23e JAARGANG
VRIJDAG 24 JUNI 1932.
No. ©O
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
„DE WAKENDE LEEUW"
ADELDOM OF LIEFDE
S. COLT O F KANAALWEG 145-154-155
DEN HELDER.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG EN VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wierlngen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIéN
Van 1—5 regel*
Iedere regel meer
0.5&
f o.ia
VOOR BETERE
PIJP - TABAK
TABAKSFABRIEK
Laat 125 Alkmaar.
J. R. KEUSS.
HET PARADIJS DER WASCH-
VROUWEN.
WAAR het wel mag liggen, dit aardsche
Eden
Zoek het niet op al te grooten afstand,
sla er geen atlas voor open en raadpleeg niet
den wereldbol. Blijf gerust dicht bij honk,
want het is te vinden in ons eigen land, in
den grooten plas, die eenmaal Zuiderzee ge
noemd werd.
„Het paradijs der waschvrouwen", dezen
naam geeft een Parijsche journalist, die kort
geleden een reis naar Holland maakte om,
eens een kijkje te nemen naar de beroemde
drooglegging van de Zuiderzee, aan het ei
land Marken.
Elk mensch ziet de dingen op zijn manier,
krijgt er een eigen indruk van. Deze Fransch
man uit zijn oordeel in de volgende bewoor
dingen
„Marken is een eiland van vi^chers", al
dus de Markensche gids, die de taak heeft,
de vreemde toeristen in drie verschillende
talen voor te lichten. Maar ik zou Marken
niet beter en gepaster weten te noemen dan:
„Het paradijs der waschvrouwen." En wel om
de eenvoudige reden, dat men er overal, waar
heen men ook het oog moge wenden, versch
gewasschen hemden, broeken en lakens, ge
plooide mutsen, borstrokken en zakdoeken te
drogen ziet hangen of te bleeken ziet liggen.
Er is geen vrouw op dit eiland of ze is bezig
met wasschen, spoelen, plooien. Hoe meer
men de kust van dit wonderlijke eiland, dat
door een dijk tegen de aanvallen der zee be
schermd wordt, nadert, hoe meer mansbroe
ken, grove wollen kousen, jurken, kielen en
boezelaars men ziet bengelen rondom de hou
ten huizen. Al dat waschgoed hangt daarom
uit te lekken en om droog te wapperen, of wel
het ligt op de bleekveldjes, zelfs op de boo
ten. Zóóveel goed hangt en ligt er op het ei
land, dat ik mij erover verbaasde, dat de be
woners nog iets over hadden gehouden om
aan te trekken. Vreemd ook deed het mij
aan, hoe precies al deze kleedingstukken, die
toch aan zooveel verschillende gezinnen be-
hooren, op elkaar gelijken. Eerst later be
greep ik dit. Toen was mij namelijk uitgelegd,
dat de bewoners van Marken eigenlijk van
hun zesde jaar af in een soort van uniform
gekleed gaan.
„Men ziet dan alleen nog wat verschil in
de strepen op de jakjes der vrouwen en in
de hoofddeksels van het manvolk.
„De kleederdracht is hier heel anders dan
FEUILLETON.
het charmante, over de heele wereld beken
de costuum der Volendammers. Het toilet
van de Markers is ook opzichtig, maar heeft
desondanks iets triest. Ik zou het een melan
cholieke kleeding willen noemen, die bij t
droefgeestige soms iets grappigs heeft en die
uitstekend past bij het melancholieke uiter
lijk van deze, naar men mij vertelde, zéér ar
me eilandbewoners.
„De bevolking van Marken behoort sinds
honderden en honderden van jaren tot een
en dezelfde familie van vijftienhonderd pro
testanten, waarvan de leden meestal onder
elkaar trouwen.
,De kinderen dragen tot hun zesde jaar
allemaal hetzelfde costuum en men kan de
jongens dan ook alleen in hun kleeding van
de meisjes onderscheiden door het sterretje
op hun muts met vijf dubbele voering. Reeds
van hun prilste jeugd af zijn die kinderen
voorbestemd om zoo spoedig mogelijk, en heel
hun verdere leven door, haring te visschen
of hemden te wasschen
„Als om te bewijzen, dat dit eiland een ver
geten hoekje van de wereld vormt, hebben de
bewoners de drie gehuchten, die men aan
de haven staande, kan zien liggen, Frankrijk
Siberië en Engeland genoemd.
„Enkele steenen huizen, zoogoed als de
kerk en het ziekenhuis, herinneren den vreem
deling aan de stevige bouwwerken van ande
re minder geïsoleerde streken. Maar eerlijk
moet ik erkennen, dat de houten huizen,
zwart of groen van kleur, met hun witte
venster-kozijnen en hun onberispelijk schoo-
ne dakpannen er warm uitzien.
„Bovendien behooren ze meer bij het eiland
dan de steenen gebouwen.
„Op dit kleine, geïsoleerde plekje wonen,
althans volgens mijn persoonlijken smaak,
niet de allermooiste meisjes van Holland. Zoo
fijn, en geestig als haar Volendamsche buur
tjes zijn ze niet. In één opzicht lijken ze op
haar Friesche en Groningsche zusters, en wel
in haar groote behoefte aan zindelijkheid,
in haar liefde voor plassen en boenen, in
haar ijver om meubelen en koperwerk kraak
zindelijk en glimmend te houden.
„Als het den vreemdeling gelukt toegang
te krijgen tot zoo'n woning op Marken,
dan wordt men dadelijk getroffen door de
bijzondere, opvallende properheid van ieder
stukje huisraad, dat er in de kamer is. Alles
is zoo onberispelijk gepoetst, gewreven en
geboend, alsof het voor een tentoonstelling
bestemd was. Vaatwerk, kruiken en flesschen
wachten als het ware op het penseel van een
schilder, etagères, pijpen en keukengerei
staan klaar om zoo als model voor een stille
ven te dienen. Het keukengereedschap ziet
eruit, als of het splinternieuw uit den winkel
komt, netgens ligt iets te slingeren, zelfs geen
sprietje vindt ge op den grond. Een vreemde
hand zou ze niet durven aanraken, al deze
wonderen, die zwijgend één loflied zingen op
de ongekende helderheid in die wanhopi,"
keurige huisjes."
Zoo ziet een Parijsch journalist ons eiland
Marken. Wij kunnen het niet in elk opzicht
met hem eens zijn.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
AVONTUUR AAN DE GRENS.
Nederlandschc familie door Duitsche
douane aangehouden. Door een
gelukkig toeval aan verdere moeilijk
heden ontsnapt.
De correspondent van het Hbld. te Nijme
gen schrijft
Zondagmorgen heeft zich aan de Neder-
landsch-Duitsche grens te Beek bij Nijmegen
een voorval afgespeeld, dat typeerend is voor
de moeilijkheden, waarin onder de huidige
omstandigheden argelooze automobilisten
kunnen geraken.
Een familie uit Den Haag zou zich per au
to voor eenige dagen naar Duitschland bege
ven en de reis zou worden medegemaakt door
HOOFDSTUK I.
De avond begon langzaam te vallen. De
grijze torens van het kasteel Grauenegg wer
den nog even overgooten met een gouden
gloed, terwijl het park en het dal al in blauw
achtigen schemer gehuld waren. Ook het
eenzame, deftige woonhuis der weduwe Wal
ker midden in het dal lag al in de schaduw.
De oude boomen overhuifden het zoozeer, dat
er zelfs overdag niet veel zonnestralen den
weg vonden naar het huis met de groene lui
ken. Aan den voorkant liep een weg van het
huis der weduwe naar het een half uur ver
der liggende dorp Grunau en vandaar een
voetpad naar het kasteel, dat ongeveer een
kwartier verder noordoostelijk gelegen was.
Langs dezen weg liep op den avond van
14 Augustus een armoedig gekleede vrouw.
Zij kwam uit het dorp en wilde naar de we
duwe Walker, bij wie zij iederen Zaterdag,
zoodra zij thuis met haar werk klaar was,
de grove huiselijke bezigheden kwam verrich
ten.
Omstreeks vijfhonderd schreden voor het
huis met de groene luiken stond de armoedi
ge, vervallen hut eener dagloonersvrouw,
Stojax genaamd. Ook deze was weduwe en zij
leefde alleen met haar negenjarig dochtertje
Ida, dat tegenwoordig ziek was.
Toen de werkster van mevrouw Walker
voorbij de hut kwam, stond vrouw Stojan
juist voor de deur en knikte de voorbijgang
ster vriendelijk toe.
„Goeden avond, vrouw Brandeis Ik dacht
niet, dat je vandaag zou komen."
„Waarom niet'? Het is toch Zaterdag!"
„Ja maar ik zag je gisteravond hier voor
bijkomen en dacht, dat je misschien een dag
vroeger je werk ging doen."
De werkster kleurde en keek een oogenblik
verlegen voor zich. Toen schudde zij haar
hoofd.
„Neen ik kwam gisteren om een andere
redenmaar ik heb mevrouw niet gespro
ken, zij had bezoek. Ik zag licht door de ra
men en hoorde haar met iemand praten,
toen keerde ik weer om."
„O zoo Weet je ook, wie die heer was Ik
heb hem nog nooit in den omtrek gezien."
„Hoe kan ik dat weten, nu ik hem niet
eens gezien heb Was hefc een deftige heer
„Och, dat weet ik niet. Hij kwam hier voor
bij, toen ik mijn waschgoed ophing, en vroeg
naar het huis van mevrouw Walker toen
wees ik hem den weg. Hij had grijs haar en
was heelemaal in 't grijs gekleed. Bijzonder
deftig was zijn gezicht juist niet."
„Nu, mij is het onverschillig, wie het was.
Mevrouw zal 't zeker niet tegen mij zeggen,
want zij spreekt immers nooit een woord
meer dan noodig is. Hoe gaat het met Ida
„Altijd nog hetzelfde. De dokter zegt, dat
het in hoofdzaak bloedarmoede is en dat we
geduld moeten hebben. Gisteren was de gra
vin van Grauenegg weer hier en bracht een
flesch wijn voor het kind."
„Daar kun je je heel wat op laten voor
staan Anders is de gravin niet iemand, die
graag weldaden bewijst. Ik geloof, dat alle
armen uit den omtrek in al de jaren van
haar leven samen nog geen tien gulden heb
ben gekregen. Een geluk, dat de jonge graaf
Herbert niet naar haar aard. Als die hier
eens heer en meester is, zullen er voor ons
soort mensch en allicht betere tijden aanbre
ken Maar ik verbabbel mijn tijd Mevrouw
Walker wacht zeker al èen half uur op mij.
Goeiendag, vrouw Stojan."
„Goeienavond, vrouw Brandeis."
De dagloonersvrouw keek de weggaande
vrouw nog even na en ging toen in haar huis.
Zij stak het licht in de kamer aan en wilde
juist met een pak verstelwerk aan het bed
van haar kind gaan zitten, toen zij door een
kreet van buiten weer uit haar huis werd
geroepen.
Vrouw Brandeis, de werkster, kwam adem
loos aanloopen en riep al uit de verte opge
AFD. MANTELS.
COSTUUMS.
BLOUSES.
ROKKEN.
Groote maten. Aparte modellen.
AFD. COMPLETE MEUBILEERING
Reclame eiken slaapkamer f 75.
Zeer mooie slaapkamer f 89.
Hyper modern.
Aupings Deventer matrassen 2 p. f 10.50
AFD. STOFFEERING, LINOLEUM.
Vloerzeilen, karpetten, vitrages,
divan- tafelkleeden, loopers, enz.
ZONDAGS TOT 2 UUR GEOPEND.
de Duitsche dienstbode, die van de gelegen
heid zou gebruik maken om haar familie te
bezoeken. Het meisje had voor haar bloed
verwanten eenige geschenken medegenomen
en deze in haar koffer gepakt. De Haagsche
familie wist hier evenwel niets van.
Zondagmorgen dan arriveerde men aan de
douane te Beek. Mijnheer, die zelf den auto
bestuurde, stopte voor het Duitsche douane
kantoor en toonde zijn paperassen. Deze wa
ren volkomen in orde, doch de douanebeamb
ten wenschten een nauwkeurig onderzoek in
den auto te stellen. Ook de koffer van de
dienstbode werd aan een nauwgezette inspec
tie onderworpen. Daaruit kwamen eenige
pakjes koffie, thee en vet te voorschijn en
triomfantelijk stelde de douanebeambte vast,
dat hier inderdaad smokkelarij werd ge
pleegd.
Ofschoon de automobilist bij hoog en laag
beweerde van den inhoud van de tasch on
kundig te zijn geweest, werd de auto in be
slag genomen en maakte de ambtenaar aan
stalten, om de verdere formaliteiten te ver
vullen, die in zulke gevallen noodig zijn. Den
automobilist werd alvast medegedeeld, dat
hij zijn auto tegen een borgstelling van 230
Mark zou kunnen terugkrijgen.
Inmiddels naderde uit de richting Kleef
een groote touringcar en de beambten maak
ten zich gereed om dit voertuig te visiteeren.
De auto van den Hagenaar moest iets achter
uit. Onbewust redde de automobilist zich
daardoor uit een hoogst hachelijken toe
stand.
De auto was n.1. door deze beweging op
het erf van een woning komen te staan. De
grensbewoners, die het geval met aandacht
hadden gevolgd en die op gespannen voet
met de Duitsche douane leven, gaven den
automobilist te verstaan, dat hij zich op Ne-
derlandsch gebied bevond en adviseerden
hem niet meer terug te gaan, omdat hij dan
groote moeilijkheden zou hebben te vreezen.
De Hagenaar had" hier wél'oören naar, maar
de moeilijkheid deed zich voor, dat de auto
niet meer op den weg kon komen, zonder op
Duitsch gebied te keeren. De douanebeamb
ten sommeerden den autobilist zich weer op
Duitsch gebied te begeven, waaraan deze
natuurlijk voorloopig nog niet wenschte te
voldoen.
De grensbewoners, die schik in het geval
hadden en deze gelegenheid om de Duitsche
douane een poets te bakken niet ongebruikt
wilden laten voorbijgaan, kwamen met bal
ken en planken aansleepen en begonnen de
omheining van het erf aan de Nederlandsche
zijde te sloopen. Vervolgens werden over ee
nige slooten hulpbruggen gelegd en zoo mocht
het, na een rit door eenige weilanden, geluk
ken uit de grenszone te komen. De dankbare
automobilist gaf zijn helpers een ruime fooi
en zorgde wel zoo spoedig mogelijk in veiliger
oord te komen. De Duitsche dienstbode, die
aanvankelijk was aangehouden, werd later
in vrijheid gesteld, nadat men 20 mark, die
zij in haar bezit had, in beslag genomen had.
Intusschen bewijst deze geschiedenis hoe
zeer men bij het passeeen van de Neder-
landsch-Duitsche grens voorzichtig moet
zijn. Het komt bij herhaling voor, dat auto's
om futiliteiten in beslag genomen worden en
men zal er dan ook goed aan doen, alvorens
de grens te passeeren, zich ter dege er van
te overtuigen, of er niets is, dat den douane
beambten aanleiding zou kunnen geven tot
hoogst onprettige maatregelen.
Werkstaking in den Biesbosch.
De arbeiders, werkzaam bij de werk
verschaffing op het Pauluszand in den
Biesbosch hebben het werk niet wil
len hervatten aangezien een uurloon
van 17 ct. te weinig werd geacht. Onge
veer 75 arbeiders weigeren op deze
voorwaarde te werken.
VROUW VERBRAND.
Te Oudenrijn is Dinsdag door tot nu
toe onbekende oorzaak de 24-jarige
mej. Van Dijk in brand geraakt.
Zij sprong in den Leidschen Rijn,
waaruit zij door voorbijgangers is ge
haald. Na voorloopig verbonden te zijn
door een arts werd de vrouw in deer-
niswekkenden toestand per zieken
auto overgebracht naar de Academische
Klinieken te Utrecht, waar zij aan de
bekomen verwondingen is overleden.
wonden tegen haar „Vrouw Stojan, kom
toch in vredesnaam spoedig met me mee
ik ben bang, dat er bij mevrouw Walker een
ongeluk gebeurd is
Vrouw Stojan liep haar tegemoet.
„Wat is er dan Is zij ziek
„Ik weet het niet.De huisdeur is op
slot, en hoe hard ik ook belde en klopte
komt geen antwoord."
De twee vrouwen gingen nu samen op weg
naar het eenzame huis, dat met de gesloten
luiken en in de doodelijke stilte inderdaad
een akeligen indruk maakte.
„Misschien is mevrouw Walker uitgegaan."
„Weineen. Zij weet immers, dat ik kom
Zij waren voor het huis aangekomen en
vrouw Stojan probeerde de deur te openen
Maar deze, van zwaar eikenhout, was niet te
bewegen en alle geklop, was tevergeefs. Naar
geestig dreunden de slagen op de deur, ver
der was er niet het minste gedruisch tte ver
nemen.
„Misschien kunnen wij er door de achter
deur inkomen meende vrouw Stojan en liep
voor het huis heen. Hier, onder de hooge boo
men was het volslagen duister. Er steeg een
vochtige modderlucht uit den grond op.
„Ik geloof niet, dat we erin kunnen. Voor
zoover ik weet, is die deur altijd van binnen
op slot, omdat mevrouw die nooit gebruikt".
Het was, zooals vrouw Brandeis zei dc
deur was op slot. De twee vrouwen zagen el
kaar radeloos aan en gingen weer naar den
voorkant.
„Vreemd," zei vrouw Stojan hoofdschud
dend toen kwam zij op een andere gedachte.
„Misschien is zij plotseling op reis gegaan?
Ik heb haar den geheelen dag niet gezien en
anders ging zij toch altijd naar Grunau om
boodschappen te doen of naar het bosch om
te wandelen."
„Waarom zou zij zoo op stel en sprong op
reis gaan Tien jaar woont zij al hier en al
dien tijd werk ik bij haar en nooit is zij een
dag weg geweest."
„Men kan het toch nooit weten. Misschien
heeft die heer gisteren een gewichtige bood
PROVINCIAAL NIEUWS.
HULP AAN WEST-FRIESLAND.
Steunmaatregel gereed.
Naar de „Maasbode" verneemt ligt
het in het voornemen der Regeering
wederom een crediet van zeven ton te
verstrekken aan den tuinbouw in
West Friesland. Het desbetreffend
voorstel zal de Tweede Kamer dezer da
gen bereiken. De mogelijkheid is niet
uitgesloten, dat de wet nog voor het
reces door de Tweede Kajner behan
deld wordt.
ENKHUIZEN GAAT INPOLDEREN.
De Raad van Enkhuizen heeft be
sloten plannen te ontwerpen voor in
poldering van het gedeelte van het
IJselmeer, gelegen tusschen het noord
einde van het Krabbersgat en den Gel-
derschen hoek. Men meent op deze wij
ze met betrekkelijk geringe kosten
ee.n niet onbelangrijk stuk land te kun
nen winnen en ziet in de inpolde
ring een goed object voor werkver
schaffing.
TEXEL.
Gedurende de maanden Juli en Au
gustus zal behalve de bestaande dienst
regeling, die door het s.s. de Marsdiep
vervuld wordt, nog een aantal extra
diensten onderhouden worden door
de N.V. Tex. Eigen Stoombootonder
neming. Vanaf 2 Juli zal de Dageraad
om 7 uur en 12.30 van Texel en om 9
uur en 14 uur van Den Helder varen.
Op Zondagen om 9 uur van Texel en
om 10.30 uit Den Helder.
Door deze uitbreiding is het aantal
diensten op werkdagen van 5 op 7 ge
bracht en 's Zondags van 4 op 5 keer
per dag.
NIEUWE BOOTDIENSTEN.
De Texelsche Courant verneemt uit
Medemblik.
Met ingang van Zaterdag a.s. zal
de heer L. Kool met de „Terschelling"
(gekocht van de fa. Doeksen en dienst
gedaan hebbende van Medemblik op
het Kornwerderzand, daarvoor als
reservéboot van T.E.S.O.) een ander-
daagsche dienst aanvangen van Den
Helder via Texel en Vlieland op Ter
schelling. Dinsdag werd een proef
tocht gemaakt. Nadere bijzonderhe
den volgen.
Het blad meldt verder nog
Dinsdagavond hadden we een onder
houd met de heer G. Doeksen, te Ter
schelling, die ons meedeelde voorne
mens te zijn gevolg te geven aan zijn
lang gekoesterd plan, een bootdienst
te openen van Den Helder via Vlieland
op Terschelling. Texel, zoo verzekerde
ons de heer Doeksen, laat ik links lig
gen.
Zoodra het plan vaste vorm heeft
aangenomen, komen we hierop terug.
WARMENHUIZEN.
Men schrijft aan de „Alkm. Crt."
Naar wij vernemen, zal in de maand
Augustus een delegatie van boeren
naar de Sovjet-Unie reizen, om daar
met eigen oogen te kunnen aanschou
wen hoe de boeren daar werken en le
ven. Het Ned. Boerencomité heeft vijf
plaatsen in deze delegatie toegewezen
en als volgt verdeeld
1 landarbeider uit N.O. Groningen,
1 boer uit Friesland,
1 blocmist-boo,mkweeker u<it Aalsj*.
meer-Boskoóp,
1 bouwer uit Noord-Holland,
1 landarbeider uit Zuid-Holland,
Door de Provinciale leiding voor
Noord-Holland is voor deze provincie
candidaat gesteld C. Borst uit Oud-
Karspel.
De bedoeling is nu, dat spoedig door
de plaatselijke vereeniging een verga
dering wordt belegd, om tot verkie
zing van een afgevaardigde over te
gaan. Kan men zich met C. Borst ver
eenigen, dan stemme men daarop.
Uitbreiding van de delegatie is ab
soluut buitengesloten.
De reiskosten tot de Sovjet-grens
moeten voor deze afgevaardigde door
geheel Noord-Holland worden bijeen
gebracht.
Dit is zeer belangrijk, want als de
schap gebracht. Zij kreeg anders nooit bezoek
en zij heeft zelf tegen mij gezegd, dat zij al
leen op de yrereld stond
„En nu is toch iemand bij haar gekomen
Wie weet, welke tijding de vreemdeling ge
bracht heeft
Vrouw Brandeis staarde voor zich uit en
zuchtte toen.
„Ik weet zelf niet, wat mij bezielt.als
haar nu toch eens een ongeluk overkomen
was Mevrouw Walker was niet zoo heel
jong meer.... als zij eens een beroerte had
gekregen
Vrouw Stojan werd langzamerhand ook
angstig. „Weet je watt Het is het beste,
dat je naar Grunau teruggaat en de heele
zaak aan den burgemeester vertelt. Die zal er
wel raad op weten en ten slotte kunnen wij
toch niet eeuwig hier blijven staan wachten."
„Ja, dat zal het verstandigste zijn."
De vrouwen begaven zich op den terugweg.
Het sloeg half acht, toen vrouw Brandeis bij
den burgemeester aanbelde. Een uur latei-
ging de burgemeester met den kantonrech
ter en een politie-agent, in gezelschap van de
weduwe Brandeis naar het eenzame huis in
het Grauenegger dal.
Verschillende nieuwsgierigen, waaronder
ook de dagloonersvrouw Stojan, sloten zich
bij hen aan.
Nu, in de volslagen duisternis en slechts
verlicht door eenige meegebrachte lantaarns,
maakte het huis een nog naargeestiger in
druk. Men beproefde het nog eens met klop
pen en bellen, maar natuurlijk tevergeefs.
Nu ging men over tot een gewelddadig ope
nen der huisdeur.
Het bleek dat deze goed gesloten was, zon
der dat men aan den binnenkant een sleu
tel vond. Bij het binnenkomen kwam men in
een groote vestibule, vanwaar links de trap
naar boven leidde. Juist tegenover de voor
deur was een tweede kleinere deur, die naai
den tuin leidde.
In de vestibule waren bovendien nog drie
deuren. Een links van de trap, die naar den
kelder leidde, en twee rechts. Van deze twee
leidde volgens vrouw Brandeis de eerste naar
de huiskamer der weduwe, waaraan haar
slaapkamer en de keuken grensden. De twee
de ging direkt van den gang naar de keuken.
De bovenverdieping had vier kamers, waar
van er drie gemeubeld, maar ongebruikt wa
ren. De vierde werd als provisiekamer be
nut.
De ramen van het huis waren alle van dik
ke ijzeren stangen voorzien, waaroverheen
zich groene jalouzieën bevonden, die geslo
ten waren.
In de vestibule was niets bijzonders te zien.
De deur naar de huiskamer stond half open.
Toen de rechter die verder opendeed en het
licht omhoog hield, om een blik in de kamer
te werpen, deinsde hij onwillekeurig terug.
Midden in het vertrek lag mevrouw Walker
uitgestrekt op haar rug, in een bloedplas.
Haar gezicht was bijna onherkenbaar tenge
volge van meerdere wonden, haar grijs haar
was vol bloed.
Rechts van de deur, tusschen de beide ra
men stond een ouderwetsche schrijftafel,
waarvan de laden opengebroken en uitge
trokken waren. Tegenover de deur stond een
sofa met een tafel ervoor. Deze was keurig
gedekt voor het avondmaal. Boter, worst en
brood lagen netjes klaar op de schaaltjes.
De lamp op tafel was geheel uitgebrand.
Blijkbaar was mevrouw Walker overvallen
en vermoord, toen zij haar eenvoudig avond
eten wilde gaan gebruiken.
Verschillende kanapé-kussens die op den
grond lagen, en twee omgevallen stoelen de
den aan een voorafgeganen strijd denken.
De opengebroken laden der schrijftafel lie
ten nauwlijks er aan twijfelen, dat hier een
roofmoord had plaats gehad.
De kantonrechter schreef alles nauwkeurig
op, wat hij had gevonden, en liet verder nie
mand de kamer binnengaan, opdat de mis
schien bestaande sporen van den moorde
naar niet zouden worden uitgewischt. Hij
wilde dadelijk aan den officier van justitie
telegrafeeren.
(Wordt vervolgd.)