22E JAARGANG DINSDAG 18 AUGUSTUS 1931- NO. 63 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DE VONDELING. WIERINGER COURA VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG EN VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER BOSKER, WIERINGEN. BUREAU Hippolytashoef Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1—5 regels Iedere regel meer f 0.50. 0.10. DE GEVAREN VAN HET STRAND. Niemand zal er ongevoelig voor blijven, wanneer hij leest de tallooze offers meest al jonge levens die de zee ieder jaar op- eischt. Ook dit jaar zijn weer vele jonge menschen verdronken, en de zomer is nog niet ten einde. Is daar niets aan te doen Kan er niets gedaan worden, om hen, die zich willen ver- frisschen door een bad aan onze stranden, te waarschuwen en van goeden raad te dienen Er zijn twee personen, die een speciale studie maakten van de getijden en stroomin gen aan onze kust. Ten eerste ir. Felix Oortt, die ruim 30 jaar geleden de grondlegger was van de be rekening onzer getijden. De door hem geleg de grondbeginselen worden thans nog nage noeg ongewijzigd benut bij de samenstelling der getij tafels. En ten tweede de thans over leden badarts van Zandvoort, dr. Varekamn. Eerstgenoemde heeft in het tijdschrift „De Wandelaar" van Juni 1930 een artikel geschreven over het baden in zee. Hij heeft erop gewezen, dat aan onze Noordzeekust de vloedstroom van Zuid naar Noord en de ebstroom in omgekeerde richting gaat, dat de eerste sterker is dan de laatste, dat beide stroomen even wijdig aan de kust loopen, zoodat er geen sprake van is (zooals meestal wordt gedacht) dat de vloedstroom van uit zee naar land gaat en de ebstroom omge keerd, waardoor dan de ebstroom naar zee zou trekken. Voorts, dat ebstroom en eb (laag water) evenmin als vloedstroom en vloed (hoog wa ter) samengaan. De vloedstroom gaat onge veer van 3 uur vóór het uur van hoog water tot 3 uur daarna Noordwaarts en de eb stroom van 3 uur na hoogwater tot 3 uur na laagwater Zuidwaarts. Met deze stroomen heeft de bader, die vlak bij de kust blijft, niets en de zwemmer weinig te maken. Het gevaarlijkste zijn de „muien." Dit zijn de trekgaten, dwars door de banken heen, waardoor bij eb het water van het zwin (dat is de lange strook water tusschen de ban ken en het strand) naar zee trekt. Daar ontstaat dan een sterke stroom en een geul in het zand. Komt nu een zwem mer in een mui, dan zal hij pogen om naar het strand te komen, doch hij kan niet tegen den stroom op, hoe zeer hij zich ook inspant. Hij wordt zenuwachtig, verdubbelt zijn po gingenvruchteloos. Hij kan niet meer en verdrinkt. Dat kan den besten zwemmer overkomen. Kent hij daarentegen het gevaar, dan laat hij zich kalm afdrijven. De stroom verliest in 't zwin voor de tweede zandbank z'n kracht en de zwemmer kan, rustig zwemmende buiten de mui om het strand bereiken. Bij wassend water is er geen trek naar zee door de mui, dus bestaat het gevaar niet. Toch is dit geen bewijs, dat het zwemmen bij wassend water altijd veilig is. Bij N.W. wind wordt het water tegen het strand op gestuwd en de vloed wordt dus hooger dan zonder wind. Die opstuwing heeft haar grens want door de eigen zwaarte trekt het water weer naar zee terug. WIJ BREIEN en repareeren alle soorten wollen kleeding, kousen en sokken, ook de allerfijnste. Voor NIEUWWERK ZIJN WIJ No. 1 JAAP SNOR, DEN HELDER, Zuidstraat 19. (Let op den Gelen Winkel.) Depots voor Wieringen Hippolytushoef Wed. J. de Beurs Den Oever Jb. Kaleveld. FEUILLETON. No. 50. Daar mademoiselle De Saligneux zag, dat tante van haar onderwerp afdwaalde, zei ze gauw En toen, mevrouw Toen heeft het zich zoo bijgedragen, dat die jongeman, die wel iets minder aan matigend is, dan zijn vader, het afschuwelij ke van zijn gedrag zelf heeft ingezien en dat hij niet alleen zijn aanspraken" liet varen, maar ook de bekentenis verscheurde of ver brandde, die zoo gewetenloos den baron af geperst was. Het schijnt, dat zijn vader hem die handelwijze kwalijk genomen heeft, dat het tot een breuk is gekomen tusschen die twee en dat de arme jongen tegenwoordig op een zolderkamertje gelogeerd is, waar u noch ik hem zullen opzoeken. Ik wed, dat hij daar nog heel gelukkig is, madame, antwoordde Lionel, die juist zooeven het gebruik van zijn stem weer te rug had. Dat is niet waar, mijnheer, riep made moiselle De Saligneux. Dat weet ik beter van den heer Pointal. Maar tante uw verhaal is nog niet uit. O, ik zal verder vertellen. Het eind van de geschiedenis is, dat er door al die tus- schenbedrijven een heele omkeer kwam in de opvatting van dat dwaze schepseltje en dat ze nu ineens dol ingenomen was met dien jongen man, die haar eerst zoo onbe schaamd, in één woord onuitstaanbaar voor gekomen was. Maar stel u gerust, hij weet er niets van en zal er nooit iets van weten. Nu begrijpt u welzelf zou ik niet tot Er ontstaat zoodoende een bovenstroom in de richting van zee naar land en een onder stroom naar zee toe. Men kan dit voelen, als men zich met N.W. wind laat drijven men drijft dan op den bovenstroom naar land toe, doch gaat men staan, dan voelt men den sterken druk zeewaarts. Bij landwind, Oostenwind, is het precies omgekeerd. Dan voert de wind het bovenwa ter naar zee en is de onderstroom landwaarts gericht. Daarom is het bij Oostenwind niet zoo prettig baden. De onderstroom gaat dan over het zand, is troebel, doet kwallen enz. aandrijven, welker aanraking zeer onaange naam kan zijn. Het zwemmen is bij een flinken N.W. wind dus het minst gevaarlijk, omdat men door wind en bovenstroom naar den wal wordt gedreven. Alleen voor baders en voor hen die niet zwemmen kunnen is er gevaar, dat de golven hen omwerpen en zij door den onderstroom, die naar zee voert, van de been worden ge trokken. De zwemmer, die bij landwind en bij val lend water in een mui komt, is er het ergst aan toe. Dit is in het kort, wat Felix Oortt in zijn artikel mededeelt. Hij dringt er sterk op aan, dat het boekje van dr. Varekamp „Vei lig baden en zwemmen in zee" op ruime schaal zal worden verspreid. Hoe het ook zij, laten de gemeentebesturen of andere lichamen aan onze Noordzeekust toch zorgen, dat overal duidelijk de noodige wenken voor het zwemmen en baden in zee worden bekend gemaakt, opdat er niet tel ken j are zooveel jonge menschen als slacht offers van de zee het leven laten. MOEILIJKE TIJDEN. In het „Algemeen Nederl. Landbouwblad schrijft de hoofdredacteur dr. H. Molhuysen onder bovenstaand opschrift o.a. Het wordt met den dag slechter voor on zen landbouw. Traden de gevolgen van de crisis voor eenige maanden nog in hoofdzaak in de akkerbouwstreken op, ook de gemeng de bedrijven zijn er thans door getroffen. De afzet van onze producten tegen loonende prijzen wordt op allerlei wijze belemmerd, door tolmuren, door gebrek aan koopkracht en door financieele moeilijkheden in het buitenland. De landen, die hun overschot aan producten van de hand willen doen, vin den ii\ ons land, zij het tegen lage prijzen, nog een afzetgebied. Zoo komen er geregeld een 1000 geslachte Deensche runderen weke lijks in ons land gesmokkeld, hetgeen de prijzen nog meer doet kelderen. En zoo zou den we, denkt slechts aan Rusland, meer producten kunnen noemen, waarvan de bin- nenlandsche afzet steeds moeilijker wordt. En of het niet genoeg is, werden we opge schrikt door een Duitsche noodverordening, waardoor voor den invoer van land- en tuin bouwproducten in Duitschland geen beta lingsdeviezen meer zouden worden beschik- baa gesteld. Dat zou hebben beteekend ,dat er voor onzen toch al zoozeer geteisterden Nederlandschen landbouw een noodtoestand zou zijn geschapen, welke niet alleen voor dien tak van volkswelvaart, maar voor ons geheele economische leven noodlottig zou zijn geworden, tenminste wanneer onze Re geering er niet in zou zijn geslaagd door on middellijke maatregelen den uitvoer van 011 ze bodem producten naar Duitschland weder om mogelijk te maken. Tenslotte wordt nog eens met aandrang de aandacht van de Regeering gevestigd op het urgentieprogramma van het Kon. Ned. Land bouw Comité en op dat van de drie Centrale Landbouworganisaties en wordt er met na druk op gewezen, dat onze landbouw met spanning uitziet naar de beslissingen, welke zoo'n bekentenis gekomen zijn dat moest een ander voor mij doen Maar wat denkt u ervan, mijnheer Vindt u niet, dat die do cumentenverbrander verdient, dat hij weer in genade aangenomen wordt Allemaal kinderpraatriep madame De Juines. Mijn nichtje heeft dien Lionel niet weergezien en zal hem ook niet weer zien. De hemel gave, dat hij op dit oogenblik hier was, Als zij hem naast u zag zitten, zou ze onwillekeurig vergelijkingen maken, die dan zeker niet in zijn voordeel zou uitvallen. Zij zou dan toch eens duidelijk zien, het he- melsbreede onderscheid dat er is tusschen 'n jong mensch uit onze kringen en zoo'n Tête- rolHoe denk je daar zelf over, freule Mij dunkt tante, dat er veel waars is in hetgeen u zegt en dat ik niet weer in verge lijkingen hoef te treden. Als mijnheer, na al wat u hem verteld heeft, nu nog bij zijn aanzoek volhardt, dan zal ik er mij, volgens mijn belofte, heel gewillig in schikken. Ik wist wel, dat ik dit zoo goed bedacht had riep madame De Juinis zegevierend dat u zich maar behoefde te vertoonen, waarde graaf, om haar onmiddellijk tot in keer te brengen. Lionel sloot de oogen en deed ze weer o pen, als om zich te overtuigen dat hij niet droomde. En, terwijl hij toen het hoofd een weinig vooroverboog, sprak hij tot mademoi selle De Saligneux Maarals dit nu alles zoo iswie was dan die Théodore Zij schoof ook wat dichter naar hem toe en antwoordde, zacht voor zich heen spre kend O, Théodore Zal ik dan eindelijk eens ophelderen. Wie Théodote was De Heer Théodore is een eigenaardige persoonlijk heid, waar ik altijd zoozeer van vervuld ben dien ik vrees en die toch niet bestaat Maar 't is waar hij heeft bestaan. Het was mijn teekenleeraar. Rood als een kraal was hij en hij had een platten neus. Ik had vreeselijk 't onze Regeering zal nemen ten opzichte van steun verleening aan de aardappelmeelindus - trie en aan de teelt van suikerbieten. BINNENL. NIEUWS. AUTO TE WATER. De vijf inzittenden gered. Vrijdagmiddag reed een auto, bestuurd door ds. Verhagen uit Middelburg, waarin nog vier dames waren gezeten, achteruit in de Dijkgracht te Enkhuizen. Door het stuk slaan der ruiten wist men alle inzittenden met bootjes te redden. BOTSING VAN MOTORRIJDERS. Jongeman -te IJmuiden gedood. Op het Velserduinplein te IJmuiden zijn twee motorrijders met groote vaart tegen el kander gebotst, met het gevolg dat een 18- jarige jongeman uit IJmuiden zwaar ver wond werd en binnen een uur aan de gevol gen overleed. De andere rijder werd slechts licht gewond. BOTSING TUSSCHEN TWEE AUTO'S. Eenige gekwetsten. Zaterdagmorgen kwart over tien reed op den Zuiderzeestraatweg, op het kruispunt met den straatweg naar Hattem, een auto komende uit de richting Assen en bestuurd door den heer D. Jacobs uit Zwolle van Ol- denbroek kwam, rijdend in de richting Zwolle een auto, bestuurd door graaf Van Bylandt. De eerste reed met een snelheid van 20 a 30 K.M., terwijl graaf van Bylandt een snelheid had volgens eigen verklaring van ongeveer 80 km. Juist in de bocht botsten beide auto's tegen elkaar. De auto van graaf Van Bylandt vloog tegen een boom, de wielen vlogen van de auto af, lantaarn en bumper werden een eind weggeslingerd en de dwarsbanken kwa men overlangs te staan. Graaf Van Bylandt en zijn vrouw raakten met hun voeten be kneld, eerstgenoemde werd bovendien vrij zwaar gewond aan het hoofd en in de borst. De drie andere inzittendën bleven vrijwel on gedeerd. Ook de heer Jacobs en zijn knecht, die eveneens in de auto gezeten was, kwamen vrijwel met den schrik vrij. HEBT U NOG OUDE GULDENS? Wissel ze dan deze maand in. Met verwijzing naar de officieele bekend making dienaangaande, wordt in herinnering gebracht, dat tot en met 31 Augustus a.s. de gelegenheid openstaat tot inwisseling van de buiten omloop gestelde guldens deze gul dens dragen een vroeger jaartal dan 1921, De inwisseling kan geschieden bij alle post kantoren, bij postkantoren, hulppostkantoren en poststations. NOODWEER BOVEN DE BETUWE. In Nijmegen zware regenval. Veel scha de aan de gewassen in de omgeving. Zaterdagavond tusschen half tien en tien uur heeft boven Nijmegen en omgeving een ernstig noodweer gewoed. Reeds des middags en in den vooravond waren enkele onweers buien boven de stad komen opzetten, maar even na half tien bereikte het noodweer zijn hoogtepunt en schoten felle bliksemstralen door het luchtruim, onmiddellijk gevolgd door zware donderslagen. Even later brak een ware wolkbreuk los en geweldige water massa's stroomden door de straten, die in een oogwenk in woest stroomende rivieren waren herschapen. Gedurende bijna een half uur stroomde het water met voortdurende hevigheid neer. In de benedenstad zijn dientengevolge verschil lende straten onder water gezet terwijl ver schillende kelders onderliepen. De bliksem te Lent in een café geslagen. Te Lent is de bliksem op het bovengrond land aan hem en hij aan mij. Hij kon mij dan ook gevoelig op de vingers tikken. Hij is nu al zes jaar dood en nog zie ik hem voort durend voor mij. Het lijkt mij een geheim zinnig almachtig wezen, dat steeds maar om mij heen zweeft, als een booze geest en dien ik dan ook van al het onaangename verdenk, dat mij overkomt. Als mijn paard struikelt en valt, stel ik dit op rekening van Théodore Als Saligneux verkocht was, zou het alweer Théodore zijn, die het gekocht had en op den dag, dat graaf De Préval zijn aanzoek heeft gedaan, heb ik alweer mijn verzuchtig tot Théodore geslaakt. Ik had immers betuigd mijnheer, dat u deze hand nooit in de uwe zoudt houden Als u ze nu hebben wilthier is ze. Als u ze wei gert, schrijf ik dit weer op rekening van Théodore, dien doodsvijand van mijn ge luk Wat vertelt ze u, graaf vroeg madame De Juines. Ik geloof zoowaar, dat ze een toespraak tot u houdt. Pseudo graaf De Préval ondervond op dit oogenblik, dat een mensch, die zoo hevig bewogen is, altijd dwaze, domme dingen zegt en dat zij, die hun tegenwoordigheid van geest bewaren, niet werkelijk verliefd zijn. Het eenige antwoord, dat hem mogelijk was, bestond daarin, dat hij Claire's hand greep en er de lippen op drukte daarna trad hij op gravin De Juines toe en sprak Ik heb u dan wel zeer lief, mevrouw de gravin, want mijn levensgeluk heb ik te danken En toen maakte hij, dat hij weg kwam. Hij voelde behoefte even alleen te zijn met zijn vreugde, om die luide uit te zingen, om te juichen en te jubelen. De gravin was verrast door dat plotselinge vertrek. Toch kon ze niet nalaten, nog even waardeerend op te merken Een allerinnemendst jongmensch Wat een beschaafd optreden Men kan toch da- sche lichtnet geslagen tengevolge waarvan een groot deel van het dorp in duisternis gé- huld werd. Dit was o.m. het geval bij den af rit naar het Nijmeegsche Veer waardoor groot ongerief veroorzaakt werd. In café „de Zon" van de firma Jacobs en Roele aan den Waaldijk te Lent sloeg de bliksem in den grooten schoorsteen. Deze werd uit elkaar ge slagen, waardoor de steenbrokken links en rechts verspreid werden en op de straat te recht kwamen. Het dak werd gedeeltelijk vernield. Het hemelvuur sloeg door den schoorsteen in het café waar een ruïne werd aangericht. De electriciteitsmeter werd van de wand ge rukt, het telefoontoestel vernield, terwijl de gelagkamer dik bestoven onder het roet zat. Onder de aanwezige gasten ontstond een pa niek, doch wonder boven wonder hadden geen persoonlijke ongelukken plaats en werd ook geen brand veroorzaakt. Ook de Betuwe heeft ernstig van den zwa- ren regenval te lijden gehad, waardoor aan de gewassen belangrijke schade is aangericht. AGENTEN ZONDER SABEL. En de helm verdwijnt. Bij wijze van proef doen thans de Amster- damsche politie-agenten van 's morgens 6 tot 's middags 2 uur dienst zonder sabel. Slaagt de proef, dan zal binnenkort de sabel wor den afgeschaft. Na den wapenstok verdwijnt nu dus de sabel in den onzichtbaar gedra gen gummistok en de revolver houdt de agent voldoende bewapening over. Ook de groot-teneu-helm der agenten wordt niet meer gedragen. Een definitief besluit terzake is nog niet genomen, zoodat deze uniform-wijziging nog een voorloopig karak ter heeft. Naar "het Hbld. verneemt zullen bij het koninklijk bezoek de inspecteurs als de agenten zonder helm dienst doen het groot tenue wordt derhalve bij de politie afge schaft. EEN „KIPPIGE" PLUIMVEEHOUDER. VAN AMSTERDAM. De geschilderde hoentjes. De inwoners van onze hoofdstad zijn nu eenmaal geen boeren. Dikwijls gaan ze daar prat op en in elk geval is het hun niet kwa lijk te nemen. Dat een Amsterdammer dus op het terrein van landbouw-en-veeteelt zonder veel moei te door een handigen koopman bedrogen kan worden, is voor den braven burger geen reden om zich wegens zijn verregaande on kunde en kortzichtigheid te schamen. Nocli tans leerlingen strekken, voorbeelden trek ken. Dies zij het volgende voorbeeld tot lee- ringe van alle Amsterdamsche amateur-vee- houders medegedeeld. Een hoofdstedeling ging op zijn lauweren rusten en had deswege in den Buitendijk schen Buitenveldertschen Polder een huisje gehuurd, waar hij zich dagelijks vermeide in al wat des plattelands is. Op zekeren dag om juister te zijn Maandagmorgen kreeg de man een koop man aan zijn deur, die prachtige Barnevel ders aanbood. Barnevelders, die dikke bruine eieren legden. De rentenier had wel ooren naar het aanbod en de koop werd gesloten. De kippen werden geïnstalleerd in een mo del hok-met-ren, dat reeds op bewoners stond te wachten. De dieren huisden er wonderwel en de eerste dagen genoot de man van zijn prachtigen toom pluimvee. Of de kleur van de eieren geen achterdocht heeft gewekt, weten wij niet. Wel weten wij. dat de oud-Amsterdammer gisteren een vreemd gezicht trok, toen na een flinke re genbui de hennetjes kennelijk van kleur ver anderd waren. De gewaande Barnevelders bleken hoenders te zijn van velerlei, doch geenszins van Veluwsche pluimage. Een schilderskwast had keurig werk verricht. Thans wordt naar den koopman van poli- tiewege een onderzoek ingesteld. delijk aan hem zien, dat hij een man van de wereld is En wat hij zegt, is vooral zoo interes sant voegde mademoiselle De Saligneux erbij. Hij was een beetje van streekeen an deren keer zal hij nog wel meer praten, her nam madame De Juines. Maar vergeet niet, lieve, dat je je woord gegeven hebt en dat je het nu niet weer kunt herroepen. Dat ben ik ik niet van plan, tante. U ziet, dat ik er volkomen in berust den man te trouwen, dien u zooeven hier zag weggaan. Of het nu gold het plukken van een wa terlelie op verboden terrein, of het huwelijk met den man, dién zij liefhad, mademoiselle De Saligneux was altijd even voortvarend, in al haar ondernemen zij had zich dus voorgenomen dienzelfden dag nog meester te zijn van den toestand. Zoodra gravin De Juines dus, stralend over het vlugge en makkelijke lukken van haar krijgslist, zich in haar eigen kamer terugge trokken had, liet Claire het rijtuig voorko men en eenige minuten later reed ze met haar gezelschapsdame den kant van de Rue d'Astorg op, waar baron De Saligneux zoo lang en gargon woonde, onder voorwendsel, dat het huis van wijlen den markies niet zoo heel ruim was en dat hij zijn dochter dus maar hinderen zou. In vliegende vaart ging het nu daar heen ijlings sprong ze het rijtuig uit en zonder acht te slaan op de tegenwerpingen van een norschen conciërge, liep ze haastig de trap op. Haar onverwacht verschijnen bracht den kamerdienaar van den baron in de grootste verlegenheid de man wist maar niet, hoe hij haar zou tegenhouden en terwijl hij haar letterlijk den weg versperde, zei hij met een verwezen gezicht 't Spijt me erg, freule, maar mijnheer de baron is er niet. Goed, dan zal ik wachten, al was het ook tot morgen Maar met je verlof ik ge- VEE-BESCHERMING TEGEN BLIKSEM. De draad-afrastering rondom de weide. In deze tijd krijgt men geen krant in han den of men leest van beesten, in de wei door de bliksem gedood. Wat is nu het geval De meeste weiden zijn omgeven met ijzerdraad. De beesten gaan nu gewoonlijk bij onweer met de kop over of tegen of dichtbij de draad staan. Slaat nu de bliksem op de draad, dan vor men de beesten de aarde-aansluiting en zijn bijgevolg het slachtoffer. Nu zijn meerdere maatregelen mogelijk, om ongelukken te voorkomen, of althans te beperken. 1. Men maakt op verschillende plaatsen aard leidingen, d.i. men verbindt de gespannen draden met enkele draden of staven, die tot het water in de grond loopen. 2. Beter nog men neemt de draden niet langer dan 25 M., dus van de 1ste op 2de en verder op een der de paalpl.m. 25 c.M. verder plaatst men weer een 4de paal, waarvan de draad loopt over paal 5 verder tot paal 6. Dus de palen 1, 2 en 3, ook 4, 5 en 6, staan 12 1/2 meter uit elkaar en 25 cM. achter paal 6 weer een paal 7 enz. Bij paal 2 en 5 enz. maakt men aard- leidingen als bovengenoemd met houten pa len. Neemt men ijzeren palen, dan gaat men wat afstand betreft, even zoo te werk, doch neemt b.v. paal 2 en 4 en 5 enz., zoo veel lan ger tot in het grondwater. Alsdan behoeft men geen draden als afleider te bezigen. Be grijpelijk kan men de afstand der palen naar omstandigheden nemende afstanden van 25 cM. kan men met hout verbinden in geen geval met metaal. ALS DUITSCHE KINDEREN REIZEN. Ze hadden de 100 mark niet Een dame te Haarlem, zoo vertelt de Opr. Haarl. Crt., die drie Duitsche meisjes in haar dienst heeft, besloot een broertje en een zusje van twee dier meisjes, kinderen van 12 jaar, gedurende eenigen tijd naar Haar lem te laten komen. Het reisgeld, 60 mark, werd overgezonden, en den ouders werd op het hart gedrukt, goed te informeeren of er ook formaliteiten verbonden waren aan het passeeren der grens, dit a.o. met het oog op de beruchte 100 mark, welke van ie der Duitscher gevergd worden, indien hij een reis naar het buitenland maakt. Welis waar, was er in dit geval van kapitaalvlucht zeker geen sprake, want de kinderen kwa men uit zeer bescheiden kring (de vader van het eene is werkloos mijnwerker) en zij kwa men eerder naar ons land om iets te halen, dan ons een deel van het Duitsche vermogen te brengen. Toen alles in orde was, werden de kinde ren op den trein gezet en hun te Haarlem dienende zuster ging naar Amsterdam om ze daar in ontvangst te nemen. De trein kwam aan, stopte, maar wie er uit stapte, niet de beide kinderen. Plotseling trad echter een der reizigers op het wachtende meisje toe, noemde haar naam en vroeg of zij misschien twee Duitsche kinderen kwam afhalen. Op haar bevestigend antwoord deelde hij haar mede, dat deze in Emmerik uit den trein'wa ren gehaald, omdat zij niet in staat waren geweest elk 100 Mark te betalen Zelf had hij alle moeite gedaan om de beambten te vermurwen doch tevergeefs. De dame, die de kinderen had laten over komen, wilde eens wat meer van het geval weten en belde daarom eerst den Duitschen consul te Zevenaar op, die echter afwezig was. Daarop belde zij Emmerik op en kreeg daar van de autoriteiten te hooren, dat de kinderen inderdaad uit den trein verwijderd waren en tijdelijk in een Heim waren onder gebracht. Later kwam er bericht van een der ouders, dat het tweetal naar huis was teruggezonden. loof dat ik daar toch zijn stem hoor Nu wist de man in het geheel geen raad meer Neem mij niet kwalijk, freule, mijnheer is druk bezig om zaken te bespreken en hij heeft ten strengste verboden Wil je wel gelooven, Baptiste, dat ik nog zijn allergewichtigste zaak ben Ik moet den baron dan toch in ieder ge val gaan waarschuwen, antwoordde Bap tiste. En haastig ging hij de lange gang door, waar zij hem op de hielen volgde, zoodat ze weldra aan den ingang van de eetkamer stond. Nu had dit vertrek twee deuren en op het oogenblik, dat zij door de eene binnen trad, viel de andere met geweld achter ie mand dicht. De baron schoot dadelijk op haar toe met den verrasten uitroep Wie is daar Wie durft Stel u gerust, 't is geen dief ik ben het maar, antwoordde zij. Jij riep de heer De Saligneux, die on mogelijk zijn misnoegen over die stoornis kon verbergen. Wat kom jij hier doen Wat wil je van mij 't Loopt al naar twaalven, 't Is hoogst onbetamelijk, om op zoo'n uur alleen te loopen door de straten van Parijs. Zou 't ooit onbetamelijk wezen, om zijn vader een bezoek te brengen Zeg u maar liever gauw, dat u het alleraardigst vindt, mij hier te zien. O, zeker, allerliefst, alleraardigstMaar je hebt dan wel een ongelukkig oogenblik getroffen ik ben druk aan het zaken doen. Die bestonden dan zeker hierin vroeg ze terwijl ze op een paar prachtige kreeften en een getruffeerden patrij zenbout wees, die de hoofdschotels uitmaakten van een zeer welvoorziene en keurig aangerichte ta fel. Ik moet brieven schrijven, antwoordde hij en soupeerde inderhaast. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1931 | | pagina 1