VAN VOOR WIERINGERS V\ n. v. __JSS^WJ. v o Uitgegeven doorë'de afdeeling|Wieringen| jder Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken, in de Blauwe week van 1931. Onder Redactie van het afdeelingsbestuur. Oplaag 1750 exemplaren In de propaganda der drankbestrijders neemt de verspreiding van lectuur een belangrijke plaats in. Een groote hoeveelheid kranten, brochures e. d. wordt jaar lijks onder de menschen gebracht. Éénmaal per jaar nu wil onze afdeeling de stem laten hooren van de eigen leden. Een propaganda-geschrift met artikelen, geschreven door Wieringers, bekend met de plaatselijke omstandigheden Hopelijk zal het juist hier door meer dan gewone belangstelling vinden. Het is thans de derde maal, dat deze uitgave verschijnt. Evenals in 1929 en 1930 is de uitgave mogelijk door de medewerking van een groot aantal zakenmenschen, die advertenties plaatsten. Aan hen onze dank Het Afdeelingsbestuur. HET KARAKTER VAN DE N. V. Er zijn tal van menschen, die een open oog heb ben voor maatschappelijke verkeerdheden, een open oog ook voor het drankleed, die bereid zijn deel te nemen aan allerlei vereenigingswerk, en die toch van de radicale drankbestrijding, de geheelonthouding, niets willen weten. Waar om niet Probeer je het antwoord op die vraag te verne men van de menschen zeil, dan komen vaak de woorden „bekrompenheid" en „overdrevenheid" los. „Bestrijding van het alcoholisme, prachtig, maai- niet op zoo'n overdreven manier. Dat en kele glaasje bier i f wijn, wat ik drink, is de moei te niet waard. Jullie wordt met je drankbestrij ding zoo fanatiek, dat je kwaad ziet in een on schuldig iets, jullie gaat de heele wereld bekij ken door een blauwe bril. Van een dergelijke be krompenheid moet ik niets hebben." Met eeni- ge variatie komt het hierop meestal toch neer. liet is de moeite waard, opi op dit betoog te antwoorden, vooral ook, omdat men van zeer ontwikkelde menschen iets dergelijks krijgt te hooren. Zijn de geheelonthouders dan zoo bekrompen? Dat enkele glaasje bier, ja, dat lijkt heel on schuldig. Maar we moeten rekening houden, met de werkelijkheid. En die werkelijkheid is zoo: er zijn tal van menschen, die de rem missen Qn\ het bij matig gebruik te laten, die via ma tigheid tot heele of halve dronkaards worden. Dat is geen theorie, dat leert de practijk. En weer komt de bestrijding: dat zijn enke lingen. Neen, dat zijn er veel en veel meer, dan men denkt. De cijfers wijzen liet uit. Een enkel voorbeeld: in 1930 werd per hoofd der bevol king verbruikt 27M2 liter bier. Per hoofd, d.w.z. gemiddeld, berekend over alle ingezetenen, ma tige drinkers, geheelonthouders, kinderen, alles inbegrepen. Dus heeft een groot aantal men schen meer, veel meer gebruikt dan het gemid delde. Een ander cijfer van iets oudere datum: in 1928 werd besteed, alweer per hoofd, gemid deld, een bedrag van f 40.— aan gedistilleerd, bier en wijn. Gelet op de velen die beneden dat bedrag blijven, moeten er vele anderen zijn, die stukken er boven komen, die voor honderden guldens 's jaars verdrinken. Het begrip „matig gebruik" is soms erg rekbaar. Er is nog altijd een groot alcoholisme, dat is niet weg te redeneeren. En wij mogen daar te genover niet onverschillig staan. Wij hebben te genover de vele slachtoffers, mannen, vrouwen en kinderen de plicht om dit leed te verzach ten, zoo mogelijk weg te nemen. Welnu, dan blijven wij van meening,, dat het drankmisbruik niet te scheiden is van het drankgebruik. Zoo lang er matige drinkers zijn, blijven ook de dronkaards. Dat is oude wijsheid, die nog al tijd waar is. En niets ter zake doet de bewering: ik kan wel op eigen beenen staan, 't Gaat niet om „ik", 't gaat om de heele samenleving1, waar voor de enkeling bereid moet zijn eigen verlan gens desnoods op zij te zetten. Zal er ooit een betere maatschappij komen, dan zal zij alleen gegrondvest kunnen zijn op on derlinge bereidheid tot helpen en steunen, op Christelijke naastenliefde of socialistische soli dariteit in de practijk. Maar weerkomt de bestrijding: door die drankbestrijding hebben jullie geen oog voor iets anders meer. Er zijn andere groote vraagstuk ken, die jullie in je bekrompenheid vergeten. Neen, die andere vraagstukken worden om den drommel niet vergeten. Eerder het omge keerde, de meeste leden van de geheelonthou- dersvereenigingen zijn zoo druk bezet met an der maatschappelijk werk, dat de drankbestrij ding bij gebrek aan tijd wel eens het loodje legt. En dat is ook weer jammer, want de tijd van rust is ook op dit terrein nog lang niet gekomen. 't Is niet toevallig, dat juist onder geheelont houders zooveel belangstelling bestaat voor maatschappelijk werk. Wie een open oog heeft voor drankleed, kan ook ander leed in de wereld jniet voorbijzien. En nu ontstaat er juist een zeer gelukkige sa menloop van omstandigheden dat andere werk helpt weer de drankbestrijding. Want er is geen betere manier van drankbestrijding, dan goed onderwijs, goede lectuur, goede zang, goed tooneel, liefde voor de natuur, een gezellige hui selijke omgeving. Dat ziet de N.V. heel goed in en daarom is ze bereid alles te steunen, wat in deze richting gaat. Daardoor is ook te verklaren de sympathie, welke zij voelt voor de arbeiders beweging. Niet, omdat de N. V. zelf een politie ke kleur heeft, zooals vaak wordt gedacht; de vereeniging zelf is neutraal, staat open voor al le richtingen, maar er wordt met vreugde ge zien, hoe juist onder de arbeiders een groeiend verzet komt tegen de oude drinkgewoonten, hoe arbeidersjeugd en arbeiderssportbe\yeging radi caal met de drank breken, hoe onder de vrouwen een geweldige propaganda wordt gevoerd, hoe duizenden strijdbare arbeiders zich aansluiten bij de geheelonthouding. De N. V. bestaat zelfs overwegend uit leden der moderne arbeidersbe weging. Maar dat zegt niet, dat alleen arbeiders in deze vereeniging thuishooren. Met evenveel vreugde ziet de N.V. in andere kringen, b.v. van de Christelijke jeugdbeweging, een strooming in dezelfde richting. Iedere hulp is welkom. Het gevoel van te steunen op de fris- sche geestdrift van zoovelen, die willen helpen de wereld wat beter te maken, dat gevoel maakt de drankbestrijding zoo sterk. Geen bepaalde godsdienstige of politieke rich ting dus heeft de N.V., maar zij ziet een bondge noot in iedere richting, die streeft naar een be tere wereld en naar betere menschen. Niet af zijdig wil ze zijn, niet het oog, sluiten voor alles, wat niet neutraal is, maar „alzijdig", het goede zien in elke richting. Bereidheid om alle maatschappelijk werk te steunen, bereidheid om iedere hulp te aanvaar den, is dat „bekrompenheid JAN DE WIT. Het drankmisbruik in ons volk is in den loop der jaren afgenomen, maar speelt jaarlijks bij ten minste 30.000 inbreuken op het strafrecht een rol, welk cijfer ons ervoor moet behoeden het alcoholisme te onder schatten. Ds. v.d. Heide in de Tweede Kamer. VAKBEWEGING en DRANKBESTRIJDING. Het is een niet te ontkennen feit, en voor ons als drankbestrijders een verheugend verschijn sel, dat de gedachte van de strijd tegen de alco hol ook in de vakbeweging steeds grooter en sterker wordt. Steeds meer wordt gevoeld de noodzakelijk heid van de strijd tegen de alcohol, steeds ster ker wordt het besef dat de drank één van de groote hinderpalen vormt op de weg die ons voert naar een betere samenleving. We hebben de tijd gekend, dat de' arbeiders geen andere „ontspanning kenden dan de jene- verflesch. Het behoeft zeer zeker geen nader betoog, dat er een ontzettende tegenstand moest worden o- verwonnen, om in hun hoofden het bewustzijn wakker te roepen dat zij zich vrij hadden te ma- De Wieringermeerpolder De Wieringermeerpolder, de eerste drooggelegde pol der der Zuiderzee. Nog geen jaar geleden draaiden en stampten de zware motoren van honderden P. K.'s maanden lang om de groote oppervlakte van 20.000 H. A. grond voor de han denarbeid droog te pompen. De idealisten, en daarbij ook wij geheelonthouders, hebben met belangstelling dit groote werk gevolgt en stelden zich voor, wat al moois van dezen polder zou kunnen groeien. In dit geval zijn althans wij geheelont houders wel bedrogen uitgekomen. Nog ternauwernood was de verdere ontwatering begonnen of, met subsudie van de regeering, werd een kantine gebouwd met bier verlof- voor de tewerkgestelde arbeiders. Het eerste huis in de Wieringermeerpolder is dus ge worden eenbierhuis. Terzelfder tijd dat men de arbeiders het verdiende loon niet in handen gaf en het voor ze naar huis zond, omdat men bang was, dat er en kelen zouden zijn die het gingen verdrinken, schiep men de gelegenheid om te drinken Die bierdrinkers-gelegenheid heeft een arbeider daar behoefte aan Hierop is maar één antwoord te geven en dat is neen. De arbeiders hebben wel aan iets anders een sterke behoefte en wel aan goede ontspanning, aan ontwikkeling, goede lectuur. Waar deze behoefte er nog niet is, moet ze gewekt worden, waar ze bestaat, bevre digd en aangewakkerd. Dit geldt nog meer dan elders in een gebied als deze polder, waar de arbeiders weken lang vrijwel afgesloten zitten van de wereld. Waar de alcohol wordt ingevoerd begint men de be schaving en welvaart te ondermijnen. Hieraan moet en kan een einde komen als het volk, en wel speciaal de arbeidersklasse breekt met oude gewoonten en haar verantwoordelijkheid tegenover de menschheid gaat begrijpen. Versterkt dus de gelederen der geheelonthou ding, wordt lid van de N.V. JAN SCHUTTE. ken van de sleur, waarin zij zich toen bevonden. Een van de moeilijkste vraagstukken was wel de alcohol. Het is evenwel gelukt, door moeizame, aanhou dende propaganda de geesten wakker te schud den, niet alleen op het gebied van de vakstrijd, doch ook op ander terrein, zoodat de vakbewe ging thans mede vooraan staat in de strijd voor een drankvrije samenleving. Zeker, nog besteden duizenden arbeiders tijd en geld, veroverd door de strijd der arbeidersbe weging, verkeerd. Nog zijn er duizenden arbeiders die in de kroeg bij de bierflesch schelden op slechte werkgevers en dito arbeidsvoorwaarden. Zoolang zij niet met die gewoonte hebben gebroken, zoolang zij hun geld, inplaats van voor contributie, beste den aan bier en jenever, zijn zij voor de bewe ging dood. Aan ons de taak hen op te beuren uit de poel van zelfzucht, onderworpenheid en individualis me, en hen te voeren naar het heldere licht van een nuchtere samenleving. De kroeg uit, de beweging in. In die strijd staat ook de vakbeweging mede vooraan. Fr. BONTKES. In de Blauwe Week zullen blauwe bloempjes ten ver koop worden aangeboden. De opbrengst komt ten bate van het werk der drank bestrijding. U steunt ons toch door een bloempje te koopen De prijs van tien cent is voor niemand een bezwaar. Zonder geld is geen propaganda mogelijk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1931 | | pagina 5