartier. Toelichting. Dijkgraaf en Hoogheemraden zijn bereid er toe mede te werken, dat het onderhoud van den oprit, gelegen op den Ha zedwarsdijk, door het Hoogheemraadschap wordt overgenomen. De toestand, waarin de oprit zich bevindt, is echter zoodanig, dat ee- nige verbeteringen, waarvan de kosten 400.- zullen bedragen, dienen te worden aange bracht. De j aarlij ksche onderhoudskosten worden geschat op 45.-. Dijkgraaf en Hoogheemraden zijn mitsdien bereid hunne medewerking te verleenen op één van de volgende grondslagen a betaling door de gemeente aan het Hoogheemraadschap in eens van een bedrag groot 1300.—. b. betaling door de gemeente aan het Hoogheemraadschap van een vast bedrag per jaar (voortdurend) van 65.-, te allen tijde afkoopbaar tegen een bedrag in eens van 1300.—. c. betaling door de gemeente aan het Hoogheemraadschap van de werkelijke jaar- lijksche onderhoudskosten, naar raming het eerste jaar 445.- en de volgende jaren (aan gewoon onderhoud) 45.- bedragende, en na het eerste jaar, te allen tijde afkoopbaar te gen een bedrag ineens van 900.- B. en W. geven aan sub b. vermelden vorm de voorkeur. De heer Doorn vraagt of het goed gezien is van B. en W. Spreker zou liever de voor keur aan sub c. Na toelichting door Wethouder Van der Sluis gaat de heer Doorn met het voorstel van B. en W. mee. De heer Smit vraagt door wie de kosten zijn geraamd. De Voorzitter antwoordt dat door een be voegd ambtenaar van het Hoogheemraad schap deze berekening is gemaakt. Het be treft hier drie kluften. De heer Bellis geeft desgevraagd, eenige toelichting betreffende dit werk. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. Verzoek van Mej. L. J. Bückman om eervol ontslag als onderwijzeres aan de O. L. School te 't Zand, met ingang van 1 Mei a.s. B. en W. stellen voor dit ontslag eervol te verleenen op een nader door hen vast te stel len datum, wat met algemeene stemmen werd goedgevonden. Voorstel tot het maken van een beerput op het kerkerf te Petten. De Voorzitter zegt dat eerst een groot vuil- nishok geplaatst was, op een gedeelte land van den heer Eriks, wat later is verkocht voor bloembollenland. De nieuwe eigenaar verlang de een huur van 90.- per jaar, voor dit vuil- aishok, wat B. en W. te hoog voorkomt. Maar de inwoners moeten toch een plaats hebben om hun beerputten te ledigen. Het wordt nu over den dijk in zee gebracht, maar dit wordt verboden. Het plan is een beerput te maken van 8 M3. inhoud, waarvan de kos ten 150.- zullen bedragen. De heer Breed heeft aangeboden renté van dit bedrag te willen betalen, als hij de beer mag weghalen. De heer Doorn vraagt of de regeling wel goed is, om op de aangegeven plaats een beer put te plaatsen. De heeren Blom en Bellis achten dit de ee- nigste goede oplossing en rekenen op de me dewerking van de inwoners. Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen. Nader voorstel inzake de te sluiten geldlee- ning van 157000. De Voorzitter zegt dat een aanbieding i: ingekomen van de Algem. Friesche Levensver zekerings Maatschappij, welke deze leening wenscht te sluiten tegen 4 1/2 pCt. per jaar, af te lossen in 40 jaar. Nadat de Secretaris de voorwaarden dezer Maatschappij had voorgelezen, wordt met algemeene stemmen besloten deze leeninj aan te gaan. Voorstel tot aanvaarding van een legaat, groot 1000.- en belegging daarvan. Toelichting. Door Reindert van der Oord Pz., overleden te Heiloo 15 Februari 1931, aan de gemeente Zijpe gelegateerd een som van 1000.-, onder voorwaarde, dat de ge meente zorgt voor het voortdurend onder houd van zijn graf, benevens van de graven van zijn grootouders, ouders en zuster. B. en W. stellen voor dit legaat te aanvaar den en het bedrag te plaatsen op een der Grootboeken der Ned. Werkelijke Schuld. Met algemeene stemmen goedgekeurd. Aangeboden en goedgekeurd wordt het ko hier hondenbelasting, dienst 1931, tot een bedrag van 604.- n.1. 69 honden van 5.- en 259 honden van 1.-. RONDVRAAG. De heer De Wit vraagt naar het vast houden en gemuilkorfd zijn van honden in den zoogen. lammerentijd. Voorzitter zegt dat dit in orde komt en er bekendheid aan zal worden ge geven. De heer Blom wijst op de oude school banken, welke op het Kerke-erf te Pet ten liggen. Het is een ruine. De Voorzitter zegt dat deze i n den loop der volgende maand zullen ver kocht worden. De heer Nannis zegt dat hij in de vori ge vergadering aan het Dagel. Bestuur gevraagd heeft om er bij het Burgerl. Armbestuur op aan te dringen op hun genomen besluit, om geen toeslag aan werkeloozen uit te keeren, terug te ko men, piaar dit schijnt niet te gaan. Spr. brengt dit punt wederom in bespreking omdat er nu in het geheel geen toeslag wordt gegeven, niettegenstaande de groote meerderheid van den Raad er voor was dit te doen. Wij werden, zegt de heer Nannis, door de regeering ver wezen naar het Armwezen, daar de ge meente geen toeslag mocht verstrekken. Het Armbestuur meent evenwel dit ook niet te mogen doen en de arbeiders zijn hiervan de dupe. M.i. gaat het Armbe stuur vrij uit, als zij wel toeslag ver strekken, gezien de meening der Raads meerderheid. Weliswaar heerscht hier geen crisiswerkeloosheid, maar de lage loonen, sinds vele weken door talrijke arbeiders genoten, veroorzaakt door regendagen enz., heeft armoede in vele gezinnen gebracht, daar de loonen niet hooger gerekend kunnen worden dan f 10.— a f 12.—. De heer Nannis zou gaar ne zien, dat alsnog door de gemeente een steunregeling wordt getroffen en aan den Minister te vragen dit toe te staan. De Voorzitter zegt dat hij een bericht in de „Schager Crt." heeft gelezen, be treffende een vergadering van de afd. Oudesluis van de S.D.A.P., waarin werd besloten een krachtige actie te zul len voeren om de steunregeling alsnog toe te kennen. Ik verwachte dus, dat de heer Nannis deze kwestie ter sprake zou brengen. In dit bericht k!on men ook lezen, dat op die vergadering de hou ding van B. enW. werd becritiseerd en de houding van het Burgerlijk Armbe stuur werd afgekeurd. Een en ander heeft mij zeer gefrappeerd. Spr. noemt hierop de cijfers, welke door de gemeen te aan het Armwezen worden uitge keerd, ter bestrijding en hulp aan wer keloozen en aan armlastigen, benevens voor verzorging van arme krankzinni gen. Aan subsidie aan het Burgerl. Arm bestuur o.a. f 2600.—, een post werkver schaffing geeft aan f 2500.— enz. enz, te zamen een bedrag vormende van f 26000.--. Verder zegt de Voorzitter 'dat door B. en Wl en den Raad steeds alles wordt gedaan ter bestrijding van de werke loosheid. B. enW. hebben omtrent dit punt altijd een ruim standpunt ingeno men. Maar als ons werken op deze wij ze wordt gewaardeerd, zouden wij gauw geneigd zijn om te zeggen waarvoor moeten wij ons nog langer inspannen. In een onderhoud £Set hoofdbestuur ders der arbeidersorganisatie, werd ons gezegd dat er nog wel 'n middeltje was te vinden om aan de bepaling der regee ring te ontkomen. Wij bedanken er echter voor, om handelingen te doen, welke in strijd zijn met de wet. Waar om de houding van het Armbestuur werd afgekeurd, begrijpen wij niet, daar vanaf deze plaats aan genoemd bestuur menigmaal een woord van lof werd toegekend, "peze zijn verbon den aan den Armenwet, en kunnen de toeslagregeling niet toepassen. Als zij het wel zouden doen, zou de gemeente hiervoor een bedrag moeten YOteeren, wat niet door Ged. Staten zou worden goedgekeurd. Spr. zegt het jammer te vinden dat op bovengenoemde wijze o- ver het Armbestuur is gesproken cn keurt dit ten zeerste af. De heer Nannis: Mijnheer de Voorzit ter, u begint met een lijstje over te leg gen, wat voor de armen wordt gedaan, maar dat is hier niet de vraag. Ook ik heb niets dan lof voor het werken van het Burgerlijk Armbestuur, maar het gaat hier over de toeslagregeling en niet over het werken van het Burgerlijk Armbestuur. Juist door de toeslagrege ling willen wij onze menschen van het armwezen afhouden. Uw redeneering ■mijnheer de voorzitter, valt mij niet mee om het Armwezen in zijn geheel hier aan te roeren. Ook de heer Van der Sluijs drukt zijn spijt uit over de uitdrukkingen, in be doeld bericht aan het adres van B. en W, en het Burgerlijk Armbestuur: Wij geven van gemeentewege f 1400 a f 1500 aan de werkloozenkassen. Wij zitten e- venwel voor de geheele gemeente en moeten ook rekening houden met de ongeorganiseerde arbeiders, welke ook steun verlangen bij werkloosheid. De heer Nannis begrijpt niet veel van de redeneering van den heer Van der Sluijs, daar deze toch altijd een voor stander is geweest om de georganiseer de arbeiders toeslag te geven. De geor ganiseerde arbeider, waar ik ook toe be hoor, zal zich wel wachten om zich te wenden toü het Burgerlijk Armbestuur. Ik voel, dat ik in het college van B. cn W. alleen sta en doe daarom een be roep op den Raad. Ik had gehoopt op meerdere sfceun van B. en W. De heer Dignum vraagt zich af of er toeslag gegeven mag worden ja of nee. De gemeente mag het niet doen cn vol gens VoorzL mag het Burgerl. Armbe stuur het ook niet doen. Ik zou willen voorstellen den Minister te verzoeken, dat de gemeente het alsnog mag doen. De heer Bellis zegt, dat ook hij de cri tiek, voorkomende in het besproken be richt, aan het adres van B. en Wv. en het Burgerlijk Armbestuur, afkeurt. Het komt mij, aldus spr., vreemd voor, dat geen toeslag gegeven mag worden, noch van de gemeente, noch van het Burgerl. Armbestuur. De landarbei ders worden toch gerangschikt onder crisiswerkeloosheid. De heer Doorn zegt de uitspraak van het Burgerlijk te kunnen begrijpen aan de hand van de Armenwet, maar het spijt spr., dat zijn partijgenoot Van der Sluijs er zoo over spreekt, daar het gevoelen en de uitspraak van den Raad toch voldoende bekend is. Wij kunnen niet anders dan een steunregeling toe kennen van gemeentewege. De Voorz. zegt, dat de regeering ver wijst naar het Burgerl. Armbestuur, maar dat deze het niet kunnen doen. De heer Nannis noemt een paar ge meenten, waar de toeslagregeling van gemeentewege wel wordt doorgevoerd. De heer Van der Sluijs zegt, dat de werkloosheid in deze gemeente zeer ge ring is. Ik heb voorheen ook al gezegd, dat naast de georganiseerden ook de on georganiseerden geholpen moeten wor den. Ik heb niet willen verhinderen, dat bij het Burgerl. Armbestuur werd aangeklopt. De algemeene toestand wordt slechter en daarom vraag ik mij af, of wij een steunregeling van gemeen tewege alsnog moeten doen. De heer Nannis zegt het voorstel van den heer Dignum te willen steunen om g aan den Minister te vragen, ge zien de houding van het Burgerl. Arm bestuur in deze, toeslag te geven via de gemeente en hierin ook de ongeorga niseerden op te nemen, met een lagere uitkeering dan de georganiseerden. De menschen moeten geholpen worden, daar er bij werkeloosheid, armoede heerscht. De heer Dignum zegt, dat de toestand van de arbeiders hier niet direct roos kleurig is, maar niet zoo slecht is, als wel in andere gemeenten. De Voorz. zegt, dat aan 29 arbeiders, welke werkeloos waren, gevraagd is, of zij wilden werken in de Wieringer- meerpolder, maar dat slechts 4 perso nen hierop hebben geantwoord. Aan in geschrevenen bij het Arbeidsbemidde lingsbureau is gevraagd of zij wilden werken bij het Staatsboschbeheer, maar hiervan hoorden wij ook niets, 't Loon is daar wel niet hoog, maar dat is niet onze schuld. De heer Van der Sluijs zegt, dat hij' zich in verbinding heeft gesteld met 't Burgerl. Armbestuur en hem is geble ken, dat deze steeds bereid zijn te hel pen, als er gevraagd wordt. Voor geor ganiseerden, zoowel als voor ongeorga niseerden, staat zij steeds paraat en helpt zij, waar dit noodig is. De heer Doorn zegt, dat men hier maar steeds vreemde werkkrachten in haalt en als men deze niet meer noodig heeft, zet men ze maar aan den dijk en moet de gemeente maar helpen. Het voorstel van den heer Dignum» om een verzoek aan den Minister te richten, om de. steunregeling in de toe komst weer door de gemeente te doen geschieden, komt nu in stemming en wordt aangenomen, met de stemmen van de heeren Smit, de Boer en Van der Sluijs tegen. De heer Nannis vraagt nu ook voor de ongeorganiseerden een toeslagregeling. De voorz. zegt, dat hiervoor een rege ling getroffen kan worden als het ver zoek wordt toegestaan. Hierna: sluiting. PAN SOEP OVER HET LICHAAM. Het 3-jarig dochtertje van den heer G. Moors te Acliel bij Budel trok een pot ko kende soep om en kreeg den inhoud over het lichaam. De kleine overleed korten tijd later aan de gevolgen. WERKLOOZEN DINGEN MEDE BIJ AANBESTEDING Als een bijzonderheid wordt aan De Telegraaf gemeld, dat veertig werkloo- zen te Deventer zich vereenigden en mededongen bij de aanbesteding voor de voorbereidende grondwerken voor den bouw van 113 gemeentewoningen. Het resultaat was, dat zij de laagste In schrijvers waren en dat het werk heden aan hen is opgedragen voor de som van f 7997. A Dit is dus wel een bewijs van den ar- beidswil dezer werkloozen, die daarmee tevens nieuwe perspectieven openen. „OOSTERLAND'S OPGANG." Mag ik geachte Redacteur, van Hollands Noorder nieuwtjesblad, Een klein plaatsje in uw courant, voor het onderstaand klad 't Is een gedichtje van Oosterland, dat gehuchtje, haast niet bekend, Doch de bewondering wekt, van wie er thans zijn oog heen wendt. (Lees het s.v.p. eerst goed na, of het 't plaatsen wel is waard En werp het anders op de plaats, waar gij de „prullen" saamvergaard.) Ik zie het daar nog voor mij liggen, toen ik nog een jongen was, Die de oude school bezocht, mij nog vermaakte in de klas Dat mooi en rustig „Oosterland", met zijn zeer schoon vergezicht, Met zijn mooie hooge „toren", in dertienhonderd reeds gesticht Met zijn mooie boerewonings, naar de echte „oude" mode, Met zijn stil cn rustig kerkhof, met zijn. walletjes van zoden Met zijn keurig zeegezicht, vanuit zijn torengaten, Met zijn welgestelde burgers, die 't niet gaarne gaan verlaten. Wat was die buurt daar echt intiem, wat leefden zij vriendschappelijk met elkaar Eén in zaken, éen in handelen, de ware „eendracht" heerschte daar. Doch 't zou zoo niet eeuwig blijven, niets is bestendig op deez' aard En de verandering die gebeurd is, heb ik in 't kort hier saamvergaard. Het begon in negentienhonderdvier, toen werd de kaasfabriek gesticht In de z.g.n. „Fok", werd zij coöperatief opgericht I Toen werd het direct hier drukker, 's-morgens in de vroegte al Hoorde men de boeren rijden, met hun bussen, groot en tal De naam die daaraan werd gegeven, „Eendracht" was wel goed gekozen, De eendracht heerschte daar alom, immer, immer, zonder tusschenpoozen. Ook bleek in datzelfde jaar, de antieke lagere school te klein, En aangezien zij niet aan de eisch der wet voldeé, moest er een nieuwe zijn; Weldra stond er een flink gebouw, naar de eisch der tijden ingericht 't Werd 22 September ingewijd, het mooi gebouw voor trouw en plicht. ..Doch op ons Oosterland ontbrak nog een café, En zoolang nog dat ontbreekt, is men voorzeker niet tevreé Een zekere poldermolenaar, met water goed bekend, Heeft de stoute schoenen aangetrokken, en zich naar B. en W'. gewend Hij kreeg vergunning en bouwde ras Een keurig mooi café 't was alles eerste klas. In 1906 toen kwam het klaar, en 't bezoek dat is er druk, De derde eigenaar alreeds, beproeft er zijn geluk Het Hoofd der school steekt het hoofd omhoog, zijn huis is ver van goed En B. en W. komen op zijn vraag dra met den meesten spöed Ook zij verklaren zeer beslist, dat er een ander huis moet zijn 't Is reeds lang al Uit de mode, en daarbij ook veel te kléin. Doch de tijden zijn niet best, en Wieringer brandkast schraal, Doch 't hoofd houdt vol (hij heeft gelijk) en klopt een ander maal In 1917, 't had lang geduurd, stond een woning bij de school Groot en flink, dank zij den raad 't was lang geen apenkooi In 1918 was Oosterland op veler lippen, Zoo zelfs, dat wij dien datum in 't geschiedboek aan gaan stippen. Er moest een vreemd'ling landen, en niemand wist wie 't wezen zou De pastorie was zijne woonplaats dat was 't eenigste gebouw Dat de vreemdeling kon bergen 't was bepaald een deftig heer „Wie" mag toch die snuiter wezen was 't gebabbel heen en weer. Weldra kwam de vreemd'ling aan, 't was de Duitsche Keizerszoon „Kroonprins Wilhelm" welbekend, kreeg de Pastorie tot woon. Nu was Oosterland niet meer 't stil en vreedzaam oord Want de verblijfplaats van de Prins wei d heinde en ver gehoord. Journalisten, fotografen, filmopnemers, 't stond niet stil. Iedereen wou die vreemd'ling zien, zelfs tegen zijn zin en wil. Vijf jaren duurde deze pret en Oosterland dat was niet meer Dat stil vergeten kleine plekje, van 't onbekende van weleer. Maar verder gaan wij, de tijd gaat voort en Oosterland gaat mee Het Hollands groote werk begon, de dichting van de Zuiderzee. De bevolking op het eiland Wieringen ging in getale vlug vooruit Ook Oosterland, dat kreeg haar deel, ofschoon men 't gaarne had gestuit. Keeten, mooi en minder mooi, zij rezen als paddestoelen uit den grond. „Moet het zoo nog langer voort gaan Ging het al van mond tot mond. Doch toen de groote M.U.Z. kwam, en land aankocht voor haar gebouwen Toen vond men 't toch wel leuk; in haar schonk men toch wel vertrouwen Daar waar het eenmaal laag en kaal was, bracht de M.U.Z. vertiering aan Behalve een keurig parkje, ziet men flinke huizen staan 't Geheel ziet er joviaal uit, 't is een bewijs van goede smaak En nu negentienhonderd een en dertig, zet de kroon op 't mooi heelal „Hulde" aan den gemeenteraad, hun roemen w' in deze bovenal Boven Oosterland verheven, uit de eeuwenoude toren, Kan men nu elk halfuur heldere forsche klanken hooren De lang begeerde torenklok werd hier heden aangebracht, „Nooit" zullen wij dat slaan veigeten, die eerste klanken in den nacht. En als men eens naar buiten staart, en men ziet de menschen staan Hun tevreden blik naar boven wendend' waar de gouden wijzers staan i Dan is het aan hun te zien, dat zij 't mooie werk waardeeren i, En dat thans toch is voldaan aan jarenlang begeeren. i .Oosterland, voorheen en thans, 't is een machtig groot verschil En wij mogen 't zoo toch wel lal is 't niet meer zoo vreedzaam stil Doch als men de oud gediende vraagt„staat U dat nieuwe nu wat aan Dan begint zijn bovenlip te beven, en zegt dan, blijkbaar aangedaan „Ons rustig leven is verloren, ons mooie buurt bestaat niet meer „Wat geeft ons, oudjes, al die drukte, 't mooie is nu niet, 't was weleer 1" Oosterland, 1 Maart 1931. M. J. BOSKER.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1931 | | pagina 2