22E JAARGANG DINSDAG 3 SEPTEMBER 1931 No. 6© gljpl NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WB& WIERINGEN EN OMSTREKEN WIJ BREIEN DE WEES. -WIERINGER COURANT* s BUREAU: UITGEVER- -p-f Hippolytushoef Wieringen. CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. Telefoon Intercomm. No. 19. VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG EN VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. EIEREN ONDER DE WARENWET. WANNEER MAG GESPROKEN WORDEN VAN „VERSCHE" EIEREN? In het „Staatsblad" is afgekondigd het Ko- ninkbesluit, waarbij eieren gesteld worden onder art. 14 der Warenwet. Wij ontleenen er het volgende aan Eieren, waaronder in dit besluit worden verstaan kippen- en eendeneieren, mogen uitsluitend en moeten worden aangeduid met een der navolgende aanduidingen a. ver- sche eieren, b. koelhuiseieren, c. geconser veerde eieren of kalkeieren, d. eieren 2e soort, e. buitenlandsche eieren. Zijn de eieren uit Nederland afkomstig, dan mag in de aanduiding het woord „Nederland- sche" of „Hollandsche" worden opgenomen. Inplaats van het woord „eieren," mag in de ze aanduidingen worden gebezigd een samen stelling van dit woord met den naam van de diersoort, waarvan de eieren afkomstig zijn. B.v. „versche eendeneieren," „geconserveerde kippeneieren." De aanduiding „versche eieren" moet wor den gebezigd voor eieren, welke geen bewa ring in een koelinrichting of andere behan deling tot wering van bederf hebben onder gaan. zij moeten bovendien voldoen aan de volgende eischen a. zij moeten bij schou wing doorschijnend zijn, een onduidelijk zichtbaren dooier, stevig wit en een luchtka mer van niet meer dan 6 m.M. diepte bevat ten b. Hun inhoud moet bij schouwing vrij zijn van duidelijk zichtbare vlekken of stip pen, alsmede van aanwijzingen, die duiden op ontwikkeling van een kuiken c. Zij mo gen niet vuilschalig zijn d. Zij mogen - - voor zoover het kippeneieren betreft niet anders gereinigd zijn dan door plaatselijk af vegen met een vochtigen doeke. Zij mogen ge enbehandeling hebben ondergaan, waar door zij ongeschikt zijn, om als versch te kun nen gelden f. Hun inhoud mag geen afwij kenden smaak hebben of geur bezitten, en moet in deugdelijken toestand verkeeren. De aanduiding „koelhuiseieren" moet wor den gebezigd voor eieren, welke door inleg gen in vloeistof (b.v. kalkwater of waterglas)' of op eenige andere wijze, anders dan door afkoeling, ter wering van bederf worden of zijn bewaard. De vorenbedoelde eieren moeten zijn voor zien van een of meer duidelijke en duurzame stempels, zooals door den Minister te bepaald De aanduiding „buitenlandsche eieren" moet worden gebezigd voor eieren, welke uit het buitenland zijn of worden ingevoerd. Zij moeten gestempeld zijn op de wijze, zooals is aangegeven in de wet betreffende den in- en doorvoer van kippen- en eendeneieren. De aanduiding „eieren" 2e soort" moet wcr den gebezigd voor alle andere eieren dan de hierbovengenoemde. De voorwerpen, waarin eieren worden ver voerd, of op markten, in winkels of op ande re voor het publiek toegankelijke plaatsen ten verkoop of ter aflevering aanwezig zijn, moeten aan de buitenzijde voorzien zijn van een opschrift, vermeldende de aanduiding, waarmede de eieren, volgens de hierboven- vermelde bepalingen moeten worden aange duid. Deze bepaling geldt niet voor voorwer- en repareeren alle soorten wollen kleeding, kousen en sokken, ook de allerfijnste. Voor NIEUWWERK ZIJN WIJ No. 1 JAAP SNOR, DEN HELDER, Zuidstraat 19. (Let op den Gelen Winkel.) Depots voor Wieringen Hippolytushoef C. DUIJNKER, Den Oever Jb. Kaleveld. FEUILLETON. No. 2. De beide handen sloten ineen. Voor het eerst in zijn leven voelde Royal, dat zijn va der vertrouwelijk naar hem opzag, dat de koude onverschilligheid, die hij hem tot nog toe getoond had, slechts schijn was geweest en dat sir Reginald's hart toch ook met wa re liefde voor zijn eerst geborene was ver vuld. Met een van aandoening half verstikte stem sprak de jongeman enkele troostrijke woorden van hoop op beterschap. Neen, zei de vader met een diepen zucht Spreek zoo niet, mijn jongen, het zal spoedig met mij gedaan zijn, dat voel ikzelf het best! Toch ben ik dankbaar, dat ik nog lang ge noeg heb mogen leven, om je te zien en je een bewijs van mijn vertrouwen te kunnen geven. Angstig dwaalden sir Reginald's oogen door het vertrek, alvorens hij de vraag deed Zijn we hier alleen Geheel alleen. Ben je zeker, dat geen ander ons hoo- ren kan Sarah, is, geloof ik, bij de deur blijven staan. Wil ik haar wegzenden Sir Riginald schudde het hoofd. Hij vestig de zijn blikken op Royal, alsof hij diens in nigste gedachten op het gezicht wilde lezen. Je bent op en top je moeder, zei hij op zonderling week geworden toon. Ik ben geen goed vader voor je geweest, maar ik weet toch, dat ik op je rekenen kan. Je hebt mij nog nooit van je leven, zelfs in het geringste bedrogen. Leg je hand in de mijne, Royal en zweer mij, dat je nooit eenig levend wezen onthullen zult, wat ik je in mijn laatste uur pen, waarin zich versche eieren bevinden, noch op voorwerpen, waarin buitenlandsche eieren zich bevinden, tijdens het vervoer of tijdens het verblijf in de koelhuizen. Het pakmateriaal voor eieren moet droog, reukeloos en zindelijk zijn. Dit besluit is in werking getreden met in gang van 1 September ji. BEZWAREN TEGEN DE TARWEWET. Men schrijft aan het Handelsblad (Libe raal) „Wij, boeren, hadden van onzen ouden oogst, blijkens de officieele cijfers der Tarwecen- trale, 47.000 ton in hoop op de Tarwewet be waard. Daarvan is blijkens die zélfde cijfers goedgekeurd 36.000, zoodat is afgekeurd en dus om niet bewaard niet minder dan 11.000 ton, dat is het vierde deel van wat wij be waard hadden. Voor de goedgekeurde tarwe had de minis ter ons voor de drie kwaliteiten in uitzicht gesteld f 11 1/2, f 12 1/2, f 13 1/2, benevens dan f 14 1/2 voor topkwaliteit voor de krop- meelmaalderij. De middelprijs was dus f 12 1/2, maar kunt u mij een boer aanwijzen, die ook werkelijk f 12 1/2 gemiddeld heeft gekregen In de eerste plaats is er heel wei nig- vraag naar de betere kwaliteiten. Tweede en vooral derde zijn het meest gevraagd dooi de fabriekanten, zoodat de middelprijs feite lijk f 12 en niet f 12 1/2 is. Maar bovendien wordt er nog een bedrag op den prijs ge kort, waarvan wij niet veel terug zullen zien, omdat de tarwe-organisaties den handel moe ten betalen, b.v. de firma Van Waveren, die de tarwe zoolang bewaart, opknapt en er voor schot op geeft, totdat zij aan de meelfabri kanten wordt geleverd. Maar bovendien heeft de boerenstand op het afgekeurde vierde deel groote verliezen geleden, doordat als hij die tarwe niet had bewaard in hoop op de Tarwewet maar haar vroeger verkocht had, er een veel hoogeren prijs voor had kunnen maken, dan hij thans voor den afgekeurden boel kan krijgen. (Da ling tarweprijzen, gewichtsverlies, kwaliteits verlies en moeite en kosten van het bewa ren). Als wij dus de rekening opmaken, niet per boer, maar als boerenstand, in zijn geheel, en we gaan dus eens na, wat we met zijn allen samen voor goedgekeurd en afgekeurd samen, dus 47.000 ton, hebben ontvangen, dan zal een ieder toch wel moeten toegeven, dat wij na ruim zes maanden Tarwewet nog heelemaal geen reden hebben, om in onze handen te wrijven. En het publiek en de Ka merleden denken natuurlijk de tarweboe ren, daar zijn we van af, die zijn flink gehol pen. Maar zoo is het niet, de heeren in Den Haag kunnen goed rekenen en in het Alg. Ned. Landbouwblad las ik, dat het nu in eens ge legen is gekomen, dat de bakkers zooveel mogelijk meel hebben ingeslagen, dat ze on ze tarwe een tijd lang heelemaal niet noodig hadden. Ik begrijp er nu niets meer van, maar wél weet ik, dat het na de Eerste Ka mer een half jaar heeft moeten duren voor het publiek onze tarwe in zijn brood kreeg en dat de steun voor onzen ouden oogst stuk ken minder is geworden, dan ons voorgespie geld was. Het is Utrecht verschijnende landbouwblad „Stichtsch Weekblad" schrijft De uitvoering der Tarwewet valt den ver bouwers van tarwe niet mee, althans niet in de provincie Utrecht. Naar wij vernemen, wordt gemiddeld f 10 uitbetaald. Nu wordt er wel vervolgt het blad be weerd, dat er misschien later nog wat toe- betaald zal worden, maar op dat „misschien" kan men niet zoo'n groot vertrouwen stellen. Het blad eindigt met de volgende vraag heb meegedeeld. Royal ontstelde. Er scheen voor hem iets angstigs in den verlangden eed te liggen. Hoor eens, vader, zei hij ernstig, be staat de kans niet, dat ik tot spreken ge dwongen word Kan er nooit iets gebeuren, dat mij gebiedt het stilzwijgen te verbreken? Het was niet zonder grond, dat Royal deze vragen stelde, Hij meende, dat de eed, waar toe de stervende vader hem wilde verplich ten, in verband stond tot het een of ander ernstig geheim uit het leven van zijn broe der. Het denkbeeld had zich aan hem opge drongen, dat zijn vader den wensch zou te kennen geven, dat hij zou goed maken, dat, zijn broeder Ralph had misdreven, dat aan hem de zorg kon worden opgedragen voor deze of gene, aan wie zijn broeder zich in zijn leven bezondigd had. Hij zweeg, in ge peins verzonken. Laten wij den eed in „gelofte" veran deren, hernam sir Reginald, het aarzelen van zijn zoon bemerkend, met zwakker stemgeluid. Beloof mij, dat je niemand iets zult mededeelen, van hetgeen ik je zeggen ga, tenzij de persoon, die bij de zaak betrok ken is, daartoe vergunning verleent, dan wel gestorven is. Nog altijd weifelde Royal in zijn antwoord. Zou je mij dat weigeren vroeg zijn va der. Wil je mij dan niet in vrede laten ster ven Heb je geen gevoel Zie je dan nier, hoe kort mijn strijd is met den dood, hoe ik hem minuut voor minuut moet betwisten Ik kan niet sterven zonder je gelofte Een gelofte is een ernstige zaak, ant woordde Royal, een schrikaanjagende zaak, als zij iemand tot hem nog onbekende din gen verplicht, doch het is mij niet mogelijk, uw verzoek van de hand te wijzen, vader 't Moge goed of verkeerd zijn, ik doe, wat gij van mij eischt. Ik wist het welJe wentelt mij daar mede een last van het hart, mijn jongen Je bent denzoon van je moeder en houdt je eenmaal gegeven woord. 1 Blijft er bij de uitvoering der Tarwewet niet te veel aan maat en strijkstok hangen BINNENLANDSCH NIEUWS. BEKNELD GERAAKT. Een mijnopzichter overleden. In de ondergrondsche werken van staats mijn Maurits te Lutterade is Vrijdag de af- deelingsopzichter H. T. Maesen uit Stein be kneld geraakt tusschen een locomotief en een zijwand van een steengang. De man was vrijwel onmiddellijk dood. Hij was gehuwd en laat een vrouw met zes kinderen achter. EEN BOTSING. Vrijdagmiddag wilde op den len Wormen- schenweg te - Apeldoorn een motorrijder een hem tegemoetkomende motorfiets passeeren, toen deze een zijstraat wilde inslaan. De eer ste reed tegen den trottoirband, waardoor hij het beheer over zijn stuur kwijt raakte en botste vervolgens tegen een stilstaande vrachtauto op, welk voertuig zwaar werd be schadigd. De motorrijder werd van den mo tor geslingerd en bekwam daarbij ernstige kwetsuren. Hij is naar het ziekenhuis te Apel doom vervoerd. De duorijder zag de botsing aankomen en wist even voordien van den motor af te springen, waardoor hij er zonder letsel afkwam. SMOKKELHANDEL. Een aantal leden van de bemanning van het Nederlandsche stoomschip „Reginia" heeft Zaterdag te Hove in Engeland voor den politierechter terechtgestaan wegens het drij ven van smokkelhandel in sterken drank, si garetten en sigaren, aldus meldt Reuter uit Londen. De kapitein werd veroordeeld tot een boete van zes pond sterling, drie anderen resp. tot vier en drie pond sterling en zestien shillings boete. De douane-ambtenaar verklaarde tijdens het proces, dat hij aan boord van de „Regi- na" was gekomen en dat de kapitein, die niet vermoedde, dat hij van de douane was, gepoogd had hem flesschen brandewijn te verkoopen. LANDBOUW. MEDEDEELING VAN HET RIJKSLAND BOUWPROEFSTATION TE MAASTRICHT. Door de moeilijke tijdsomstandigheden zijn vele inzenders er toe overgegaan, hun aankoopen van kunstmeststoffen belangrijk te reduceeren. En meerderen lieten het aan gekochte niet onderzoeken, om ook op deze wijze op hunne uitgaven te bezuinigen. Hoe gewenscht het echter blijft, den gekoch- ten kunstmest ook thans te laten onderzoe ken, is in het afgeloopen tijdsbestek van 1 Juni 1930—1 Juni 1931 maar al te zeer ge bleken. Ter illusstratie mogen eenige der meest sprekende voorbeelden dienen. In bovengenoemde periode toch moest een korting wegens geconstateerd ondergehalte worden voorgeschreven bij Leuna-, Leuna-Montan- of Montansal- peter op circa 17 procent van het aantal in gezonden en onderzochte monsters bij ureum op ruim 47 procent van het aan tal ingezonden en onderzochte monsters bij superphosphaat opruim 9 procent van het aantal ingezonden en onderzochte mon sters bij kalizout 40 op circa 8 procent van het aantal ingezonden en onderzochte mon sters bij kalkmergel op ruim 15 procent van het aantal Ingezonden en onderzochte monsters; bij ongebluschte kalk op ruim 14 procent Ja vader, zoo waarlijk helpe mij God sprak de jongeman plechtig, zonder daarbij te beseffen, welke gevolgen die gelofte na zich zou sleepen en hoe vreeselijk ze zou in grijpen in zijn jong en vooruitstrevend be staan. Er volgde in zijn leven menig uur, waarin hij met blijdschap afstand had willen doen van al zijn aardsche goederen, zoo hij maar te laat was gekomen voor dit laatste onderhoud met zijn vader. 't Was schemerdonker geworden de roode gloed, die den Westelijken gezichtseinder omzoomde, was nog niet geheel verdwenen, maar dit was dan ook het eenige licht, dat in de ziekenkamer doorbrak, terwijl Royal de verlangde gelofte aflegde. Hierop begon sir Reginald zijn onthullin gen. Hij sprak in koortsachtige gejaagdheid. Zwakte, pijn, ja zelfs de naderende dood schenen vergeten te zijn, toen hij zijn ge heim openbaarde. Royal luisterde toe, als door een boozen droom bevangen. Het vreeselijke van den toe stand had hem geheel overweldigd. Gaarne, ja, met de hand op het hart, gaarne, had hij thans in de plaats van zijn vader willen zijn, want de dood kwam hem verkieselijker voor, dan het torsen van den last, die hem nu werd opgelegd. Gedenk, luidden de laatste woorden, welke de stervende mond uitsprak, gedenk, wat je mij hebt beloofd, RoyalGeef mij je hand Het wordt alles donker om mij heen en ik hoor de stem van je moeder. Ik kom Mary En met den naam zijner vrouw op de lip pen, ging sir Reginald Chrateris naar betere gewesten over, op de schouders van zijn zoon een last achterlatend, te zwaar bijna voor dien kracht. I. Er bestaan gezinnen in de wereld, die den ganschen schat van warm gevoel, waarover zij te beschikken hebben, ln eigen kring ver van het aantal ingezonden en onderzochte monsters bij gebluschte kalk op ruim 16 procent van het aantal ingezonden en onderzochte mon sters. Moge deze kleine mededeeling er toe lei den, dat vele koopers van kunstmeststoffen voor schade gevrijwaard blijven, hetgeen slechts mogelijk is indien het aangekochte gecontroleerd wordt. De Directeur van het Rijkslandbouwproe f station Maastricht, Dr. A. D. Berkhout. Voormelkerscursus. De Commissie ter ver betering van de melkwlnning in Noordhol land ingesteld door de Vefeeniging Hollands Noorderkwartier, de Hollandsche Maatschap pij v. Landbouw, en den R. K. Dioc. Land en Tuinbouwbond heeft op 1 en 2 September de leerlingen van den voormelkkerscursus geëxamineerd. Aan alle 9 kon het diplimo toegekend worden. De practische lessen zijn gegeven dooi den Heer Daan Kaan op diens boerderij te Wieringerwaard en de theoretische te Hoorn door den Rijkszuivelconsulent Dr. Schey. De namen der geslaagden luidenJ. de Boer Wz., Edam A. Dekker Gz. Callantsoog; C. Dijkstra, Spanbroek P. Mayer, Beets H. M. A. J. J. van Schie, Haarlem Th. A. Schipper, Spanbroek C. Vedder, Diemen D. Visser Jz., Berkhout; P. van der Wal, Weere Winkel. SCHRIJF IN VOOR DE LEGWEDSTRIJD. Een terugblik over een afgeloopen jaar, waarbij rustig de licht en schaduwzijde te gen elkaar worden afgewogen is steeds leer zaam en nuttig. In het jaarverslag van de N. P. F. lazen we over de legwedstrijden „Over gebrek aan belangstelling behoeven deze legwedstrijden niet te klagen blijkens het groot aantal ingezonden toornen. Wij achten het een gelukkig verschijnsel dat deze regelen in een jaarverslag voorko men, maar zijn toch niet tevreden. Ons in ziens zijn er nog steeds veel te weinig inzen dingen. Het is een nationaal belang en een eisch des tijds dat zoowel voor het binnen als bui tenland de aandacht wordt gevestigd op de kwaliteitshen en het kwaliteitsei. Behoeft het nog gezegd dat slechts controle op de leg ons productieve hennen doet krijgen en be houden. Behoeft het nog gezegd dat den gewone boer de tijd om de leghoenders te controleeren ontbreekt en dat dus deze ar beid voor de speciaalbedrijven is weggelegd. En is het niet van groot belang dat deze bedrijven hun prestaties aan allen die dit behoeven doen weten. Alles wat een waar borg kan zijn voor de waar die men koopt is èn 't belang van den kooper èn in 't belang van het bedrijf dat het product levert. Welnu een een van de middelen om de buitenstaanders en ingewijden de prestaties te toonen zijn de legwedstrijden. Daarom moest het aantal deelnemers ook veel groo- ter zijn. Ieder die zijn bedrijf heeft ingericht voor de verkoop van broedeieren, eendags- kuikens, jonge hennen enz., ieder dus die zijn eigen bedrijf heeft opgevoerd dat hij anderen van goed materiaal kan voorzien moest dus aan deze wedstrijd deelnemen. In 't belang van hem zelf in 't belang van den kooper. Aan die allen „dus schrijf in voor de leg- wedstrijd" (te Beemster) Sch. BUITENLANDSCH NIEUWS. DE OESTERS BEDREIGD. De oester is een lekker hapje, beschikbaar voor smulpapen wanneer er een R in de bruiken, en die het bekende Fransche spreek woord, hetwelk zelfzuchtige menschen zoo gaarne plegen aan te halen, dat de goed ge regelde liefdadigheid bij zichzelf begint, voortdurend in practijk brengen, zonder evenwel die liefdadigheid ook tot anderen uit te strekken. De leden van zulk een gezin zijn in den omgang dikwijls zeer beminnelij ke en aangename menschen ze hebben soms tal van vrienden, die hen voor niet beter of slechter houden dan anderen, daar zij wel zoo voorzichtig zijn, om hun eigenaardige zwakheden zooveel doenlijk te bemantelen. Men laat van weerskanten elkaar in het rus tig bezit van hetgeen men heeft en zoodoen de wordt de vrede ook niet verstoord. Maar wanneer iemand, die buiten het gezin staat, een hunner lievelingsplannen in duigen dreigt te doen vallen, dan ontwaakt al hun boosheid en toonen zij grooter verbittering en vijandschap dan men ooit van hen zou heb ben verwacht. Zij verstaan de kunst om hun scherpe klauwen achter zacht fluweel verbor gen te houden, doch indien zij die eenmaal hebben uitgestrekt, is hun greep vaak doode- lijk. Zulk een gezin vormden de Delameres. In het oog der wereld waren het allerliefste men schende dochters hadden geen vlieg kwaad kunnen doen en mama was beschermvrouw van alle liefdadlgheidsvereenigingen in den omtrek. Zij weigerde nooit haar handteeke- ning bij de inzameling voor wees- of zieken huizen, en niettemin maakte zij het leven van het eenige wezen, dat aan haar liefda digheid was toevertrouwd, zoo bitter, en zoo pijnlijk, dat de arme kleine Nel herhaaldelijk wenschte, dat ze maar bij haar moeder mocht liggen en in vrede mocht rusten onder de groene zoden op het kleine kerkhof van haar geboorteplaats. Arme, kleine NelDe herinnering aan dat vriendelijke dorpje was het liefste, dat zij bezat. Ze was pas tien jaar oud, toen een boosaardige koorts den dorpsgeestelijke en zijn vrouw haar moeder, binnen een week ADVERTENTIëN: Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. maand is. In Engeland vreest men, dat dit hapje, R of geen R in de maand, over een jaar of twaalf niet meer beschikbaar zal zijn. De oester is te smakelijk. Haar smakelijk heid is haar ondergang. Er zijn niet alleen smulpapen onder de menschen. Er zijn er ook onder de schepselen, die de zeeën bewo nen. En daar geldt hoe kleiner beest hoe grooter smulpaap. De oesters verdwijnen snel uit de Engelsche wateren en zij, die van de oesterteelt moeten bestaan, hebben aan de regeering gevraagd met bekwamen spoed nieuwe oesterbedden aan te leggen in de mondingen van de Theems, de Severin, de Humber en andere rivieren. Het is gebleken, dat millioenenlegers van kleine alikruiken de bestaande oesterbedden zijn binnengeval len. Deze diertjes zijn verzot op oesters en zuigen de schelpen leeg na er eerst met een door de natuur verschaft scherp boortje een gaatje in te hebben gemaakt. Maar niet al leen aliekruiken vinden deze oesters lekker. Zee-anemonen, zeesterren, kwallen en ande re dril-achtige organismen van de zee maken de oesterschelpen open met chemische voch ten, die zij afscheiden en verorberen den in houd. Dit proces van uitroeiing van de fijn ste lekkernij van de zee is al lang aan den gang en de deskundigen van het departe ment voor visscherij in Engeland vreezen. dat er geen oestertje meer te pikken zal zijn in 1943, indien men geen maatregelen neemt de teelt gezond te maken en op andere plaat sen waar aliekruiken en andere bedreigers kunnen worden geweerd van den aanvang af te beginnen. De raad, welken de oesterte lers van officieele zijde hebben gekregen, is dat zij zoo gauw mogelijk oesters moeten, invoeren van de gezonde bedden in Neder land, Frankrijk en Spanje teneinde hun ge decimeerde bedden aan te vullen. Volgens de Britsche autoriteiten is het kwaad geens zins tot Engeland beperkt. DE „HONDENGRAVIN." f In haar villa bij Saarbrücken is de 51 ja rige weduwe Braun dood gevonden. Hierbij ontdekte men wonderlijke toestanden. De weduwe Braun was algemeen bekend onder den naam „Hondengravin." Sedert 6 jaar na den dood van haar man leefde zij als een kluizenares. Zij dulde geen dienstperso neel, doch had acht groote honden en een aarital andere dieren om zich heen. Hoewel zij schatrijk was, gaf zij nagenoeg niets voor zich zelf uit, doch bestelde de fijnste delica tessen voor haar dieren. Alleen een postbode en diens vrouw mochten haar huis betreden. Ook de loopjongen van een kruidenierswin kel was een van haar vertrouwden. Toen de vrouw Donderdagochtend dood werd gevonden, woog zij nauwelijks 60 pond. De kostbare meubels zaten dik onder het vuil en de muizen en ratten vluchtten bij troepen, toen de politie het huis betrad. De nalatenschap is zeer aanzienlijk. De erfgena men zijn de postbode, zijn vrouw, de loop jongen en de honden. Aan de laatsten is de villa vermaakt met een voldoende kapitaal, opdat de villa als hondenasyl verder kan blij ven bestaan. WINKELSLUITINGSWET (Staatsblad 1930, No. 460.) door J. L. Lutjeharms te Schageü. No. 11. De bepalingen omtrent de Zondags- de Sabbats- en de avondsluiting worden gecom- pliteerd door artikel zeven. Het is in de eer ste plaats, volgens dit artikel, verboden, ie mand in den winkel enz. te bedienen. Het lastige woordje „publiek" zijn we hier geluk kig kwijt. Niet alleen het verkoopen is ver boden, doch in het algemeen het bedienen, waaronder b.v. kan worden begrepen het ter had weggerukt en toch had zij niet de klein ste bijzonderheid uit haar kinderjaren verge ten en hing zij met heel haar hart aan het ouderlijk huis, welks gemis zij zoo innig be treuren moest. Arme, kleine NelZij voelde wat het zeg gen wil, een wees te zijn. Naar een gesticht was ze niet gezonden, dat had de trots van de Delameres niet toegelaten, want in spijt van alle zwakheden en tekortkomingen ha- rer moeder, was deze toch ontegenzeggelijk een dochter van het oude, edele huis ge weest, De geheele familie had Ellen, sedert het verre beneden haar stand gesloten huwelijk, eenparig aan haar lot overgelaten. De oude lord verging van woede en had iedereen ver boden, om in zijn bijzijn ook slechts haar naam te noemen. Toen hij evenwel het be richt van den plotselingen dood van man en vrouw in de courant gelezen en kort daar na ook vernomen had, dat er reeds stappen waren gedaan, om zijn kleinkind in een wees huis te plaatsen kwam al zijn familietrots daartegen in verzet. Hij gaf aan de weduwe van zijn zoon, mevrouw Delamere, te ken nen dat hij nooit zou toestaan, dat zijn klein dochter in een weeshuispakje gestoken werd en verzocht haar om de kleine Nel bij zich aan huis te nemen en met haar kinderen op te voeden. Wat de kosten betreft, die zouden door hem ruimschoots worden vergoed. Mevrouw Delamere was veel te bang voor haar schoonvader, om zich tegen diens uit drukkelijk verlangen te durven verzetten, maar van dat oogenblik haatte zij het kind, waarvoor de oude man zoo veel belangstel ling had getoond. Het kwam onder haar dak, maar werd door haar als een vreemde, zoo niet erger, behandeld. Zij liet Nel haar af hankelijkheid bitter gevoelen, het meisje werd nooit gekleed of gevoed als haar nich ten, hoewel de vergoeding, die lord Delame re haar voor het kind deed toekomen, daar toe meer dan voldoende mocht heeten. (Wordt vervolgd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1931 | | pagina 1