22E JAARGANG
DINSDAG 18 AUGUSTUS 1931-
NO. 63
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE VONDELING.
WIERINGER COURA
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG EN VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
BOSKER,
WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytashoef Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1—5 regels
Iedere regel meer
f 0.50.
0.10.
DE GEVAREN VAN HET STRAND.
Niemand zal er ongevoelig voor blijven,
wanneer hij leest de tallooze offers meest
al jonge levens die de zee ieder jaar op-
eischt. Ook dit jaar zijn weer vele jonge
menschen verdronken, en de zomer is nog
niet ten einde.
Is daar niets aan te doen Kan er niets
gedaan worden, om hen, die zich willen ver-
frisschen door een bad aan onze stranden,
te waarschuwen en van goeden raad te
dienen
Er zijn twee personen, die een speciale
studie maakten van de getijden en stroomin
gen aan onze kust.
Ten eerste ir. Felix Oortt, die ruim 30
jaar geleden de grondlegger was van de be
rekening onzer getijden. De door hem geleg
de grondbeginselen worden thans nog nage
noeg ongewijzigd benut bij de samenstelling
der getij tafels. En ten tweede de thans over
leden badarts van Zandvoort, dr. Varekamn.
Eerstgenoemde heeft in het tijdschrift
„De Wandelaar" van Juni 1930 een artikel
geschreven over het baden in zee. Hij heeft
erop gewezen, dat aan onze Noordzeekust
de vloedstroom van Zuid naar Noord en de
ebstroom in omgekeerde richting gaat, dat
de eerste sterker is dan de laatste, dat beide
stroomen even wijdig aan de kust loopen,
zoodat er geen sprake van is (zooals meestal
wordt gedacht) dat de vloedstroom van uit
zee naar land gaat en de ebstroom omge
keerd, waardoor dan de ebstroom naar zee
zou trekken.
Voorts, dat ebstroom en eb (laag water)
evenmin als vloedstroom en vloed (hoog wa
ter) samengaan. De vloedstroom gaat onge
veer van 3 uur vóór het uur van hoog water
tot 3 uur daarna Noordwaarts en de eb
stroom van 3 uur na hoogwater tot 3 uur na
laagwater Zuidwaarts. Met deze stroomen
heeft de bader, die vlak bij de kust blijft,
niets en de zwemmer weinig te maken.
Het gevaarlijkste zijn de „muien." Dit zijn
de trekgaten, dwars door de banken heen,
waardoor bij eb het water van het zwin (dat
is de lange strook water tusschen de ban
ken en het strand) naar zee trekt.
Daar ontstaat dan een sterke stroom en
een geul in het zand. Komt nu een zwem
mer in een mui, dan zal hij pogen om naar
het strand te komen, doch hij kan niet tegen
den stroom op, hoe zeer hij zich ook inspant.
Hij wordt zenuwachtig, verdubbelt zijn po
gingenvruchteloos. Hij kan niet meer
en verdrinkt. Dat kan den besten zwemmer
overkomen.
Kent hij daarentegen het gevaar, dan laat
hij zich kalm afdrijven. De stroom verliest
in 't zwin voor de tweede zandbank z'n kracht
en de zwemmer kan, rustig zwemmende
buiten de mui om het strand bereiken.
Bij wassend water is er geen trek naar zee
door de mui, dus bestaat het gevaar niet.
Toch is dit geen bewijs, dat het zwemmen
bij wassend water altijd veilig is. Bij N.W.
wind wordt het water tegen het strand op
gestuwd en de vloed wordt dus hooger dan
zonder wind. Die opstuwing heeft haar grens
want door de eigen zwaarte trekt het water
weer naar zee terug.
WIJ BREIEN en repareeren alle
soorten wollen kleeding, kousen en sokken,
ook de allerfijnste. Voor
NIEUWWERK ZIJN WIJ No. 1
JAAP SNOR,
DEN HELDER, Zuidstraat 19.
(Let op den Gelen Winkel.)
Depots voor Wieringen Hippolytushoef
Wed. J. de Beurs Den Oever Jb. Kaleveld.
FEUILLETON.
No. 50.
Daar mademoiselle De Saligneux zag, dat
tante van haar onderwerp afdwaalde, zei ze
gauw
En toen, mevrouw
Toen heeft het zich zoo bijgedragen,
dat die jongeman, die wel iets minder aan
matigend is, dan zijn vader, het afschuwelij
ke van zijn gedrag zelf heeft ingezien en dat
hij niet alleen zijn aanspraken" liet varen,
maar ook de bekentenis verscheurde of ver
brandde, die zoo gewetenloos den baron af
geperst was. Het schijnt, dat zijn vader hem
die handelwijze kwalijk genomen heeft, dat
het tot een breuk is gekomen tusschen die
twee en dat de arme jongen tegenwoordig
op een zolderkamertje gelogeerd is, waar u
noch ik hem zullen opzoeken.
Ik wed, dat hij daar nog heel gelukkig
is, madame, antwoordde Lionel, die juist
zooeven het gebruik van zijn stem weer te
rug had.
Dat is niet waar, mijnheer, riep made
moiselle De Saligneux. Dat weet ik beter van
den heer Pointal. Maar tante uw verhaal is
nog niet uit.
O, ik zal verder vertellen. Het eind van
de geschiedenis is, dat er door al die tus-
schenbedrijven een heele omkeer kwam in
de opvatting van dat dwaze schepseltje en
dat ze nu ineens dol ingenomen was met
dien jongen man, die haar eerst zoo onbe
schaamd, in één woord onuitstaanbaar voor
gekomen was. Maar stel u gerust, hij weet
er niets van en zal er nooit iets van weten.
Nu begrijpt u welzelf zou ik niet tot
Er ontstaat zoodoende een bovenstroom in
de richting van zee naar land en een onder
stroom naar zee toe. Men kan dit voelen, als
men zich met N.W. wind laat drijven men
drijft dan op den bovenstroom naar land
toe, doch gaat men staan, dan voelt men
den sterken druk zeewaarts.
Bij landwind, Oostenwind, is het precies
omgekeerd. Dan voert de wind het bovenwa
ter naar zee en is de onderstroom landwaarts
gericht. Daarom is het bij Oostenwind niet
zoo prettig baden. De onderstroom gaat dan
over het zand, is troebel, doet kwallen enz.
aandrijven, welker aanraking zeer onaange
naam kan zijn.
Het zwemmen is bij een flinken N.W. wind
dus het minst gevaarlijk, omdat men door
wind en bovenstroom naar den wal wordt
gedreven.
Alleen voor baders en voor hen die niet
zwemmen kunnen is er gevaar, dat de golven
hen omwerpen en zij door den onderstroom,
die naar zee voert, van de been worden ge
trokken.
De zwemmer, die bij landwind en bij val
lend water in een mui komt, is er het ergst
aan toe.
Dit is in het kort, wat Felix Oortt in zijn
artikel mededeelt. Hij dringt er sterk op
aan, dat het boekje van dr. Varekamp „Vei
lig baden en zwemmen in zee" op ruime
schaal zal worden verspreid.
Hoe het ook zij, laten de gemeentebesturen
of andere lichamen aan onze Noordzeekust
toch zorgen, dat overal duidelijk de noodige
wenken voor het zwemmen en baden in zee
worden bekend gemaakt, opdat er niet tel
ken j are zooveel jonge menschen als slacht
offers van de zee het leven laten.
MOEILIJKE TIJDEN.
In het „Algemeen Nederl. Landbouwblad
schrijft de hoofdredacteur dr. H. Molhuysen
onder bovenstaand opschrift o.a.
Het wordt met den dag slechter voor on
zen landbouw. Traden de gevolgen van de
crisis voor eenige maanden nog in hoofdzaak
in de akkerbouwstreken op, ook de gemeng
de bedrijven zijn er thans door getroffen. De
afzet van onze producten tegen loonende
prijzen wordt op allerlei wijze belemmerd,
door tolmuren, door gebrek aan koopkracht
en door financieele moeilijkheden in het
buitenland. De landen, die hun overschot
aan producten van de hand willen doen, vin
den ii\ ons land, zij het tegen lage prijzen,
nog een afzetgebied. Zoo komen er geregeld
een 1000 geslachte Deensche runderen weke
lijks in ons land gesmokkeld, hetgeen de
prijzen nog meer doet kelderen. En zoo zou
den we, denkt slechts aan Rusland, meer
producten kunnen noemen, waarvan de bin-
nenlandsche afzet steeds moeilijker wordt.
En of het niet genoeg is, werden we opge
schrikt door een Duitsche noodverordening,
waardoor voor den invoer van land- en tuin
bouwproducten in Duitschland geen beta
lingsdeviezen meer zouden worden beschik-
baa gesteld. Dat zou hebben beteekend ,dat
er voor onzen toch al zoozeer geteisterden
Nederlandschen landbouw een noodtoestand
zou zijn geschapen, welke niet alleen voor
dien tak van volkswelvaart, maar voor ons
geheele economische leven noodlottig zou
zijn geworden, tenminste wanneer onze Re
geering er niet in zou zijn geslaagd door on
middellijke maatregelen den uitvoer van 011
ze bodem producten naar Duitschland weder
om mogelijk te maken.
Tenslotte wordt nog eens met aandrang de
aandacht van de Regeering gevestigd op het
urgentieprogramma van het Kon. Ned. Land
bouw Comité en op dat van de drie Centrale
Landbouworganisaties en wordt er met na
druk op gewezen, dat onze landbouw met
spanning uitziet naar de beslissingen, welke
zoo'n bekentenis gekomen zijn dat moest
een ander voor mij doen Maar wat denkt
u ervan, mijnheer Vindt u niet, dat die do
cumentenverbrander verdient, dat hij weer
in genade aangenomen wordt
Allemaal kinderpraatriep madame De
Juines. Mijn nichtje heeft dien Lionel niet
weergezien en zal hem ook niet weer zien.
De hemel gave, dat hij op dit oogenblik hier
was, Als zij hem naast u zag zitten, zou ze
onwillekeurig vergelijkingen maken, die dan
zeker niet in zijn voordeel zou uitvallen. Zij
zou dan toch eens duidelijk zien, het he-
melsbreede onderscheid dat er is tusschen 'n
jong mensch uit onze kringen en zoo'n Tête-
rolHoe denk je daar zelf over, freule
Mij dunkt tante, dat er veel waars is in
hetgeen u zegt en dat ik niet weer in verge
lijkingen hoef te treden. Als mijnheer, na
al wat u hem verteld heeft, nu nog bij zijn
aanzoek volhardt, dan zal ik er mij, volgens
mijn belofte, heel gewillig in schikken.
Ik wist wel, dat ik dit zoo goed bedacht
had riep madame De Juinis zegevierend
dat u zich maar behoefde te vertoonen,
waarde graaf, om haar onmiddellijk tot in
keer te brengen.
Lionel sloot de oogen en deed ze weer o
pen, als om zich te overtuigen dat hij niet
droomde. En, terwijl hij toen het hoofd een
weinig vooroverboog, sprak hij tot mademoi
selle De Saligneux
Maarals dit nu alles zoo iswie
was dan die Théodore
Zij schoof ook wat dichter naar hem toe
en antwoordde, zacht voor zich heen spre
kend
O, Théodore Zal ik dan eindelijk eens
ophelderen. Wie Théodote was De Heer
Théodore is een eigenaardige persoonlijk
heid, waar ik altijd zoozeer van vervuld ben
dien ik vrees en die toch niet bestaat Maar
't is waar hij heeft bestaan. Het was mijn
teekenleeraar. Rood als een kraal was hij en
hij had een platten neus. Ik had vreeselijk 't
onze Regeering zal nemen ten opzichte van
steun verleening aan de aardappelmeelindus -
trie en aan de teelt van suikerbieten.
BINNENL. NIEUWS.
AUTO TE WATER.
De vijf inzittenden gered.
Vrijdagmiddag reed een auto, bestuurd
door ds. Verhagen uit Middelburg, waarin
nog vier dames waren gezeten, achteruit in
de Dijkgracht te Enkhuizen. Door het stuk
slaan der ruiten wist men alle inzittenden
met bootjes te redden.
BOTSING VAN MOTORRIJDERS.
Jongeman -te IJmuiden gedood.
Op het Velserduinplein te IJmuiden zijn
twee motorrijders met groote vaart tegen el
kander gebotst, met het gevolg dat een 18-
jarige jongeman uit IJmuiden zwaar ver
wond werd en binnen een uur aan de gevol
gen overleed. De andere rijder werd slechts
licht gewond.
BOTSING TUSSCHEN TWEE AUTO'S.
Eenige gekwetsten.
Zaterdagmorgen kwart over tien reed op
den Zuiderzeestraatweg, op het kruispunt
met den straatweg naar Hattem, een auto
komende uit de richting Assen en bestuurd
door den heer D. Jacobs uit Zwolle van Ol-
denbroek kwam, rijdend in de richting Zwolle
een auto, bestuurd door graaf Van Bylandt.
De eerste reed met een snelheid van 20 a 30
K.M., terwijl graaf van Bylandt een snelheid
had volgens eigen verklaring van ongeveer
80 km. Juist in de bocht botsten beide auto's
tegen elkaar. De auto van graaf Van Bylandt
vloog tegen een boom, de wielen vlogen van
de auto af, lantaarn en bumper werden een
eind weggeslingerd en de dwarsbanken kwa
men overlangs te staan. Graaf Van Bylandt
en zijn vrouw raakten met hun voeten be
kneld, eerstgenoemde werd bovendien vrij
zwaar gewond aan het hoofd en in de borst.
De drie andere inzittendën bleven vrijwel on
gedeerd. Ook de heer Jacobs en zijn knecht,
die eveneens in de auto gezeten was, kwamen
vrijwel met den schrik vrij.
HEBT U NOG OUDE GULDENS?
Wissel ze dan deze maand in.
Met verwijzing naar de officieele bekend
making dienaangaande, wordt in herinnering
gebracht, dat tot en met 31 Augustus a.s. de
gelegenheid openstaat tot inwisseling van de
buiten omloop gestelde guldens deze gul
dens dragen een vroeger jaartal dan 1921,
De inwisseling kan geschieden bij alle post
kantoren, bij postkantoren, hulppostkantoren
en poststations.
NOODWEER BOVEN DE BETUWE.
In Nijmegen zware regenval. Veel scha
de aan de gewassen in de omgeving.
Zaterdagavond tusschen half tien en tien
uur heeft boven Nijmegen en omgeving een
ernstig noodweer gewoed. Reeds des middags
en in den vooravond waren enkele onweers
buien boven de stad komen opzetten, maar
even na half tien bereikte het noodweer zijn
hoogtepunt en schoten felle bliksemstralen
door het luchtruim, onmiddellijk gevolgd
door zware donderslagen. Even later brak
een ware wolkbreuk los en geweldige water
massa's stroomden door de straten, die in een
oogwenk in woest stroomende rivieren waren
herschapen.
Gedurende bijna een half uur stroomde het
water met voortdurende hevigheid neer. In
de benedenstad zijn dientengevolge verschil
lende straten onder water gezet terwijl ver
schillende kelders onderliepen.
De bliksem te Lent in een café
geslagen.
Te Lent is de bliksem op het bovengrond
land aan hem en hij aan mij. Hij kon mij
dan ook gevoelig op de vingers tikken. Hij
is nu al zes jaar dood en nog zie ik hem voort
durend voor mij. Het lijkt mij een geheim
zinnig almachtig wezen, dat steeds maar
om mij heen zweeft, als een booze geest en
dien ik dan ook van al het onaangename
verdenk, dat mij overkomt. Als mijn paard
struikelt en valt, stel ik dit op rekening van
Théodore Als Saligneux verkocht was, zou
het alweer Théodore zijn, die het gekocht
had en op den dag, dat graaf De Préval
zijn aanzoek heeft gedaan, heb ik alweer
mijn verzuchtig tot Théodore geslaakt. Ik
had immers betuigd mijnheer, dat u deze
hand nooit in de uwe zoudt houden Als u
ze nu hebben wilthier is ze. Als u ze wei
gert, schrijf ik dit weer op rekening van
Théodore, dien doodsvijand van mijn ge
luk
Wat vertelt ze u, graaf vroeg madame
De Juines. Ik geloof zoowaar, dat ze een
toespraak tot u houdt.
Pseudo graaf De Préval ondervond op dit
oogenblik, dat een mensch, die zoo hevig
bewogen is, altijd dwaze, domme dingen
zegt en dat zij, die hun tegenwoordigheid
van geest bewaren, niet werkelijk verliefd
zijn.
Het eenige antwoord, dat hem mogelijk
was, bestond daarin, dat hij Claire's hand
greep en er de lippen op drukte daarna
trad hij op gravin De Juines toe en sprak
Ik heb u dan wel zeer lief, mevrouw de
gravin, want mijn levensgeluk heb ik te
danken
En toen maakte hij, dat hij weg kwam.
Hij voelde behoefte even alleen te zijn met
zijn vreugde, om die luide uit te zingen, om
te juichen en te jubelen.
De gravin was verrast door dat plotselinge
vertrek. Toch kon ze niet nalaten, nog even
waardeerend op te merken
Een allerinnemendst jongmensch Wat
een beschaafd optreden Men kan toch da-
sche lichtnet geslagen tengevolge waarvan
een groot deel van het dorp in duisternis gé-
huld werd. Dit was o.m. het geval bij den af
rit naar het Nijmeegsche Veer waardoor
groot ongerief veroorzaakt werd. In café „de
Zon" van de firma Jacobs en Roele aan den
Waaldijk te Lent sloeg de bliksem in den
grooten schoorsteen. Deze werd uit elkaar ge
slagen, waardoor de steenbrokken links en
rechts verspreid werden en op de straat te
recht kwamen. Het dak werd gedeeltelijk
vernield.
Het hemelvuur sloeg door den schoorsteen
in het café waar een ruïne werd aangericht.
De electriciteitsmeter werd van de wand ge
rukt, het telefoontoestel vernield, terwijl de
gelagkamer dik bestoven onder het roet zat.
Onder de aanwezige gasten ontstond een pa
niek, doch wonder boven wonder hadden
geen persoonlijke ongelukken plaats en werd
ook geen brand veroorzaakt.
Ook de Betuwe heeft ernstig van den zwa-
ren regenval te lijden gehad, waardoor aan
de gewassen belangrijke schade is aangericht.
AGENTEN ZONDER SABEL.
En de helm verdwijnt.
Bij wijze van proef doen thans de Amster-
damsche politie-agenten van 's morgens 6 tot
's middags 2 uur dienst zonder sabel. Slaagt
de proef, dan zal binnenkort de sabel wor
den afgeschaft. Na den wapenstok verdwijnt
nu dus de sabel in den onzichtbaar gedra
gen gummistok en de revolver houdt de agent
voldoende bewapening over.
Ook de groot-teneu-helm der agenten wordt
niet meer gedragen. Een definitief besluit
terzake is nog niet genomen, zoodat deze
uniform-wijziging nog een voorloopig karak
ter heeft. Naar "het Hbld. verneemt zullen bij
het koninklijk bezoek de inspecteurs als de
agenten zonder helm dienst doen het groot
tenue wordt derhalve bij de politie afge
schaft.
EEN „KIPPIGE" PLUIMVEEHOUDER.
VAN AMSTERDAM.
De geschilderde hoentjes.
De inwoners van onze hoofdstad zijn nu
eenmaal geen boeren. Dikwijls gaan ze daar
prat op en in elk geval is het hun niet kwa
lijk te nemen.
Dat een Amsterdammer dus op het terrein
van landbouw-en-veeteelt zonder veel moei
te door een handigen koopman bedrogen
kan worden, is voor den braven burger geen
reden om zich wegens zijn verregaande on
kunde en kortzichtigheid te schamen. Nocli
tans leerlingen strekken, voorbeelden trek
ken. Dies zij het volgende voorbeeld tot lee-
ringe van alle Amsterdamsche amateur-vee-
houders medegedeeld.
Een hoofdstedeling ging op zijn lauweren
rusten en had deswege in den Buitendijk
schen Buitenveldertschen Polder een huisje
gehuurd, waar hij zich dagelijks vermeide in
al wat des plattelands is.
Op zekeren dag om juister te zijn
Maandagmorgen kreeg de man een koop
man aan zijn deur, die prachtige Barnevel
ders aanbood. Barnevelders, die dikke bruine
eieren legden. De rentenier had wel ooren
naar het aanbod en de koop werd gesloten.
De kippen werden geïnstalleerd in een mo
del hok-met-ren, dat reeds op bewoners stond
te wachten. De dieren huisden er wonderwel
en de eerste dagen genoot de man van zijn
prachtigen toom pluimvee.
Of de kleur van de eieren geen achterdocht
heeft gewekt, weten wij niet. Wel weten wij.
dat de oud-Amsterdammer gisteren een
vreemd gezicht trok, toen na een flinke re
genbui de hennetjes kennelijk van kleur ver
anderd waren. De gewaande Barnevelders
bleken hoenders te zijn van velerlei, doch
geenszins van Veluwsche pluimage. Een
schilderskwast had keurig werk verricht.
Thans wordt naar den koopman van poli-
tiewege een onderzoek ingesteld.
delijk aan hem zien, dat hij een man van
de wereld is
En wat hij zegt, is vooral zoo interes
sant voegde mademoiselle De Saligneux
erbij.
Hij was een beetje van streekeen an
deren keer zal hij nog wel meer praten, her
nam madame De Juines. Maar vergeet niet,
lieve, dat je je woord gegeven hebt en dat
je het nu niet weer kunt herroepen.
Dat ben ik ik niet van plan, tante. U
ziet, dat ik er volkomen in berust den man
te trouwen, dien u zooeven hier zag weggaan.
Of het nu gold het plukken van een wa
terlelie op verboden terrein, of het huwelijk
met den man, dién zij liefhad, mademoiselle
De Saligneux was altijd even voortvarend,
in al haar ondernemen zij had zich dus
voorgenomen dienzelfden dag nog meester
te zijn van den toestand.
Zoodra gravin De Juines dus, stralend over
het vlugge en makkelijke lukken van haar
krijgslist, zich in haar eigen kamer terugge
trokken had, liet Claire het rijtuig voorko
men en eenige minuten later reed ze met
haar gezelschapsdame den kant van de Rue
d'Astorg op, waar baron De Saligneux zoo
lang en gargon woonde, onder voorwendsel,
dat het huis van wijlen den markies niet zoo
heel ruim was en dat hij zijn dochter dus
maar hinderen zou.
In vliegende vaart ging het nu daar heen
ijlings sprong ze het rijtuig uit en zonder
acht te slaan op de tegenwerpingen van een
norschen conciërge, liep ze haastig de trap
op. Haar onverwacht verschijnen bracht den
kamerdienaar van den baron in de grootste
verlegenheid de man wist maar niet, hoe
hij haar zou tegenhouden en terwijl hij haar
letterlijk den weg versperde, zei hij met een
verwezen gezicht
't Spijt me erg, freule, maar mijnheer de
baron is er niet.
Goed, dan zal ik wachten, al was het
ook tot morgen Maar met je verlof ik ge-
VEE-BESCHERMING TEGEN BLIKSEM.
De draad-afrastering rondom de
weide.
In deze tijd krijgt men geen krant in han
den of men leest van beesten, in de wei door
de bliksem gedood.
Wat is nu het geval De meeste weiden
zijn omgeven met ijzerdraad. De beesten
gaan nu gewoonlijk bij onweer met de kop
over of tegen of dichtbij de draad staan.
Slaat nu de bliksem op de draad, dan vor
men de beesten de aarde-aansluiting en zijn
bijgevolg het slachtoffer.
Nu zijn meerdere maatregelen mogelijk,
om ongelukken te voorkomen, of althans te
beperken.
1. Men maakt op verschillende plaatsen aard
leidingen, d.i. men verbindt de gespannen
draden met enkele draden of staven, die tot
het water in de grond loopen. 2. Beter nog
men neemt de draden niet langer dan 25 M.,
dus van de 1ste op 2de en verder op een der
de paalpl.m. 25 c.M. verder plaatst men
weer een 4de paal, waarvan de draad loopt
over paal 5 verder tot paal 6. Dus de palen 1,
2 en 3, ook 4, 5 en 6, staan 12 1/2 meter uit
elkaar en 25 cM. achter paal 6 weer een paal
7 enz. Bij paal 2 en 5 enz. maakt men aard-
leidingen als bovengenoemd met houten pa
len.
Neemt men ijzeren palen, dan gaat men
wat afstand betreft, even zoo te werk, doch
neemt b.v. paal 2 en 4 en 5 enz., zoo veel lan
ger tot in het grondwater. Alsdan behoeft
men geen draden als afleider te bezigen. Be
grijpelijk kan men de afstand der palen
naar omstandigheden nemende afstanden
van 25 cM. kan men met hout verbinden in
geen geval met metaal.
ALS DUITSCHE KINDEREN REIZEN.
Ze hadden de 100 mark niet
Een dame te Haarlem, zoo vertelt de Opr.
Haarl. Crt., die drie Duitsche meisjes in haar
dienst heeft, besloot een broertje en een
zusje van twee dier meisjes, kinderen van
12 jaar, gedurende eenigen tijd naar Haar
lem te laten komen. Het reisgeld, 60 mark,
werd overgezonden, en den ouders werd op
het hart gedrukt, goed te informeeren of er
ook formaliteiten verbonden waren aan het
passeeren der grens, dit a.o. met het
oog op de beruchte 100 mark, welke van ie
der Duitscher gevergd worden, indien hij
een reis naar het buitenland maakt. Welis
waar, was er in dit geval van kapitaalvlucht
zeker geen sprake, want de kinderen kwa
men uit zeer bescheiden kring (de vader van
het eene is werkloos mijnwerker) en zij kwa
men eerder naar ons land om iets te halen,
dan ons een deel van het Duitsche vermogen
te brengen.
Toen alles in orde was, werden de kinde
ren op den trein gezet en hun te Haarlem
dienende zuster ging naar Amsterdam om ze
daar in ontvangst te nemen. De trein kwam
aan, stopte, maar wie er uit stapte, niet de
beide kinderen. Plotseling trad echter een
der reizigers op het wachtende meisje toe,
noemde haar naam en vroeg of zij misschien
twee Duitsche kinderen kwam afhalen. Op
haar bevestigend antwoord deelde hij haar
mede, dat deze in Emmerik uit den trein'wa
ren gehaald, omdat zij niet in staat waren
geweest elk 100 Mark te betalen Zelf had
hij alle moeite gedaan om de beambten te
vermurwen doch tevergeefs.
De dame, die de kinderen had laten over
komen, wilde eens wat meer van het geval
weten en belde daarom eerst den Duitschen
consul te Zevenaar op, die echter afwezig
was. Daarop belde zij Emmerik op en kreeg
daar van de autoriteiten te hooren, dat de
kinderen inderdaad uit den trein verwijderd
waren en tijdelijk in een Heim waren onder
gebracht. Later kwam er bericht van een
der ouders, dat het tweetal naar huis was
teruggezonden.
loof dat ik daar toch zijn stem hoor
Nu wist de man in het geheel geen raad
meer
Neem mij niet kwalijk, freule, mijnheer
is druk bezig om zaken te bespreken en hij
heeft ten strengste verboden
Wil je wel gelooven, Baptiste, dat ik nog
zijn allergewichtigste zaak ben
Ik moet den baron dan toch in ieder ge
val gaan waarschuwen, antwoordde Bap
tiste.
En haastig ging hij de lange gang door,
waar zij hem op de hielen volgde, zoodat ze
weldra aan den ingang van de eetkamer
stond. Nu had dit vertrek twee deuren en op
het oogenblik, dat zij door de eene binnen
trad, viel de andere met geweld achter ie
mand dicht.
De baron schoot dadelijk op haar toe met
den verrasten uitroep
Wie is daar Wie durft
Stel u gerust, 't is geen dief ik ben het
maar, antwoordde zij.
Jij riep de heer De Saligneux, die on
mogelijk zijn misnoegen over die stoornis
kon verbergen. Wat kom jij hier doen Wat
wil je van mij 't Loopt al naar twaalven,
't Is hoogst onbetamelijk, om op zoo'n uur
alleen te loopen door de straten van Parijs.
Zou 't ooit onbetamelijk wezen, om zijn
vader een bezoek te brengen Zeg u maar
liever gauw, dat u het alleraardigst vindt,
mij hier te zien.
O, zeker, allerliefst, alleraardigstMaar
je hebt dan wel een ongelukkig oogenblik
getroffen ik ben druk aan het zaken doen.
Die bestonden dan zeker hierin vroeg
ze terwijl ze op een paar prachtige kreeften
en een getruffeerden patrij zenbout wees,
die de hoofdschotels uitmaakten van een
zeer welvoorziene en keurig aangerichte ta
fel.
Ik moet brieven schrijven, antwoordde
hij en soupeerde inderhaast.
(Wordt vervolgd.)