AL ONZE
KLANTEN EN
VRIENDEN
EEN
GELUKKIG
NIEUWJAAR
TOEGEWENSCHT
DOOR DE
voor Uw keel.
25, 45 en 65 ets.
OUDEJAARSAVOND.
Als liet jaar naar 't einde toegaat,
En het Kerstfeest is voorbij,
En de klok reeds elf uur slaat,
Dan zijn wij zoo moedig blij.
Vele zorgen zijn vergeten
Van het oud vervlogen jaar;
Vele kwellen afgesmeten
I-Iouden w'ons voor 't „nieuwe" klaar!
Deze leuke oudejaarsavond
lïoudt een traditie op:
Jaren oud en altijd nieuw weer
Wordt gekeken naar de klok
Vliegensvlug is 't jaar verdwenen;
'Dagen, weken, ze hadden haast;
Maar als altijd blijkt ook nu weer
't Laatste minuutje weegt 't Zwaars'.
En als dan de wijzers recht staan,
Onze klok slaat twaalf uur, i
Als we dan van tafel opstaan
In dit middernachtelijk uur
Elkaar heil en zegen wenschen
Voor het nieuw begonnen jaar,
Dan gaan wij weer frisch beginnen,
Voor ons zelve, voor elkaar.
Voor elkander moet het wezen;
Met elkander, dan zal 't gaan
Geen malaise is dan te vreezen,
Crisis is dan te verslaan
Een getronw lezer van uw blad.
OUDEJAARS - AVOND.
Het was oudejaarsavond in 1875;
sneeuwstorm en regen tegelijk joegen
over de velden. Ik was als piepjong
machinist aan het hoofdstation in de
residentie aangesteld en het vorige
jaar getrouwd.
Door een kleine viaduct loopen twee
lijnen naar de stad. Aan den anderen
kant van de viaduct, in het derde huis
achter den oliemolen, woonde ik met
Louise en den kleinen Frans, die nu
al meesterknecht is. i
Op Oudejaarsavond kwam ik met 'n
zwaargeladen goederentrein uit Gries-
daal en had 12 uur op de machine ge
staan, terwijl het hevig stormde en zes
graden vroor. Ik was door en door be
vroren en verheugde mij op de Oude-
jaarsavondpuncli, die mijn vrouw mij
beloofd had.
Het werd al donker toen ik aetn-
kwam en door de sneeuwjacht leek het
station met zijn honderden lichten 'n
groote Kerstboom. Een siecht Kerstge
schenk wachtte mij. Er waren wegens
de feestdagen circa 500 wagens aan 't
station, o,m gerangeerd te worden, op
dat ze na Nieuwjaar weer dadelijk zou
den kunnen vertrekken, j Nauwelijks
klim ik van de machine in de stokers
kamer, of daar komt de wagenmees-
ter naar me toe en zegt: Timmermans,
Hauser is ziek geworden; je moet de
derde machine voor hem waarnemen.
Ik moest gehoorzamen. Door de zwa
re voortjagende sneeuwvlokken kon ik
van de lichtsignalen bijna niets zien;
van de horen- en fluitsignalen was
door het huilen van den wind niets te
hooren. Daarenboven werden een paar
honderd wagens tegelijk door drie ma
chines in verschillende richtingen ge
schoven; overal kwamen ze als scha
duwen uit sneeuw en nevel te voor
schijn. De rangeerders sprongen tot op
de huid toe nat, in de sneeuw tus-
schen de rollende wagens heen en
weer. Een rangeerstation ziet er in
zulk een winternacht vreeselijk uit.
De goede God draagt zorg, dat de lui
niet allemaal tot brij gereden worden
en ik heb er mij telkens over verwon
derd, wanneer ik den anderen morgen
niet hoorde, dat deze of gene verplet
terd was.
In dien nacht was het angstig. Over
al het kreunen en knarsen van de te
gen elkaar drukkende buffers en de
mannen kropen op en tusschen de wa
gens door, zonder dat wij iets van hen
konden zien als 't zwakke schijnsel
van een signaallantaarn
Hozal was een kleine wilde onder-
wagenmeester. Ik mocht de kerel niet
graag, daar hij mij erg dwars gezeten
had. Ik stond verbaasd, zooals ik over
al zijn signaallantaarn zag rondzweven
voor, achter en op zijde en hoe zijn
schelle stem boven het gehuil van den
storm uitklonk.
Toen ik hem weer tusschen de buf
fers door zag sluipen riep ik hem toe,
dat hij bij dit weer niet zoo roekeloos
moest zijn. Hij lachtte mij echter uit
en schreeuwde: i
Bemoei je met je eigen werk, Tim
mermans, en niet met mij. W'jij moe
ten vóór middernacht klaar zijn.
En weg was hij
Dat zal ik mijn leven lang niet ver
geten en het zal mij tot op mijn sterf
bed berouwen.
Ik hoorde hem nog mijn collega's
.vooruit" commandeeren, de wagenket
tingen rammelden, daarop een geluid,
of de slager met een bijl een dik been
doorhakte; een doffen schreeuw en
daarop weer het kling-klang' der buf
fers. Een huivring doorvoer onze leden
en wij stopten, sprongen van de machi
nes en vonden Hauser doodgedrukt tus
schen de buffers. Het leven wras reeds
geweken. Ik weet nog niet hoe ik m'n
machine bezorgd heb en naar huis ge
komen ben.
Ik liep als in een droom in de sneeuw
jacht en nam de spoorbaan, omdat ik
vandaar mijn huis het eerst kon zien.
Ik kon gerust voortgaan, daar er maar
één paar rails was, dus kon mij geen
trein achterop komen en van de ande
re zijde was er geen gevaar meer te
duchten.
Toen ik midden onder de viaduct
was, waar men 'savonds geen hand
voor de oogen zien kon, hoorde ik ach
ter mij fluiten en tegelijker tijd het
klipklappen der wielen van een nade
renden trein. Ik hoorde, dat de machi
ne de wagens duwde, want het slaan
der machine klonk veel verder dan
liet rollen der wielen.
Ik liep rustig door en dacht:
O, dat is de hulptrein, die zooeven
op de rails stond en nu naar het goede
renstation gebracht wordt. Dat alles
ging mij vaag door het hoofd, zoo als
men altijd machinaal aan den dienst
denkt, ook wanneer men hoofd en hart
vol heeft met andere dingen.
Toen het geluid nader en nader kwam
en ik den ketting van de voorste wa
gen hoorde rammelen en het licht der
signaallantaarns haar schijnsel naast
mij op de sneeuw wierp, draaide i ik
mijn hoofd om, ten einde den mannen
daar boven op den trein een „Gelukkig
Nieuwjaar" toe te roepen.
Het duizelde mij van ontzetting
Het was er geen op de andere rails
en op het zelfde oogenblik kreeg ik 'n
geweldigen stoot in de rug; alles dui
zelde om mij heen; languit lag ik
plat op den grond tusschen de rails en
begonnen de wagens over mij heen te
gaan. Merkwaardig, dat ik aan alles
in dit oogenblik begon te denken. Eerst
aan vrouw en kind, zou ik ze ooit
weerzien .Daarna bezon ik mij
waarom reed de trein op de verkeerde
rails Eindelijk had ik het, wat ik
eerst door mijn muizenissen had verge
ten.
De rails op de viaduct lagen diep on
der dé sneeuw; daarom hadden ze de
ze genomen. Ik zag den trein duidelijk
in mijn gedachte; het konden niet
meer dan. twintig goederenwagens zijn
onze eigen wagens, die konden mÜ
niets doen, die gingen alle hoog over
de rails; ik lag plat genoeg.
Maar de machine, de aschkist der ma
chine. Ik kende de drie machines, die
jriog klaar stonden aan het station, als
mijn tabaksdoos. De „YVittekind" ging
gemakkelijk over mij heen. De „Her
man" zou misschien ook nog gaan, wan
neej- de zandvulling, waarop ik lag
niet te dik was, doch onder „Sirius
een van die nieuwe olifajiten, zou ik
stellig gedood worden.
Ja, ineens dood, zou nog het ergste
niet zijn; mq.ar ik zou langzamerhand
aaneen gereten en in stukken getrok
ken worden. Welke machine was het,
die komen zou
Toen stonden opeens m'n gedachten
stil; ik strekte mij onwillekeurig uit,
zoolang als ik was, hield den adem in
en hoorde als het ware den dooden-
zang van de wagens boven m'n hoofd.
Nu word ik door iets zwaars aangegre
pen, neen, het is nog niets, Ijiet glijdt
rinkelend over pnj heen, iets kouds
slaat mij in den hals; het is een afhan
gende ketting.
Doch nu komt het; de bodem onder
mij begint eerst zacht, daarna sterker
en sterker en sterker te dreunen; ter
wijl ik mijn hoofd al dieper en dieper
in het zand drukte, zag ik van terzijde,
dat de sneeuw en de rails helderder en
helderder door een rood licht besche
nen werden; het was het machinevuur
dat uit de aschkist scheen.
Nu voelde ik mijn hoofd en mijn hals
(warm worden. De dwarsbalken bogen,
de bodem beefde geweldig onder mij;
daar was zij. En tegelijk pakte het mij
krachtig in den rug beet, duwde mij
voort, daarop rits rats, scheurde éb iets
bij me en pang pang, donderend en
stampend was de machine over mij
heengegaan. Nog dreunde de grond
De vrije he,mel zag ik weer boven me
en sneeuwstormen omgaven mij weer.
God zij lof en dank.
Daarop voelde ik wat de machine
mij van het lijf gescheurd had en ziet
twee knoopen van jmijn dienstjas ont
braken. Ik zocht zoolang in de sneeuw
lot ik de knoopen had.
En toen ik thuis kwam en in het lamp
licht kwam, keek Louise mij verwon
derd en verschrikt aan. Mijn haar was
in het verschrikkelijke oogenblik grijs
geworden. Ik liet haar de knoopen zien
en vertelde het drama.
Die oudejaarsavond zgl ik nooit ver
geten. i
De oude machinist-nïaakie zijn jas
los en toonde ons twee knoopen, die
hij aan een koordje om zijn hals droeg.
EEN TRIEST BEELD
NA DE BRAND TE BREEZAND
OUDEJAARSAVOND.
Emil en Lodewijk Bilderdek woonden
samen op een zolderkamertje van een
hoog, heerenhuis in- de oude binnenstad
Zij waren van zeer verschillend karak
ter. Lodewijk een voorbeeldige jonge
man Emil een scharrelaar. Ze had
den letterlijk niets ge,meen dan hun
zolderkamertje, hun ouders en een
lang en stevig touw, dat ze hadden ge
kocht, om zich in geval van brand te
kunnen redden.
Als Lodewijk van kantoor thuis
komt gaat hij onmiddellijk zitten lezen.
Emil gaat steeds eerst met vrienden 'n
glaasje drinken en altijd komt hij, tot
ergernis van Lodewijk, vroolijker thuis
dan gewenscht is.
Den Oudejaarsavond had Emil weer
doorgebracht met zijn vrienden en toen
hij naar huis terugkeerde -- het was
reeds vroeg in den morgen -- bemerkte
hij, dat hij zijn huissleutel had vergeten
Hij rammelde wat aan de huisdeur en
vloekte in stilte. Toen ging hij naar
den overkant van de straat en keek
naar boven. In 't zolderkamertje brand
de licht..
Lodewijk lag wel in bed, maar hij was
nog wakker en met behulp van een
woordenboek las hij in den laatsten
nacht van het jaar een blijspel van Mo
lière, terwijl hij een glas limonade
dronk.
Emil probeerde steentjes tegen het
dakvenster te gooien, doch nadat hij
op de tweede verdieping een ruit had
ingegooid, vond hij het beter, er rïiet
mee door te gaan. Toen droop Emil af
en op een hoek van de straat bleef hij
staan, daar hij niet wist wat te doen.
Eenigen tijd later keerde hij terug en
begon de voordeur met handen en voe
ten te bewerken, maar de deur bleef ge
sloten.
Weer ging Emil naar de overzijde
van de straat-en begon te miauwen als
een kat. Hij had rrtinstens een half uur
gemiauwd toen Lodewijk hem eindelijk
hoorde. Het gemiauw hinderde Lode
wijk. Hij sprong nijdig uit zijn bed,
maakte het venster open en riep
-- Ssstt
Toen herkende hij zijn fuivenden
broer. Lodewijk; riep Emil, ik ik
hheup den hhuisssslleutelll ver-verge
ten, ggooi hhet ttouw eens naar
beneden Je hhoeft ddann niet nnaar
bebeneden tete kokomen.
Merkwaardigerwijs dacht geen van
de beide broers eraan, dat het veel een
voudiger was, den sleutel naar beneden
te gooien.
Lodewijk liet het touw naar beneden
en Emil riep
Klklaaarrr
Lodewijk trok daarop het touw naar
boven en hij stond er paf van, dat Emil
zoo licht was. Toen het touw was inge
haald ging hem een licht op hij had
twee flesschen punch en vier oliebol
len omhooggehaald, die zijn broer voor
de Oudejaarsavondviering had meege
bracht.
- Zie zzoo, nuu het tto-uw weer llala-
ten zakken, ddan kkom ikik.
De goedige Lodewijk deed, wat Emil
zeide. Emil bond het touw om zijn lijf
en toen trok Lodewijk weer. Maar Emil
was zeer zwaar.
Lodewijk kreeg het warm en hij kon
haast niet meer, maar hij had succes.
Het gelukte hem, Emil zoowat een me
ter van den grond te krijgen. Toen kon
hij het touw niet meer houden. Het
gleed hem tusschen de vingers uit en
drie dagen lang kon hij zijn geheel ont
velde handen niet meer gebruiken.
Toen bond Lodewijk het eind van het
touw om zijn middel en liep het kamer
tje in. Emil steeg tot drie meer hoogte.
Lodewijk werd echter door het tegenge
wicht omgetrokken en rolde door de
kamer, terwijl Emil met een bons weer
op den grond viel.
Lodewijk hoorde zijn broer beneden
om hulp roepen. Hij sprong overeind en
keek uit het venster naar omlaag. Hij
verloor het evenwichten tuimelde
gelukkig aan de andere zijde van de
Het combinatiegebouw, (voorheen zuivelfabriek was thans ingericht
vier winkelzaken en is de vorige week lot den grond toe afgebrand.
tralie, die het dakraam halveerde -- in
den afgrond.,
Het gevolg was, dat Emil omhoog
werd geheschen; halverwege de hoogte
van het huis ontmoetten beide broers
elkander. Ze bleven daar hangen en,
keken elkaar aan.
Toen de stralende Nieuwjaarszon
haar licht over de daken liet schomme
len en terwijl ze elkander herinnerin
gen uit hun jeugd vertelden, glimlach
ten zij.
C. HOOGVORST,
Tuinier.
LEVERT ALLE PLANTSOEN TEGEN
VERMINDERDE PRIJZEN.
FRANCO THUIS.
BINNENL NIEUWS.
VERDEDIGINGSWERKEN
voor de afgesloten Zuiderzee.
Vanwege de genie is aanbesteed het
bouwen van verdedigingswerken als ge
volg van de afsluiting van de Zuider
zee; vijfde gedeelte: het maken van
vier granaatvrije werken van gewa
pend beton bij Den Oever.)
Laagste inschrijf ster was de N.V.
Maatpij tot Uitvoering van Zuiderzee
werken te Wieri.ngen voor f f 444.000.
CRISISMOEILIJKHEDEN.
Boeren, die rente en aflossing niet
kunnen betalen. Vrijstelling gevraagd
Het Tweede-Kamerlid de heer Braat
heeft zich met de volgende vragen tot
den minister van Binncnlandsche Za
ken en Landbouw gewend
Is het den minister bekend, dat
landbouwers te Eibergen en Winters
wijk, die op ontginningsboerderijen wo
nen, welke gesticht zijn met z.g. rente
loos voorschot, in dezen crisistijd hun
rente en aflossing niet kunnen betalen
Is de minister bereid deze arme boe
ren van die betalingen vrij te stellen
voor den tijd zoolang de crisis duurt?
BUITENLANDSCH NIEUWS.
MEN ZIJ GEWAARSCHUWD
Een dienstmeisje te Neurenberg wil
de voor de Kerstdagen toilet maken
en waschte daarom de haren. Daarna
wilde zij zich drogen met een warme
„lucht-machine". Zij sloot het toestel
aan en vatte dit toen met haar nat
te handen aan. Plotseling werd zij
door den stroom getroffen en gedood.
LAUW WEDER MET KERSTMIS
Uit Engeland wordt gemeld, dat de
Kerstdagen sinds tientallen jaren niet
zoo'n warm weer hebben gebracht als
dit jaar. In de kustplaatsen was het
zoo warm, dat sommige gezinnen hun
Kerstmaal in den tuin hebben genut
tigd. i
ESTELLE TAYLOR VERONGELUKT
De filmstad Hollywood is Zaterdag
opgeschrikt door een auto-ongeluk, dat
één van haar bekende bewoonsters is
overkomeni. De filmactrice Eistelle
Taylor, die niet zoo heel lang geleden
van haar echtgenoot Jack De,mpsey,
den voormaligen wereldkampioen
zwaar gewicht bokser, is gescheiden,
was met eenige kennissen een auto
rit gaan maken. Door tot nu toe onbe
kende oorzaak is haar wagen veronge
lukt. De filmster werd in zeer ernsti-
gen toestand opgenomen. Aan den sche
del had zij diepe snijwonden opgeloo-
pen, terwijl bovendien bleek, dat zij
een stuk van haar tong miste. Hoe dit
'gebeurd is, kon nog niet worden vast
gesteld, maar de mogelijkheid is niet
uitgesloten, dat zij door den schrik een
stuk van haar tong heeft afgebeten.
De vrees bestaat, dat hierdoor aan
haar carrière als actrice voor de spre
kende film een einde is gemjaakt.
SNEEUWSTORMEN.
Een buitengewoon hevige sneeuw
storm heeft in den nacht van Zondag
op Maandag boven Zweden gewoed en
in het bijzonder aan de kusten groote
schade aangericht. De storm bereikte
op eenige plaatsen wel een snelheid
van 25 meter per seconde. De uit
Duitschland komende trein had eeni
ge uren vertraging.
HET CIRCUS SARRASANI TE KOOP.
De eigenaar van het circus Sarrasani
dat onlangs in Nederland is geweest,
onderhandelt met een Amerikaansch
consortium over den verkoop van zijn
onderneming. Gedurende het gastspel
te Antwerpen van 1 - 20 Januari is het
circus ook voor andere reflectanten ter
bezichtiging opengesteld. De waarde de
zer reuzenonderneming loopt natuur
lijk in de millioencn.
PREDIKBEURTEN ZIJPE.
Donderdag 31 Dec.
NED. HERV. GKM.
Schagerbrug 'savonds 7 uur Ds. Witkop.
Oude j aarsavondcollecte.
St. Maartensbrug, Burgerbrug en Oudesluis
GEEN DIENST.
Heden overleed na een
kortstondige ziekte onze geliefde
Broeder en Oom
SIMON KINNE,
in den ouderdom van 67 jaren.
C. KINNE.
WED. P. EVERTS-Kinne
en Kinderen.
Wieringen, 30 Dec. 1931.
De teraardebestelling zal plaats
hebben Zaterdag a.s. nam. 2 uur
te Stroe.
ONDERTROUWD
GER SMIT
en
REIN BLAAUBOER.
Breezand Molenvaart,)
Julianadorp Schoolv.1 Jan.-193-2.'-
Huwelijksvoltr. 15 Jan. d.a.v.
UIT DE WIERINGERMEER.
Overgenomen uit Land in Zicht. t
Weer een stap verder.
Tegelijk met de landbouwschuren, zijn mid
den in den W'ieringermeerpolder, te Sluis I,
een aantal huizen verrezen, terwijl een vijftig
tal nog in aanbouw zijn.
Wanneer men in den polder, op de „Terp"
staat, dan steken ze vroolijk af met hun frisch
roode pannen tegen de groene, bezaaide ge
deelten of de bruine, nog niet in cultuur ge
brachte gronden.
De eerste bewoners zijn gekomen. Vriende
lijk wit hangen de gordijnen voor de ramen,
.kinderen spelen langs den weg, zoo nu en
dan verschijnt een auto met huishoudelijke
artikelen.
De Wieringeivneer krijgt een „huiselijk"
aanzien.
i Waar kinderen zijn moet school gehouden
worden, waar een nieuw dorp zich vormt, is
een kerk, althans een ruimte om te vergade
ren, noodig.
Zoo werd dan ook door de Directie van den
Wieringermeerpolder het laatste huis in de
richting Medemblik beschikbaar gesteld, ten
dienste van school, godsdienstoefeningen,
vergaderingen.
i Vrijdag 30 October hebben we met een een
voudige samenkomst dat lokaal geopend.
't Was een donkere avond, toen we ons op
weg begaven. Eerst plensend door de mod
der, rondom het kamp, dan langs de verhar
de weg, over de ophaalbrug, aan 't postkan-,
toortje voorbij.
Al gauw was de ruimte gevuld door de zes
tig man, die van 't kamp kwamen, enkele,
vaste bewoners, Pastoor Braak, de nieuw
benoemde pastoor van de Wieringermeerpol
der, Wielinga, Cand. der Geref. Kerk te Kol-
horn en mijn persoon.
De auto had een groote melkbus met thee,
'n flinke trommel koekjes en eenig rookma-
teriaal aangesleept de stemming was er in
een ommezien
'n Eigenaardige aanblik, de zongebruinde
gezichten van al deze verschillende men-
schen -- Brabanders, Zeeuwen, 'n enkele
Fries en Drent Roomsch Katholieken, Ge
reformeerden, Hervormden. Vredig zaten
we naast elkaar onder het zachte licht van
twee petroleumlampen.
Pastoor Braak opende met een kort gebed
en een rede, waarin hij er op wees, dat geen
enkel mensch alleen bij de aardsche, materi-
eele dingen mag blijven staan dat er plaats
moet zijn in een menschenleven voor hoogere
dingen werk en loon tenslotte niet de hoofd
rol moeten spelen.
Ook de Heer Wftelenga en ik spraken in dien
geest, ieder op zijne wijs er de aandacht op
vestigend, dat „de mensch bij brood alleen
niet leven kan." Tusschen de toespraken
door werd de thee rondgediend (ieder had
z'n eigen kop meegebracht, 'n Servies voor 70
man is ons voorloopig nog te machtig't
sigarenkistje ging van hand tot hand, blauwe
rookslierten vulden 't zaaltje, 't Was er ge
zellig warm
Zoo ging de avond snel voorbij. Voordat we
't wisten, was 't tijd om op te breken.
Een gedeelte uit de Bijbel werd gelezen en
met gebed deze eerste samenkomst gesloten.
Dankbaar kunnen we zijn, zeer dankbaar,
dat het mogelijk is geweest, ondanks alle ei-
ge opvattingen, meeningen, gedachten, deze
aanvang te zamen te maken.
Blind voor de verschillen zijn we niet. Maar
-- we moeten en kunnen ze nuchter beschou
wen, binnen hunne grenzen. Dan is ook de
mogelijkheid gegeven elkander in vele din
gen de hand te reiken, bij te staan, te helpen.,
Dat is een eisch van de omstandigheden
hier
En spreekt God niet tot ons, ook uit de om
standigheden
Hij geve Zijn zegen over wat hier begonnen
is.
K. 0. F.