SLEUR.
Sterft, gij oude vormen en gedachtenl
De titel zegt u reeds, waai'over ik liet wil heb
ben. Misschien zegt u, waarde lezer, we weten
al wat er komt. Accoord; doch het is soms toch
nog wel eens goed, datgene, wat men al lang
weet, nog weer eens opnieuw te hooren. Hoe
vaak gebeurt het niet dat we verschillende din
gen dagelijks hooren en zien, zonder dat ze ook
maar iets tot ons te zeggen hebben, tot wij ze
opeens door het één of ander toeval, met geheel
andere oogen bezien. Eén dezer dingen, waar-
we zoo aan gewend zijn en waar we ons zoo ver
trouwd mee hebben gemaakt, is de drinkgewoon
te. De drinkgewoonte, bij bepaalde gelegenheden
in het bijzonder, als daar zijn, kermis, uitvoe
ring, jubilea, partijtjes, enz. Waartoe en waar
om doet ge dit Omdat het een oude gewoonte
is geworden, oftewel sleur; niet omdat het, zoo
als zoovelen zich zelf trachten wijs te maken, de
pret verhoogt. Integendeel, deze zoogenaamde
pret ontaardt dikwijls in ruzie, vechtpartijen of
ziek zijn. Van al het genot, dat men.zich van een
dergelijke bijeenkomst liad voorgesteld, blijft
dan, dank zij den alcohol niet veel over. Ge be
grijpt heel wel waarde lezer en vooral lezeres,
dat dit is gericht niet tot de z.g.n. drinkebroers,
doch tot die menschen, welke denken, dat zij
door het drinken, van twee glaasjes bier, of an
derszins, geen schuld hebben aan de ellende, wel
ke voortkomt uit de alcohol, de menschen welke
men noemt de matige drinkers.
Door de gewoonte, waarin zij als het ware zijn
vastgeroest, beseffen zij zelf niet, welk kwaad
zij helpen stichten en in stand houden. Want,
dat de alcohol veel kwaad, ja uitsluitend kwaad
doet, behoef ik u toch niet te zeggen. Er is geen
enkel voordeel aan verbonden; alleen dan de
winst voor de fabrikanten. Wie het hier niet
mee eens mocht zijn leze de verschillende bro
chures piaar eens, welke de N.V. uitgeeft. Al de
nadeelen, hier uiteen zetten zou te veel ruimte
vragen, doch immers ge kent ze allen wel. Denk
maar eens aan de t.b.c.-lijders, zwakzinnigen,
enz., enz.; denk aan de verongelukte en verwoes
te gezinnen. Vraag nu u zelf eens af, of ge niet
in uw eigen familiekring iets van dit alles kent
We hopen voor u, waarde lezer, dat ge hierop
kimt antwoorden: gelukkig niet Welnu, helpt
ons dan, opdat anderen dit geluk deelachtig kun
nen worden. Steunt ons in onzen mooien strijd
voor een alcoholvrije samenleving. Dit is niet in
eens te bereiken, dat behoeft ook niet. Helpt ons
met onze propaganda, opdat de menschen de
uogen zullen open gaan, opdat ze zullen breken
met de sleur. Hoe u hieraan daadwerkelijk kunt
medehelpen
Door u aan te sluiten bij de plaatselijke af-:
deeling der N. V.
D. WlIT - SLIKKER.
OUDEREN wordt lid van de N.V.
JONGEREN wordt lid van de J. V. O.
Helpt allen mee in de strijd tegen de drank.
MET DE J. V. 0. ER OP UIT.
„Ga je ook naar het kongres met Pinksteren
„Nee, dat denk ik niet. Ik heb geen geld, zie je."
„Heb je dan niet gespaard bij het spaarfonds Ik wel,
hoor, en ik ga er fijn heen Dat moet je meemaken, jö
Dan leer je ook eens de J. V. O. buiten je afdeling ken
nen."
„Ja, het lijkt me ook wel fijn, en het spijt me wel, dat
ik niet mee kan. Maar afijn, misschien 't volgende jaar."
„Weet je wat Na het kongres zal ik voor de hele afd.
verslag uitbrengen, dan kunnen jullie er allemaal nog
wat van beleven
En zo gebeurt het. Onze kongresbezoeker brengt aan
z'n medeleden verslag uit van het J. V. O.» gebeuren, dat
ieder jaar gedurende de Pinksterdagen in Utrecht plaats
vindt.
En hij vertelt van die prachtige fakkeloptocht, Zaterdag
avond door de straten van de Domstad, die door meer dan
400 meisjes en jongens uit alle delen van het land ge
vormd wordt. Een geestdriftige stoet met al die wappe
rende vlaggen, met al die vlammende fakkels als simbo-
len van een verwarmend en begeesterend idealisme, dat
hoog uitstijgt boven het alledaagsche sleurleven van
hen, die nog buiten de jeugdbeweging staan. En de jeugd-
liederen, ze wellen op uit de kelen als één juichkreet,
maar ook als één strijdkreet, liederen die spreken van
geloof in wat komen zal, mede door een krachtig gevoer
de strijd voor datgene wat de J. V. O. zich ten doel stelt.
En hij doet ieder in gedachten meeleven met de bespre
king van belangrijke voorstellen door kameraden, die
hun standpunt vurig en overtuigend weten te verdedigen.
En hij deelt de besluiten mee, die de vergadering ten
slotte genomen heeft.
We gaan daarna met hem luisteren naar een goed
toneelstuk als „De Opgaande Zon" van Herman Heijer-
mans „de Wijze Kater" van dezelfde of „De dienstknecht
in het Huis" van Kennedy, of we genieten van wat eigen
krachten aan goeds en schoons geven in hun spel in
zang, muziek en dans, kortom, ieder wordt door 't
enthousiasme van onze vriend aangestoken en belooft
zichzelf om een volgend jaar zelf heen te gaan, om dit
Plaatselijke keuze.
Wanneer wijt eens in gesprek komen met deze of gene
over onze strijd tegen de alcohol, dan wordt er, meestal
met een licht schouderophalen, gezegd „Och het is
steeds zoo geweest, en het zal wel altijd zoo blijven."
En het zijn niet alleen de arbeiders, die zoo spreken,
neen vaak zeer geleerde menschen zelfs.
Vraagt men hen dan, of ze van het stelsel van Plaatse
lijke Keuze wel eens hebben gehoord, dan staat men ver
steld, als ze niet eens weten wat dat eigenlijk inhoudt.
Plaatselijke Keuze is een stelsel dat wij in de wet op
genomen willen zien, waardoor het mogelijk is, dat de
bewoners van een gemeente bij meerderheid van stem
men zelf kunnen beslissen of zij de drank in het openbare
leven willen behouden of uitbannen.
Nu zult u zeggen „de café's -«roeten dan natuurlijk
weg." Neen, geen sprake van, de café's, hotels enz. moe
ten blijven bestaan. Het zijn nuttige instellingen die er
wel degelijk moeten zijn voor de reizigers, voor ontspan
ning enz. Alleen er zal geen drank meer getapt worden.
Het bedrijf zal er door worden veredeld.
Laten we nu eens veronderstellen dat het stelsel van
P. K. in de wet opgenomen is.
We zien hier op Wieringen, vooral Zaterdags en Zon
dags, dat nog velen zich te buiten gaan aan de alcohol.
Vooral onder de arbeiders, welke bij de Zuiderzeewerken
werkzaam zijn. Deze menschen wonen meest in keten of
op booten, bakken, molens en dergelijke en komen zoo
eens in de vier weken thuis. Voor de gezelligheid gaan ze
zoo Zondags naar een café, niet om zich te bedrinken,
wel neen, om eens te biljarten, of met kennissen te pra
ten onder een „gezellig potje bier," en nu gebeurt het
vaak dat ze te veel van het goede krijgen. Jammer ge
noeg zijn er ook onder, die steeds op allerlei groote wér
ken rondzwalken, en daar reeds tot verslaafden zijn ge
worden.
Maar enfin, verschillende Wieringers krijgen van deze
toestand genoeg en een aantal personen vragen het ge
meentebestuur om een stemming te houden onder de
gemeentenaren. Ook kan het natuurlijk, dat in de wet
wordt vastgesteld, dat om de vijf jaar bijvoorbeeld een
verplichte stemming wordt gehouden.
Bij stemming blijkt nu dat meer dan 3/4 deel van de
ingezetenen is voor drooglegging van Wieringen.
Er komt nu een bepaling dat geen drank meer mag
worden verkocht, voor gebruik in openbare gelegenheden.
En wat dacht u, dat nu verschillenden zullen zeggen,
we gaan naar v. Ewijcksluis of verder om drank te koo-
pen Zeker er zal er wel eens een zijn. Het kan dan ook
nog wel eens voorkomen, dat iemand die op reis ge
weest is, bij zijn thuiskomst dronken is, maar dat zal tot
de zeldzaamheden behooren.
Onze tegenstanders zullen dan direct zeggen „Zie je
nu wel, dat heb je er nu van, wat geeft het dat we hier
geen alcohol meer kunnen bekomen Maar dan hebben
we juist een heel goed verweer, en dat is de publieke
opinie. Het grootste deel van de bevolking zal dan van
dronkenschap een afschuw hebben en de persoon, wie
zoo iets overkomt zal met de vinger worden nagewezen.
U moet ook niet vergeten, dat in een plaats waar voor
drooglegging is gestemd, het alcoholgebruik toch al niet
zoo groot meer was en de openbare meening zich al reeds
lang tegen de alcohol had uitgesproken.
En dat we zullen winnen, we rekenen er vast op. Juist
dat de bevolking zelf jnoet beslissen geeft ons zooveel
moed. Wie kent nu niet eenmaal al het verdriet dat de
alcohol met zich brengt.
J. V. O. hoogtepunt mee te beleven.
Maar dit is niet het eenige hoogtepunt uit het J. V. O.-
leven. Daar is meer en dan denken we aan het J. V O.-
kamp in het eigen kamphuis „De Klencke", gelegen
midden in het aan natuurschoon zo rijke Drentse land.
Daar komen een 6-tal weken achter elkaar 40 a 50 J. V.
O.-ers bijeen om daar samen, temidden van de schoon
heid der natuur, een week te genieten van de onderlinge
kameraadschap, die hen rijk maakt en sterk voor het
verdere leven, sterk en tot daden bereid. Het is dat
kameraadschapsgevoel en dat gemeenschapsbesef, dat
juist in zo'n kamp aangekweekt, een bron is voor grotere
aktiviteit wanneer ze straks weer in de afdelingen terug
komen. In zo'n kamp vooral leert men de bond en de
bondsgeest kennen, daar, in zeer sterke mate, leert men
wat het betekentJ. V. O.-er te zijn, lid van een grote
gemeenschap en niet alleen van een plaatselijke afdeling.
In zo'n kampweek groeit de eenheid, want daar, in de
vrije omgang met elkaar, naderen de samenstellende
elementen elkaar, die, hoe verschillend ook overigens,
toch dezelfde gedachten en gevoelens hebben, wanneer
het geldt hun bond, de-J. V. O. Samen houden ze daar
hun fietstochten overal heen. Ondertussen vermaken
ze zich met spel, zang en dans of luisteren naar wat een
boswachter of houtvester hen te vertellen heeft over
alles wat een bos aan wetenswaardigs biedt, of ze gaan
iri gedachten terug naar de tijden, waarvan de sagen
en legenden spreken. Samen houden ze hun vrolike maal
tijden, waarbij het eten ook niet vergeten wordtge
tuige de geweldige porties die elke dag hun weg vinden
naar hongerige magen. En dan 's avonds om het kamp
vuur uit hun midden klinkt op het gemeenschappelik
lied, er spreekt iemand tot de kampgenoten een ernstig
woord over de wereld daar buiten, over de wereld, die
straks, na deze dagen van blijheid, weer wachtof de
stem van een viool klinkt door de stilte. Of want het
is buiten koud en regenachtig, de meisjes en jongens
zitten rondom de haard ze spelen met z'n allen een
spel, ze zingen om de piano een bondslied, er deklameert
iemand, of er wordt een boek behandeltmaar ein
delik, ja, dan is het rusten en de meisjes en jongens gaan
ieder naar hun eigen slaapzaal. De nachtelike rust laat
nog wat op zich wachten want de dag gaf zoveel
UIT DE KRANTEN VAN
WOENSDAG 6 MEI j.1.
(Tweede Kamer). Prof. Slotemaker
de Bruine verdedigt de plaatselijke
keuze, welke velen bestrijden, terwijl
zij niet weten, wat het is. Men denkt
dat plaatselijke keuze een verbod be-
teekent en dat er alleen menschen
voor zijn, die alles van de WET ver
wachten, terwijl bij het doen van een
plaatselijke keuze juist de bevolking
ZELVE betrokken is. Men bestrijdt
plaatselijke keuze met berichten uit
Amerika, maar de drooglegging daar
geldt ook voor streken, die er niet rijp
voor zijn, terwijl plaatselijke keuzie
juist met de vraag, of een plaats rijp
is, rekening houdt.
De menschen worden nu niet gedwongen, het is geen
verbod van boven af, zooals in Amerika, maar ze kiezen
het zelf.
Bij proefstemmingen in verschillende plaatsen is ons
gebleken, dat geheele streken van ons land rijp zijn voor
een verbod. We zijn dus op de goede weg.
Maar u moet ons allen helpen. Steunt ons dus in onze
strijd tot heil van alle medemenschen.
P. J. STEINMETZ.
Hoe de A. J. C. er over denkt.
(Uit „de eerste plicht", een boekje voor pas toegetre
den leden.)
Wij gebruiken geen alkohol-houdende dranken dus
cok geen bier.
Na hetgeen gezegd is over het roken, zal het je al
duidelik zijn, waarom een A. J. C.-er er nooit alkohol-
houdende dranken gebruikt.
Natuurlik mede om de goede redenen, die de geheel
onthouder heeft
„Alkohol is hersenvergif."
„Gebruik leidt tot misbruik."
„Geen dronkaard is zijn eerste potje bier begonnen
te drinken met het voornemen een dronkaard te wor
den," zegt deze.
Wij onderschrijven deze argumenten volkomen.
Wij willen ons én geestelik èn lichamelik zo sterk mo-
gelik bij het leger van de Arbeid voegen.
Maar we laten alles wat naar alkohol zweemt, vooral
staan, omdat de hele verpeste atmosfeer van de kroeg
vijandig is aan de onze.
Stel je voor een A. J. C.-er, die bruin-gebrand van de
zon uit zijn week-eind-kamp weerkeert, 's avonds in een
bedompt kroegje
Het ene sluit het andere uit
Tot tenslotte ook de meest hardnekkige niets anders
meer weet te doen dan te gaan slapen. En de nacht is
vol slaapgeluidenTot de volgende morgen vroeg de
zon ofde regen ieder weer wakker maakt. Een nieuwe
clag staat weer te beginnen met alles wat hij zal bren
gen. En de week is om vóór men er aan denkt. Veel te
gauw natuurlik. Vol weemoed is het afscheid om de
voorbije vreugde, vol dankbaarheid voor wat de J. V. O.
hen deze week gaf, voor wat ze mét hun kameraden
beleefd hebben, maar ook vol beloften om zelf te geven:
van hun kracht en hun werklust, aan die bond, opdat
meerderen tot die bond zullen komen, opdat meerderen
in staat gesteld kunnen worden zo'n kamp mee te ma
ken, tot heil van de J. V. O., tot heil van die jongeren zelf!
Want naast de vreugden van velerlei aard, die het
J. V. O.-er-zijn geeft, is daar de ernst, die een belangrijk
deel uitmaakt van het J.V.O.-leven. Het is de ernst van
het leven in 't algemeen, die de jongeren vaak beweegt
J.V.O.-er te worden, het is die ernst die de J. V. O. nog
altijd noodzakelik maakt, want groot, overgroot, is nog
het aantal jongeren, dat z'n tijd en z'n leven verdoet met-
geslenter op straat, of in de kroegen en danszalen
groot, overgroot, is nog het percentage van de jeugd, dat
niet ziet de schoonheid in de natuur, dat niet kent het
genot van het lezen van goede boeken, dat niet weet van
de gezonde vreugde, die het J.V.O.-leven in zo rijke ma
te schenkt.
Vreugde, ja, kameraad, die nog buiten onze rijen staat,
cok al denk je dat die geheelonthouders van die droge,
saaie papkinderen zijn, die hun tijd geheel besteden aan
allerlei zwaarwichtige dingen. Vreugde, ja ook al denk je,
dat je alleen maar plezier kunt hebben met een biertje,
of iets dergeliks. Vreugde, ja, maar niet een vreugde, die
door onnatuurlike prikkels van buiten af moet worden
opgewekt. Nee, vreugde, van binnen uit, spontaan, ge
zond, en in een zuivere omgeving beleefd, dat is het wat
de J. V. O. je kan geven. Kameraad ga jou leven eens
vergelijken met het J. V. O. leven en ga jezelf dan eens
in ernst afvragen, wat je te doen staat. Laat je antwoord
zijn weg met alles wat me tegen wil houden Mijn
plaats is ook in de J. V. O.Ik wil met de J. V. O. 'er'
op uit
J. BOON.