22E JAARGANG DINSDAG 14 APRIL 1931 NO. 29 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Jp WIERINGEN EN OMSTREKEN DE VONDELING. WIERINGER COURANTü VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG EN VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer f 0.10. EXPORT IN HET MOERAS. ONZE POOT AARDAPPELEN- De landbouwmedewerker van „De Neder lander" schrijft Het is ruim drie jaar geleden, dat ir. J. D. Koeslag, secretaris van het Centraal Co mité inzake keuring der gewassen wees op „Een ernstig gevaar voor de reputatie van het Nederlandsche pootgoed in het buiten land." Hij schreef over de reputatie van het Ne derlandsche pootgoed in Februari 1928 „Indertijd is de reputatie van Nederland sche boter in het buitenland in zeer sterke mate gedaald tengevolge van de algemeene knoeierij in den exporthandel. Dank zij de oprichting van botercontrolestations hebben wij onzen naam op dit gebied weer kunnen herwinnen. In de laatste jaren heeft de reputatie van de Hollandsche haring tengevolge van onver antwoordelijke handelspractijken zoo'n knak gekregen, dat de hulp van den wetgever werd ingeroepen om te trachten weer te herstellen wat gebroken was. Op het gebied van den honinghandel, be stond zoo'n omvangrijke knoeierij, dat men tracht door het instellen van een honingmerk den handel weer in gezonde banen te bren gen. Dit zijn slechts drie voorbeelden, er zullen er wel meer zijn geweest en er zullen er wel meer komen. Op het oogenblik bestaat er groot gevaar voor onzen export van pootaardappelen. In dien de toestanden in deze branche niet spoe dig grondig veranderen, zullen wij ook op dit gebied onze goede reputatie door eigen schuld verliezen men zal dan weer de hulp van den wetgever moeten inroepen om te her stellen, wat voorkomen had kunnen worden. Welke economische beteekenis voor onzen landbouw deze export heeft, blijkt duidelijk uit de cijfers van onze uitvoerstatistiek. Van 1 Juni tot 1 December 1927 zijn ruim 12 millioen K.G. pootaardappelen geëxpor teerd. Voor enkele streken van ons land is déze uitvoer van pootaardappelen één der voornaamste bronnen van inkomsten. Het gevaar, waar ik op doel, is het ver keerd gebruik en in zeer veel gevallen het misbruik, dat gemaakt wordt van kaarten welke bij de geëxporteerde aardappelen wor den gevoegd, die door argeloozen afnemer maar al te vaak worden aangezien voor cer tificaten, zooals door de organisities voor de keuringen te velde worden gebruikt. Afgezien van het vroeger misschien spora disch voorkomen van een adreskaart bij de geëxporteerde aardappelen, mag men wel aannemen, dat het gebruik dezer kaarten pas in zwang is gekomen, nadat de buiten- landsche koopers de certificaten der keurings diensten als een waarborg voor de hoedanig heid van het pootgoed hadden leeren ken nen en waardeeren, zoodat er vraag ontstond naar pootaardappelen met „papieren." De handel is aan dit verlangen naar papier in hooge mate tegemoet gekomen. Het is niet zoozeer het toevoegen van een papiertje, dan wel de text die hier reden geeft om te spreken van een ongewenschten toe stand en in vele gevallen van bedrog. Het gevaar voor dergelijke misbruiken is, dat zij in den aanvang van minder ernstigen aard zijn en in geringen omvang voorko men. Geleidelijk aan worden de misbruiken ijchter erger en algemeener. Tenslotte kun nen zij zoo algemeen worden, dat het als het ware handelsusanties zijn, waartegen de en keling, hoezeer hij ook het verderfelijke hier van inziet, zich niet kan verzetten. Een voor beeld van een aldus geconsolideerden wan toestand hebben wij in onzen handel in z.g. inlandsch (klaverzaad) rood. FEUILLETON. 15. Het antwoord van den een luidde De boom staat goed, zooals hij daar staat: ik denk er dus niet aan hem te snoeien. De ander schreef Het spijt mij, dat uw gracht nu met be paald naar oranjebloemen riekt maar ik zal toch nog even wachten, met er eens naar te laten zien, tot ik er zelf meer lust in voel. De hemel werd steeds meer bewolkt en men zag dat het processen-verbaal zou gaan regenen. Gelijk de heeren overhoop lagen, zoo was het ook strijd tusschen de onderhoo- rigen zelfs de dieren spraken een woordje mee in deze. De heer Têterol hield er een dog op na, met korten snuit, breede kaken, dikke, zwar te afhangende lippen, diewel wat op zijn baas leek, naar men zei. Het kasteel werd bewaakt door een groo- ten, Deenschen hondwit-gevlekt, slank, elegant, maar flink gespierd, als de baron. Op een avond nu had er een ontmoeting plaats tusschen die twee en het werd een strijd op leven en dood, die echter onbeslist bleef. Beide partijen dropen af, met hangen de staart en ooren, om niet te spreken van de ontelbare beten en krabben, waar het bloed bij neerstroomde, zoodat ze zich dan ook heilig voornamen, dat het zoozeer niet meer komen zou tusschen hen beiden. In het vervolg zouden ze zich dan ook maar tevre den stellen met een luidruchtigen, minder- vriendelijk klinkenden groet van de eene zijde van de rivier naar de andere. Soms lie pen ze een heel eind langs den oever, de Dat de hier gesignaleerde toestand ook in handelskringen als verkeerd wordt be schouwd, wordt aardig geïllustreerd door een brief, dien ik voor eenige jaren van een bekend aardappelexporteur ontving, waarin hij wees op het hand over hand toenemende gebruik van misleidende kaarten, waartegen hij mijn hulp inriep. Helaas is de toestand als gezegd nog steeds dezelfde. Ook ir. T. P. Huisman secr. der Heil. Mij. van Landbouw wijst op den treurigen toestand, naar aanleiding van een bericht van den Rijkslandbouwconsulent te Parijs. .Nederlandsch Pootgoed", zoo schrijft de heer H., „is in Frankrijk \erkocht voor 15. per 100 Kg., terwijl er in ons land voor be taald was f 2.50 per 100 Kg. Bovendien was dit pootgoed zonder certificaat, zonder con- troleerende herkomst. Het gewas dat er me de geteeld werd, zat zoo vol ziekte, dat het den naam van pootgoed niet had kunnen dra gen en daar het verkocht was en schriftelijk bevestigd als „goedgekeurd" pootgoed, is de leverancier er dezen keer leelijk ingevlogen." De pootgoedtelers in Noord- en Zuid-Hol land kunnen uit dit geval, dat een der vele is, twee dingen leeren le. dat de handel met den naam welke het Nederlandsch pootgoed heeft meermalen grof geld verdient 2e. dat de handel de afnemers met onge keurde waar bedriegt. Beide factoren maken dat ons pootgoed minder gewaardeerd zal worden als bij eerlij ken en goeden afzet het geval zou zijn. Ofschoon dergelijke practijken wel niet door alle handelaren bedreven zullen wor den en gevestigde zaken hun naam wel zul len trachten te behouden, ligt hier de conclu sie voor de hand, dat de zekerste en beste weg voor een toenemenden, betrouwbaren afzet te zoeken is in den gezamenlijken ver koop. Onze pootgoedtelers moeten zich orga- niseeren in verkoopvereenigingen en deze moeten probeeren den weg naar den vergrui- ker tot het einde toe te vinden. TUINBOUW. DE SIERTUIN. VII. Eerst na de beplanting van den tuin zal ons het verschil tusschen huis en tuin duide lijk" opvallen. Een tuin bestaat uit levend materiaal,, terwijl het huis eventueel met bij gebouwen „dood" is. Het huis is voltooid, is dus af, in tegenstelling met den tuin, die juist geboren is vóór zijn ontwikkeling staat. Bij den aanleg moeten we dus in de toekomst zien, na jaren vaak zullen beplanting enz. vorm en omvang hebben verkregen, welke we eens hebben voorgesteld. Als direct gevolg noem ik U, dat goed onderhoud niet alleen noodig zal wezen, voort 't welzijn van de planten, maar we dienen te zorgen voor de goede vormen van de onderdeelen van onzen tuin. Alle planten moeten tot volle schoon heid kunnen komen, moeten zich vrij kunnen ontwikkelen, elk naar eigen natuur. Klim planten en vaste planten zal men tijdig moe ten aanbinden, smaakvol en met bekwaam heid. We mogen bij een klimroos b.v. wel en kele takken laten neerhangen, dat kan de schoonheid verhoogen, maar men wake voor een warboel en kieze de daarvoor in aan merking komende takken. Wanneer we klimplanten tegen den gevel laten groeien, moeten we niet plotseling op zekere hoogte de begroeiing in een rechte lijn laten eindigen, maar men late hier en daar de plant boven den lijn uitgaan. Bij een wilde wingerd, bekend om haar schoonheid en om haar geschiktheid voor gevelversiering is 't zelfs aan te raden hier en daar een tak onaangebonden te laten ter verhooging van het effect. Bij het aanbinden van vaste planten aan stokken tracht men zooveel mogelijk de steunsels aan het oog te onttrekken en draagt men zorgt, dat de stokken niet boven de planten uitsteken. Om een plant stijf om één stok te binden is foutief, men gebruike een paar stokken, waaromheen de plant gelijk matig wordt verstrooid. Natuurlijk is de snoei een der voornaamste werkzaamheden. Struiken die ons bloemen zullen geven (sierbloemheesters) snoeie men „op bloei", er wel voor zorgend de vorm niet te vernietigen. Men dient te weten of een heester op 't oude hout, dan wel op het jonge hout bloeit. Een op 't oude hout bloeiende struik moet dit hout dus behouden, men snoeit hier alleen in 't jonge hout en dunt maar weinig uit. Bloeit een heester evenwel op 't jonge hout, dan spaart men dit zooveel mogelijk maar men vergete ook hier niet, steeds en tijdig uit te dunnen. Ook zal men in een nieuw aangelegde tuin meer heesters aantreffen dan later noodig is. Men dient dus op tijd de aanvullingsstrui ken weg te nemen opdat de blijvende hun gewenscht terrein kunnen verkrijgen. Zoo zal men bij deze werkzaamheid ook de beste vormen behouden. Men bedenke dat lucht en licht onontbeerlijke factoren zijn voor gezond heid en groei, als ook voor bloei. We zorgen er dan wèl voor geen gaten te laten in den aanleg, dus niet drie of vier heesters naast elkaar weg te nemen. Geregeld maaien met de machine is voor de gazons noodzakelijk. Van tijd tot tijd zal rollen van de grasvelden noodig zijn en en wijs ik nog tenslotte op 't tijdig en geregeld verwijderen van onkruiden uit de gazons. Wellicht krijg ik in 't najaar weer de gele genheid U een en ander te vertellen over dit onderwerp. Voorloopig althans zal ik hierme de volstaan. Aan belanghebbenden deel ik mede, dat na 1 Mei mijn adres is E. Buiskool, Zeeweg 14, Beverwijk en blijf ik gaarne be reid inlichtingen te verstrekken over aanleg en beplanting. B. een naar rechts, de ander naar links en zou schijnbaar ijverig uitziend naar een brug, die hen tot elkaar zou kunnen brengen maar ze zorgden wel, dat ze juist zochten, waar er géén was. Er wordt wel beweerd, dat in stille heldere nachten, de heerenhuizen ook een uitdagen de houding tegenover elkaar aannamen. De torens van het kasteel, in hun groen klimop- op-kleed gehuld, riepen den kalen schoor steen van het Witte Huis toe Wij werden gebouwd door de hand van een kunstenaar en verschaffen dan ook ge not aan hen, die daar oog voor hebben. Wij zijn schoon van lijn, edel van omtrek. Mijn hemel, wat zijt gij lomp en plomp gevormd en wat ziet ge er in-burgerlijk uit Waarop de schoorsteenen antwoordden, met de pijpen nog ééns zoo hoog in de lucht gericht Wij zijn opgetrokken door een man, die altijd ijverig in de weer was en die in het zweet zijns aanschijns zijn geld zélf bijeen- gaarde.Er liggen bij ons dan ook heel wat muntjes. En bij jullie Die zijn, gelooven we, in allerlei andere zakken verdwaald. Ziet maar, dat je ze weer bij elkaar krijgt als je kunt Wat beteekent geld riepen de torentji verachtelijk. Geld is de rijkdom van dwazen. Onze schat bestaat in onze herinneringen. Toen wij geboren werden leefde Lodewijk XII de Vader des Volks, nog, en met eigen oogen hebben we Louise van Savoye gezienzij heeft ééns hier op dit terras gewandeld een inscriptie herinnert daar nog aan. Wij heb ben een verleden, een geschiedenis Maar die zullen jullie nooit hebben De geschiede nis gaat voorbij, hoe graag je ook door haar opgemerkt zoudt worden. Al knarsend antwoordden de schoorste nen Dat kan heel best zijn, dat we geen her inneringen bezitten, maar geen schulden BINNENLANDSCH NIEUWS. EEN TEKORT IN EEN GEMEENTEKAS. In een Zaterdag gehouden openbare verga dering van den Gemeenteraad van Wouw, heeft de voorzitter, burgemeester Goosen, het volgende medegedeeld Zooals reeds eerder, onder geheimhouding werd medegedeeld werd direct na het over lijden van den oud-ontvanger de kas opgeno men. Uit het onderzoek bleek, dat er een tekort aan effecten was van 10.500, terwijl bij een nader onderzoek bleek, dat de oud-ontvanger die tevens penningmeester was van het arm bestuur, sedert 1914 steeds rente in rekening- had gebracht van die kapitalen, die er niet meer waren. Hierna ging de Raad in besloten zitting. ZONDERLINGE NALATENSCHAP. In 1529 stierf in het Groot Gasthuis te 's-Hertogenbosch zekere Daniël de Schoen lapper, die het Heiligengeesthuis en het Gasthuis tot zijn erfgenamen gemaakt had. Zijn geheele nalatenschap bestond in een verbazende hoeveelheid oude schoenen en laarzen. Zij werden na zijn dood uit zijn huisje, dat in de Oud Gasthuistraat stond, met tien of twaalf wagens met twee paarden vervoerd, en brachten bij verkoop meer dan 1300 gulden op. ZESTIEN HONDEN VERGIFTIGD. Te Zierikzee zijn in den nacht van Woensdag op Donderdag zestien honden vergiftigd. Men hoopt dat de politie er in zal slagen de daders spoedig te achterhalen. hebben we ook, zie je En ik geloof niet dat jullie hetzelfde kunt getuigen. Waarschijn lijk zou je ook beter doen, met Louise van Savoye maar gauw te vergeten en liever eens wat meer te denken aan die hypotheekhou ders, waar je mee te doen hebt. De velden en den bosschen waren stille ge tuigen bij dergelijke gesprekkende eiken zeiden er het hunne van tegen de maan. De twist duurde voort, totdat de morgen stond met lichten tred op de toppen van de heuvels verscheen, zich voorover boog naar het dal, om nieuwsgierig als ze eenmaal is, te zien wat daar gebeurde en er de hanen te wekken, die luide hun gekraai aanhieven. Als dat uur aanbreekt spreken de de muren niet langer, of ze nu jong of oud zijn. De heer Têterol zocht slechts het gezel schap van anderen, om hen deelgenoot te maken van zijn verdrietelijkheden en zijn ergernissen. In zijn voorspoed had hij nooit behoefte aan iemand. Sinds die zandkuil hém was, twijfelde hij er geen oogenblik meer aan of de overwinning zou aan zijn kant wezen in den grooten strijd, dien hij onderne men ging. Hij kwam dan ook niet dikwijls meer in het dorp en was zeer spaarzaam met zijn be zoeken in de pastorie, wat den vredelieven- den abt nu niet al te zeer ter harte ging. Ge woonlijk bracht Têterol zijn avonden in een zaamheid door, en de tijd viel hem niet lang. Steeds was hij in gedachten van zijn plan nen vervuld. Zoo hoorde Joseph een boe renjongen, dien hij tot zijn lijfknecht had gemaakt hem op zekeren dag in vervoe ring roepen, terwijl hij zijn kalotje wat achterop zijn hoofd schoof In drie slagen zet ik hem schaakmat. Hij zei ook nog Ik zal hem het vuur zóó na aan schenen leggen dat hij al heel gauw weer naar zijn groot-Babylon zal terug keeren, zonder nog meer af te wachten. Na een tijdje sprak hij NOG ALTIJD WAAR! De wetenschap steekt in geen bed met pluimen Wie leeren wil moet vroeg de veeren ruimen; Wie ploegt noch egt, heeft geene kans van graan Wie dorschen wil, moet eerst den ploeg doen gaan Wie nimmer turft kan zich daarna niet warmen Wie winst wil doen, die reppe hand en armen; Wie prijs begeert, die stelle zich ter loop Voor arbeid heeft God alle ding te koop. JACOB CATS. IN AANRAKING MET DEN ELECTRISCHEN STROOM. Vier jongens waren te Wijtgaard, in Fries land, het land ingetrokken om eieren te zoeken. Bij de palen van het electrische hoog spanningsnet gekomen, kregen zij zin de wereld eens van hooger standpunt te bekij ken. Zij klommen in de palen en één van hen de 10-jarige Taeka Roorda, zat spoedig in de nok, waar hij allerlei kunstjes maakte en tenslotte een der gevaarlijke draden vast greep. Toen de knaap den schok door zich heen voelde gaan, begon hij hard te schreeu wen. Dadelijk daarop viel hij uit den paal op den grond. Zijn makkers, hevig verschrikt, gingen ijlings op den loop en lieten hun vriendje aan zijn lot over. De dokter vond den knaap later in bewus- teloozen toestand in de weide. Hij had kwet suren bekomen en zijn hand was half ver schroeid. DOOR HET TEGENWICHT VAN EEN LIFT GEDOOD. In het gebouw van de N.V. Handelsmaat schappij R. S. Stokvis en Zonen, aan de Kei zersgracht 313, te Amsterdam, is Vrijdagmor gen een zeer ernstig ongeluij gebeurd, dat aan een 30-jarigen magazijnbediende het le ven kostte. Deze bevond zich op dat oogen blik met een collega in de lift, waarmede zij zich naar boven wilden begeven. Toen de collega de liftdeuren wilde sluiten om de lift in beweging te brengen hoorde hij plotseling boven in de liftkooi een luid geraas. Direct rende hij de lift uit, nog trachtende zijn col lega mede te trekken. Het was echter reeds te laat. Op het zelfde oogenblik stortte het eenige honderden kilo's zware tegenwicht van de lift neer op het dak daarvan, sloeg er doorheen en kwam op het hoofd van den magazijnbediende terecht. Dit lichaamsdeel werd zoo goed als verpletterd, zoodat de dood onmiddellijk intrad. Het lijk werd per auto van den G.G.D. naar het Ziekenhuis overge bracht. De politie en de arbeidsinspectie stel len een onderzoek in naar de oorzaak van het ongeval. GEMEENTE WIERINGEN. Verkooping. Ten overstaan va'n notaris Obreen had Zaterdag 11 April 1931 ten ver zoeke van de erven nu wijlen den heer D. Cz. Tijsen te Westerland, in 't café van den heer Jb. Duijnker aan de Poelweg de openbare verkooping plaats van de volgende onroe rende goederen a. een woonhuis met erf en aanbehooren te Westerland groot 0.03.30 H.A. Hoogste bie der Jb. Tijsen 1375 kooper Jb. Bakker Jz. voor 1525. b. een perceel grond aldaar groot 0.02.25 H.A., hoogste bieder B. H. Kraan f 120, koo per de heer Jb. Bakker Jz. voor 137. Combinatie Jb. Bakker Jz. voor 1680. R.K. Volksbond. Vanwege onze afd. der R.K. Volksbond zal op Zaterdag 9 Mei a.s. in de zaal van den heer S. A. Veerdig een feest avond worden georganiseerd ter herdenking weer Willen, 't Komt er enkel op aan, om vast te willen Als de wil maar weerstands vermogen heeft. Maar de jouwe zal gauw genoeg uitgeput zijn de mijne nooit. Toen hij het moe was, om langer in zich zeiven te spreken, wist hij er wel weer wat anders op. Hij dronk altijd bier, eer hij naar bed ging. Nadat hij zijn kruikje leeg had, bleef hij een twintig minuten op z'n minst maar zitten kijken, met de ellebogen op tafel geleund en het bleek hem dan wel, of de bierkruik zoo langzamerhand een gezicht kreeg, een punt- knevel, een baard, blonde haren, fijne trek ken, een innemenden glimlach maar over het geheel wel wat teer en smal, of het mis schien wat al te vroeg zijn frischheid verlo ren had. Tot die kruik, aldus hervormd in het gelaat van baron De Saligneux, richtte hij tal van vragen, die verzegeld gingen van trekkingen en neus, mond en oogen en waarvan de mees ten den baron zeker juist niet al te aange naam in de ooren klonken. Hij besloot einde lijk met een We zullen ons zien, hoe je je houdt, vriendlief En met een vreeselijken knal liet hij de kurk in de lucht vliegen, waarna hij zich kalm ter ruste begaf. De zaak was nu in orde, daar voelde hij zich zeker van. De heer De Saligneux, als groot jachtlief hebber, had tal van konijnen in zijn bos schen. Nu gebeurde het wel dat dit sprin gertjes eens ontsnapten uit hun eigenlijk gebied en dat ze zich een uitstapje ver loofden in de koolvelden van den heer Tête rol. Deze, die door zijn opziener gewaarschuwd was over de aangerichte schade, zond onver wijld den baron het bevel, dat hij zijn konij nenbergen zou vernietigen tot op vier twintig uur in den omtrek. De baron ant- 'woordde beleefd, maar beslist, dat .hij daar van het „Rerum Novarum" waarbij o.a. opvoe ring van een tooneelstuk, een spreker, mu ziek enz. enz. zal worden gegeven. Diphtherie. In het gezin van den Heer H. K. de Roo te De Haukes is een geval van diphtherie geconstateerd. Wegenaanleg Wieringermeerpolder. Op 6 Mei a.s. zal door de Directie der Zuiderzee werken te Den Haag worden aanbesteed de aanleg van verkeerswegen binnen de Wïerin- germeer van De Haukes naar Oosthoek en van Oosthoek naar Nieuwe Sluis, het uitvoe ren van grondwerken nabij Oostpunt en langs de kade tusschen Oostpunt en Nieuwe sluis, met bijkomende werken. Raming 140.000. Op 13 Mei wordt aanbesteed de aan leg van een gedeelte van den weg Nieuwe- sluisSluis I, grondwerken nabij Nieuwe- sluis en bijkomende werken. Raming 100.000. Boerenleenbank. Algem. Vergadering van van de Coop. Boerenleenbank Wieringen op Zaterdag 11 April jj. op de bovenzaal van den heer Veerdig, H.-hoef. Aanwezig 63 leden. Voorzitter is de heer Corn. J. Bosker, die een hartelijk welkom uitspreekt en vervol gens den secretaris der vorige vergadering, den heer B. Kat, verzoekt de notulen te willen voorlezen. Deze worden zonder op- of aanmerkingen onder dankzegging goedgekeurd. Tot secretaris van deze vergadering wordt vervolgens aangewezen de Heer H. Schouw- vlieger. Volgt rekening en verantwoording. Bij mon de van den heer N. Mulder Dz. verklaart de Commissie van Onderzoek alles in orde te hebben bevonden. De vergadering keurt thans de rekening goed en voorz. dankt de Commissie voor haar werk, alsook den heer Spaander, den kassier voor zijn keurige administratie in het afge- loopen jaar gevoerd. De Heer Spaander geeft nu een overzicht van de werking der bank over 1930. Leden Op 1 Jan. 1930 293 leden, 11 over leden of verhuisd op 1 Jan. 1931 304 leden. Spaarders. Uitgegeven werden 84 nieuwe spaarboekjes. In 't geheel waren op 1 Jan. '31 831 spaarders. Was in kas op 1 Jan. f 950.581.01. Ingelegd f 448.029.06 Bijgeschreven rente f 29.762.31 Tezamen Uitgehaald 1.428.372.38 457.823.44 Op 31 December 1930 was in kas f 970.548.94 Loopende rekening Bovendien spaarden op loopende rekening op 1 Jan. 12 personen samen 25.751.04; op 31 December 14 perso nen samen 44.180.24 waarvoor aan rente werd bijgeschreven 1267,99. Op 31 December was uitgegeven aan 44 per sonen 214.816,48 op 31 Dec. Centrale Bank f 326,0.77,86 Idem Centrale Bank, vast 50,000, Idem Dep. Obl. 44,500,— Ontvangen van de 58 personen samen 161.500, en uitgegeven f 138.500 van de Centr. Bank 235.000, en uitgegeven 245.000 Voorschotten. Op 1 Jan. 219 voorschotten f 346249,18 Nieuwe voorschotten 35 123550,— Tezamen 254 voorschotten Afgelost 29 voorschotten 469799,18 90223,92 31 Dec. 225 voorschotten f 379575,26 Volgt bestuursverkiezing. Tot lid van het Bestuur wordt herkozen de Heer Corn. J. Bosker en tot lid van den Raad van oezicht de heer P. Kaan Cz. Beide hee niet aan dacht. Den volgenden dag ging de heer Têterol al bij het eerste ochtendgloren naar Bourg en begaf er zich rechtstreeks naar de woning van een advocaat, dien hij kende. Hij deelde hem met groote rederijkheid en met de le vendigste gebaren, den snooden aanval, waar aan hij had bloot gestaan mee en als mén hem zoo hoorde dan leek het wel, of de ba ron hem het leven te Saligneux totaal onmo gelijk wilde maken, zeker in de hoop er hem te verdrijven. Hij scheen nu een afspraakje te hebben gemaakt met zijn konijnen, die zich schandelijk vergrepen hadden aan de kool bij hem in de tuin en daarom moesten baron en konijnen eenvoudig maar zoo gauw mogelijk uit den weg geruimd worden. De man van de wet hoorde hem aan zon der eenige ontroering te toonen, terwijl hij steeds met zijn tabaksdoos speelde. De over groote kalmte, waarmee zijn beklag werd op genomen, hinderde den heer Têterol uiter mate en hij besloot dan ook met een scham per Nu, mijnheer de advocaat, ik wensch u geluk met uw onverstoorbaar humeur. U neemt de dingen dan wel kalm op Dat moet ook, mijnheer Têterolwant vóór je je wat al te driftig maakt, is het maar zaak eerst eens na te gaan Na te gaan Na te gaan Mijn hemel, het geval is zoo klaar als de dag Niet zoo klaar als u wel denkt. De heer Têterol sprong op Nu nog mooier riep hij, kokende van woede. Als ik nu zelf toch gezien hebt, hoe mijn kool door de konijnen opgegeten is, dan zult u wel met mij eens zijn, dat mij schade vergoeding toekomt. Een oogenblik Ik trek niet in twijfel dat de konijnen van den heer De Saligneux schade hebben toegebracht aan uw kool maar ik denk haast (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1931 | | pagina 1