22E JAARGANG
DINSDAG 29 DECEMBER 1931
No. 101
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE WEES.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG EN VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER,
WIERINGEN.
BUREAU
Hlppolytushoef Wieringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van 1—5 regels
Iedere regel meer
f 0.5a
f 0.10.
GEMEENTE WIERINGEN.
JAARVERGADERING VISSCHERSVEREE-
NIGING D.E.T.V. Zondag 27 December hield
bovengenoemde vereeniging haar jaarverga
dering in de bovenzaal van café Veerdig.
Slechts 51 leden waren aanwezig.
Het was ruim half drie toen de heer J. Tij-
sen voorzitter van D.E.T.V. de vergadering
opende met een hartelijk woord van welkom.
Hoewel een jaar geleden donkere wolken
zich samenpakten boven het visschersbedrijf,
zijn deze toch gedeeltelijk afgedreven aldus
de Heer Tijsen. De inkomsten der visschers
zijn over het algemeen nog al meegevallen.
Die mindere inkomsten, zijn maar ten dee
le op de huidige crisis te schuiven voor het
grootste deel echter komt dit door een ver
mindering van vischterrein, (d.w.z. door de
afsluiting der Zuiderzee.)
De vangst der wulken b.v. is wel voor 80
procent teruggegaan. Indien nu de regeering
maar wat mede wil werken, en b.v. geen f 1.25
van 100 Ko. Zeegras heft, dan zou dit alweer
een stap in de goede richting wezen.
Het volgend jaar zal het echter heel slecht
worden. Spr. doet tenslotte een beroep op
de leden om zich saamhoorig te betoonen
dan zullen ook nu de besprekingen een vlot
verloop hebben.
De Secretaris de Heer Jb. Lont Dz. leest
hierop de notulen van de vorige vergadering,
welke onveranderd worden goedgekeurd.
Ingekomen stukkenIngekomen is een
schrijven van het Centraal comité, betref
fende de gewijzigde Zuiderzeesteunwet. In
dit schrijven wordt er o.a. op gewezen, dat er
een ééndrachtige samenwerking moet plaats
hebben in de verschillende visschersvereeni-
gingen.
Actie's voor het al- of niet openhouden van
„De Vlieter" zullen niet meer gesteund wor
den door de Centrale Commissie.
Een ieder is echter vrij om hier aan
deel te nemen.
Op de visschersvereenigingen wordt een
beroep gedaan, er allerwege op aan te drin
gen, dat de gewijzigde wet spoedig wordt uit
gevoerd en royaal wordt toegepast. Dit wordt
als het grootste belang gezien voor de vis
schers in de komende tijden.
Verder is ingekomen een schrijven behel
zende het verslag van een gecombineerde
vergadering, van het Centraal Comité en de-
Generale Commissie.
Hierin werd behandeld de mogelijkheid
van een wintersteun uitkeering voor de
zwaarst getroffenen, door het uitblijven van
haring- en garnalenvangst in de Zuiderzee.
Geconcludeerd werd in deze vergadering,
dat de haringvangst van geen beteekenis
hierop is, aangezien buiten de afsluitdijk ooi:
geen goede vangst is geweest volgens de Hel-
dersche visschers. Er was geen haring.
Garnalenvangst wordt echter overal nog
gemeld dus deze komt ook niet in aanmer
king.
Wel is er echter een voorloopige regeling
voor de z.g. wal visschers welke door de ver
zoeting van het water in hun bedrijf worden
gehandicapt, voor die menschen geldt art.
13 van de Z. Steunwet, en kunnen zij, die
hier voor in aanmerking komen, een formu
lier bij de Burgemeester van hunne gemeen
te bekomen, en zal een goed gemotiveerd
verzoek serieus behandeld worden.
Ingekomen is nog een verzoek van het
Centraal Comité, om een bijdrage voor een
grafmonument voor den overleden visscher
man Jb. de Veen uit Enkhuizen, welke zijn
geheele leven in dienst heeft gesteld voor
de belangen van de visschers.
Besloten wordt f 15.- hieraan bij te dragen.
Rekening en verantwoording Penningmees
ter. De heer Jn. Lont brengt hierop verslag
uit van zijn gehouden beheer. De ontvang
sten in 't loopende jaar waren f 315 de uit
gaven f 308.34. Alzoo een batig saldo van
f 6.66. Op de Boerenleenbank staat een be
drag van f 812.73. Het totale bezit van D.E.
T.V. is dus f 819.13.
Bij monde van den Heer K. de Haan, wordt
namens de Commissie tot het nazien der
rekening gezegd, dat boeken en bescheiden
in volkomen orde zijn bevonden.
De voorzitter dankt den Heer Jn. Lont
voor zijn gehouden beheer, alsmede de com
missie voor het nazien der bescheiden.
Bestuursverkiezing. Aan de beurt van peri
odiek aftreden zijn de Heeren G. Dirks, G.
Smit en L. Wigbout, welke worden herkozen
met resp. 48, 47, en 33 stemmen.
Allen nemen hun herbenoeming aan.
Vischaanplant Boezemmeer.
De voorzitter deelt mede, dat bestuur van
D.E.T.V. een bespreking heeft gehad met het
bestuur van de vereeniging te Van Ewijck-
sluis, inzake beplanting van het Boezem-
meer. In deze vergadering zijn een tweetal
afgevaardigden benoemd, om in Den Haag
hierover te gaan spreken.
De Heer K. Keuris werd aangewezen door
van Ewijcksluis en de Heer Jb. Wigbout voor
D.E.T.V.
De Heer Wigbout brengt hier verslag over
uit en zegt, dat de Chef van de afd. der Vis-
scherij -inspectie zijn volledige instemming
hiermede betoonde, de jonge visch mag ech
ter in geen geval uit de Zuiderzee opgevischt
worden. Zij zal dus benoorden den afsluit
dijk moeten worden opgehaald. Als gunstig
ste planttijd werd geacht de maand Mei.
In totaal zal 5000 pond ondermaatsche bot
overgebracht worden naar het Boezemmeer
Het grootste gedeelte van de kosten zal
worden gedragen door het Rijk de visschers
zullen een klein gedeelte moeten bijdragen.
Een en ander geldt natuurlijk alleen voor
houders van consenten voor het visschen
het Boezemmeer.
De voorzitter dankt den Heer Wigbout voor
zijn toelichting.
De invoer van Deensche paling.
Voor de geboorte van dit agendapunt is
de Heer S. ten Bokkel verantwoordelijk, zegt
de Voorzitter. Spr. verzoekt den heer ten
Bokkel de besprekingen hierover te willen
inleiden.
De heer S. ten Bokkel wil dit gaarne doen
en zegt, dat voorheen er wel Deensche paling
kwam, doch lang niet zooveel als nu wij
worden nu overstroomd met Deensche paling
en de binnenlandsche raakt in de verdruk
king. Op de Alkmaardermeer heeft men een
opslagplaats en het ligt er steeds vol met
kotters en aken. Wanneer dit zoo door blijft
gaan, raken wij er uit.
Spr. zou dan ook gaarne wenschen, dat er
van het bestuur maatregelen werden over
wogen tot beperking der invoer b.v. het tref
fen van invoerrechten.
De heer M. Kooij dat riekt naar protec
tie ik ben dan ook teggn invoerrechten, al
dus de Heer Kooij, maar men zou de inland-
sche paling kunnen beschermen. De eieren
b.v. worden gestempeld Men voorkomt hier
mede tenminste dan, dat er Deensche voor
Hollandsche paling wordt verkocht.
De Heer Tj. Wigbout zou het meer in een
toeslag willen zoeken.
De Heer Jn. Lont is voor een beperkte in
voer.
De voorzitter acht het beter om de inspec
teur der visscherij inlichtingen te vragen
over deze aangelegenheid. Indien maatrege
len gewenscht zijn, zal deze zeker zijn mede
werking ook verleenen.
Aldus besloten.
De voorzitter zegt nog een onderhoud ge
had te hebben met eenige ingenieurs inzake
het verleggen van den dam in de haven.
Van de zijde der vergadering blijkt echter,
dat men de bestaande toestand maar liever
houdt.
RONDVRAAG. De heer Tj. Wigbout bepleit
FEUILLETON.
de mogelijkheid van het maken van een
klein aanlegsteigertje aan de Noordkant van
den dijk bij het strand. Zal worden onder
zocht.
De Heer Br. Kat heeft uit de notulen ver
nomen, dat men éénparig heeft besloten om
niet meer met motorische kracht op krui
kels te visschen. Spr. was echter onlangs in
Den Helder en zag dat dit daar nog wel ge
beurde een dergelijke maatregel, heeft dan
alleen zin, als dit overal geschiedt.
Hierover zal met de Zustervereeniging wor
den gecorrespondeerd.
De Heer C. Bakker, vraagt of het bestuur
van het verbod tot kuilvisscherij in de Zuider
zee reeds af wist, voor dat het in de couran
ten heeft gestaan. Spr. hoorde er erg van op
dat men hem in Harlingen mededeelde, dat
Wieringen voor deze maatregel was. Hij had
er echter nimmer iets van gehoord in de ver
eeniging.
De voorzitter zegt, dat het bestuur het ver
bod slechts uit de couranten heeft vernomen.
De Heer M. Kooij, heeft hier als afgevaar
digde van den Visscherij raad bericht ontvan
gen, en heeft verzuimd dit mede te deelen.
In de Visscherij raad heeft spr. blanco ge
stemd voor deze maatregelde afgevaardig
den van de Zuidkant waren er allen voor
De Heer Jn. Lont legt zich er maar zoo niet
bij neer, en wil wel eenige inlichtingen heb
ben. Spr. heeft v. d. Heer Kat gehoord dat
het er erg geheim toegaat in dien Raad.
De Heer Br. Kat beaamt dit en zegt dat dc
leden van den Visscherij raad wel wat te zeg
gen hebben maar niets te commandeeren.
Het is alleen maar een kwestie van voorlich
ting voor de regeering, maar in den regel
komt het juist andersom uit, als men zich
gedacht heeft.
De Heer M. Kooij zegt, dat er veel van
aan is, wat de Heer Kat zegt, doch spr. heeft
een schrijven ontvangen, met de opdracht er
bij, om de maatregel ter kennis van de leden
te brengen. Dit is een ernstig verzuim, en spr.
vraagt excuus aan den heer Jn. Lont,
trekt hierbij het boetekleed aan, want dit
ontsiert den man geenzins.
De Heer Jn. Kok zou gaarne de visscherij
op het Boezemmeer gedurende 5 maanden
stop willen zetten.
De Heer Jb. Smit zegt, dat belanghebben
den dit zelf wel inzien, en hiertoe ook zeker
toe over zullen gaan.
De Heer S. de Haan kan zich er niet goed
mede vereenigen, dat de ondermaatsche
visch voor de beplanting in het Boezemmeer
benoorden den afsluitdijk gevangen moet
worden, terwijl niet iedereen in het Boezem
meer mag visschen. De zee moet vrij blijven.
De Heer S. Wagemaker is de zelfde mee
ning toegedaan als Kok en uit zijn veront
waardiging er over, dat men in het Boezem
meer niet vrij mag visschen.
De Heer Jn. Lont, zegt dat hij dit wel goed
vindt, maar dan moet alles vrij en spr. weet
een pracht van een plek voor het zetten van
een kamer op Lutjewaard wat denkt Wage
maker hiervan aldus de Heer Lont.
De vergadering begint- nu eenigszins ru
moerig te worden, doch de voorzitter doet
een ernstig beroep op de leden om de saam
hoorigheid niet te verbreken, wat tengevolge
heeft dat de gemoederen weer kalmeeren.
De Heer Wagemaker zal waarschijnlijk
voor een consent tot het bevisschen van het
Boezemmeer in aanmerking komen.
De Heer KI. de Haan heeft reeds veel hoo-
ren spreken op de haven over maatregelen,
welke het bestuur zou moeten nemen in het
belang van den afslag. Spr. zou gaarne hoo-
ren wat voor maatregelen dit waren.
De Heer G. Dirks zegt dat hij gaarne zou
wenschen dat alle visch, welke wordt aange
voerd te Den Oever, ook over de afslag ging.
De onderhandsche verkoop zou spr. gaarne
zien uitgeschakeld. Aangezien de haven van
het Rijk is, zal men een verzoek als zoodanig
moeten doen. Spr. meent dat dit een maat
regel in het belang van visschers en hande
laren is. Nu wordt er visch aangevoerd welke
zoo wordt opgeladen en weggaat. Men kan ze
aan den afslag echter ophouden en dan ver
voeren.
Er gaan stemmen op in de vergadering te
gen onderhandsche verkoop, doch wil men
visch per schip in Den Oever aanvoeren, en
daar opladen ter verder vervoer, hiertegen
mogen geen maatregelen genomen worden.
Besloten wordt in deze geest een verzoex
tot de regeering te richten.
Hierna sluiting.
EEN MERKWAARDIGE TOESTAND.
Men schrijft uit Melick-Herkenbosch aan
de „N. R. Crt.
De gemeenteraad heeft met algemeene
stemmen besloten, het salaris van den burge
meester met f 1051 te verlagen en hiervoor
geen bedrag ten laste der gemeente op de
begrooting te brengen. Hierbij werd overwo
gen, dat de handelingen van den bur
gemeester van dien aard zijn, dat hoege
naamd geen vertrouwen in hem wordt ge
steld en zijn gedragingen in strijd zijn met
het openbaar belang en de goede orde.
34.
De welkome klank der etensbel maakte
weldra aan mevrouw Drake's ontboezemiu-
gen een einde en Phylis wist nu, dat zij zich
niet meer moeite behoefde te getroosten om
Nel tegen een tête-a-tête met de oude vrouw
te vrijwaren. Sir Royal en zijn jonge gade
zouden nu reeds bij hun gasten zijn. In de
ontvangkamer gekomen, zag Phylis evenwel
tevergeefs naar hen om, Niemand anders
bevond zich daar dan mijnheer Drake.
Mijn hemel, waar blijft Nel zoolang
Kunt u 'niet haar tegenwoordigen naam
noemen, als u over lady Charteris spreekt
vroeg mevrouw Drake op haar eigenaardig
bitsen toon. Zij heeft zich waarlijk moeite
genoeg gegeven, om het zoover te brengen
Een antwoord op dien uitval was niet meer
mogelijk, want op den drempel vertoonden
zich sir Royal en dokter White.
De baron drukte erkentelijk Phylis de hand
en dankte haar voor al de bewezen diensten
aan lady Charteris, over dien naam zoo luch
tig heenglijdend, alsof hij reeds jarenlang
over zijn vrouw op een dusdanige wijze had
gesproken.
Phylis gevoelde zich zeer ongerust. Hoe nu?
Had hij Nel reeds gezien Zeker, anders had
hij toch bepaald op deze of gene wijze naar
haar gevraagd.
O, natuurlijk, die twee moesten elkander
gezien en gesproken hebben, maar hoe kwam
het dan, dat sir Royal zijn vrouw niet aan
tafel geleidde.
Reeds in het volgende oogenblik werd haar
nieuwsgierigheid bevredigd.
Ik betreur het zeer, sprak de baron op
ernstigen toon en meer in het bijzonder tot
mevrouw Drake, ik betreur het zeer, dat mijn
vrouw niet het genoegen kan hebben u te
begroeten, maar mevrouw Carter deelt mij
daar juist mede, dat zij zich door een hevige
hoofdpijn genoodzaakt zag, naar bed te gaan
Dokter, mag ik u verzoeken, juffrouw Ward
uw arm te presenteeren
Voor het eerst in haar leven was Phylis ern
stig boos op Nel. De eerste ontmoeting met
haar echtgenoot was met zooveel zorg voor
bereid, waarom had zij den moed dan niet
gehad dat oogenblik te doorstaan Zij moest
dan toch den man, met wien zij getrouwd
was, ééns zien, hetzij vroeger of later. Hem
voortdurend met allerlei verontschuldigingen
ontwijken, was immers volkomen onmogelijk.
Haar gedrag van heden getuigde van een
zwakheid, die Phylis onbegrijpelijk voorkwam
Zij zou, in Nels plaats, juist al haar best heb
ben gedaan, om die eerste, in elk geval min
of meer pijnlijke ontmoeting, maar zoo spoe
dig mogelijk achter den rug te hebben.
Zij zat tusschen sir Royal en den geeste
lijke, terwijl aan den overkant de dokter en
mevrouw Drake hun plaatsen hadden. Dat
de geheele maaltijd nogal goed afliep, was
voorzeker aan haar bemoeiingen toe te schrij
ven. Zij deed alles, wat zij kon, opdat sir
Royal van deze thuiskomst, na zoo veel ge
vaar, niet een al te pijnlijken indruk zou
bewaren. Zij lachte en schertste, hoeveel in
spanning dat haar ook kostte en wist zoo
doende een tamelijk vroolijke stemming te
weeg te brengen, wat mevrouw Drake volko
men bevestigde in haar meermalen geuite
meening, dat Phylis Ward een schande was
voor Hilda-huis,
Het is zeer vriendelijk van de directrice,
dat zij u verlof gaf, zeide sir Royal, toen het
gesprek op het Hilda-huis gekomen
Denkt u niet, als ik aan haar schrijf, dat zij
uw verlof nog eenigen tijd zal willen verlen
gen Ik ben zeker, dat mijn vrouw daar zee:
mee ingenomen zou zijn.
Gaarne wil ik hier nog een poos blijven,
antwoordde Phylis met een gezicht, stralend
BINNENLANDSCH NIEUWS.
EEN VROUW DOODGESTOKEN.
Di een café op den Schiedamschedijk.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
omstreeks kwart over twaalf, heeft een 26
jarige zeeman, een 31-jarige werkster in een
café op den Schiedamschendijk te Rotter
dam zoodanig met messteken verwond, dat
de vrouw, nadat zij naar het ziekenhuis aan
den Coolsingel was overgebracht, aan de be
komen verwondingen is overleden.
De vrouw is Donderdagavond vrij vroeg in
het café op den Schiedamschedijk gekomen
en later op den avond kwam de zeeman, met
wien zij wel uitging, binnen. Eerst hebben zij
beiden een praatje gemaakt en de zeeman
vroeg de vrouw met hem mee te gaan, het
geen zij weigerde.
Bij het binnenkomen stond de vrouw bij
de toonbank. De zeeman legde toen zoo
hebben getuigen verklaard zijn arm op de
vrouw en hij vroeg haar iets van hem te wil
len drinken. Toen de vrouw dit weigerde
mengde een andere man zich in het ge
sprek, en onmiddellijk daarop trok de zee
man een mes, waarmee hij de vrouw verschei
dene steken toebracht. De vrouw viel op den
grond en ook toen heeft de zeeman haar nog
eenige malen met zijn mes gesteken. De kas
telein die ijlings was toegeschoten, heeft den
zeeman het mes ontnomen en ook het pu
bliek, dat in het café was heeft geholpen den
man te overmeesteren. Onmiddellijk na hel
gebeurde nam de dader een onverschillige
houding aan.
De gewonde is naar het ziekenhuis aan
den Coolsingel gebracht, waar bleek, dat
haar steekwonden aan rug, borst en buik, in
totaal acht stuks, waren toegebracht. Kort
de beroepen met 3200 tot 9446.
Scheepvaart-buitenland telde 1694, -bin
nenvaart 956 werkloozen, handelskantoor en
winkelpersoneel 1158, houtbewerking en meu
belindustrie 1745 werkloozen.
ZESTIGDUIZEND GULDEN GESTOLEN.
De dader vermoedelijk bij Nijmegen
over de grens.
Een Landbouwbank te Amsterdam zou Don
derdagmiddag een bedrag van f 60.000 ver
zenden naar een kantoor te Eindhoven. Toen
de brief gereed gemaakt was, deelde een der
bedienden mede, dat de brief terug moest
naar den directeur. De brief werd aan den
bediende ter hand gesteld en hij vertrok,
doch naar later bleek, niet naar den direc
teur.
Want Vrijdagmiddag werd uit Eindhoven
bericht ontvangen, dat de brief met f 60.000
aldaar nog niet was aangekomen.
Uit een onmiddellijk ingesteld onderzoek
bleek, dat de directeur den brief niet had
teruggevraagd en niet beter wist, dan dat hij
verzonden was.
Verder bleek, dat de bewuste bankbedien
de, de 28-jarige Th. J. M. Kok, met de
D.000 bestaande uit 50 bankbiljetten van
f 1000 en honderd bankbiljetten van f 100
cp reis was gegaan.
Signalement.
Aangifte bij de politie volgde en deze ver
zoekt opsporing en aanhouding van Kok, die
vermoedelijk in gezelschap van een vriend,
een kelner, via Nijmegen over de grens zijn
gegaan.
Kok is 1.80 m. lang, als heer gekleed hij
heeft blond krullend haar, is glad geschoren
en heeft blauw-grijze oogen. Zijn gezond ui
terlijk geeft hem het type van een provinci
aal.
"W
AUTO VAN DEN DIJK GESLAGEN.
Twee gewonden.
Op den zeedijk is de vrachtauto van den
heer P. W. Noordhoek uit Haamstede geslipt,
waardoor het voertuig met groote vaart van
den hoogen dijk afgleed. De auto sloeg eeni
ge malen overzij, waarbij de bestuurder en
zijn knecht uit den wagen werden geslingerd.
De bestuurder P. W. Noordhoek kreeg vrij
ernstige verwondingen aan het hoofdzijn
knecht J. Evertse kreeg een diepe beenwond.
Beiden zijn naar het ziekenhuis te Noordgou-
we, vervoerd, vanwaar zij, na verbonden te
zijn, naar hu nwoningen konden worden o-
vergebracht. .r--
BUITENLANDSCH NIEUWS.
ENCYCLIEK VAN DEN PAUS.
Ter gelegenheid van het vijftiende
eeuwfeest van het Concilie van
Efeze. Een roep tot hereeniging
in r. k. geest.
Reuter seint uit Rome
In een Kerst-encycliek ter gelegenheid van
het vijftiende eeuwfeest van het Concilie van
Efeze richt de Paus zich in- de eerste plaats
na aankomst in het ziekenhuis is de vrouw tot de r.-katholieken, doch tevens tot de pro
testanten en de Oostersche christenheid. Hij
betoogt, dat de Roomsche kerk ten tijde van
het Concilie van Efeze en meer in het bijzon
zonder op het tijdstip van de ortdodoxe re
actie tegen de nestoriaansche ketterij, in het
volle bezit was van een onbetwist gezag te
genover alle andere kerken en religieuze ge
meenschap in het Oosten en Westen.
Pius XI omschrijft voorts de leerstelling,
waarvan in het Concilie van Efeze sprake
was, n.1. de plechtige bevestiging dat Jezus,
de eenige Verlosser, Mensch-God was, en dat
de goddelijke en menschelijke natuur in hem
vereenigd waren, in Gods woord.
De Paus gebruikt de gelegenheid om den
nadruk te leggen op de essentieele eenheid
van de ware Kerk van Christus, en om de
overleden.
De zeeman is overgebracht, naar het politie
bureau aan de Groote Paauwensteeg. Hij
heeft bekend de vrouw te hebben gestoken.
Een rede voor zijn daad wist hij niet op te
geven.
Het mes dat de kastelein den zeeman heeft
ontrukt is door de politie in beslag genomen.
DE WERKLOOSHEID TE ROTTERDAM.
Met 4300 tot 31.000 gestegen.
Aan de Arbeidsbeurs waren op 30 Novem
ber 31.746 werkloozen ingeschreven, of 4300
meer dan eind October.
In de bouwvaken is het aantal werkloozen
met 1056 vermeerderd tot 5127, in de .metaal
bedrijven met 647 tot 6000, in de ongeschool-
van blijdschap en in Hilda-huis kan ik best huwelijk te geven.
gemist worden.
Ik zal morgen zelf maar eens met zus
ter Ida gaan spreken, zei sir Royal vriende
lijk en haar vragen, of u lady Charteris ge
zelschap mag blijven houden tot wij op reis
gaan.
Op reis gaan herhaalde mijnheer Dra
ke. Maar mijn waarde sir Royal, u denkt er
toch niet aan om ons zoo spoedig weer te
verlaten
Ik was eerst van plan thuis te blijven,
antwoordde de baron, maar ik geloof nu, dat
het lady Charteris wellicht aangenaam zal
zijn, om eenigen tijd op reis te gaan.
O, stellig, verklaarde Phylis. Zij droomde
altijd van de wilde, wijde wereld.
Sir Royal zag de spreekster ernstig aan.
Kunt u mij misschien ook zeggen, u
weet, hoe plotseling onze verbintenis tot
stand kwam en u zult dus ook wel begrijpen,
dat ik nog zeer weinig van haar verleden
weet, kunt u mij ook zeggen, of lady Charte
ris hier of daar ook bloedverwanten bezit
Ik weet alleen, dat zij een wees is, maar zij
kan toch nog broeders en zusters hebben.
Neen, die heeft ze niet, antwoordde
Phylis, zij heeft alleen een tante, een neef
en drie of vier nichten, dat weet ik niet juist.
Haar neef schijnt tevens haar voogd te zijn,
hij kwam haar hier, kort na haar huwelijk,
bezoeken.
Ongetwijfeld zette hij er haast achter
om zijn bloedverwantschap met zulk een
hooggeplaatste persoon als lady Charteris te
laten gelden, merkte mevrouw Drake bits op.
Het was wel zoo fatsoenlijk geweest, als hij
daarmede nog eenigen aijd had gewacht.
Ik geloof niet, dat lord Delamere hier
kwam om zijn bloedverwantschap te laten
gelden, zeide Phylis, terwijl zij zich tot de
oude vrouw richtte en haar den deftigen ti
tel als een bom naar het hoofd wierp. Hij gaf
integendeel niet zonder eenigen wrevel te
kennen, dat zuster Ida al te zelfstandig had
gehandeld, door haar toestemming tot het
- Delamere vroeg sir Royal met verwon
dering. Zegt u, dat mijn vrouw zijn nicht is
Hij was gepasseerden Dinsdag bij mij, maar
sprak daar met geen enkel woord van.
- Hij had toen ook geen idee van uw hu
welijk. Eerst toen hij naar Hilda-huis was
gegaan, vernam hij daar het gebeurde. Ik heb
natuurlijk niet veel menschenkennis, maar
hij scheen mij toe een aardig man te zijn.
- Arm als de mieren riep mevrouw Dra
ke. De broer heeft alles opgemaakt.
We schatten onze vrienden niet naar
hun meerdere of mindere inkomsten, me
vrouw Drake, zei sir Royal met bedaarde te
rechtwijzing. Ik verzeker u, dat lord Dela
mere iemand is, voor wien ik de meeste ach
ting heb. Het is mij een groote verrassing te
vernemen, dat ik nu aan hem verwant ben.
De verrassing scheen evenwel niet van zeer
aangenamen aard te zijn, want sir Royal ver
viel weer in zijn vroeger stilzwijgen, terwijl
de arme Phylis daardoor geen kans zag om
den geheimzinnigen wenk, haar door me
vrouw Drake gegeven, zoogenaamd niet te
begrijpen, wel genoodzaakt was, de oude da
me te volgen naar de ontvangzaal, waar zij
wist, dat zij weer een nieuwe boetpredikatie
zou moeten aanhooren.
Het is toch al te verkeerd van Nel, dacht
Phylis geërgerd. Zij weet heel goed, dat die
oude moeder mij niet kan uitstaan. Zij had
mij wel te hulp kunnen komen in plaats van
naar bed te gaan en mij alleen de kastanjes
uit het vuur te laten halen.
Hoor eens, meisje, begon mevrouw Drake
toen zij met Phylis onder vier oogen was, ik
ga morgen naar Hilda-huis, om eens een
boekje over je open te doen. Het is onverant
woordelijk geweest van de directrice je hier
heen te laten gaan. Je gedrag aan tafel was
hemeltergend.
Hoe zoo Hadt u dan liever gewild, dat
ik aan tafel had zitten schreien, mevrouw
Ik meende dat hier gegronde redenen waren
tot opgewektheid.
Gedraagt ge u in Hilda-huis ook zoo
O neen, volstrekt niet, bekende Phylis.
In Hilda-huis hebben wij nooit heeren aan
tafel en kan ik mij dus ook niet met hen on
derhouden.
Dat zou u anders wel bevallen, niet waar?
Natuurlijk zou mij dat bevallen, maar
de heeren zeker minder, met het oog op het
menu van Hilda-huis.
Is het eten dan niet goed klaargemaakt?
Dat wel, maar te weinig, veel te weinig.
Bedoelt ge daarmee, dat ge niet genoeg
te eten krijgt
Genoeg hebben wij altijd, maar te wei
nig gerechten, begrijpt u Wij kunnen wel
met de gevangenen uit den Bijbel zeggen
„Ons maal is eenvoudig, zeer eenvoudig
Gekocht wordt er bij ons nooit iets, we leven
van hetgeen de grond opbrengt.
- En, juffrouw, Ward, kunt ge u in al de
regelen van Hilda-huis schikken
Phylis wist een oogenblik niet, wat zij
hierop moest antwoorden en de oude dame,
die onder het praten een weinig vriendelij
ker was geworden, vroeg haar, of zij niet
kon zorgen, dat zij spoedig een kop koffie
kreeg.
Het is maar, zei ze, omdat ik mijn zoon
heb moeten beloven, dat we precies om tien
uur zouden opstappen. Ik ga ook gaarne ook
op een behoorlijken tijd naar bed. In Hilda-
huis gaat zeker ook alles vroegtijdig ter rus
te
O ja, antwoordde Phylis, we gaan al
om negen uur naar bed.
Zoo Nu, voor jullie kinderen, is dat
heel gepast. Het schijnt dat lady Charteris
het maar niet over haar hart kan krijgen
om zich te vertoonen. Het kind zal zich ver
beeld hebben, dat ze nog in Hilda-huis was
en om negen uur naar bed zijn gegaan.
Phylis waagde een poging, om mevrouw
Drake, zoo mogelijk, eenigszins zachter voor
haar vriendin te stemmen.
Vond zij het dan niet heerlijk, om met
sir Royal Charteris te trouwen
Wordt vervolgd.