HEEREN-BAAI 15E JAARGANG DONDERDAG 31 DECEMBER 1931 No. los fe38jl NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN PIJP - TABAK „DE WAKENDE LEEUW" DE WEES ZONDER EENIGE I PRIJSVERHOOGING verschaft U woikm van genot. IgWIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG EN VRIJDAG. UITGEVER ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. per 3 maanden 1.—. BUREAU Hippolytushoef Wleringen. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIêN: Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. VOOR BETERE TABAKSFABRIEK Laat 125 Alkmaar. J. R. KEUSS. OUDEJAARSAVOND. fTPi Er is niemand, die op Oudejaarsavond aan den greep van den levensernst ontkomen kan. Ook zij, die niet gewoon zijn, hun inner lijk leven van tijd tot tijd te voeden en uit te spreken, kunnen geen weerstand bieden aan den drang om voor één oogenblik het te zijn in het licht van plicht en roeping. Immers ons geheele verleden dringt zich aan ons op, en nu luistert onze ziel stil, de inner lijke mensch leeft, en woorden zijn niet in staat onze gevoelens uit te drukken. Hoe zou den wij aan ontroering kunnen ontkomen Allen zijn wij kinderen van ons verleden, en dat verleden ziet ons aan. Wat wezen zal, we ten wij nietwat er van ons geworden is, gevoelen wij, omdat ons eenig aanwezig eigen dom is ons verleden. De levenservaring, 'als zij tegenwoordig is, kan ons zoo raadselachtig voorkomen, zoowel vreugde als in wee, en nu, nu ziet dat ver leden ons aan. Nu doorleven wij weder in gedachten die bonte mengeling van wel en wee, en bij dat doorleven is ons gemoed ont roerd. Want, door al die herinneringen heen ziet een ander on s aan. Nu éérst ontdekken wij, dat wij geleid zijn. Nu krijgen wij weet van een macht, die achter en in de dingen van de menschen, in en door de ontmoetin gen en ervaring tot ons komt. Laat het zijn, dat onze tijdrekening nog vrij willekeurig is met den tijd te rekenen is een levensbehoefte voor ons allen. Wij moeten rustpunten stel len in de zoo vermoeiende vaart van ons le ven, wij moeten even adem scheppen dat doen wij in de stilte der herinnering. Daar is aan velen onzer in het afgeloopen jaar heel wat dreigend leed bespaard. Er zijn kringen, waar allen nog bijeen zijn, waar met goed gevolg aan de zorgen het hoofd werd geboden, waar men door de schaduwen, die wel nooit ontbreken waar licht is, heen trad om te wandelen in den koesterenden zonneschijn. Maar voor velen ook is Oude jaarsavond een avond waarop de litteekenen van vroeger geslagen wonden scherper ge voeld worden. Treedt dan dezen avond zoo ons persoon lijk leven op den voorgrond, als wij diep ont roerd de aanraking gevoelen van ons verle den, daardoor zoeken wij ook elkander. Min FEUILLETON. No. 35. Nel trouwde alleen met sir Royal Charteris, om zijn leven te redden. En nu ziet zij, dat het offer geheel onnoodig werd gebracht zei de oude vrouw nadenkend. Arm kind. Ik mag haar niet hard beoordeelen; zij is met al haar geluk toch niet te benijden. Ze heeft tot heden toe bijna niets anders gedaan, dan schreien, mevrouw Drake. Nel is trotsch, zeer trotsch! Zij is Sir Royals vrouw en weet, dat hij haar niet bemind. Maar, dat wist zij van tevoren ook. -'- Ik denk van ja. Phylis sprak zeer langzaam. Zij is bang, dat hij zal den ken, dat zij haar toestemming gaf o|m zoodoende in de groote wereld te ko men. i En kwam er dat niet 'n weinig bij -- Volstrekt niet: Zij trouwde alleen, ojn geen getuigenis te moeten afleggen welke in zijn nadeel had verklaard kunnen worden, en ze zou ook zoo ge handeld hebben, als hij geen shilling had bezeten. Maar hij bezit in tegendeel zeer veel shillings en zij zal dat jmettertijd wei alleraardigst gaan vinden, al schijnt ze daar voor het oogenblik niets om te geven. Zij houdt zich schuil en dat is in één woord het verkeerdste, wat ze kon doen. Dat heb ik haar den geheelen a- vond al bij mijzelf verweten. Zij is nu eenmaal getrouwd en of meer is ons leven toch ook een leven voor anderen. Wij hebben in nauwen samenhang elkander noodig, en zoo er iemand is die in het afgeloopen jaar alleen geleefd heeft, ge werkt, gedacht, gestreefd, voor de bevredi ging van eigen lust en zin, die zal wel dezen a"vond de beklagenswaardige ontroering van een ledig leven gevoelen Veel moge er zijn, dat den eenen mensch van den anderen ver vreemdt, maar dat behoeft niet altoos in de zelfde mate te blijven bestaan, indien wij ons oefenen in die liefderijke belangstelling, die in alles komen kan. Laat het dan wezen, alsof wij morgen een verjaardag vieren, een verjaardag zonder kostbare geschenken en luidruchtigheden, maar vol ontroering, zoodat wij het kwade, dat wij tegenover elkander bedreven, willen goed maken door daden. Zoo worde het „veel heil en zegen" dat ons als vanzelf over de lippen komt, iets anders dan een vorm, of klank of beleefdheidsbewijs. Deze wensch is dan een waarborg, want waar de wil der die nende liefde is, daar is ook een weg, langs welken zij zegen strooit. Laat ons niet in de eerste plaats vragen Wat heb ik al in het afgeloopen jaar gezien, gehoord, gedaan Maar laat er in onze ziel zijn de stille ontroerende vraag „Wat ben ik geworden en geweest in de gemeenschap, in welke ik geroepen ben te leven Laat ons wat minder gaan jagen naar zin genot alleen, wat minder toegeven aan onze zinnelijke nei gingen, wat minder ons laten medenemen door de onverschillige oppervlakkigheid ee- ner levensmoede wereld. Laat ons wat nauw gezetter werken den arbeid van plicht en roeping. De nieuwe levensdag komt, met zijn werk en plicht en zorg en strijd. Wat de toekomst ons zal brengen, niemand kan het zeggen zij blijft ons aanzien met strakken blik, zon der het minste van haar geheimen te verra den. Maar, als er iets in ons is van de ontroering der dankbaarheid, dat wij iets voor elkaar hebben mogen zijn, dan gaan wij ook die toekomst tegen met frisschen moed. ,,'t Goed te hebben is een zegen, Grooter zegen goed te zijn." Met dat voornemen dan 1932 tegemoet! OUDEJAARSNACHT. Den laatsten avond van het jaar zul len de meeste menschen, zoo eenigs- zins mogelijk,wel in den huiselijken kring doorbrengen. Het is een goede ge woonte, dan terug te zien op het alge loopen jaar en den avond te besluiten met een huiselijk feest. In vele deelen van ons land hoort men op het middernachtelijk uur plot seling schoten knallen. De jongelui in menig dorp wachten, met revolvers of pistolen gewapend, den eersten klok- g af en branden er'dan naar harte lust op los. Dat wegschieten van het oude jaar doet nog denken aan het la waai maken bij de oude volken, ten einde de booze geesten te verjagen. De Gerjnanen gingen in den Oude jaarsnacht met een zwaard in de hand op het dak zitten, om met behulp vaa tooverrunen in de toekomst te kunnen ien. De windrichting speelde daarbij een belangrijke rol. Kwam de wind uit het Westen, dan zouden er in het komende jaar vele vorsten en helden sneuvelen, daar is niets meer aan te veranderen. Het kan zijn, dat ze verkeerd handelde, het kan ook zijn van niet, maar daar aan heeft zij op het oogenblik niet meer te denken. Het is nu alleen de vraag, om op de beste wijze van de nood een deugd te maken en zichzelf te troosten met het denkbeeld, dat zij den rijksten en besten man van het graafschap tot echtgenoot heeft verkre gen. Is zij nu te beklagen Sir Royal zag vluchtig in het rond. De heeren kwamen nu in den salon. Phylis voelde, dat hij nu verwacht had althans zijn vrouw hier te zullen vinden en zij vroeg hem, den ontvan gen indruk volgend Wil ik eens aan Nel gaan zeggen, dat de koffie is binnengebracht Ik ben zeker, dat het gebruik van een kop je haar geen kwaad zal doen. Misschien gevoelt ze zich goed genoeg1 om bene den te komen. Sir Royal glimlachte droevig. Doe, zooals u zegt, juffrouw Ward en tracht haar te overreden, om in ons gezelschap te komen, antwoordde hij. Toen, terwijl Phylis langs hem liep, om naar de deur te gaan, fluister de hij haar toe: Op mijn woord, juffrouw Ward, het is het allerbeste, dat zij beneden komt; ze maakt, door het oogenblik van ontmoeting te verschuiven, de zaak nog pijnlijker, dan zij reeds is. Phylis spoedde zich heen. Zij meende, dat zij haar nog wel op de sofa zou vinden, waar zij beiden, in afwachting van sir Royals komst, het laatst hadden zitten praten. Zij vond het vertrek in de diepste duisternis; hierdoor evenwel nog niet van Nels afwezigheid overtuigd, stak zij het licht aan. In de deur verscheen terwijl Zuidenwind groote sterfte on der het volk voorspelde. Oostenwind be teekende sterfte onder het vee. Noor denwind profeteerde veel goeds het komende jaar zou veel geluk en voor spoed brengen. Een andere pramer, om in de toe komst te kunnen zien, bestond hierin, dat men te middernacht nabij en kruis weg op een stierenhuid ging zitten, in de verwachting, dat de ronddolende goe de geesten veel geluk zouden voorspel len, maar de booze geesten, die op dat uur rondwaarden, en niet veel goeds in den zin hadden, moest men door ru moer verjagen. Dat deed men met vrien den en familie samen, door groote feest malen te houden, waarbij druk gezon gen en gedanst werd. Er kwam geen einde aan de luidruch tigheid en de herrie, opdat de booze geesten het nieuwe jaar niet zouden be derven. Ook in de Middeleeuwen deed men nog aan dat herrie maken. De gildebroe ders hielden hun feesten in het gilde- huis, het gemeene volk vulde de herber gen. Men liep vermomd langs de straat te tieren en in de kazernes werden de trompetten geblazen en de trommen geroerd. Den volgenden dag werd het lawaai- feest voortgezet. Groote groepen trok ken zingend en schreeuwend door de stad en daar de meesten allesbehalve nuchter waren, ontaardde het dolle feest vaak in vechtpartijen. De auto riteiten probeerden wel paal en perk te stellen aan die losbandigheden, maar dat gelukte doorgaans niet. Vooral na de hervorming werkte men druk met verbodsbepalingen. Zoo wer den op 31 December 1578 de burgers van Amsterdam uitgenoodigd, voor het stadhuis te komen, waar zij van de stoep het volgende bekend hoorden maken „Alsoo mijne heeren van den gerechte verstaen, dat in voortijden vele onge regeldheden gebeurt zijn met zingen ende spelen van 't nieuwe jaar bij de traeten, ende voor der goede luyden deuren, der door groote vergaderinge van volck kwam te vallen op de strae- ten, 't welck mijne heeren, niet willen de lijden, interdiceren ende verbieden daaromme eenen igelicken, jonck ende oud, 't nieuwejaar te singen of te spe len bij de straeten, noch voor de goede luyden deuren, op poene van 't overste kleed te verbeuren, 't welck des hee ren dienaars ende de wacht deser ste de geaut'oriseert word eenen igelicken van degenen, die bevonden zullen wor den te singen ende spelen, af te mogen nemen. Ons Lichaam en onze Gezondheid? Griep en aanverwante ziekten. Zooals bekend, kan men ook bij zacht weer kouvatten, 't Gevaarlijkste is ech ter in dit opzicht de overgangstijd met zijn wisselende weersgesteldheden. Kouvatten is in vele gevallen de aan- levert Douwe Egberts U tijdelijk zijn alom bekende en gewilde Echte Friesche Heeren-Baai in deze fraaie Imit. Oud-Zilveren Trommel. Het deksel is veel verfraaid met een afbeelding van het oude Friesche stedeke Sloten; verder zijn alle trommels thans voorzien van een omgebogen 'and om t deksel. Uw Winkelier heeft ze in voorraad vanaf 65 cent per half pond. ECHTE FRIESCHE 20-50 CT. PER ONS de oude huishoudster, i Mylady is naar haar slaapkamer gegaan, juffrouw Ward, verzekerde ze. U schijnt me daareven niet goed begre pen te hebben. Haar boodschap aan sir Royal heeft zij mij hier gegeven, maar daarop is zij onmiddellijk naar haar eigen kamer gegaan. Ligt zij daar te bed i Ja, dat weet ik niet. Denkelijk wel, want het is nu bijna tien uur en zij zag er erg vermoeid en afgemat uit. Ik moet haar zien, hield Phylis vol. Wilt u zoo goed zijn, om met mij mee tot aan haar deur te gaan, me vrouw Carter i Aan het vertrek gekomen, klopte zij tot tweemaal toe aan de deur, zonder eenig antwoord te krijgen. Een onbe schrijfelijk gevoel van onrust maakte zich van Phylis meester. Ik maak mij ongerust, mevrouw Carter Wat moeten we beginnen - Ga naar binnen, juffrouw en over tuig u. De deur is immers niet op slot. Maar Phylis durfde niet. Toe, ga mee naar binnen, mevrouw Carter, smeekte zij. Ik weet niet, hoe het komt, maar ik ben zoo bang, dat wij iets verschrikkelijks daarbinnen zullen vinden. Ik kan niet alleen. Zoo deden zij 't dan gezamenlijk. Geen verschrikkelijk schouwspel le verde het slaapvertrek op en toch hield Phylis' hart nagenoeg op te kloppen en ze wist, dat haar voorgevoel haar niet had misleid, want het bed stond on aangeroerd. Maar op de toilettafel lag een brief geadresseerd aan sir Royal en geschreven door de aan Phylis zoo welbekende hand. Eensklaps besefte Phylis de volle waarheid. De vriendin, die haar boven alleS dierbaar was, het eenvoudige ge voelvolle meisje was weg, uit het kas- leiding tot het uitbreken van griepach tige ziekten, welke dan voornamelijk gekenmerkt worden door koorts, ca- tarrh der bovenste luchtwegen en pijn in de ledematen. Al heeft men niet de „echte" griep, dan zijn de verschijnse len en de gevolgen van deze ziekte nog zeer onaangenaam. Gewoonlijk treedt eerst bij den herstellenden patiënt het juist voor deze ziekten zoo typische ge voel op, dat hij toch werkelijk ernstig ziek is geweest. Ook de zoogenaamde minder gevaarlijke griep is alles-behal ve ongevaarlijk. Bij verwaarloozing kunnen zich de ernstigste complica ties voordoen zooals catarrh van de voorhoofdsholte, longontsteking, hart ziekten, middenoorontsteking, enz. Ook dat „beetje influenza" en die „lichte verkoudheid" moeten goed in het oog gehouden worden, wat wel be wezen is door de griep-epidemieën van 1918, 1923, en 1929. Wanneer de zieke of de herstellende zieke zich niet trouw houdt aan de voorschriften, dan kan de bijna geheel overwonnen ziekte zeer plotseling weer opkomen en dergelijke instortin gen zijn bijna altijd veel kwaadaardi ger dan de oorspronkelijke ziekte. De verwekkers van de griep en de ge vaarlijke stofwisselingsproducten daar van grijpen vooral het hart en de bloed- vaten aan. Ook de hartspier en dë hartkleppen kunnen worden aange daan. De gevolgen voor het zenuwstel sel zijn over het algemeen niet veront rustend, doch kunnen den patiënt soms maandenlang kwellen. De pijnen, die een gevolg zijn van een ontsteking der zenuwen, treden niet zelden in de vorm van aanvallen op. Het meest worden de zenuwen van het gezicht en de i- schiaszenuw aangedaan. In de laatste vijftig jaar is de mensch langzamerhand beter bestand tegen de griep, doch daarmede willen wij niet zeggen, dat griepachtige ziekten en de gevolgen daarvan minder gevaar lijk zijn geworden. Wel kunnen de menschen tegenwoordig ook de ernsti ger vormen gemakkelijker doorstaan, dan voor den oorlog. teel verdwenen en op het oogenblik 'n zwervelinge op de wijde, wijde wereld, i IX Phylis W^ard had geenzins kunnen vermoeden, wat er met het meisje was gebeurd. Zij had Nel in de bibliotheek achtergelaten, opdat de ontmoeting van sir Royal bij zijn thuiskomst met zijn jonge vrouw zonder getuigen zou plaats vinden. Mevrouw Carter had toch gezegd, dat het altijd zijn gewoon te was daardoor binnen te treden. Phylis plan was echter door het nood lot geheel in duigen gevallen. Sir Roy al was niet door het groote park hek op zijn grondgebied teruggekèerd. Wel licht wilde hij niet, dat het in rijen op gestelde personeel hem in één adem met zijn huwelijk en met zijn vrij spraak zou gelukwenschen; door een zijpoortje in zijn park betrad hij aan den achterkant zijn huis. Het toeval wilde dat dokter Whitte hem uit een der zijlanen ontmoette en zij nu beiden de studeerkamer binnen gingen, die grensde aan de bibliotheek en van deze alleen door zware gordij nen was gescheiden. Aan de andere zijde had, gelijk wij weten, Philips Ward, Nel achtergelaten om sir Royal te ontmoeten, en het noodlot wilde, dat het meisje nu on gezien, het gesprek van de twee man nen moest aanhooren. i - Welkom in uw huis, sir Royal, hoorde zij de goede oude dokter zeggen. -- Welkom Het was allicht beter, dat ik hier nimmer was weergekeerd! Het grieft mij bitter u zoo te hoo- ren spreken! Ge moet u leeren ophef fen, mijn vriend. Een enkele week van verdriet, van onverdiende verdenking kan toch waarlijk uw geheele leven niet hebben verwoest. Ge moet die da gen vergeten en gelukkig zijn. Die dagen vergeten, zegt ge riep de baron op een toon vol bitterheid. Hoe is dat mogelijk Denkt ge dan niet meer aan dien Woensdag en aan de dwaasheid, waartoe ge mij hebt o- vergehaald Ik betwijfel het, sir Royal, of „dwaas heid" hier wel 't juiste woord is. Ik voelde toen reeds, hernam dt baron, zonder veel aandacht te schen ken aan de opmerking van den dokter, ik voelde toen reeds, dat het mogelijke voordeel het offer niet waard was, dat als mijn leven slechts aan mij alleen had behoord, ik tienmaal beter had gedaan, met alles maar te laten loo pen, zooals het moest, dan mijn lot te verbinden aan dat van een meisje, dat beneden mij stond en wel gaarne voor uit wilde komen in de wereld. Maar ik had plichten, die mij aan het leven bonden en daarom heb ik mij de voor geslagen vernedering getroost. Twee maal vierentwintig üur later bleek 't gebrachte offer geheel onnoodig te zijn geweest. En nu verlangt ge van mij, dokter, dat ik tevreden, neen, zelfs ge lukkig zal zijn Dokter White ontstelde. Op zulk 'n gemoedsstemming was hij niet voor bereid. Ik dacht goed te handelen, ant woordde hij treurig. Het scheen mij toe de ecnige weg te zijn om uw leven te redden. s Ik verwijt u niets. En ik ben overtuigd, dat zuster I- da hetzelfde gevoelen had als ik, toen zij haar toestemming tot de plotselin ge verbintenis gaf. Ook zij heeft volgens haar beste weten gehandeld. Neen, weet ge wie ik alleen van dat huwelijk een ernstig verwijt maak Juffrouw Fortescue. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1931 | | pagina 1