1/2 pond KEG'S KOFFIE
23e JAARGANG
DINSDAG JULI 1932.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
Op ieder
sr kennismaking,
oen pakje KEG'!
Malzeni
DE GEHUWDE AMBTENARES.
DE OVEREENKOMST
NEDERLAND - BELGIë - LUXEMBURG.
ADELDOM OF LIEFDE
S. COLT O F KANAALWEG 145-154-155
DEN HELDER.
No. 63
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTENTIêN
DINSDAG EN VRIJDAG.
UITGEVER
Hlppolytushoef Wierlngen.
Van 15 regela
0.50.
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER,
WIERINGEN.
Telefoon Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
f 0.10.
per 3 maanden 1.—.
PARIJSCHE MODEBRIEF.
„MOEZEN" EN STIPJES ZIJN DE
GROOTE MODE.
Ruitjes-japonnen met bijpassende
manteltjes.
Terwijl ik dit schrijf, geeft mijn kalender
het begin van de zomermaand aan. Maar
mijn thermometer gelooft er niets van en
meldt maar gestaag Februari. Ik twijfel er
geen oogenblik aan of de thermometer heeft
het bij het rechte eind. Ik trek over mijn ja
pon een wit wollen huisjasje aan, leg een
plaid over mijn knieën, een warm kruikje
aan mijn voeten en, als een gedienstige geest
dan nog een kopje gloeiende thee bij mij
neerzet, voel ik mij eindelijk behagelijk ge
noeg om zonder rilling over de dunne zomer-
stofjes te spreken.
Wat z ij n zomerstofjes Zomerstoffen zijn
dunne, soepele weefsels, bestemd om er kou
in te lijden. Er zijn ook
wel eens enkele dagen, jmpiL
dat men er geen kou in
lijdt, maar dat is, geloof
ik, tegen de bedoeling.
Verder zijn zomerstof
fen licht, kleurig en flat
teus. En ze staan, van
het jaar, in het teeken
van het geld. Ik bedoel
niet, dat ze duur zijn
wat is er nog duur tegen
woordig, behalve huis
huur en belasting Maar
wanneer ons kleine
nichtje zakken met geld
teekent, zijn het altijd
rondjes. En rondjes. En
rondjes vinden we te
kust en te keur op de
moderne japonnen. Is dat
een symbool voor onzen
tijd, een uiting van het
verlangen naar het ons
steeds meer ontglippende
„slijk der aarde
Moesjes, nopjes, stip
jes, erwtjes of hoe we
ze ook moeten noemen,
krioelen en dwarrelen
als confetti over onze
japonnen, soms regelma
tig, soms schijnbaar zonder de minste regel
maat. Ze staan alleen of in groepjes ver
spreid. Ook zijn er wel telkens twee of drie
half over elkaar geschoven.
Er Is bijna geen kleur te bedenken, dat niet
in de moesjesstoffen voorkomt. Gemakkelij
ker is het, te zeggen, welke kleuren wel het
meest voorkomen en dan vinden we rood met
wit, blauw, en zwart met wit. Hetgeen dan
wil zeggen, dat we evengoed blauwe japon
nen met witte stippels aantreffen als witte
japonnen met blauwe, toiletten met zware
moezen op wit front als omgekeerd. Eigen
lijk is ook hier weer de zwart-wit combinatie
de fijnste, zij het dan ook niet de vroolijkste.
Voor een tennis- of kinderjurk zullen we dan
ook liever een rood- of geelgestippelde jurk
kiezen, terwijl we een zwart-met witte stof
voor een meer gekleurde japon bestemmen.
Over het algemeen worden de gemoesde
toiletjes weinig gegarneerd. Kleine bijzonder
heden zouden in het gewarrel der moesjes
toch maar verloren gaan en bovendien heeft
de stof weinig opmaking noodig. Plooien en
fronsen zijn wel het meest geschikt en geven
aan dit soort stoffen juist het wazige dat ze
FEUILLETON.
noodig hebben. We zagen een snoezig japon
netje van crème georgette met zwarte nopjes.
Het was aan den hals afgewerkt met een
smal kersrood lint dat op zij werd vast ge
strikt en in twee lange einden afviel. Een
zelfde lint maakte de mouw onder aan de
pols af en een rood leeren ceintuur sloot om
de taille.
Naast de moezen vinden we ook een vogue
voor kleine ruitjes. Wel verheugen deze zich
niet in zoo'n groote populariteit als de eerste,
maar ze bieden de noodige keuze voor dames,
die niet van nopjes houden of ze te kinder
achtig vinden. Men maakt er lieve, eenvoudi
ge japonnetjes van, waarbij men dikwijls een
donker wollen jasje draagt in een der tinten
van de ruitstof. Ook hier is zwart met wit
weer zeer geliefd, vooral wanneer men de
stof met rood of een zachtere nuance, oud-
roze b.v. opmaakt.
Over het algemeen dragen oudere dames
geen gemoesde en geruite japonnen. Als ver
goeding heeft de mode haar dezen zomer
een bijzonder aardige versiering toegedacht.
Ze mag op haar toilet een tak boomblaadjes
hechten, natuurlijk nagemaakte en in heel
klein formaat. Op een donkere japon zijn de
blaadjes b.v. in verschillende nuancen blauw
waartusschen enkele van zwart robijn schit
teren. Het is een aardige fantasie, die echter,
naar het ons schijnt, alleen voor bijzondere
gelegenheden geschikt is.
WILHELMINE.
liet „Handelsblad" (Liberaal) geeft
weer eenige voorbeelden, welke wantöe
standen er in Indië heerschen ten op
zichte van het in dienst houden der
gehuwde ambtenares. Het blad noemt
een voorbeeld, waarbij een gehuwde
vrouwelijke arts, die f 800 per maand
verdient, gehandhaafd blijft, terwijl
haar man als Gouvernementsarts le
klasse reeds een inkomen van jmeer
dan f 1000 per maand heeft.
We zouden op dit geval geen aan
merking maken, aldus het blad, --
indien ons niet een geval ter oore ge
komen was van een gewezen D. V. G.-
arts, die kostwinner is en te Soerabaja
als havenarts moest afvloeien. Ook
vernamen wij, dat zich voor de func
tie van ondernemingsarts kort gele
den sollicitanten aanmeldden, die ge
noegen wilden nemen met een salaris
van slechts f 350 per maand.
Er bestaat dus ook wat artsenvoor
ziening betreft, een duidelijk overcom
pleet, en dan is het zeker geoorloofd
aan te dringen op het afvloeien van
gehuwde ambtenaressen, die aan een
kostwinner de gelegenheid ontnemen
om in eigen onderhoud en dat van zijn
gezin te voorzien.
Een tweede geval bij den D.V.G. te
Semarang is dat van een vrouwelijke
commies eerste klasse, die f 425 per
maand verdient.
Zij is gehuwd met een technisch
ambtenaar, die het boven de f 500
brengt Wij gelooven, dat er vele solli
citanten voor cojnmiezenbaantjes zijn
en dat deze gehuwde* ambtenares ze
ker niet onmisbaar is. Ofschoon het
voor de betrokkenen onaangenaam is,
moeten we ook hier de vraag stellen
heeft een werklooze, die een gezin
moet onderhouden, niet meer recht op
dat baantje, dan de dame, die wellicht
ook haar salaris uiterst nuttig besteedt
maar die een echtgenoot heeft, wiens
taak het is voor zijn gezin te zorgen
Tenslotte nog een derde geval kort
geleden werd bij het belastingkantoor
geplaatst een dame, wier echtgenoot
onderdirecteur is van een der groote
zaken te Semarang. De dame heeft
een salaris van f 325 per maand.
Ook dit is een onjuiste ophooping
van inkomsten, want er zijn zeker
wel geschikte krachten te vinden voor
commiezenbaantjes op een belastingh'
kantoor.
De Brusselsche „Standaard" stelt
met voldoening vast, dat, terwijl de
groote mogendheden te Lausanne
verwikkeld zitten in discussies, waar
van men op dit oogenblik reeds een
vrij pessimistischen indruk bekomt,
België, Nederland en Luxemburg een
moedige daad hebben verricht.
Het blad gaat dan in op de gevolgen
van de overeenkomst en zegt
Indien een dergelijk plan kon aan
vaard worden door de Donau-landen,
|zou er reeds heel wat veranderd zijn
No. 4.
„Heel eenvoudig uit de omstandigheid, dat
er precies boven die plaats aan het plafond
bloedsporen zijn, ook is, zooals u aan het lijk
kunt zien, eerst het bloed loodrecht langs
haar afgestroomd. Deze twee dingen bewij
zen, dat de vrouw, wier hoofd in staande hou
ding ongeveer een meter lager dan de zolde
ring moest blijven, op het oogenblik van den
moord gestaan heeft en wel naast de schrijf
tafel. Maar het bewijst ook, dat zij onver
hoeds werd aangevallen, anders zou zij ge
bukt of den arm ter afwering uitgestoken
hebben. In het eerste geval konden de slagen
niet op haar hoofd en gezicht zijn neergeko
men, in het tweede geval moest haar hand
gekwetst zijn, wat niet het geval is. Na de
eerste slagen vluchtte de vrouw achter de
tafel de lange, in die richting loopende
bloedsporen bewijzen dit. Vlak bij de tafel
viel de vrouw neer en de moordenaar maakte
met een houw, die den schedel geheel verbrij
zelde en direkt doodelijk moet zijn geweest,
een einde aan haar leven. Toen bracht hij
de kamer in den tegenwoordigen toestand,
nam voor den schijn misschien eenig baar
geld mee, dat waarschijnlijk in het bovenste
rechter vak der schrijftafel lag, en verliet het
huis door de voordeur, die hij achter zich op
slot deed. Den sleutel nam hij toevallig of
opzettelijk mee."
Bolzman keek den officier van justitie aan.
„Is hij geen echte toovenaar Hij schildert
ons de zaal zoo precies af, of hij er bij ge
weest is
„Zeker, en het schijnt wel, dat mijnheer
Hempel gelijk heeft
Hempel wendde zich tot den geneesheer.
„Dokter, hebt u de hand der overledene
nauwkeurig onderzocht Ik vind deze zoo
krampachtig gesloten, dat ik haast begin te
gelooven, dat zij de kleeding van den moor
denaar heeft vastgegrepen."
„Ik heb tot nu toe alleen de wonden onder
zocht."
Hempel knielde al naast de doode en on
derzocht haar beide handen nauwkeurig.
Dadelijk daarna hield hij zegevierend een
klein stukje stof eigenlijk alleen de vezeltjes
daarvan in de hoogte.
Dacht ik het niet Het zijn stukjes van
een parelgrijze Engelsche stof, zooals er in
Manchester gemaakt wordt
„De man in het grijs riepen Bolzman en
Hilprich als uit één mond.
„Ja, maar het helpt ons nog niet veel. Deze
stof wordt door duizenden gedragen
Op dit oogenblik kwam Brauner weer bin
nen, hij had voor eenigen tijd de kamer ver
laten, om in de omgeving van het huis naar
voetsporen te zoeken.
„Nu hebt u iets gevonden vroeg Bolzman.
Brauner knikte.
„Aan de achterzijde van het huis in den
vochtigen grond zijn heel duidelijk de sporen
te zien van een man, die zich van het huis
verwijdert. Een spijker in zijn hak steekt
omhoog en karakteriseert de sporen hierdoor.
Op grond van dit kenteeken gelukte het mij,
ook aan de voorzijde van het huis dezelfde
sporen te vinden. Daar leiden zij van den
Grunauer straatweg naar het huis toe. Veel
is er echter niet meer van te bespeuren, om
dat deze weg intusschen al door te veel perso
nen bewandeld werd."
„Dus is de moordenaar aan de voorzijde
binnengekomen en heeft hij het huis aan den
anderen kant verlaten. Hebt u ook sporen
van vilten schoenen gevonden
„Ja, maar alleen aan een der ramen. Ik
vermoed, dat de dader deze daar heeft aan
getrokken, om alle gedruisch van zijn laar
zen op den muur te verwijderen."
„Laat ons die sporen eens zien
Men verliet de kamer, om zich naar den
tuin achter het huis te begeven. Werkelijk
vond men daar duidelijke sporen van een
mannenlaars, waarvan de hak een omhoog
in Europa.
Een Oslo-blok en een Donau-blok,
die andere landen zouden uitnoodigen
om zich aan te sluiten, bij hun wed
strijd voor de geleidelijke slooping van
de tolmuren, zouden twee jnachtige
polen van aantrekkingskracht zijn,
die een gunstige wending zouden kun
nen bewerken in de handelspolitiek
van het gansche Continent.
Het blad besluit aldus
Nederland en de Belgisch-Luxem-
burgsche Economische Unie, samen
gebracht in één tolverbond, zijn een
economische macht van eersten rang,
die in 't internationale ruilverkeer het
gewicht van Frankrijk als weréldhan-
delaar benadert. Met een dergelijke
macht wordt rekening gehouden in de
internationale onderhandelingen en
vereenigd, zullen die kleine landen
gunsten afdwingen in de handelspo
litiek, die zij anders, bij gebrek aan
samenwerking, niet zouden bekomen.
Ten overvloede heeft men reeds her
haald, dat België en Nederland elkaar
aanvullen op economisch terrein. Een
tolunie behoort dan ook tot de moge
lijkheden van een. nabije toekomst.
F. Baudhuin, professor in sociale
economie aan de Universiteit van Leu
ven, schrijft in „La libre Belgique",
dat de openbare opinie in België de
Nederlandsche - Belgische overeen
komst goedkeurt. Verder betoogt hij,
dat het plan van een tolverbond met
Frankrijk door de nieuwe overeen
komst definitief van de baan is. Vooral
wegens gevoelsredenen zullen vele
Walen daardoor teleurgesteld zijn,
doch men kan zich troosten met de ge
dachte, dat België daardoor niet veel
heeft verloren, vermits alle econo
misten het er over eens zijn dat een
tolverbond van België met Frankrijk,
tot het rijk der onmogelijkheden be
hoort. Dit land heeft ons, aldus prof.
Baudhuin, nooit een aanbod gedaan
en zou een weigerend antwoord geven,
indien België dit aanbod zou doen.
Indien kleine landen een tolverbond
met Frankrijk sluiten, zouden zij het
Fransche stelsel van niet-rechtstreek-
sche belastingen en accijnzen .moeten
toepassen en een tabakregie invoeren;
allerlei hervormingen, die niet te ver-
wezelijken zijn. Veel beter is het een
economische aansluiting te zoeken
met Nederland en de kleine Noorder-
landen. Wat geenszins belet, dat wij,
door middel van tractaten, ons ruil
verkeer met Frankrijk kunnen uit
breiden.
Niets belet trouwens, dat Frankrijk
zich bij de Nederlandsch-Belgische
overeenkomst aansluit.
België en Nederland kunnen een
economisch geheel worden, zooals
voor de revolutie van 1830. De eenige
moeilijkheid bestaat in de concurren
tie Antwerpen en Rotterdam, doch
ook die hindernis kan uit den weg
worden geruimd.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
VERMOEDELIJKE KINDERMOORD.
Kind van zes maanden dood gevonden.
Te Zandvoort heeft een moeder haar kind
kind van zes maanden onder verdachte om
standigheden dood gevonden. Op het hoofd
werden verwondingen aangetroffen die, vol
gens den dokter, de doodsoorzaak zouden
zijn, doch niet door een val veroorzaakt wa
ren.
De justitie heeft zich met het geval be
moeid en aanleiding gevonden den vader te
arresteeren onder verdenking zijn kind te
hebben vermoord.
Een fort koopen om te sloopen.
De gemeenteraad van Eethen en
Genderen besloot Zaterdag B. en W,
machtiging te verleenen om het groote
fort te Doeveren van de regeering aan
te koopen en om dit dan door werkloo
zen te laten slechten en den grond te
egaliseeren.
AFD. MANTELS.
COSTUUMS.
BLOUSES.
ROKKEN.
Groote maten. Aparte modellen.
AFD. COMPLETE MEUBILEERING
Reclame eiken slaapkamer f 75.
Zeer mooie slaapkamer f 89.
Hyper modern.
Aupings Deventer matrassen 2 p. f 10.50
AFD. STOFFEERING, LINOLEUM.
Vloerzeilen, karpetten, vitrages,
divan- tafelkleeden, loopers, enz.
ZONDAGS TOT 2 UUR GEOPEND.
stekende spijker vertoonde.
De sporen werden nagemeten en toen met
leege kisten bedekt, om ze onbeschadigd te
bewaren voor den later te nemen gipsafdruk.
Terwijl de gerechtelijke commissie daarna
het gebouw afsloot, om zich naar Grunau te
begeven, waar de vrouwen Stojan en Bran
deis nauwkeurig in verhoor zouden worden
genomen, ging Silas Hempel op de bank voor
het huis zitten en nam het eene snuifje na
het andere.
Bolzman, die wist dat het een eigenaardig
heid van den beroemden detektive was, om
te snuiven, als hij over een bijzonder ingewik
kelde zaak nadacht, beschouwde hem glim
lachend en ging naar hem toe.
„Nu, mijnheer Hempel, u peinst zeker over
nieuwe ontdekkingen
Hempel staarde met zijn blauwe oogen in
de verte.
„Een gecompliceerd raadsel," fluisterde hij,
„er zijn er twee geweest
„Wat twee moordenaars
„Of het twee moordenaars waren, dat weet
ik niet. Maar in ieder geval zijn er op den
avond van den moord twee mannen in huis
geweest."
„Waarom denkt u dat
„Om de voetsporen. Die met de vilten schoe
nen kan niet dezelfde zijn, die achter het
huis uitging. Ik heb de voetsporen nauwkeu
rig nagemeten, ze zijn allemaal even lang.
Die de vilten schoenen aanhad, bezit een
slanken eleganten voet, de andere een bree-
den. Misschien moest de eene enkel maar op
passen in alle geval wordt de zaak hoe
langer hoe moeilijker. Vrouw Brandeis moet
natuurlijk worden vrijgelaten, zij staat over
al buiten."
„Is u daar vast van overtuigd
„Volkomen. De slotsom van hetgeen wij ge
vonden hebben, isMevrouw Walker was
niet, wat zij wilde schijnen. Zij werd, zonder
erop verdacht te zijn, vermoord en door een
haar goed bekenden persoon. Deze persoon
behoorde tot den deftigen stand. De diefstal
werd voorgewend, om de werkelijke beweeg
reden te verbergen. Op den avond van haar
dood ontving de weduwe het bezoek van een
vreemdeling. We bezitten van hem voetspo
ren en, als hij zelf de moordenaar en niet
slechts de aanstoker was, eenige vezels van
zijn kleeding. Dat is alles negen tienden
van hetgeen wij moeten weten, ontbreekt
ons
„Laten we hopen er toch nog achter te
komen. Ik reken hiervoor het meest op u,
mijnheer Hempel. U hebt ons onlangs zulke
prachtige proeven van uw kriminalistische
scherpzinnigheid gegeven, dat ik u deze zaak
graag in handen geef. Ik zelf moet vandaag
nog naar de stad terug. Blijf u nu hier en
onderzoek alles nauwkeurig, ik zal ginds doen
wat ik kan.... Brauner moet u assisteeren."
„Ik dank u, mijnheer de commissaris. Maar
als ik de zaak behandelen moet, dan wil ik
ze alleen behandelen, voor anderen haal ik
de kastanjes niet uit het vuur. Neem Brau
ner maar gerust mee en bemoei u er zelf ook
niet mee."
„Mijnheer Hempel!"
„Veel koks bederven de soep. U weet, dat ik
alleen uit liefhebberij in ons vak ben en geen
geldelijk loon verlang, Als ik den moordenaar
der weduwe Walker ontdek, dan verlang ik
geen lof van de rechterlijke macht, dan is
mijn succes al loon genoeg. Als u op deze
voorwaarde de zaak aan mij alleen wilt op
dragen, dan zal ik mijn uiterste best doen,
want het geval interesseert mij. Als anderen
moeten meewerken, dan kunt u alles aan
Brauner opdragen."
„U is een eigenaardig man, Hempel", lach
te de commissaris, „maar als u beslist zelf
standig wil werken in vredesnaam Gaat
u nu mee naar het verhoor
„Natuurlijk
„De heeren stapten in het rijtuig en reden
terug naar Grunau. Nadat men het lijk naar
het lijkenhuls had laten brengen, werd het
huis der vermoorde weduwe ambtelijk ver
zegeld en Silas Hempel kreeg de sleutels. Het
vermogen der vermoorde nam de commissa
ris mee, om het bij het gerecht te deponee-
ren, tot zou zijn uitgemaakt, of er erfgena
men waren.
ra.
Een zaal van het kantongerecht diende
voor het verhoor.
De officier van justitie en Dr. Binder wa
ren intusschen in „De witte Os" gaan lun
chen. Commissaris Bolzman nam echter in
tegenwoordigheid van den kantonrechter en
Silas Hempel de werkvrouw Brandeis in ver
hoor.
Haar antwoorden kwamen geheel overeen
met hetgeen zij al eerder gezegd had en on
der tranen en snikken hield zij voortdurend
vol, dat zij onschuldig was.
Bolzman werd eindelijk ongeduldig. „Houd
nu toch eindelijk eens op met dat schreien
Ik geloof al, dat u mevrouw Walker niet ver
moord hebt. Vertel ons nu liever, wat u zag,
toen u op dien avond aan het huis van me
vrouw Walker kwam
„Wat ik gezien heb, mijnheer de commis
saris Niets. De huisdeur was gesloten en in
de huiskamer brandde licht. Ik bleef een oo
genblik besluiteloos staan, en wist niet, of ik
zou aanbellen of weggaan. Binnen werd daar
gepraat
„Wie sprak er
„Mevrouw Walker en een man."
„Was u niet nieuwsgierig, om hem te zien
gooide Hempel er tusschen. „De jalouzieën
waren toch zeker niet zoo dicht gesloten, dat
men er niets doorheen kon zien
„O neen. Maar ik zou daarvoor op den
muur hebben moeten klimmen en ik vreesde,
dat mevrouw het zou hooren. In dat geval
zou ze mij zeker ontslagen hebben."
„Was zij zoo streng
„Dat niet, maar nieuwsgierigheid kon zij
eenmaal niet uitstaan. Ik vroeg haar eens,
waar zij vroeger gewoond had. Toen ant
woordde ze mij heel boos, dat dit mij niets
aanging en als ik spionneeren wou, dan kon
ze mij niet langer houden."
„Ontving zij dikwijls brieven
(Wordt vervolgd.^