HERMAN NYPELS ?3e JAARGANG VRIJDAG 29 APRIL 1932 No. 34 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIER'NGEN EN OMSTREKEN PIJP - TABAK „DE WAKENDE LEEUW" HET DRIEMANSCHAP. WILHELMINASTRAAT 63-67. TELEF. 524. MEN ZEGT HET DAGELIJKSCH Heeren- en Kinderkleedingmagazijnen DEN HELDER Het meest vertrouwde adres uit Uw omgeving. BETER KAN HET NIET. ■WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTENTIëN DINSDAG EN VRUDAG. UITGEVER Hippolytushoef Wieringen. Van 1—5 regels f 0.5a ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. Telefoon Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f o.ia per 3 maanden f 1.—. VOOR BETERE TABAKSFABRIEK Laat 125 Alkmaar. J. R. KEUSS. VOOR DE ZONDAGMORGEN. „Ons liart is onrustig in ons, tot- dat het ruste vindt bij U." Heimelijk, meestal diep verborgen, liggen in ieder mensch zorgen en nood. Soms breken ze uit in een wanhoops gebaar en wanhoopsdaad; meest ech ter is '1 of ze ingesluimerd zijn en slechts zoo nu en dan pijnlijk zich roe ren. Heimelijk, meestal diep verborgen liggen in ieder mensch, naast zorgen en nood, begeerten en verlangens zon der tal; begeerten naar een beter leven, dan tot nu toe gevoerd, verlangens naar een groot en glanzend geluk, naar vrede en gerechtigheid. Maar de wereld is zoo hard, ze luistert niet naar ons klagen, ze luis tert minder nog naar wat we wen- schen. Daarom buigen we ons" en "be rusten als onder een noodlot, dat on wrikbaar zijn weg gaat. ..liet is nu eenmaal zoo en 't zal wel nooit anders worden 1" hoe dikwijls hooren we dat niet van anderen, hoe dikwijls zeggen we dat niet zelf. Zal het nooit anders worden Maar waarom stelt ons hart zich niet met zulke uitspraken tevreden, komi.t hot in opstand tegen al dat „natuurlijke" wat over ons heen valt: ziekte, ongeluk, dood Al probeeren we telkens weer met ons verstand die stille stem men van het hart te overschreeuwen, in oogenblikken van inkeer zijn we ge- neigd dit aller innerlijkste in ons In 't gelijk te stellen. Augustinus, een van de groote kerk vaders, heeft gezegd: Ons hart is on rustig in ons, totdat het ruste vind1 bij U." Eén is er, Die ons hart gelijk geeft, meer nog dan wij dit kunnen doen. Eén is er, Die ons zegt, dat niet ons verstand met al zijn wijzen op het „natuurlijke" in ons leven 't bij het rechte eind heeft, maar dat de onrust en de rusteloosheid van onze harten terugwijzen op Hem, FEUILLETON. No. 16. Groote zweetdroppels stonden op Black's voorhoofd, maar hij wist zich uitstekend te beheerschen. Woedend keek hij graaf Verlond aan, maar er lag ook een uitdaging op zijn gezicht. Hij glimlachte even en zei vroolijk Zoo, zijn die heeren vanavond ook aan wezig Dat is aardig. De oude graaf nam afscheid en onderweg zat hij voortdurend in zichzelf te lachen. De graaf van Verlond was een grimmige oude baas en zijn scherpe tong maakte dat zijn kennissen en vrienden hem respecteer den of misschien ook alleen vreesden. Het woord „vrienden" kan men eigenlijk niet eens gebruiken want Verlond had geen vrienden, behalve dan Tramber. Er komen „menschen" bij mij eten, had hij eens cynisch gezegd, toen hij met een kennis over vrienden sprak. Dien avond zat hij in de groote bibliotheek op zijn gasten te wachten. Hij was er erg op gesteld om op tijd aan tafel te gaan en hij keek op zijn horloge want hij wilde precies op tijd gasten ontvangen en hun verzoeken hem te volgen naar de eetzaal. Horace Gresham kwam ook. Sir Ikey Tram ber vond het minder aangenaam, dat die geïnterviteerd was en dat hij had ook tegen Verlond gezegd. Als ik ooit je advies noodig heb, wan neer ik gasten vraag voor een diner, had Verlond geantwoord, dan zal ik je een tele gram sturen met betaald antwoord. Ik dacht dat je hem haatte, bromde sir Ikey. Dat doe ik ook. Ik haat iedereen en ik zou jou ook haten als je niet zoo'n onbetee- kenend broekje was. Heb je alweer vrede ge- de Schepper des hemels en der aarde. Die Eéne is Jezus Christus. Hij kon zoo spreken, omdat Ilij de Gezondene was, omdat in Hem, den Zoon, de Va der in de hemelen zich openbaarde. „Komt allen tot Mij, dié vermoeid en beladen zijt en Ik zal U rust geven." Hoort ge 't. Niet alleen erkent Hij onze moeheid, onze onrust, meer nog allen roept Hij tot Zich. Allen, die onder een ramp gebukt gaan, allen, die met zorgen te kampen hebben, vrouwen en mannen, van wel ke rang of stand ook, ieder met eigen moeiten, ieder met eigen verdriet, ie der met de last van eigen levenslot. Allen roept Hij ook U Allen wil Hij vrede geven ook U Allen wil Hij rust geven ook U K. O. F. BELASTINGKWESTIES. Het invullen van het Aangiftebiljet Wenken en raadgevingen. IV. Nog eens Geheel eigener beweging verbeterde aangiften. Aan het slot van ons vorig artikel spoorden wij aan tot het doen van een eigener beweging verbeterde aangifte, wanneer daarvoor reden is. Moge dit advies zijn opge volgd. Eerlijkheid duurt ook in het stuk van belastingen het langst. Wat haalt men zich wat op de hals, wanneer men niet alles aangeeft. Wat een „houden en keeren." Wat een leven in voortduren de angst. Steeds bang, dat men zich vastpraat. Welk een rustig idee is het weten, dat alles is aangegeven. Den Inspecteur recht in de oogon te kunnen zien. Daarom Ontlast Uw geweten. Doe eigener beweging een verbeterde aangifte. Bron.nen van inkomen. Aangegeven moei worden het inkomen van alle bronnen van inkomen. Wat een bron van inkomen is, zal zonder meer wel duidelijk zijn. Het land, dat men ver huurt, is een bron van inkomen. Het kapitaaltje, dat op de bankrekening staat, eveneens. Zoo ook liet geld in effecten belegd (ieder effect is een bron van inkomen), het geld aan derden uitgeleend met of zonder hypothe cair verband --, de dienstbetrekking voor den vasten arbeider, de arbeid voor den lossen arbeider (voor den vas ten arbeider ontstaat telkens een nieuwe bron van inkomen, zoodra hij van werknemer verwisselt, voor den lossen arbeider niet), de overeenkomst van lijfrente enz. enz. Bronnen van inkomen op 1 Mei be staande. Men behoeft slechts aan te geven het inkomen uit op 1 Mei bestaan de bronnen van inkomen. Dat betee ken t dus, dat, wanneer een bron van inkomen vóór 1 Mei ophield te bestaan met het inkomen uit deze bron geen rekening behoeft te worden gehouden. Met een enkel voorbeeld willen wij een en ander even toelichten. Iemand heeft een smederij. Hij verdient in deze sme derij per jaar f 3000,-- netto. Hij wil rentenieren en verhuurt op 1 April zijn smederij met woning aan zijn bei de zoons, die samen de zaak van liun vader zullen voortzetten voor f 1.000 [per jaar. Op 1 Mei is de bron van inko men „smederij" vervallen. Zij bestaat niet meer Inkomen uit deze bron van Iinkomen behoeft niet te worden aan- jgegeven. Er moet rekening gehouden Iworden met de nieuwe bron van inko men, die f 1000— bruto opbrengt. Tweeërlei soort bronnen van inkomen Er bestaan twee soorten van bronnen van inkomen, namelijk de bronnen van inkomen, die op 1 Mei reeds langer dan een kalenderjaar hebben bestaan en b. bronnnen van inkomen, waarme de dit niet het geval is. Voor iemand die enkele maanden geleden een nieu we betrekking aanvaardde, bestaat op 1 Mei de bron van inkomen korter dan een kalenderjaar. Dit is dan een nieu we bron van inkomen. Oud is een bron van inkomen, wanneer zij reeds bestond bij den aanvang van het vo rige kalenderjaar. Waarom deze onderscheiding. Wij maken deze onderscheiding met een bepaald oogmerk. Van beide soorten bronnen van inkomen moet het inko men worden aangegeven. De vraag is echter welk inkomen. Iemand is op 1 April in een betrekking gekomen op een salaris van f 250 per maand. Wat moet hij aangeven op 1 Mei d.a.v. Wel- lchti zal men antwoorden f 250—. De man heeft immers nog maar 'n maand salaris genoten. Hoe logisch het ant woord ook moge schijnen, toch is het fout. Aangegeven moet worden f 3000. Bij bronnen van inkomen namelijk, die langer dan een kalenderjaar bestaan, wordt opgegeven dé netto-opbrengst van het verloopcn kalenderjaar. Be staan do bronnen korter dan een ka lenderjaar, dan wordt opgegeven de naar (Ion toestand op 1 Mei geschatte jaaropbrengst. Welke gedachtengang aan de wette lijke bepaling ten grondslag ligt. Zoo als de lezer zal weten, loopt het belas tingjaar van 1 Mei - 1 Mei. De lezer zal ook weten, dat de Inkomstenbelas ting gerekend wordt 'tot de belastingen naar draagkracht. Die draagkracht moet dus worden gemeten. De wet- wil belastingplichtigen aanslaan naar het inkomen, dat zij van 1 Mei - 1 Mei zul- sloten met Mary Wat bedoel je daarmee vroeg sir Ikey klagend. Ik heb mijn best gedaan om vrien delijk tegen haar te zijn, maar ze probeert mij aan mijn verstand te brengen, dat ik mij aanstel als een idioot. Tja, giegelde Verlond, misschien vindt ze je nog het aardigste, als je niets zegt. Sir Isaac keek zijn vriend woedend aan. Ik dacht, dat ik je verteld had, dat ik met haar wilde trouwen. Ik weet dat je het prettig vindt om veel geld te kunnen verteren, zonder er iets voor te behoeven te behoeven te doen. Dat heb je mij al eenige malen verteld en zooiets ver geet ik niet. Ik wou dat je er nu eens niet mee spotte bromde Tramber. Wacht je nog op de andere gasten Weineen, grinnikte de graaf, ik zit bo ven op den Mont Blanc en ik eet rijstpudding. En daarmee was de discussie gesloten. Ik heb nog een vriend van je geïnvi teerd, zei de graaf plotseling, maar hij schijnt niet te komen. Ikey's gelaat betrok. Wat voor een vriend Sir Isaac werd zichtbaar angstig. Black toch niet Verlond knikte vriendelijk. Hij knikte ee nige malen als een kind, dat trotsch is op een koddige fout, die het heeft gemaakt. Ja, het is Black, zei hij, maar hij vertel de niet dat May Sandford ook kwam. Hij keek nogmaals op zijn horloge en zei toen Blijf hier op me wachten. Ik ga telefo- neeren. Zal ik. Je zult niks, beet de graaf hem toe. Hij bleef eenige minuten weg en toen hij terugkwam in de bibliotheek, glimlachte hij. Je vriend komt niet, zei hij, maar hij vertelde de reden niet en ook niet, waarom hij zoo'n plezier had. len genieter), want op 1 Mei dus bij den aanvang van het belastingjaar - is nog niet bekend welk inkomen men vanaf 1 Mei 1 Mei zal hebben. Nu wordt uitgegaan van de veronderstel ling, dat de bij den aanvang van bet belastingjaar bestaande bronnen van inkomen zullen blijven bestaan tot volgend jaar 1 Mei. Verder wordt uit gegaan van de fictie meer dan een fictie is het niet dat bronnen van inkomen, die reeds een vol kalender jaar hebben bestaan, van 1 Mei - 1 Mei netto hetzelfde zullen opbrengen als gedurende 't laatst verloopen kalender jaar. Maar hoe dan inet de bronnen van inkomen, die niet nog een vol ka lenderjaar bestonden Het inkomen uit deze bronnen wordt op het jaar- lijksche bedrag geschat. Bij de schat ting behoort rekening te worden ge houden met den toestand op 1 Mei van het belastingjaar. Wbrdt vervolgd. Provinciale Weekkrabbels. Het wrak van de „Haydael" bij De Koog op Texel zal door Gebr. Schoen maker, timmerlieden te Den Burg, worden gesloopt. Tijdens een storm, welke in November van 1928 woedde, strandde het schip.: Nadien zijn er reeds verschillende stormen en stormpjes over het wrak heengegaan. Meerdere imalen is ge poogd het te sloopen, totdat nu de bo vengenoemde Gebroeders het werk ter hand zullen nemen. Alvorens daartoe over te gaan had den zij zich gewend tot B. en W. van Texel, met het verzoek 40 proc. in de kosten van arbeidsloon te mogen ont vangen, met dien verstande, dat zij dan werkloozen aan het werk zouden nemen. Het mocht de hoeren niet ge lukken. Hun voorstel kon in den Raad geen meerderheid vinden, en zal het wrak zonder de 40 proc. toeslag ge sloopt moeten worden. In den Alkmaarschen Raad kon men het niet eens worden omtrent een salarisverlaging van 3 proc. voor Onder voortdurende controle van Dr. Ir. H. J. DE WIJS, scheikundig ingenieur. Naast ons uiterst billijk stuktarief noteeren wij voor KILOWASCH DR00GT0E 25 ct. per K.G. Minimum 5 K.G. PERSOPMAAK 32 ct. per K.G. per zending. De wasschen worden FRANCO GEHAALD en dezelfde week weer THUIS GEBRACHT. Aan het diner zat Horace Gresham naast de liefste vrouw van de heele wereld. Hij amuseerde zich kostelijk en hij was tevreden geweest, als hij alleen maar tegen haar had mogen spreken en als de anderen geen noti tie van hem hadden genomen. Maar Ver lond dacht er anders over. 'k Heb vandaag een vriend van je ont moet, zei hij kortaf tegen Horace. O, juist, zei de jongeman beleefd maar zonder belangstelling. Ja, Sandford. 't Gaat dien man erg goed, hè Horace knikte voorzichtig. Dat is ook een vriend van jou, hè vroeg Verlond aan sir Isaac. Ik heb gevraagd of zijn dochter wou komen dineeren. Sand ford kon zelf niet, maar zij wilde wel. En toch is ze niet gekomen. Tot op zekere hoogte is Sandford een vriend van me, zei sir Isaac, die al even voor zichtig was als Horace, want hij wist niet hoe Verlond over de afwezigheid dacht, 't is tenminste weer een vriend van een vriend. O, van Black, grinnikte Verlondvan dien zwendelaar. Daar doe je heel wat zaken mee, hè Ik heb eigenlijk niets meer met hem te maken, haastte sir Isaac zich te zeggen. Verlond grinnikte. Dan is hij naar de haaien, zei hij. Toen wendde hij zich tot Horace. Sandford is vol lof over een politie-agent, die dol is op z'n dochter. Ken je dien Horace knikte. Een goed vriend van me, zei hij rustig. Wat is dat voor iemand -- Och, iemand van de politie, zei Horace. Waarschijnlijk een jongen met twee ar men, twee beenen en een hoofd vroeg de graaf, 'k Heb erg veel aan die inlichtingen van jou. Dat hij van de politie was dat wist ik al. Maar iedereen spreekt over hem. Vertel me nu eens, wat hij eigenlijk doet en waar hij vandaan komt en waarom hij politie agent is Het spijt mij dat ik u dat niet vertellen kan, zei Horace, het eenige wat ik u kan zeg gen is dat hij een gentleman is. Dus dat is weer een nieuw beroep voor den jongsten zoon, die van huis wegloopt, zei Verlond, die zich kostelijk amuseerde. Tegen woqrdig loopen ze niet meer als scheepsjon gen en ze worden geen cow-boy meer, maar ze worden politie-agent. Mary's gezichtje betrok en Verlond wendde zich om. Neem me niet kwalijk, bromde hij. Ik dacht niet aan dien jongen dwaas. Tegen woordig verdwijnt de verloren zoon niet meer naar het andere eind van de aarde en hij sterft niet meer zoo schilderachtig als vroe ger, temidden van de pampes van Argentinië en als de familie bijna failliet is, dan komt hij niet meer terug met een zak geld onder ieder en arm. Tegenwoordig worden ze poli tieagent. Je moest er een verhaaltje over schrijven. Een man, die over sport schrijft in de kranten, kan ook wel iets anders schrij ven. Apropos, Horace, ik kom Woensdag naar Lincoln om je paard te zien verliezen. Dat wordt dan een vergeefsche reis, zei Horace. Ik heb uitgemaakt dat mijn paard wint. Lang moest hij wachten op een gelegen heid om Verlond een oogenblik alleen te spreken. Eerst na het diner gelukte hem dat. Ik zou u graaf even willen spreken over een dringende zaak van zeer persoonlijken aard, zei hij. Heb je geld noodig vroeg Verlond die hem wantrouwend aankeek. Horace glimlachte 't Lijkt me niet waarschijnlijk, dat ik geld zou willen leenen, zei hij. Dan wil je zeker mijn nicht trou wen, vroeg de oude graaf brutaal. Precies, zei Horace kalmpjes. Hij wist zich nogal aan te passen. Nu, dat gaat niet, hoor, zei de graaf. Jij hebt uitgemaakt, dat je paard zal winnen en Modellen die mooi passen Stoffen kleurecht en solide Voerings van het beste soort Zeer goedkoope prijzen Elk stuk volledig gegarandeerd. Speciale afdeeling kleeding naar maat Eigen coupeur en ateliers. Onze keuze hoeden, overhemden, dassen, sokken en ondergoederen is mooi, groot en goedkoop. de gemeente-ambtenaren. Alk,maar is toch een royale stad. Daar heeft men al eens met een royaal gebaar een Rijkssubsidie voor werkver schaffing van de hand gewezen, vvaar- ioor duizenden guldens aan Rijks-Uit- keering verloren gingen. Om de kop boven water te houden valt voor sommige gemeentes niet mee. Zoo is jnen ook te Oudc-Niedorp n de martel Geen bank wil aan de gemeente geld geven om een kasgeld leening van 100.000 gulden bij het Rijk af- te lossen. Ook-geld voor tuinderscre dieten kan men niet los krijgen. De minister wil, dat de Raad de belasting verhoogt, maar de .menschen hebben niet en pluk nu eens veeren van een kikker. Ook de Middenstandsvereeniging te Hoorn vecht om het bestaan en komt in verzet tegen een instellen van een „Zaterdagavond - markt". De Midden standers, zoowel als hunne vereenigin- gen moeten altijd op hun qui-vive zijn: Vooral de winkelsluitingswet, welke eerstdaags in werking treedt, zal nog veel stof tot ontevredenheid op doen waaien. Al die wetten is ook dikwijls voor de betrokkenen ver van aangenaam. Men spreekt ook van „Nieuwe heeren, Nieu we wetten!" We zullen zien, wat dit beteekent voor Medemblik, want die stad heeft een nieuwe burgejneester gekregen en wel de heer Peters. En Koedijk's burgemeester, de heer Kik kert gaat er vandoor naar de Beemster, waar hij eenzelfde baantje krijgt Laten we hopen, dat al die verande ringen zijn ten goede ik heb uitgemaakt dat Mary met Ikey trouwt. Of liever, Ikey en ik hebben dat uitgemaakt. En als ze nu eens weinig voelt voor dat plan vroeg Horace. Ze zal er wel voor voelen, grinnikte Ver lond. Ik kan me niet voorstellen, dat iemand niet voor Ikey zou voelen, 't Is een aardige kerel. Zijn schulden betaalt hij nooit. Eerge voel heeft hij niet en gevoel voor fatsoen nog minder. En zijn kennissen, mijzelf inbebegre- pen, dat is het ellendigste tuig uit heel Lon den. Hij schudde zijn hoofd. Hij is van plan om een nieuw leven te beginnen, bromde hij, dat heeft hij mij in vertrouwen verteld. Als iemand van zijn soort zooiets zegt, dan is er wat aan de hand. Ik wantrouw zijn boetvaardige stemming ten zeerste. Plotseling veranderde hij van toon. Ga met hem concurreeren, zei hij en zijn oogen schitterden. Goed idee, hè Con curreer hem dood Mary schijnt nogal op je gesteld te zijn. Die Ikey Nu, begin maar Hij liet den verbaasden Horace alleen staan. Horace vond het meisje in de serre. Hij vloeide over van blijdschap, want hij had nooit gedacht dat hij den ouden Verlond zóó gauw voor zijn plan zou kunnen winnen en zijn succes maakte hem bijna bang. Het leek wel of graaf Verlond van plan was hem een hak te zetten en iets anders kon hij van dien man ook niet verwachten. Hij ver telde Mary alles wat er was gebeurd. Ik kan het haast niet gelooven, riep hij uit, Hij was direct tot alles bereid en zoo ge willig. Hij was natuurlijk wel een beetje erg onbeschoft maar zoo is hij nu eenmaal. Met glinsterende oogen keek Mary hem aan. Ik geloof niet, dat je oom kent, zei zo kalm. Maar, maar, stotterde hij. (Wordt vervolgd,)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1932 | | pagina 1